WIELERSPORT 85 Peter Winnen: In het begin voelde Ik me bedreigd dat Jacqu Gerrie Hennie Kuiper: DE STEM DFi RT^msocrtt ZATERDAG 5 MAART 1983 VENRAY - In zijn eerste jaar als beroeps wiel renner, 1981, toen hij na een internationaal aansprekende tweede plaats in het eindklasse ment van de Vredeskoers onder de vleugels van Walter Godefroot terecht kwam, stond Peter Winnen als een vreemde in het wereldje van de profs. Heel afstandelijk benaderde hij alles en iedereen. Bedreigd Geld iMki mililljkl. I.A-I» ,uim hwi «ii. haimahH Openingen Verleidelijk Lastigi ei- Discipline Bierkaai Schoolklas Spectaculair Instrueren Einde i Ups en downs Internationale door Hein Groothuis Zeer bedachtzaam, elk woord wikkend en we gend, praatte hij tegen journalisten na een koers. Bij het woord commercie trok hij al min of meer een vies gezicht. Toen zijn hobby, het lezen van goede boeken, ook nog eens uitvoerig uit de doe ken werd gedaan, was het beeld compleet: een bui tenbeentje. Als zodanig ziet Peter Win nen zichzelf echter geenszins. „Ik ben", zegt hij, „een renner als ieder ander". Peter Winnen kan zich ech ter wel voorstellen dat men aanvankelijk een verkeerde indruk van hem kreeg, want hij weet als geen ander dat hij zich een lange periode na zijn debuut bij de profs geforceerd opstelde, een houding, die hij het afgelopen jaar duidelijk heeft laten varen. Winnen: „Ik ben inderdaad veranderd. In mijn eerste jaar als prof had ik het moeilijk, doordat ik er ineens inrolde". „Je wordt bedolven onder de consequenties. Je komt er ach ter dat het wielrennen veel meer aspecten heeft dan het op de fiets zitten. Neem alleen al het bekend zijn. In het begin had ik echt het idee dat ik voor alles gebruikt werd. Dat het enige, waarvoor ze mij wilden hebben, het feit was dat ik goed kon fietsen. Dat idee heb ik nog steeds, maar doet me nu niet zoveel meer. In het begin voelde ik me echt bedreigd dat het publiek te veel bezit van me zou nemen. Ik heb echter geleerd dat je daar niet te zwaar aan moet tillen. Goed een jaar geleden had ik nog niet voldoende afstand geno men. Ik wapende mij altijd door alles maar een beetje van me af te schuiven. Zodra je weet waarom het gaat, hoef je niet meer bang te zijn. Voor dat het zo ver is, heb je echter een heel proces doorgemaakt". Van dat proces maakte ook het leren kennen van de waar de van het geld deel uit. Geld, een woord, waarvoor Peter Winnen aanvankelijk zijn neus optrok. Nu hij het beter gewend is, denkt hij er anders over. Peter Winnen: „Toen ik een uitkering had, deed geld me niks. Zei ik ook: geld maakt niet gelukkig. Dat zeg je ech ter alleen maar als je het niet hebt. Nu zeg ik dat geld wel belangrijk is, hoewel het niet gelukkig maakt. Geld geeft je meer bewegingsvrijheid. En voor mij is het belangrijk om voldoende over te kunnen „Ik ben een penner als ieder ander" -ïfjv. 55 houden om mettertijd een nieuw beroep te financieren. Want ik heb alle illusie opge geven om na mijn wielercar- rière voor de klas te komen. Ik heb alle vernieuwingen gemist en bovendien is het beroeps aanbod ontzettend groot". Vanwege het geld is Peter Winnen ook in de winter een druk bezet man. „Voor alles komen ze", meldt Peter Winnen, „en on danks een geheim telefoon nummer komen ze bij je te recht. Ik ben bij een paar zes daagsen op rollen geweest, en kele keren voor de radio en te levisie, heb bijgedragen aan een paar forumavonden en en kele openingen verricht. Op die openingen ben ik overigens wat terug gekomen. Ik voel me er niet zo voor geroepen. Ik zie het verband niet tussen mij en bijvoorbeeld een parfumerie zaak. In een rollenzesdaagse daarentegen zit je in dezelfde sfeer. Ik heb overigens deze winter vaker nee gezegd dan de vorige. En doordat ik twee maal op vakantie ben geweest - op Guadeloupe aan het eind van het vorige seizoen en met wintersport in het Zwitserse kanton Wallis - ben ik ook minder lastig