WÉEBt V, Vuurproef voor kwart miljoen leerlingen Cito: steeds meer correctie voorschriften Eindexamen MAVO op twee niveaus Namen MAVO-moeders 'Spaanser' dan kroost Dekinde. ZATERDAG 5 MAART 1983 ANDAAG starten we met een serie verhalen waarin het eindexamen centraal staat. Duizenden middelbare scholieren blokken voor een papiertje dat zijn waarde in de praktijk van alle dag nog moet bewijzen. In deze serie gaat het erom watje in de dagelijkse werkelijkheid kunt met examenvakken als Nederlands, wiskunde, economie, natuurkunde, geschiedenis en aardrijkskunde. Profielverbetering Herkansing Eisen zwaarder Door naar de HA VO Schrijfgroep Moeders beter 7ATERDAG 5 MAAR! "HoNDERi kunnen geen 350 als ze niet meew kale man, ge lendendoek, sandalen, zijn i passiviteit bren verlegenheid. De Gandhi staat, vei gevoel van c monnikachtige gebruikelijke bl vrij gemaakt uit ei Zuid-Afrik; dr.M.Pelikan-Fil verbonden aan de Immunologie var Klokkenberg in E met haar man, d afdeling acht jaar heeft uitgebouwd in Europa. Beider met kinderen met bijgaand intervieu schoolleidin voorkomende oor reacties uit de ge ICTr3' W2 - FOTO DE STEM JOHAN VAN GURP Op maandag 2 mei begint het zogeheten centraal schrifte lijk eindexamen voor het voortgezet onderwijs. Het Grote Moment voor veel leerlingen, een tijd van span ning en zenuwen. Dat moet overigens niet overdreven worden. Het schriftelijk eindexamen is niet meer zo beslissend als vroeger. Er gaat een schoolexamen aan vooraf, en de cijfers daarvoor tellen precies even zwaar als die voor het schriftelijk. Het schoolonderzoek wordt door de scholen opgesteld en beoordeeld. El ke school mag eigen opgaven maken, maar de examenstof is uiteraard wel voorgeschreven. Vaak zijn er voor een vak meer onderzoeken. Uiteindelijk moet er één cijfer ko men voor elk vak, eventueel uitge drukt in tienden (6,7 bijvoorbeeld). Dat cijfer en het op het centrale exa men behaalde cijfer worden bij el kaar opgeteld, gedeeld door twee, en het resultaat is het officiële eindexa- mencijfer. In juli is er nog een herkansingsmo gelijkheid voor leerlingen die het in eerste instantie niet hebben gehaald. Ook schriftelijk, maar slechts in twee vakken. Het is dus voor de net- gezakten. En dan is er nog een soort deel III: wie óf in mei óf bij de her kansing door overmacht verhinderd was, mag in september examen doen. Dan zijn tevens de staatsexa mens. Hoeveel leerlingen van LHNO (La ger Huishoud- en Nijverheids On derwijs) tot en met VWO (gym en atheneum) dit jaar eindexamen doen, is nog niet exact bekend. Merkwaardig in een land waar alles becijferd wordt en dat vol staat met computers. Maar daar gaat het net om: de gegevens bevinden zich nog in de computer, wordt wekenlang meegedeeld. Enigszins nauwkeurige aantallen zijn er wel te geven. Hier komen ze (afgerond): MAVO: 96.800 (middelbaar algemeen voortgezet onderwijs) HAVO: 57.200 (hoger algemeen voortgezet onderwijs) VWO: 39.300 (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) LTO: 20 .000 (lager technisch onderwijs) LHNO: 17.900 (lager huishoud- en nijverheidsonderwijs) LEAO: 12.000 (lager economische en administratief onderwijs) LLO: 3.800 (lager landbouwonderwijs) LMO: 2.400 (lager mtddenstandsonderwijs) Tot. 249.400 Opmerking: hier komen nog naar schatting een 3 d 4.000 kandidaten bij die (in september) staatsexamen doen. De volgende aflevering in deze serie is dinsdag 8 maart te vinden op pagina 2 van de ze krant. Door Wim Kuipers Het schriftelijk eindexamen is langzamerhand een