afiMOlua ühubbbi NCB actief op vele terreinen Agrarisch front van groei naar consolidatie /ATER Algemeen secretaris drs. Heijmans over kritiek op het groene bolwerk ii. Nu achterstand ingehaald is PAGINA; fl-EBDAG 12 MAART 1983 PAGINA 3 fnlangs schreef Rogier Wiercx in een kritische beschouwing over de lordbrabantse Christelijke Boerenbond Lhet 'Welzijnsweekblad', dat de NCB- Ihuurders de ongekroonde koningen 1 ixtn agrarisch Brabant zijn en dat de bestuurlijke banden en zakelijke Mangen Kafkaiaanse vormen hebben aangenomen. Reactie van secretaris 10jmans: „Wij besturen de provincie Met. Dat zou ook niet goed zijn. Maar Ipaar mogelijk invloed uitoefenen kan nooit kwaad.... H Geen koningen Eigen beslissing illllllllllllllllll Door Bert van Velzen f schok van de herkenning tamelijk hevig. Alsof er i bafc water over me werd jtgeworpen in het staartje gn de winter. Nog maar net nnengewaaid in het land In de onbegrensde onmoge- pkheden, ook wel genoemd pods eigen land' en 'the beau- rul', waadt een goede vriend I de drassige wereld van de nerikaanse badkamercul- lur. Hij sprak er enigszins Irontschuldigend over, want lee en plas en wind en water I het breien aan de bruine Ik behoren in Nederland luis in een geheime kast, die ten destijds 'het sekreet' pemde en waarin vaak de Limte ontbreekt om de armen ft te slaan in wanhoop of op. lekte verbazing. 1 Men sprak nooit over het se- Jreet en wat zich daarin af- beelde onder stortbak met Yijfbolmechanisme en ket- |ng met keramisch handvat, le volgens mij een verre ver wantschap vertonen met de aillotine. Dat zal wel iets van pen hebben met het plotse- nge en onherroepelijke van pide instrumenten: de film an niet meer worden terug- kdraaid. I Met dit soort privaatpraat om je in Amerika een heel Ind uit de voeten, want in dat End wordt alles blootgelegd i van binnenuit bekeken. Het 5 een essentieel aspect van de imerikaanse cultuur. Ik ben laan geloven dat de Ameri- laan in zijn badkamers de latterijen van zijn positieve fgressie oplaadt door een ein deloze herhaling van de ver assing van het kwade en het regwassen van de schuld. paarom ziet men badkamers Intstaan die op hedonistische luistempels beginnen te lij- Jen waarin de reinigingsri tuelen worden gevierd. Nadere studie van de Ame rikaanse badkamercultuur fan tot een zeker begrip leiden joor de definitie die Mary McCarthy geeft van de door snee-Amerikaan: een huma nist in een badkuip. Ik heb het fltijd passend gevonden dat Seorge Meany, voormalig loodgieter, tot op hoge leeftijd lie tzaar was van de grote vak- pondsfederatie AFL-CIO. Presidenten vroegen hem beleefd om advies wanneer zij boor een belangrijke economi sche beslissing stonden, want Old George' kon presidenten naken en breken. In het be noemde Waldorf-Astoria hotel heeft hij, opgetuigd in smo king, ooit een toilet met half hoog reservoir, aanpalend aan fijn kamer, zitten repareren Voordat hij afdaalde naar een aer ballrooms voor het diner en een met ijzer beslagen rede voering. Loodgieters zijn in Amerika énorm belangrijk: Eisenhower had niet voor niets negen mil jonairs en eéh loodgieter in zijn kabinet zitten. En Ameri- Ikanen spreken graag over hun Imaag- en darmenstelsel als hun 'plumbing', het ganse loodgieterswerk. Een loodgie ter, 'plumber' luidt zijn Ame rikaanse naam, bewaakt de pijplijnen van en naar het welbehagen. Soms denk ik dat iedere Amerikaan in het diep st van zijn wezen een loodgie ter is. Hij zal de diepspoeler met hoge waterstand, kort ge leden nog besproken door eer dergenoemde vriend, Mare de Koninck, in een raar maar waar praatje, deskundig kun nen vergelijken met de in Ne derland nog zeer gangbare vlakspoeler, waarop zich rem sporen kunnen vertonen. In een elegant gewest in de zoom van Washington ben ik zelf zeer gehecht, zo niet ver knocht, geraakt aan een model met een chromen drukschijf in de