gevallen". Die twee vakanties hebben er voor gezorgd dat Peter Winnen in de winter niet veel heeft stil gezeten, want belde keren was hij actief bezig. Op Guadeloupe reed hij een aantal koersen en in de Alpen schaafde hij aan zijn conditie voor het nieuwe seizoen. „Het verblijf in Zwitserland bete kende voor mij mijn eerste wintersportvakantie. De och tenden besteedde ik aan lang laufen, een ontzettend goede training heb ik ervaren, en 's middags deed ik aan alpine skiën. Dat laatste niet te wild natuurlijk. Hoewel het wel erg verleidelijk was. Het is een sensatie hard naar beneden te gaan". Na terugkomst uit Zwitser land was Peter Winnen, die na kort vertoefd te hebben in een appartement aan de Waal in Gendt thans samenwoont met zijn vriendin Yvonne in Ven- ray, herhaaldelijk in de bossen te vinden. „Twee maal in de week trok ik er op uit om sa men met Wil Brouwers en Frans van Bakel cross-trai ning te doen. Het gevolg van het flink actief zijn in januari was dat ik voor het afreizen naar Zuid-Frankrijk conditio neel veel verder was dan vorig jaar op hetzelfde tijdstip. Toen was ik helemaal kapot als ik anderhalf uur op de weg had gereden". Het is belangrijk voor Peter Winnen redelijk vroeg in vorm te komen, want hij zal bij de Raleigh-formatie niet op zijn lauweren kunnen rus ten tot zijn hbofddoel van het seizoen, de Ttjur de France. Zich een heelseizoen louter richten op de Ronde van Frankrijk ligt overigens ook niet zo in de lijn van de Noord limburger. Winnen: „Het vorig jaar bij Capri-Sonne kwam het er toe vallig op neer door de blessu re, die ik in de Waalse Pijl op liep". „Daardoor werd ik gedwon gen me op mijn gemak voor te bereiden op de Tour. Erg hap py voelde ik me echter niet, toen ik aan de Tour begon. Ik had een gebrek aan vertrou wen, ook al doordat ik in de Ronde van Zwitserland een paar mindere dagen kende. Ik tastte te veel in het duister, doordat ik weinig gekoerst had. Zelf vond ik dat ik te wei nig gereden had. In de Tour zelf viel het overigens alles zins mee, want in het begin reed ik ook al goed. Ik geef er echter toch de voorkeur aan met wat meer zekerheid van start te gaan. Tegen de Ronde van Romandië - dat vind ik een erg mooie koers, waarin ik twee jaar geleden derde werd - wil ik op scherp staan. Kort daarvoor zal ik wat gas terug nemen, want het voorjaar zal ook hard zijn. Het er staan in meerdere wedstrijden acht ik geen nadeel. Ik denk juist dat het met het oog op de Tour goed is als je lichaam ingesteld is op inspanningen". Naast het rondewerk heeft Peter Winnen ook ambities om goede prestaties neer te zetten in de Waalse klassiekers. „Wat dat betreft vind ik het jammer dat ik niet mee mag met Raleigh naar de Tirreno- Adriatico. Ik had die ronde Peter Winnen: „Goed een jaar geleden had ik nog niet voldoende afstand genomen. Zodra je weet waarom het gaat, hoefje niet meer bang te zijn". - foto peter lommen graag gedaan als voorberei ding op de Waalse klassiekers., omdat ik vorig jaar, toen ik wel goed reed, in de Waalse Pijl gemerkt heb dat ik toch tekort kwam tegen de klassie- kerspecialisten. Nu zal ik op eigen houtje in België kilome ters moeten maken. Dat is een stuk lastiger". Maar zoals gezegd, de Tour is het alles overheersende eve nement voor Peter Winnen, die voor de Ronde van Frank rijk - zijn derde dit jaar - nog nooit zo'n sterke ploeg achter zich heeft gehad. Winnen: „De situatie is er voor mij zonder meer rooskleuriger op geworden. De kans dat ik tijd verspeel in de ploegentijdrit is erg klein. De mannen bij Raleigh zijn ook uitstekend in staat een situatie recht te trekken en er heerst een geweldige discipline. Vo rig jaar in de Tour stortte mijn ploeg in elkaar. Ik geloof dat dat bij Raleigh ntet zo snel zal gebeuren. En als je in de ploeg past en zorgt dat ze geen hekel aan je krijgen, zetten ze zich voor honderd procent voor je in. In dat verband is het ook van belang dat ik