soort in dustrie geworden. Enkele hon derden deskundigen zijn er maandenlang intensief mee be zig. En toch is er elk jaar soms forse kritiek. „Dat zal wel zo blijven" zucht een woordvoer der van het Cito (Centraal In stituut voor Toetsontwikkeling) in Arnhem, dat een aanzienlijk deel van de examens samen stelt en beoordeelt. Probleem is, zo heeft het Cito ge merkt, dat voor de meeste vakken de doelstellingen (wat leren we en waar om?) en de examenprogramma's zó summier en vaag zijn, dat ze weinig of geen duidelijke richtlijnen verstrekken voor de samenstelling van de opgaven. Hoewel die opgaven voornamelijk samengesteld worden door vakleraren, is er toch een risico: het Cito durft niet uitsluitend op hun intuïtie en ervaring BLOKKEN in de keuken voor de vuurproef. DE EINDEXAMENS MAVO hebben een primeur. Voor het eerst is het mogelijk examen te doen op twee niveaus. Dat houdt in dat de kandidaten voor elk vak kunnen kiezen of ze op C- of op D-niveau exa men doen. Niveau D is wat moeilijker. De leerlingen hoe ven eerst kort voor het cen traal schriftelijk over het ni veau te beslissen. Een gevolg hiervan is dat de Staats drukkerij voorzichtigheidshalve voor alle kandidaten de D-opgaven ge drukt heeft, en daarnaast van elk vak 40% opgaven op C-niveau. Dat bete kent dat er straks ruim 300.000 exa menopgaven ongebruikt vernietigd moeten worden. Doel van de nieuwe regeling is de leerlingen de kans te geven een kans rijker diploma te halen. Geen kleur loos eenheidsdiploma meer. Je kunt nu laten zien in welke vakken je be ter bent dan de middelmaat. Bij elk vak wordt namelijk naast het be haalde cijfer het niveau aangegeven. In '68 toen de Mammoetwet in wer king trad, kwamen er MAVO's met een drie- en een vierjarige cursus duur. De wetgever dacht dat de drie- jarige cursus vooral geschikt zou zijn voor zwakkere leerlingen, die dan toch een diploma konden halen. Bo vendien zou MAVO-3 een snelle op leiding kunnen zijn voor leerlingen die reeds vroegtijdig voor een vorm van beroepsonderwijs gekozen had den. In de schoolpraktijk kwam daar wei nig van terecht. MAVO-3 raakte in het verdomhoekje omdat 'iedereen' riep datje daar absoluut maar dan ook absoluut niets aan zou hebben. Zeker niet wanneer je een zogeheten pretpakket had: een diploma zonder wiskunde of economie. Het gevolg was dat de meeste geslaagden van MAVO-3 toch nog de vierjarige op leiding deden. Terug naar het heden. Een leerling die nu in enkele vakken voor het C- niveau gekozen heeft en slaagt, mag na het eindexamen bovendien aan zogeheten profielverbetering doen. Voor maximaal twee vakken kan hij proberen de aantekening C alsnog in D te veranderen. Zijn diploma wordt dan meer waard. Het is de verwach ting dat nogal wat leerlingen van de ze mogelijkheid gebruik gaan maken. Er is geen enkel risico aan verbon den, want de leerling die wat hogerop wil, heeft dan in elk geval al een di ploma. Voor leerlingen die in mei zakken, bestaat er een herkansing. Maximaal twee vakken mogen opnieuw gedaan worden, ook op lager niveau (C). Mits er voor dat C-niveau een cijfer be kend is. Dat vergt een verklaring. Het eindexamencijfer is het gemid delde van het cijfer dat het schoolon derzoek opgeleverd heeft en dat van het centraal schriftelijk. Er dient dus om voor een vak examen op C-niveau - FOTO DE STEM/DICK DE BOER te doen, een C-cijfer voor het school onderzoek te zijn. Sommige scholen hebben inderdaad voor elk of de meeste vakken twee verschillende onderzoeken gehouden. Vaker echter