DDR TUSSEN LUTHER EN LENIN Nostalgie alléén is niet voldoende Psychologie Kerkdagen Kerkgangers Allergisch Socialisme Inspiratie UinERDAG 24 FEBRUAR11983 EXTRA T43 DE RADICALE pacifisten in de DDR hebben de autoriteiten van hun land een dubbele poets gebakken. Het motto van hun vredesembleem, „Zwaarden (omsmeden) tot ploegscharen" is immers ontleend aan de profeet Micheas en in een land waarin ruim driekwart van de bevolking nog officieel als christen te boek staat kun je een Bijbelspreuk niet straffeloos verbieden. Nóg erger zou het zijn de afbeelding zelf van het vredesembleem tot verboden prent te verklaren. Het beeld van de potige kerel die met een moker een zwaard in een ploegschaar probeert te veranderen is namelijk vervaardigd door een verdienstelijke Sovjetrussische kunstenaar, die het in opdracht van de Verenigde Naties heeft ontworpen. Jeugd stelt vrede centraal GETEKEND Lutherbeeld van Luther De onderstaatsecretaris Ivoor kerkelijke zaken, Hermann Kalbe, zit er echter niet mee in. „Na- Ituurlijk hebben wij niets tegen dat embleem; maar I wij willen niet dat het door een kleine groep radi calen misbruikt wordt. En het gaat inderdaad om een zeer kleine groep, vooral jongeren. Als ik het aan de hoge kant schat maximaal vijfduizend. Dat zijn dege nen die eenzijdige ontwa pening wensen en totale dienstweigering. Het eer ste is irriëel en het tweede is asociaal. Met eenzijdige ontwapening verstoor je het evenwicht en dat is ge vaarlijk." Tussenvraag: zegt u dat ook te gen de vredesbeweging in het Westen? Kalbe, zonder aarzelen: „Natuurlijk. En verder, als in weinig andere landen ter wereld en als enige in het socialistische kamp biedt de DDR de mogelijk heid van een dienstplicht zonder wapens, als bouwsoldaat. Dat is al zéér verregaand. En daarom kunnen wij op goede gronden het vredesembleem van dit kleine groepje radicalen, die overigens geen weerklank krijgen in onze volksgemeenschap, verbieden. Dat de kerk het voor een binnen kerkelijke actie als de vredesde- cade gebruikt, dat vinden we goed, maar buiten de kerk is het verboden. De kerkelijke leiders hebben daarmee ingestemd en zij hebben dit op ons verzoek ook keurig geregeld." Door Leo van Vlijmen Ook het katholieke christende mocratische lid van de Volks- kammer Adolf Niggemeier oor deelt uiterst negatief over de ra dicale beweging. „Het vredespro- bleem leeft zeer intens in de DDR, van het Politburo tot en met de arbeiders. Maar die paar radicale jongeren - wat willen ze eigen lijk? Ze beroepen zich op Luther; is Luther werkelijk een autoriteit voor hen?" Kalbe en Niggemeier maken er zich wellicht toch te gemakkelijk van af. Ernst-Heinz Amberg, Lu thers hoogleraar in de ethica aan de Karl Marx-universiteit in Leipzig, denkt er menselijker over; „Luther kende natuurlijk geen theologie van de vrede, maar je kunt bij hem wel een aantal wezenlijke elementen voor vredesideeën vinden: in de ver houding van God tot mens en van mens tot mens. De gedachten die Luther op dit punt ontwikkeld heeft moeten veel intensiever worden bestudeerd. En wat de pacifisten in de DDR betreft - ook daar geldt niet het aantal, maar de kracht van de argumenten. Het is duidelijk, dat de wereld momenteel voldoende argumen ten heeft voor een radicaal paci fisme. Het is alleen de vraag of dat de enige oplossing is. En de jongeren die daar nu voor pleiten hebben wellicht nog niet alle voois en tegens afgewogen. Maar goddank heeft de kerk een plat form geschapen waar alle ideeën kunnen worden uitgesproken. Ik ben ook blij dat de staat dit toe laat, ondanks het feit dat de over heid over dit soort zaken natuur lijk heel anders denkt." Prof. Amberg is er van over tuigd, dat de problemen en de vragen met betrekking tot paci fisme en dienstweigering in Oost en West hetzelfde zijn. „Het gaat hier niet om geografie, maar om psychologie. Voor mijn generatie zijn radicale oplossingen iets zeer ongewoons, want toen het ons di rect aanging hadden we dit pro- bleembewustzijn nog niet. Wij zijn indertijd soldaat geworden, ook al hadden we niets met de nazi's op; maar je ging