flank, waarmee een fluisterende draaikolk kon worden veroorzaakt en tege lijkertijd een stroom van pure Alpenlucht werd aangevoerd. En uit de douche (een woord dat in Amerika in dit verband zeer misplaatst is, met spreke van „shower") kwam een straal water als een gebalde vuist. Wijlen Lyndon Baines Johnson, een man van grote overdrijvingskracht, had in het Witte Huis zo'n druk ach ter de douche laten zetten dat Richard Nixon later, nietsver moedend, werd weggeblazen en de hele boel moest laten ombouwen. Want ook Nixon was een loodgieter en hij had een stel 'plumbers' in dienst voor het ondergrondse riole ringswerk in Watergate. Ze deden hun werk zo enthou siast, dat ze Nixon het Witte Huis uitspoelden. Het zal ove rigens niemand zijn ontgaan dat de badkamercultuur ook in ons land grote bressen heeft geslagen. Voordat we het we ten zal iemand schrijven dat we gekuipte Calvinisten zijn. De NCB heeft ongeveer 25.000 leden, 287 afdelingen, 17 kringen, een secreta riaat, een aantal vaktech nische organisaties en is verwant aan een aantal economische instellingen. De vereniging kent een hoofdbestuur, dat bestaat uit een vertegenwoordiger uit elk van de zeventien kringbesturen, voorzitter ir.A. Latijnhouwers, rector A.Merkx, algemeen secre taris drs.A.Heijmans en nog enkele staffunctiona rissen. Het secretariaat kent de volgende diensten: Kultu- rele Dienst NCB/KVO, So ciaal Ekonomische Voor lichtingsdienst, Dienst On derwijs, Dienst Grondge bruik, Rechtskundige Dienst, Sociale Dienst, So ciaal Charitatief Werk, Koöperatieve Dienst en Dienst Publiciteit en Pu blic Relations. De vaktechnische orga nisaties zijn: Tuindersvak- bond, Brabantse Boom- kwekersbond, Bond van Bijenhouders, Vereniging van Varkenshouders, Coöp. Suikerbieten Telers Vereniging, Ned. Organi satie van Pluimveehouders kring Brabant, Bond van Verenigingen Bedrijfshulp en het NKB-gewest. Bij se cretariaat en vaktechni sche organisaties werken ca 160 mensen. In de scholen die onder de NCB vallen werken om en nabij 1600 personen. De economische instellingen zijn de volgende: CHV (2300 werknemers), Vee centrale NCB (800), Chemi sche Bedrijven (175), BV Kruiden- en Groentendro- gerij (6), Accountants- en Belastingadviesbureau (480), Coóp. Veilingvereni ging (40), Rabobank Ne derland (30.000), Interpolis (1200), DMV/Campina (13.000), Vee- en Vleescen trale (120), Covam (40). In totaal zijn er dus een klei ne 50.000 mensen direct of indirect werkzaam voor de NCB. Door Wippel Houben „Als anderen moeite hebben met onze macht, ons een groen bolwerk noemen, dan moet je concluderen dat we in onze doelstelling geslaagd zijn. Macht is voor sommigen in de Nederlandse samenleving een vies woord. Zij schoppen aan tegen een maatschappijsys teem, dat nu eenmaal op macht is gebaseerd, ook op politieke macht. Ik vind dat macht hebben en uitoefenen een goed middel is om het ge zamenlijk belang waar je voor staat te behartigen. Je moet je wel houden aan je doelstelling. De onze is het gezamenlijk belang van boeren en tuinders in de bisdom men Breda en Den Bosch te dienen. Ik ontken dat er vanuit onze organisatie misbruik van macht gemaakt wordt. Ik vind juist dat wij op een erg ver antwoorde wijze omgaan met de macht die wij verworven hebben. Ons grootste probleem zal zijn die macht vast te houden, omdat het aantal agrarische bedrijven geleidelijk af neemt". Drs. Anton Heijmans (44), alge meen secretaris van de Noordbra bantse Christelijke (lees katholieke) Boerenbond, is er van overtuigd dat hij bezig is met een goede zaak. Kri tiek op de manier waarop zijn orga nisatie werkt, kan hij slechts verdra gen als die genuanceerd is en goed ge motiveerd wordt. „Ongenuanceerde kritiek van mensen die te weinig of geen kennis van zaken en onvoldoen de inzicht hebben doet mij pijn. Die knaagt aan de waarachtigheid van mijn werk". „NCB misbruikt macht