is het schoolonderzoek voor iedereen op D-niveau afgeno men. Het behaalde cijfer wordt dan eventueel omgerekend naar C- ni veau. Meestal gebeurt dat met een ta bel die ontworpen is door de experi mentele MAVO-scholen. Niveau-C wordt verkregen door 0,8 maal het cijfer voor het D-onderzoek te nemen en daar twee volle eenheden bij op te tellen. Voorbeeld: een 6,3 op D-niveau levert voor C een veilige zeven op: 6,3 x 0,8 5,04 2 7. De nieuwe regeling is wat makkelij ker voor de leerlingen, maar dat houdt tevens in dat er strengere eisen gesteld worden. Tot nu was het mo gelijk met één vier of met twee vijven te slagen. Er moest dan wel voldoen de compensatie tegenover staan. Nu mag men hooguit één vijf scoren. Door de twee verschillende niveaus en een ruimere mogelijkheid voor herkansing, is de mogelijkheid om een MAVO-diploma te halen toch niet minder geworden. Tenminste: dat is de mening van het minitsrie van Onderwijs. Een laatste gevolg van de twee ni veaus: scholengemeenschappen moe ten nieuwe regelingen opstellen voor de (interne) doorstroming van MAVO naar HAVO. Een vraag hierbij is: kan iemand met een MAVO-diploma met één vak op C-niveau naar de vierde HAVO? Hoogstwaarschijnlijk zal zoiets individueel beoordeeld worden. DE EXAMENINDUSTRIE KOMT WEER OP GANG EINDEXAMEN: een nationale onderneming die veel voorbereiding vergt. te vertrouwen. Bovendien kan de leer stof voor een vak van stad tot school flink verschillen. Om nu toch tot wat Cito noemt 'in- houdsvalide eindexamens' te komen, werden er uitgebreide leerstofonder- zoeken gehouden. Bovendien zijn de ex amenopgaven van een reeks jaren ge analyseerd. Examencommissies en vakdocenten discussieerden vervolgens over de resultaten hiervan. Er wordt derhalve veel zorg besteed aan de examenopgaven. En dat is nog niet alles. Leraren die examenopgaven maken, moeten nauwkeurig omschrij ven wat ze zelf van hun vraag of opga ve verwachten. Ze dienen tevens mee te delen wat het zwaarste weegt, wat ge deeltelijk goede oplossingen en wat bij zaken zijn, wat twijfelachtig is en wat echt niet kan. Dat geldt voor de open vragen. Bij de meerkeuzevorm moeten de samenstellers uiteraard ook de fou tieve of minder juiste antwoorden for muleren. Deze voorstellen komen in het zoge heten antwoordmodel te staan, een on derdeel van de richtlijnen voor de lera ren die het werk moeten beoordelen. Nogal wat leraren zijn het niet eens met die richtlijnen. Een samensteller van examenopgaven moet zich beperken tot het formuleren van de vraag, vinden zijwe kunnen zelf heus wel beoordelen of een antwoord correct is of niet. Dui delijk is wel dat de overeenstemming tussen de beoordelaars groter is naar mate de correctievoorschriften nauw keuriger zijn en gedetailleerder. Het zou te ver voeren hier de lange weg van ideetje naar gedrukte examen opgave te vertellen. Een schets slechts, en wat details om duidelijk te maken dat er in elk geval omzichtig gewerkt wordt. Bijvoorbeeld: alleen leraren die les geven aan eindexamenklassen, ma ken opgaven. Ze kunnen lid zijn van - FOTO ANP een schrijfgroep: drie of vier leraren o.l.v. een wetenschappelijk medewer ker, ofwel correspondent. Correspondenten sturen ideeën, vra gen en materiaal naar het Cito. Dat ma teriaal wordt geordend door een weten schappelijk medewerker en een vakle raar. Er is daarbij meestal overleg met de door de centrale examencommissie ingestelde subcommissies voor elk vak afzonderlijk, en indien nodig met ad viescommissies van docenten. En dan kan