omdat het zo hoorde. Wij hadden nog niet dat sensibele gevoel dat de jeugd vandaag de dag heeft. En nu gaat het onszelf niet meer aan. We kunnen dus gemakkelijk een theorie opstellen over wat je wel en wat je niet moet doen, maar dat blijft theorie. Als ethicus kan ik me slechts openstellen voor de jonge mensen, proberen alles met hen te doordénken, trachten alle consequenties en plichten af te wegen. Maar ik kan het niet op brengen te zeggen: je moet dit doen of je moet dat doen. Daar voor ontbreken de theologische argumenten. En zo eenvoudig als sommige van mijn gereformeerde collega's hier in de DDR het voor stellen is het niet." Het hoogtepunt van de Luther- jubileum-viering wordt zonder enige twijfel gevormd door de kerkdagen. In Thüringen worden ze kort na de opening van het Lu- therjaar, op 4 mei, gehouden. Kerkeraad Greim, een van de or ganisatoren van de kerkdagen verwacht in totaal tussen de 25.000 en 30.000 bezoekers. „En afgaande op de ervaringen van vorige jaren kan ik aannemen, dat rond zestig procent van de be zoekers tot de jeugd gerekend móet worden. De jeugd toont hier een overweldigende belangstel ling voor het Evangelie. De Bij bels zijn doorgaans uitverkocht. Dat betekent niet dat ze niet wor den gedrukt; er worden er juist heel véél gedrukt, maar ze zijn ook zo weer uitverkocht." Horst Greim geeft overigens toe, dat de aan de Bijbel geënga geerde jongeren niet tot de tradi tionele kerkgangers behoren. „Onze kerk is nog steeds een kerk van pastores en daarmee hebben wij de jeugd misschien wel de kerk uitgejaagd. Veel jongeren willen zelf kerk zijn, willen de Bijbel lezen en erover praten, willen er ook conclusies uit trek ken." De kerkdagen in Thüringen willen de ideeën van Luther in het heden plaatsen, zonder hem zelf tot middelpunt, laat staan tot held te maken. „Hij was trouwens geen held en wilde dat ook niet zijn. En we zullen dus ook kritiek op Luther leveren, bijvoorbeeld op de wijze waarop hij over de vrouw dacht. Maar het zwaarte punt zal toch liggen op problemen als ecologie, welvaartsmaat schappij (die bij ons al problemen begint op te leveren, ook al lopen wij nog een aantal jaren achter bij het Westen, maar wij maken wel dezelfde fouten) en op vrede. Over al deze thema's zal de jeugd zich ongetwijfeld zeer dominant in de discussie uiten." Zal dit geen problemen opleve ren met de autoriteiten die zich de laatste tijd toch zeer allergisch voor open vredesdiscussies heb ben getoond? Horst Greim denkt van niet: „Ik ben er van over tuigd, dat er geen ongeregeldhe den zullen komen. Natuurlijk zijn de jongeren veel radicaler dan de ouderen en zij zullen hun mening heel duidelijk uitspreken. Maar de jeugd die naar de kerkdagen komt weet ook wat haalbaar is en wat niet. Na het vredesforum in Dresden, een half jaar geleden, weten wij dat we op onze jeugd kunnen rekenen." De katholieke kerk in de DDR onderhoudt volgens onderstaat secretaris Kalbe „redelijke be trekkingen" met de staat. „De ka tholieken behoren tot een wereld kerk en daarom is het Voor hen natuurlijk ook moeilijker om zich politiek zonder meer te engage ren. Je zou de politiek van de ka tholieke bisschoppen aldus kun nen samenvatten: geen reclame vóór noch tegen het socialisme. De protestanten hebben het met de twee-rijken-leer van Luther natuurlijk een stuk gemakkelij ker." HET EMBLEEM van de radi cale vredesbeweging in de DDR dat officieel door de Lutherse kerk is overgenomen, doch al leen voor binnenkerkelijk ge bruik bestemd is. Of dit laatste inderdaad veel gemakkelijker is betwijfelt prof. Ernst-Heinz Amberg, maar hij geeft toe: „De leer van de twee rijken, het onderscheid tussen kerk en raadhuis, is wel een grote hulp om richting te geven aan een leven als getuige in een wereld die niet gelovig, in beginsel zelfs atheistisch is. Luthers Leer mag natuurlijk geen alibi worden, maar ik ervaar de theologie van de twee rijken als een realiteit. Tegelijkertijd merk ik echter ook, dat wanneer christenen en mar xisten samen leven er toch altijd meer gemeenschappelijk is dan de scheiding tussen Marx en