niet" De NCB is een machtige organisa tie. We hebben zo'n 25.000 leden in Zeeuwsch-Vlaanderen, Brabant, Nij megen en het Land van Cuyk. Onze kracht is dat in dit gebied bijna alle katholieke boeren en tuinders lid zijn (96 procent) en dat je namens de tota le agrarische stand kunt optreden. Onze kracht is ook dat onze economi sche instellingen een grote inbreng hebben. De NCB heeft in de landelij ke agrarische organisaties nogal wat in te brengen. In bedoeld verhaal wordt echter de indruk gewekt dat wij weinig demo cratisch zouden werken. Niets is min der waar. Onze organisatie is juist zeer democratisch opgezet en alle be langrijke voorstellen worden eerst beoordeeld door de 287 afdelingen. Het is wel juist dat onze organisatie door haar groei meer bureaucratisch Onze kracht is dat in dit gebied, bijna alle katholieke boeren en tuinders lid zijn is geworden. De afstand tussen leden en top is gróter geworden. Dat geldt voornamelijk voor onze passieve le den. Actieve leden kunnen via de af delingen en kringen (17 stuks) echt nog wel invloed uitoefenen op het be leid. Inspraak heeft z'n praktische grenzen. De top van een organisatie moet de ruimte houden om zonodig snel en slagvaardig te kunnen optre den". Anton Heijmans ontkent dat de NCB een maatschappij in de maat schappij is geworden. „Neen, en dat risico wordt steeds kleiner. Het zou ook niet goed zijn en je krijgt er trou wens de kans niet voor. Wij voeren een heel open beleid, zodat iedereen precies kan weten wat we willen en hoe we bezig zijn. De laatste jaren la ten wij het publiek ook zien hoe boe ren tuinders leven en werken. Open dagen en de actie 'Kijk op het erf' zijn daar goede voorbeelden van". De NCB-beleidsvisie 1981-1985 laat geen enkele onduidelijkheid over de openheid van de NCB bestaan. 'De NCB hecht grote waarde aan belan genbehartiging middels deelname van leden aan bestuurstaken bij overheidsorganen. De coördinatie en informatieverstrekking op dit terrein zijn voor aanzienlijke verbetering vatbaar. Politiek is de invloed van de landbbuw de laatste decennia aan zienlijk afgenomen. Het is voor de landbouw van groot belang dat deze ontwikkeling zoveel mogelijk wordt gestuit. Vertegen woordigingen door leden van de NCB in Eerste en Tweede Kamer, Provin ciale Staten, streekgewesten of ge meenteraden en waterschappen zijn voor de landbouw van grote waarde. Leden van de NCB hebben in aan zienlijke mate ook zitting in besturen van beleidsbepalende instanties, als mede van coöperaties en vaktechni- - foto de stem bfcn steffen sche organisaties', aldus het beleids plan. Die invloed mag dan afgenomen zijn, anderen zien het 'groene front' nog altijd als een bijna onverslaanba re tegenstander. De gemeenteraadsverkiezingen van 1982 hebben voor de agrariërs in het NCB-gebied ongeveer hetzelfde opgeleverd als in 1978: ongeveer 250 NCB-ieden lid van een gemeenteraad en ongeveer 60 van hen wethouder. Van die 250 stond 60 procent op lande lijke lijsten en 40 op plaatselijke. In de Provinciale Staten horen 9 van de 79 leden rechtstreeks tot de agrari sche stand. Door wetswijziging kunnen de boe ren nog maar een-derde van het aan tal bestuursplaatsen in waterschap pen opeisen. Voor de samenstelling van ruilverkavelingscommissies wordt tegenwoordig geput uit alle groepen belanghebbenden, ook mi lieugroepen. In de eigen vaktechnische organi saties hebben de 'groenen' van de NCB alles te zeggen en in de meeste uit de NCB voortgekomen coöperatie ve instellingen ook. Wel hebben zij toegestaan dat in nu landelijke wer kende instellingen als de Rabobank en de verzekeringsmaatschappij In terpolis ook anderen bestuurlijk iets te zeggen hebben. „Maar de agrari sche sector heeft er nog altijd een dikke vinger in de pap", geeft de heer Heijmans toe. Belangenbehartiging en dienstver lening aan het agrarisch gezin. Dat zijn de twee