er nog altijd een muize- nisje aan mankeren. Nog een voorbeeld van de zorg die besteed wordt aan de opgaven: de meerkeuzevragen voor de moderne talen worden voorgeproefd door mensen die de betreffende taal als moedertaal spreken, en tevens nog in hun vaderland wonen. Zij kunnen het beste beoordelen of de foute antwoor den (drie van de vier) écht fout zijn. Meerkeuzevragen worden namelijk door de computer nagekeken, en die kent slechts één correct antwoord. Slechts 0,04% van de ruim 190.000 kandidaten middel baar onderwijs wenst geëxa mineerd te worden in de Frie se taal: opvallend weinig voor wat onze tweede taal zou moeten zijn. Frans komt er vooral bij het lager beroepsonderwijs bekaaid af. Van de 12.000 kandidaten LEAO doen er slechts 140 Frans, iets meer dan een procentje. Het LMO scoort beter: 130 Francofielen van de totaal 2400. Rus sisch doen 95 leerlingen van VWO en 25 HAVO'ers. Op MAVO's wordt geen Russisch onderwezen. Spaans is in opmars. Bijna 900 MA- VO-leerlingen kozen voor de tweede wereldtaal, 330 van de HAVO, een dikke 200 VMO-kandidaten en nog 20 LEAO'ers. Dat Spaans op de MAVO zo populair is, ligt vooral aan het aantal volwas senen dat die taal kiest. Nederland telt 20 dagscholen waarop Spaans on derwezen wordt, en 72 zogeheten dag-/avondscholen. Hierbij zijn nog al wat Moeder-MAVO's. Vorig jaar waren er drie keer zoveel volwassen kandidaten: 262 tegen 87. Interessant is dat de volwassenen van de MAVO (moeders meestal) veel betere resultaten behalen bij Spaans. Vorig jaar scoorden zij 11% onvol doendes tegen de tieners liefst 40. Het Cito vermoedt dat dit kan liggen aan externe voordelen van volwasse nen, zoals concentratievermogen, meer motivatie, een betere vooroplei ding vaak en waarschijnlijk spelen ervaring en de ruimere algemene ontwikkeling van volwassenen ook mee. Bij HAVO en VWO bleken de vol wassenen meer moeite te hebben met de opgaven. Jongeren scoren iets ho ger. Door Bert van Velzen We vernemen dat alom de kie. men van revolutie en burger- oorlog worden uitgezaaid. Maar Nederlandse ouders dra peren hun kinderen niet met de vlaggen van hun dromen en idealen zoals Italianen in Montagna dat plachten te doen. Ze zijn door het leven gegaan met namen als Dina- mitarda en Ordigno (bom), Lenino, Prawda en Rude Pra. vo en ze stonden met Anticle- re, Ateo en Guerramondiale tegenover kinderen uit een vrome traditie met namen als Providenza en Chiri Eleison. In Nederland zijn we in dit opzicht nooit ver gekomen: er blijken bij de burgerlijke stand in 1914 twee kinderente zijn aangegeven met de naam Mobilisatia, een ervan te Klundert. De wet heeft in Ne derland het kind aardig weten te beschermen tegen loodzwa re namen zoals je die bijvoor beeld ruim anderhalve eeuw geleden in Duitsland kon vin den in de vorm van Kasematte of Landsturmine. Ik geloof dat de Arnhemse warme bakker, die de achter naam Ratelband van zijn zoon draagbaarder wilde maken door er Rolls Royce voor te zetten, zijn zin niet heeft ge kregen, maar sedert het kiezen van namen dankzij het nieu we Burgerlijk Wetboek met iets meer fantasie kan gebeu ren dan voorheen, hoort men niet van Dina Miet, Kraker, Barry Kade ofRevolta. We blijven een land van Jannen, Kezen en Annies en bijna de helft van alle Nederlanders behelpt zich met slechts 24 na men uit een totaal van een slordige veertienduizend. We schijnen ook weinig be hoefte te hebben aan eerbetoon aan techniek door namen als Radio of Televisie aan onze kinderen te hechten, hoewel een motorduivel