Lu ther zou doen vermoeden." Het Lutherjaar betekent voor veel christenen in de DDR onmis kenbaar een grote inspiratie en er is een sterk groeiend zelfbewust zijn. Wellicht is ook dat een reden waarom de marxisten zich van Luther meester maken. Want langzamerhand staat de grote hervormer op elke straathoek in de DDR. Tegen zulk een krachti ge nationale rivaal moet de uit eindelijk toch uitheemse Lenin beschermd worden. Voor alle ze kerheid heeft de leiding van de Socialistische Eenheidspartij Duitsland derhalve enkele weken geleden 1983 officieel uitgeroepen tot Karl Marxjaar. Althans offi cieel moet de zich opdringende Luther een stapje terug doen. De DDR-jeugd zal zich daar nauwe lijks iets van aantrekken. En Maarten Luther nog veel minder. Marx en Lenin krijgen waar schijnlijk toch het nakijken. ERICH HONECKER kondigde voor 1983 het Karl Marxjaar aan... Door Henk Egbers WILLEM DROSSAARD (pseudoniem) behoort tot de vele oud-Indiëg'angers, die de laatste tjd weer terug gaan naar Indonesië om nostalgisch te zoeken naar herkenning. In het boek IN DONESIË LAND VAN ONS HART (uitg. Gottmer - 32,50) doet hij verslag van deze reis. Daarin zit niet het eventuele belang van dit boek, maar veel meer in de historische achtergrondver halen die hij aan een breed publiek geeft in afzonderlij ke hoofdstukken. Het boek is aangenaam uitgegeven; met foto's en verdienstelijke tekeningen van de auteur. Het was de eerste keer dat in de Indone sische ambassade een boek over dat land ten doop werd gehouden, zei ambassadeur Kosasih. Het personeel van de ambassade speelde game lan. Heel gezellig. Het boek paste helemaal in die sfeer, want het is niet zo kritisch. Nu bestaat Indonesië niet alleen bij de gratie van de kritiek. Maar een kolonels bewind, dat bijvoorbeeld geen vrije vakbonden toe staat, verdient best kritiek. Veiliger is het dan om je al leen te bewegen op het ter rein van de historie, zoals dit boek doet. En dat is alleszins de moeite waard. De uitge ver vertelde me dat in zijn serie reisboeken het boek van Dominicus over Indone sië het best verkochte boek is. Het is ook een geweldig land om te ontdekken. Maar ik ben van mening, dat er een alternatieve voorlich ting nodig is, omdat zij die nu naar Indonesië reizen een té rooskleurig beeld krijgen; alléén van de buitenkant. De „binnenkant" is niet zo leuk en heeft een andere mense lijk bewogen belangstelling nodig. Meneer Drossaard vertelt dus over zijn feest der herkenning; heel lief en aardig. Over zijn tocht op Sumatra, Java en Bali. In feite niets anders dan een wat gehumaniseerd kolo nialistisch verhaal. En toch vond ik zijn boek de moeite waard, omdat hij ook veel andere verhalen vertelt; met zelfs hier en daar een kri tisch ondertoontje. Verhalen over het Hindoeïsme, over de geschiedenis van Indone sië tot en met de val van Soekarno (best goed, maar over Suharto natuurlijk niets), over de woeste Kra- katau, het geweldige Ra- {1 mayana-epos etc. Maar ik blijf er bij dat het verhaal over een bezoek aan Jakarta ontzettend oppervlakkig toeristisch is. Ga bijvoor- beeld maar eens langs de spoorlijn kijken, waar tien duizenden van het platte land hun vege lijf in stand proberen te houden etc. Di rect moet ik weer toegeven dat hij een redelijk verhaal vertelt over de zogenaamde transmigratie, waarmee de ze mensen „opgevangen" worden. Maar het is toch al lemaal wat te gouverne menteel en maar één kant van de medaille. Nogmaals Meneer Drossaard is een aardige man en verrukt over Indonesië, waarin hij zijn eigen verleden tracht terug te vinden. Daarom geeft hij historisch zinvolle informatie, maar wat er nü werkelijk aan de hand is, wordt niet duidelijk. Indo nesië heeft op dit moment kritische schrijvers uit het eigen volk nodig en bezoe kers, die in staat zijn door de schone schijn heen te kijken. Voor de rest is Indonesië een geweldig land, met geweldi- (J ge inwoners, die méér ver dienen. Vandaar deze reac tie op een goed bedoeld boek, dat met restricties echt wel zijn waarde heeft.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1983 | | pagina 7