voor de Tour al wat laat zien". Ook het feit dat Raleigh nog een aas heeft voor het eind klassement in de Tour - Johan van de Velde - noemt Peter Winnen een voordeel. „Laat ik voorop stellen dat het tegen Hinault misschien vechten tegen de bierkaai is, want hij is geen normale jon gen. Ik zal me er echter niet bij voorbaat bij neerleggen. En ik kan me situaties voorstellen dat Hinault in het nauw ge dreven wordt als wij twee man voorin het klassement hebben. Dan kan hij voor een moeilijke keuze komen te staan". Peter Winnen is trouwens om nog een reden blij dat hij bij de sterke Nederlandse ploeg is terecht gekomen. „Bij Raleigh wordt veel meer ple zier gemaakt dan bij een Bel gische ploeg. Er wordt vaak uitgebreid nagetafeld. Dat was er bij Capri-Sonne nooit bij. Daar werd het eten zo snel mogelijk naar binnen ge schrokt om vervolgens onmid- dellijk te gaan slapen. Belgen hebben een heel andere tradi tie en een heel ander beeld van het wielrennen. Ze zijn ver schrikkelijk serieus met het vak bezig. Ze hebben daar echter wetmatigheden van af geleid, die op zijn minst over dreven zijn, zoals gelijk naar bed na het eten en hooguit eenmaal in de week met een vrouw naar bed. Ze zijn zelfs bang van natte dromen. Bang, omdat ze denken dat ze dan slecht gaan rijden. Toen wij vorig jaar na het trainings kamp, dat wij met het oog op de Tour in Font Romeu had den, in de Ronde van Zwitser land zaten, vroeg een van de oudere renners of ik het alsje blieft thuis kalm aan wilde doen in de laatste paar dagen voor de Tour. Ik heb er harte lijk om moeten lachen. Ik weet dat het echt ontspannen kan werken". „Onze ploeg is te vergelijken met FC Groningen" door Hein Groothuis PUTTE - Twee jaar geleden, na zijn echec in de Ronde van Frankrijk, stelde Hen nie Kuiper: „Ik zou me graag nog eens een jaar helemaal op de Tour willen voorbereiden". Herinnerd aan die uitspraak zegt de onlangs 34 jaar ge worden Puttenaar nu: „Ik denk dat dat altijd een wens zal blijven. De realiteit is dat je te maken hebt met sponsors, die een heel jaar door prestaties willen zien. Daarom kun je niet stilzit ten. Je moet er ingaan om zo goed mogelijke resultaten te behalen met de ploeg. Dat kost energie. Dat moet ech ter niet al te dramatisch worden gezien. Je kunt aar dig veel hebben als je se rieus leeft in de winter. Bo vendien kan er na het voor jaar altijd nog wat gas terug genomen worden als dat no dig is". Het een periode wat kal mer aan doen zal voor de kopman van Jacky Aer- noudt waarschijnlijk wel bittere noodzaak zijn, want hij moet er in de voor jaarsklassiekers staan en in de Ronde van Spanje, voor dat hij pas echt kan stilstaan bij de Tour. Kuiper: „Het voorjaar is erg belangrijk voor ons. On ze sponsor is namelijk zeer gebaat bij reclame. Daarom moeten wij al in de Omloop van Het Volk, onze eerste testcase, zeer beslagen ten ijs komen. Met het oog daar op zijn we al in januari be gonnen met groepstrainin gen, die ook nuttig waren om aan elkaar te wennen". Op het eerste gezicht zal het voor de ploeg van Fred de Bruyne niet gemakkelijk zijn op de voorgrond te tre den. De formatie heeft namelijk veel weg van een schoolklas, met overigens wel getalen teerde leerlingen. Liefst zes neo-profs vindt Hennie Kui per dit seizoen aan zijn zij de: de Belgen Eric Vande- raerden, Nico Emonds, Wim van Eynde en Rudy Rogiers en de Nederlanders Frits van Bindsbergen en Henri Manders. Met die zes nieuwkomers ziet Hennie Kuiper duidelijk perspectieven. „Je moet onze ploeg zien als een FC Groningen, dat geen landskampioen hoeft te worden, maar spectaculair spel wil laten zien. Het mooie in de wielersport is dat je niet kunt verliezen. Je kunt alleen maar winnen. Wij willen proberen een graantje mee te pikken. Dat moet mogelijk zijn met onze groep. Ik verwacht vooral het een en ander van Adrie van der Poel - hij heeft ge weldig serieus geleefd in de winter en dat moet er uit