DTü In deze Gids- Weekend: Alle radio en tv-programma's van het weekend op de achterpagina I C&Ais wél voordeliger, maarniet openhartiger EN BOOT die z'n naam eer aan doet. Zo kun je De Tuimelaar gezien z'n nautische eigenschapen rustig noemen. Sinds 1972 is de boot het meest dierbare bezit van het zuidelijkste redding station van de Koninklijke Zuid-Hollandse Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen. In Cadzand-Bad stapte onze verslaggever aan boord voor de maandelijke oefening. Touwen Grondzeeën „Ballon" biedt hartpatiënten nieuwe hoop Samuel Pepys (1663-1703) over de ondeugden van zijn tijdgenoten Ontberingspak irïïi JU|i dj\ E Vliegend redden met De Tuimelaar Door Paul de Schipper Als een vliegende vis gaat de reddingboot over het water...d'r in...d'r uit...d'r in...d'r uit. Je middag-bo terhammen dreigen de zelfde weg te volgen. D'r in...d'r uit...even herkau wen, slikken en het touw vasthouden. Over boord zwiepen zou de oefening met De Tuimelaar wel écht maken....te echt, want het is verrekte fris van- 1 middag op de Westerschelde: twee graden boven nul, zuid oost windkracht zeven en dan met een gangetje van bijna zestig kilometer over het hob belige water. De snijdende wind en af een toe een portie zout water geven je hoofd een gevoel of je constant te snel ijs eet. Schrijlings zitten ze op hun kist: schipper Andre'de Nijs en zijn twee bemanningsleden Huub Dellaert en Willie de Maillie. De vierde man, Harry Gortmans, is er vanmiddag niet bij. Vandaar de ruimte voor een passagier. De red dingboot De Tuimelaar is net uit het haventje van Cad zand-Bad vertrokken voor de maandelijkse oefening. Er moet radio-apparatuur getest worden. Het gaat om een splinternieuwe 27-mc ontvan ger. Het apparaat is vooral bedoeld om snel in contact te kunnen komen met in nood verkerende sportvissers. Een groep die, net als windsurfers, steeds vaker voorkomt in de statistieken van de Neder landse reddingmaatschappij en. De Tuimelaar is een ont werp van de Royal National Lifeboat Institution (RNLI). Zo voor het oog lijkt het een gewone rubberboot, maar schijn bedriegt. De kiel is ver vaardigd van met schuim ge vuld polyester. Een opgebla zen rubberen kamer rondom maken de boot onzinkbaar. Het is een doordachte, be trouwbare constructie. Net als de Nederlanders hebben de Engelsen een roemrijke tradi tie wat betreft redden op zee. De RNLI is er met recht een instituut, veel meer nog dan de reddingmaatschappijen bij ons, ook al speelde Mies Bouwman ooit Telebingo voor de reddingpost van Burgh- sluis. Langs de Engelse kust is er geen kruidenier of hij heeft wel een collectebus voor de 'lifeboat' in de winkel staan. Twee motoren van zestig pk elk geven De Tuimelaar een snelheid van dertig knopen. Voetbanden op de bodem en een paar touwen rond de zit- kist moeten er voor zorgen dat de bemanning niet over boord slaat als de boot wat al te on verhoeds steigert. Dat er toch wel eens een onvrijwillig bad inzit zullen we straks zien. „Gaat het", roept de schip per naar achter terwijl De Tuimelaar schijnbaar moeite loos over de golven springt...d'r...d'r uit...enz. „Uitstekend!!". De conversa tie gaat verloren in het lawaai van wind en motoren. We va ren richting Westkapelle. Met behulp van de vuurtoren wachter moet de nieuwe ap paratuur uitgeprobeerd wor den. We passeren een kolen- schip, zwaar geladen, ander halve meter water voor de kop wegduwend. „Voor Terneuzen", weet Huub Dellaert achter me. Dellaert is wat je noemt een ijskouwe. Wekelijks zwemt hij met een maat afstandjes van acht tot tien kilometer langs de kust. Weliswaar ge kleed in een geisoleerd pak, maar toch... Ik vang flarden op over zwemtochten naar Westkapelle, dwars over de Westerschelde. Je neusgaten vriezen al dicht als je er aan denkt, maar vooruit: Ieder z'n hobby. Voor de kust van Walche ren minderen we gas. De Maillie haalt de 27 MC zen der-ontvanger te voorschijn. „Vuurtoren Westkapelle, hier De Tuimelaar voor een radio test. We liggen bij u op de stoep. Verstaat U mij". Na wat geruis en gekraak klinkt het „Luid en duidelijk". Het is een korte zakelijke conversa tie. „Nu weten we tenminste dat we de sportvissers ook op hun golflengte kunnen op vangen", concludeert de ra dio-man tevreden. „Voor Schouwen ben ik on der een boot geraakt. De Dol fijn, net zo' n boot als De Tui melaar. Die was er gelukkig ook bij. We kwamen terug van een oefening. Er stonden grondzeeën voor de kop van Goeree. De boot ging omver De schipper hijst zich in zijn overlevingspak. De Tuimelaar verlaat op rails de han gar.