hoofdtaken van de NCB. Voor de NCB houden die niet óp bij de agrarische bedrijfsvoering. De statu ten leren, dat 'de vereniging ook de belangen in het gezin behartigt, een bijdrage levert aan persoons- en be roepsvorming en de leden probeert te inspireren mede ver a nt woordel ij k - heid te dragen voor de kerkelijke en burgerlijke samenleving waarvan zij deel uitmaken'. Heijmans: „We doen van alles op het gebied van vorming en onderwijs. De laatste tijd benadrukken wij nog al dat werken en een groot bedrijf hebben niet alles zaligmakend is. Het gaat er om dat mensen echt mens zijn. Onze leden hebben zelf die koers aangegeven. Het is niet zo dat er hier dertig pastoors zitten die wel even vertellen hoe de leden te leven heb ben. De agrarische stand is niet de meest progressieve, dat weet ieder een. Maar de ontwikkelingen van de maatschappij dringen daar echt ook door. Tien jaar geleden wilden de leden dat er veel meer aan kadervorming gedaan zou worden om mensen goed voorbereid op bestuurlijke plaatsen te brengen. Daar is gevolg aan gege ven. Maar je ziet nu ook dat onze scholen meer leerlingen trekken, ter- wip toch bijna overal de aantallen leerlingen teruglopen. Ook andere dan agrarische ouders weten kenne lijk de manier waarop bij ons jonge ren gevormd en opgeleid wordefi te waarderen". De NCB heeft 46 scholen met een kleine 14.000 leden. Daarnaast zorgt zij voor allerlei cursussen. Via de aanverwante Katholieke Plattelands Jongeren en Katholieke Vrouwen Or ganisatie krijgt de maatschappelijke, culturele en sportieve vorming veel aandacht. Jarenlang hebben de land- en tuin- bouwdeskundigen groei van agrari sche bedrijven als de beste methode gezien om economisch een rol van be tekenis te spelen. De NCB deed daar driftig aan mee. Vandaag de dag is het toverwoord 'consolidatie': hand haven van wat bereikt is en zo moge lijk nog verbeteren door beter mana gement en kwaliteitsverbetering van produkten. De beschikbare ruimte in Nederland wordt alleen maar kleiner en er kan geen sprake meer zijn van meer. Algemeen NCB-secretaris Heij mans licht het NCB-beleid toe. „In tien jaar tijd is de grote achterstand ingehaald die tuinders en boeren in ons gebied hadden op collega's in sommige andere streken. Een van de belangrijkste doelstellingen uit het verleden is daarmee verwezenlijkt. Een aantal omstandigheden vraagt nu om consolidatie. Het menselijk kunnen benadert zijn grenzen, de af zetmogelijkheden nemen nauwelijks meer toe, de grond kan - ondanks on ze verfijnde technieken - bijna niet méér opbrengen, jaarlijks gaan er duizenden hectaren cultuurgrond verloren aan wegen e.d. en de milieu- eisen worden steeds verder opge schroefd". Internationaal spelen er nog ande re ontwikkelingen. De koopkracht in de wereld neemt niet toe, omdat de wereldeconomie dat niet toelaat. In de Europese Gemeenschap is de roep van de Middellandse Zee-landen om meer aandacht voor hun produkten door de toetreding van Griekenland en Spanje alleen nog maar toegeno men. Dat heeft een nog grotere on derlinge concurrentie binnen de EG tot gevolg. Het toenemend aanbod aan agrari sche produkten binnen de EG door onder meer betere produktiemetho- den zorgt voor een toenemend over schot aan sommige produkten. „Je wordt helemaal intriest als je be denkt, dat gelijktijdig elders een ge weldige voedselschaarste heerst. In veel Derde Wereld-landen is de koop kracht gering. Dat komt door de eco nomische situatie, maar ook door een slechte infrastructuur en kwaliteits bewaking daar. Je kunt niet zo maar het overschot aan EG-produkten daar heen brengen, want er zou wei nig van terecht komen. De agrarische bevolking in Zuid- Nederland houdt zich in toenemende mate bezig met het wereldvoedsel probleem. Dat spreekt echte bewo genheid uit en dat is geen kwestie van het gewCTen sussen door er met el kaar over te praten. Die bewogenheid