ko men; hij heeft trouwens zijn visitekaartje al afgegeven bij het Nederlands cross kampioenschap - en Dirk de Mol, die vorig jaar door te genslag drie keer uit compe titie is geweest. En met de jongeren zie ik het ook wel zitten. Ik wil niet zeggen dat ze gelijk wedstrijden gaan winnen - dat mag ook niet verwacht worden - maar ze hebben onmiskenbaar kwa liteiten. Emonds en Rogiers wonnen afgelopen jaar de koppeltijdritten Grote Prijs van Europa en Trofeo Ba- racchi, in welke, laatste wedfstrijd Van Bindsbergen en Manders tweede werden, en Vanderaerden heeft di verse klassiekers op zijn naam geschreven. Ik heb het in het verleden wel eens ge had dat ik direct twijfels had over een nieuweling. Bij geen van de zes, die nu bij ons zijn gekomen, zou ik we ten wat er zou moeten ver anderen. Het zijn stuk voor stuk serieuze jongens, die weten wat ze willen en al veel geleerd hebben. Nee, met deze groep kunnen we er echt onbevangen in vlie gen met een goede tactiek. Het is belangrijk dat we nu twee sprinters hebben (Adrie en Vanderaerden). Als anderen van ons in een ontsnapping zitten - velen van ons hebben de kwalitei ten om solo te rijden - kun nen zij mooi de kat uit de boom kijken". Het begeleiden van de jeugd in de koers zal voor een groot deel terecht komen op de schouders van Hennie Kuiper, omdat hij nu een maal de meest ervaren cou reur in de ploeg is. Dat zou ten koste kunnen gaan van zijn eigen prestaties. Hennie Kuiper onderkent die moge lijkheid, maar tilt er niet zwaar aan. „Het is inderdaad moge lijk dat ik de slag mis, door dat ik bezig ben met instrue ren". „Als er echter succes is voor de ploeg, maakt dat niets uit. Het is de kracht van de Raleigh-ploeg dat niet alles hoeft te worden afgestemd op een man. Wij zullen op dezelfde basis moeten gaan werken. Ik krijg overigens niet in mijn eentje te maken met de be geleiding van de neo-profs. Dat is ook een taak voor Mare Dierickx, Marcel Lau rens en Franky de Gendt, die er nu eenmaal niet zijn om klassiekers te winnen. Het is overigens ook alle maal zo betrekkelijk in de wielersport. Als je goed rijdt, krijg je heus je kansen wel. Twee jaar geleden won ik de Ronde van Vlaande ren, hoewel ik in dienst van Roger de Vlaeminck reed. Ik raakte weg met Willems en De Wolf. Toen Willems merkte dat De Wolf aan zijn wiel was mee gesprongen, stopte hij. De Wolf volgde zijn voorbeeld en toen zat ik ineens alleen voorop". Hennie Kuiper is van oor deel dat er ook duidelijke voordelen verbonden zijn aan het werken met de jon geren. „Je blijft er zelf jong bij als je met jongeren omgaat. En ik leer er ook nog van. Dat heb ik wel gemerkt in de gezamenlijke training met Adrie, waarbij wij el kaar stimuleren. Ik denk ook dat wij met de grote groep jongeren een positieve mentaliteitsverandering kunnen krijgen". Heeft de ploeg van Fred de Bruyne in de klassiekers meerdere ijzers in het vuur, voor de zware rondes, Vuel- ta en Tour, zal het, dagsuc cessen buiten beschouwing gelaten, alleen op Kuiper neerkomen. Kuiper, die er vorig jaar nog in slaagde bij de eerste tien van het eind klassement van de Tour de France te komen, ondanks tegenslag (een in de Ronde van Luxemburg opgelopen kou) in de aanloop naar die ronde. Kuiper: „Het is voor jon geren in zijn algemeenheid enorm moeilijk om in de top van het klassement van de Tour terecht te komen. Na dat ik een paar jaar niet zo'n goed klassement had ge maakt, besefte ik pas hoe moeilijk zo'n Tour is. Je mag niks tegenkomen. En je moet er goed tien etappes (de tijd ritten en bergetappes) steeds staan. Oudere renners kun nen dat beter opbrengen dan jongeren door meer hard heid en een grotere routine. Wat dat betreft heb ik altijd grote bewondering gehad voor Felice Gimondi. Die presteerde het in dezelfde tijd als de winnaar binnen te komen, terwijl hij toch niet goed reed. Jongeren hebben ook vaak moeite met een Tour, doordat zij de goede