(links boven De boot wordt van de lorrie getakeld.frechts boven) De Tuimelaar in volle actie, (onder) - FOTO'S DE STEM/CORJ DE BOER z.- "'M.-JU?- - ««Ji, op een kruller. Ik zat in de voetbanden, vast. Dat was even niet best, maar ik ben er van onder geraakt". Huub Dellaert vertelt het zonder veel emotie als we onder de kust naar Vlissingen varen. Schipper De Nijs zag het gebeuren. Als we koffie drin ken in de Belgische Loodsen- societeit op de Boulevard ver telt hij„Heen waren we bui ten om gegaan, maar terug was de boot van Burghsluis erbij. Die wisten de weg langs de kust. We kwamen bij een ondiepte de Verklikker". Er stonden zeeën bij het leven. De Dolfijn kapseizde. Ik ben omgedraaid. Bij ons zaten er vier in de boot. Daar lagen er drie man onder, Huub ook. Gortman en Maillie sloegen bij mij eruit toen ik draaide. De vierde man wilde een kaart uit de zitkist pakken. Hij werd er gewoon uigeko- geld en daar zat ik alleen. Ik moest eerst de eigen mensen weer opvissen. De Dolfijn was gelukkig weer recht gekomen en ze konden er in klimmen, maar de motoren deden het niet meer. Het hele zaaltje, met de mensen erop, is toen op het strand gespoeld". Redden is ook voor redders niet zon der risico. Nog onlangs sloeg er op Terschelling een red dingboot om. De bemanning van De Tui melaar is gekleed in overle vingspakket Waterdichte overalls in hei-oranjekleur en voorzien van een radarreflec- terende kap. Het zijn „ontbe- rings-pakken" die ook tot de standaard-uitrusting van boortorenpersoneel behoren. De overalls zijn het enige comfort aan boord De Tuime laar. De rest is 'redden in de open lucht' met alles wat erbij hoort. De bemanning van De Tui melaar werkt vaak samen met de Reddingdienst van het Loodswezen in Oostende. De Nijs: „Deze zomer hebben we er nog een surfer opgepikt. We zetten 'm aan wal en hij wist niet eens dat hij in Ne derland was". Ingeval van nood kan De Tuimelaar een beroep doen op Belgische luchtsteun. De schipper van De Tuimelaar: „We hebben wel geoefend met hun helicopters. Een keer kwam zo'n ding vanachter op ons af. We lagen stil zonder de motor bij. Het was net wind kracht twaalf. Hij blies ons zo weg". Dellaert voegt er aan toe: „Ze hebben me toen uit de boot omhoog gehesen. Een vent van hun komt naar be neden en die pikt je op. Hij omarmt je helemaal en houdt je zo vast. Toen ik boven kwam stootte ik met een knal m'n kop tegen de hijsbalk". Opstapper op een redding boot, hard, boeiend maar niet altijd leuk. Dellaert onder schrijft het: „Een oefenreisje is aardig, maar zo is het niet altijd. Het wordt minder als je na een dag werk net op bed ligt en een oproep krijgt, dat er vuurpijlen gezien zijn. We gaan er op uit en zoeken een hele nacht naar een jacht dat niet bestaat. Dan zijn er wat feestvierders geweest die zo'n ding hebben afgeschoten. A- sociale mensen noem ik dat". Na de koffie-pauze schiet De Tuimelaar de Vlissingse haven uit. Als een weggegooi de schelp ketst de boot over de golftoppen richting Breskens: Een oversteek van net vijf mi nuten. Snelheid is het han delsmerk van de boot en haar bemanning. Binnen tien mi nuten uit de loods Cadzand, door de branding en varen. Is er gloeiende haast bij dan worden de overlevingspakken in de boot gesmeten en pas onderweg aangetrokken. Half maart speelt De Tui melaar een hoofdrol bij een filmopname. Het gaat om een spectaculaire actie die wordt opgenomen door Duitse ci neasten. Ze maken een film over het reddingwezen in Duitsland, Nederland en Bel- gie. De actie op de Wester schelde draait kort samenge vat om het begrip 'man over boord'. Daartoe is zelfs een schip van de Nedlloydrederij ingeschakeld. Er komt ook een helicopter aan te pas. Huub Dellaert, als beste zwemmer, speelt de man die in volle zee over boord valt. Hoe weet hij nog niet, maar het wordt een flinke duik, dat staat vast. Vliegend redden met De Tuimelaar. Zo zou je het kun nen noemen, want wat die boot doet kun je nauwelijks varen noemen. Over de golven hobbelen is al te oneerbiedig gezegd. En van hobbelen schiet je lunch niet in je strot, van De Tuimelaar wel...poeh...wgt een klappen maakt die boot. Maar de vier 'shockproof-mannen' uit Cad zand weten er weg mee. Dat tot geruststelling van ieder een die minder geroutineerd en soms te enthousiast te wa ter gaat.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1983 | | pagina 19