in Utrecht kans heeft gezien zijn kind Honda te noemen. Van Ita liaanse geintjes als Primo, Se- cundo en Terzio voor drie zo nen of Una Noce Muscata (een nootmuskaatje) door drie dochters houden we niet. We bezitten overigens een schat kamer van mooie namen, voornamen wel te verstaan, als Baard, Berg, Been, Blom, Bol le, Duif, Haan, Steen, Reiger en zelfs Kloot, waarmee een boreling kan worden opge tuigd en ambtenaren van de burgerlijke stand laten tegen woordig heel ivat meer toe dan vroeger. Er zijn in de zestiger jaren tal van oorlogen gevoerd tussen trotse ouders en ambtenaren over Colinda, Boelhouwer, Tommy Lee (naar de evange list Osborn), de z aan Corne- lisz, Gerardus als meisjes naam, Karin als jongensnaam, Petronette, Cinderella, het prinselijke streepje tussen Willem-Alexander en Pieter jan zonder streepje en, in Smallingerland, over de naam Raban, die niet uit de Blauw- bilgorgel komt, maar uit het oud-Germaans waar Raban ie Raaf is. Er was toen een knaapje dat, naar een wereldkampioene op de schaats, Sidorova moest gaan heten en dat, na veel ge harrewar als Sido Roland Va lentin werd ingeschreven. We kennen geen Amerikaanse toestanden als het verschijnen van 124 Woodrow Wilsons en 1 Gelukkig Kerstfeest bij een dienstplichtkeuring in 1960, een kind met 26 namen van Abraham tot Zacharias of ge tooid met een alfabetische bos bloemen of stakkertjes onder het gecombineerde juk van ie namen van Arafat, Nixon en Agnew. Alleen in Amerika kon een matroos de baren op gaan on der de naam Tonsillitis Jack son. Hij had een zus Meningi tis en drie broeders, Appendi citis, Laryngitis en Peritonitis. De echte durvers onder ons be perken zich tot namen als Sue Ellen, Cinderella, Pam, Joey, Manolito, Fleuf of keren ge woon weer terug naar Bram. Reep mag je eigenlijk alleen maar worden genoemd als je achternaam Verloren van Themaat is en Rhijnvis past alleen maar bij Feith. Revolu tionairen kunnen peinzen over Ludolf (de volkswolf), Ira, Pirosjka (de rooie) Rebel of, desnoods, gewoon Pjotr. Door D, De volgende film „Gandhi i man Sir Hi rough, beken te ver", in Ni mière. Over er veel lof vi de Engelse (d teur Ben I hoofdrol. Gandhi wordt derd als een he vrijdtenin 1948 j van het geweld leven heeft best: j ten die over de fi I vol schaamte me I bad dat de Enge I 1919 in de Indiasi richtte. Gandhi I edele in de bios film loopt dus f j Engeland. De vraag of I een slimme poli! nige doordrijvei door historici v woord. Waarsch alles wat. Zeker de hele wereld staat, naast de hi bijna zonder uitz baseerden op ge king. De filosofie die maakte steunde op oeroude ideeë diase ziel leefdei het aardse, zui zelfopoffering en Hij was in 1869 ramchad Gandhi hoek van India zwaar drukten c ven. Zijn vader Gandhi behoordf ten die in het „mt mochten studerei Door Wippel 1 „Scholen kunne sitieve, maar ot gatieve invloei op het allerg van kindere schoolgebouw broeinest van (veroorzakers gische aand zijn en kinderei ken. Het komt voor, dat kind op school juist 1 len dan thuis, allergenen waa deren gevoelig toevallig in het bouw weinig voorkomen en t Onderwijzend p schoolartsen kunne1 deren goed in de g; den allergieën bij k helpen ontdekken, allergie-problemen derzoekt en behand onnodige ellende worden". Dat zegt 1 Pelikan in De K Jaarlijks krijgt het ren voor onderzoel het weet wat zoal c gevolgen zijn als niet wordt onderker „De ziekte kan situaties van invloe hele functioneren v

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1983 | | pagina 26