ingesteldheid missen. Kapi tale aanvangssalarissen kunnen wat dat betreft veel verpesten". Voor Hennie Kuiper bete kent de Tour van dit seizoen, waarop hij zich gaat voor bereiden in de Midi Libre en de Tour de l'Aude („Moge lijk kom ik voor de Midi Li bre nog uit in de Ronde van Luxemburg. Dat zal afhan gen van hoe ik me voel na de Ronde van Spanje, die deze keer erg zwaar schijnt te zijn".), een van zijn laatste Ronden van Frankrijk. Hij weet dat het einde van zijn carrière niet heel ver Hennie Kuiper, op deze foto aan tafel tijdens het trainingskamp in Zuid-Frankrijk: „Het is mogelijk dat ik de slag mis, doordat ik bezig ben met instrueren. Als je goedt, krijg je echter heus toel je kansen". - foto cor vos meer af is. Kuiper: „Over een jaar of twee zal het ver gebeurd zijn. Ik sta daar wel eens bij stil, maar niet al te dikwijls. Als ik me nu al in tensief bezig zou gaan hou den met wat ik zou moeten doen na mijn wielerloop- baan, zou dat denk ik ten koste gaan van mijn presta ties. En dat wil ik kost wat kost voorkomen. Ik wil er gewoon uithalen, wat er m zit". door Jacques Eestermans SCHIJF - „Je rijdt na; Schijf en dan neem je weg naar Essen. Na ongi veer een kilometer, pal de Belgische grens, zie aan je linkerkant een huis. Daar moet je zij; Het is heel gemakkelijk"] Het begint al te schemeri als de goede weg is gevonde; De omgeving is bosrijk en o; willekeurig gaan de gedacht; uit naar de smokkelaars, die i| vroeger jaren onge twijfel' veelvuldig van deze route gc bruik moeten hebben ge maakt. Het grote, witte hui steekt fel af tegen de donker contouren van de bosranc Hier moet het zijn, het ka; niet missen. Jacques Hanegraaf zwaait gastvrij de voordeur open. D haard brandt, het is behaag lijk en gezellig in de woonka mer. De inrichting is moderr met hier en daar een vleugj nostalgie. Zijn vrouw ver dwijnt onmiddellijk naar d keuken om koffie te zetten. Hi heeft het goed voor elkaar. Hij is net 22 jaar en daar mee de jongste wielerprof var ons land. Niettemin heeft hij| er reeds anderhalf seizoen o| zitten als beroepssporter. Jacques Hanegraaf: „Eeri richting op gaan hoef ik nieq zo nodig. Ik wil overal inzet baar zijn". - FOTO DE STEM/BEN STEFFEN „Ik bei door Jacque HUIJBERGEN - Als deze mor^ voor de Omloop van Het Volk, t - hoewel de meeste renners al i hebben weggetrapt - gaat Gerr| aan z'n tweede lustrumjaar bij De 'Kneet' als jubilaris in het peloton. De titel siert hem wel, zoals alle titels hem heb ben gesierd. Gerrie Knete mann is nu eenmaal een be- êdp, als grappenmaker, als spraakwaterval, als wie-weet- wat-allemaal, maar toch voor al als een groot wielrenner. Hij is niet begiftigd met een enorm talent - zeggen mensen, ®e er menen over te kunnen oordelen. Het mag waar zijn. "'ettemin kunnen de coureurs ■bet een grotere liefde voor het ak als hij zich zonder senroom kandidaat stellen oor een vermelding in het uiness Book of Records. Wrker nog: Knetemann gaat alleen volledig op in zijn vak, hij is het. Zoals het meestal het geval niet iemand, die reeds veel J!™t gerealiseerd, voert ook y Gerrie Knetemann het re- ..'Veren van de geleverde Naties echter de boven- t n- Hoewel hij er niet voor deinst om in het middel- Punt van de belangstelling te an, is hij er niet de persoon t. °m zich hard op de borst '°PPen. „Voor mij iemand zlin rs"' kan onderhand als Jl bitvinding worden be- ni„.°uwd. Zo is hij. Kom echter In £z,°maar aan zijn 'stekkie' Peloton of in de ploeg, kan gene die dat probeert, ten 6r bijkans zeker op reke- den vingers flink te bran- Zo is hij namelijk ook. Jn ?mers> de 'Kneet' barst ook in jubileumjaar nog van HREDA - De internationale profi Vo'gt uit maart: 5 Omloop Het Volk, Mil t.rbvne-Brussel-Kuume, 9 Fayt- Tirreno Adriatic!, 12 Omlo 3» Vlaamse Ardennen Ichteghei dï? n Waasland Sint Niklaas, 21 r België, ronde van Campanië

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1983 | | pagina 10