is overgenomen van vorige generaties boerengezinnen, die veel missiezus ters en missionarissen voortbrachten. Je vindt die sfeer ook terug in de oogstdankgaven die onze leden jaar lijks nog bijeen brengen. In 1982 was dat weer zo'n 200.000 gulden. Dat geld wordt gebruikt voor charitatieve doeleinden en voor ons missiefonds", licht drs. Heijmans toe. Hij constateert dat in de complexe samenleving anno 1983 een aantal ontwikkelingen haaks op elkaar staat. „Enerzijds praat je over schaal vergroting, omdat de samenhang van technologie en economie daar om vraagt. Maar de werkgelegenheid lijdt er onder. Toch is de teruggang in het aantal agrarische bedrijven min der groot dan enkele jaren geleden. Je ziet ook een hernieuwde belang stelling voor de natuur, voor wat groeit en bloeit. Dat komt o.a. tot uiting in de toenemende belangstel ling voor het agrarisch onderwijs. En de laatste tijd zie je ook dat er plotse ling weer wél belangstelling bestaat voor de agrarische bedrijfsopvolging, een zaak waar we ons enkele jaren geleden nog grote zorgen over maak ten. Als je met meer mensen in een bedrijf gaat werken om mensen aan het werk te houden, dan zal je pro- duktie toenemen. En dat kan de hui dige tijd helemaal niet hebben. Een erg complexe kwestie, waarbij je moet balanceren op wat de ge meenschap vraagt en wat het indivi du wil hebben. In hoeverre mag en moet je als standsorganisatie daarin sturend optreden? Wij zijn een dienstverlende en belangenbeharti- gende organisatie. Wij vinden het on ze plicht de agrariërs te wijzen op de voor- en nadelen van hetgeen zij wil len. Maar de zelfstandige onderne mer, want dat is een agrariër, beslist uiteindelijk wel zelf of hij iets door zet. Het is niet iedereen gegeven boer te worden. Net zo min als iedereen lood gieter, bakker, postbode of dokter kan worden. Je kunt geen boer of tuinder worden als je zelf niet een bepaald vermogen hebt. Dat geldt voor elk zelfstandig ondernemerschap. Ik vind het dan ook niet terecht, datje boeren wel eens hoort zeggen dat ze 'alleen nog maar voor de Rabo werken'. Het is hun eigen beslissing geweest een bepaalde lening te sluiten. In verband met de werkgelegen heid voor zoveel mogelijk mensen zal het individu genoegen moeten nemen met wat minder inkomen. De NCB zegt de laatste tijd: je moet niet meer, willen hebben dan je nodig hebt om redelijk te kunnen bestaan. Bedrijven mogen, wat ons betreft, alleen nog uitbreiden als het voortbestaan er van afhangt. Consolideren. De actuele problematiek van de Vestigingswet heeft hier mee te ma ken. In april hopen wij als bestuur ons standpunt daarover kenbaar te maken. In 1979 hebben wij deze zaak zelf bij de minister aangekaart. We leven in een tijd waarin gevraagd worden om minder overheidsbe moeienis, om de-regulering en priva tisering. Nou, ik voorzie voor de land en tuinbouw juist een grotere invloed wh».. 111t Drs. Anton Heijmans is wat je noemt een self-made man. Na de lagere land- bouwschool in Rosmalen werkte hij enkele jaren thuis op de boerderij. Hij wil- de echter meer en haalde achtereenvolgens Ulo A en B, het Middenstandsdi- oloma en de Hogere Landbouwschool van de KNBTB in Roermond. In 1962 kwam hij in dienst bij het NCB-boekhoudbureau. Al snel volgde zijn benoeming tot assistent-directeur van dit bureau. In 1967 werd hij directie-se cretaris van de NCB en haalde hij zijn akte Staatshuishoudkunde en Statistiek M.O. In 1974 slaagde hij voor het doctoraal examen economie. Dat jaar werd hij benoemd tot adjunct-secretaris van de NCB, vier jaar later tot secretaris en in 1981 tot algemeen secretaris. - fotoncb van de overheid, want de Vestigings wet, de Wet op de Bodembescher ming, de Wet Agrarisch Grondver- keer, de Meststoffenwet en de Hin derwet worden alle aangescherpt", somt hij op.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1983 | | pagina 21