tuwkunde
DERTEM-SgQ^
PRIESTER)
BUREAU
NDIENST M/V
REAU NOMEX CV
lis»
7ATERDAG 29 JANUAR11983
i verpleeghuis.
por de uitbreiding
Ihe patiënten zijn in
leren van een goed
[tionaris wordt op
Irdere ontwikkeling
istorale cursus
vezen.
Ha.
I ervaring en
srmeld adres,
hij als 2de technische
i dat verantwoordelijk is
jtillage, waaronder de
lagne in continudienst
Ide weekeinden) verricht.
Ig van de chef teken-
jkenen, berekenen en
Ide vervangings- en repa-
fchikken over:
feiten;
jrsoneelbeleid;
Irlands, in woord en
(cursussen waarvoor van
Hen.
eeftijd van 25 tot 30 jaar.
lagne kunnen vrouwen
van toepassing. Enkele
vakantietoeslag; maxi-
Ivrije pensioenregeling;
>en uitstekende verhuis-
laken van de selectiepro-
lingewonnen bij de heer
|hun sollicitatie voor
i Vereniging Suiker Unie,
isendaal.
De tennieindostrie groeit zonder grenzen
Inave Dixon en Lamar Hunt waren in 1967 de eersten
[■jede gaten kregen dat tennis een nog
Onaangeboorde oliebron was met vrijwel
nuitputtelijke mogelijkheden. Dixon, een bouw-
anager die later ondermeer het overdekte
Lperdome jn Houston zou bouwen, klopte aan bij
Lamar Hunt, de jongste telg van de familie, die zowat
Ide hele wereldzilverhandel in handen heeft. Dixon
[slaagde erin om Lamar Hunt te overtuigen van de
[mogelijkheden die professioneel tennis zou bieden.
Lamar op zijn beurt nam zijn neef Al Hill en zijn neef
L Hunt Jr. in de arm. Zij besloten om Dixon zijn
hang te laten gaan. Die ging in ieder geval
[voortvarend van start. Binnen enkele weken konden
Ide eerste acht tennisprofs ter wereld worden
[gepresenteerd; Tony Roche, Cliff Drysdale, Nikki
[pilic, Roger Taylor, Pièrre Barthes, Dennis Ralston en
Karl (Butch) Buchholz.
In die eerste jaren van het
[proftennis ging het er nog
Iweinig professioneel aan toe.
Er werden voorstellingen
[gegeven op parkeerterreinen
|of in ijshockeystadions. Winst
Inerd er nog niet gemaakt.
leent van suiker, zowel
l. Belangrijke nevenpro-
ïstof voor alcohol) en
^stand bedraagt ca.
Dt 3.000.
'Lamar Hunt, in 1967 één
m de grondleggers van het
mftennis. - fotowct
Hunt herinnert zich dat er dat
eerste jaar slechts éénmaal
ten winst van 300 dollar
gemaakt werd. De firma die
ïe verplaatsbare mat waar op
gespeeld werd, vervoerde, kon
lie niet op tijd kon afleveren
(oor het slechte weer. Volgens
een clausule in het afgesloten
eontract moest die
maatschappij daarop 500
iollar dokken. Verder was het
tnige memorabele feit in de
eerste drie prof jaren de stunt
(ie Dennis Ralston in februari
in Kansas City tegen
tillens en wetens uithaalde.
De WCT-mat was in de Royal
tmerican Arena over de
jshockeybaan uitgelegd.
Pussen de baseline en de
ichterkant van de mat was
een ruimte van ongeveer 10
meter en daarachter lag meer
lan 20 meter ijs. Niets aan de
tand, totdat Ralston op volle
inelheid probeerde om een lob
e achterhalen. Hulpeloos
lijdend verdween hij uit het
licht van de schijnwerpers,
otdat een doffe dreun het
linde van de glijpartij
aankondigde. Ralston kwam
ir zonder noemenswaardige
'mvondingen van af, maar
raagde zich niet meer te ver
achter de baseline.
in 1970 begon WCT de
aken serieuzer aan te pakken.
Hike Davies, pas tot directeur
land, sedert 1968, heeft zich ge-
va-, en stounschade aan inboe-
sn goed observatievermogen en
nee vergelijkbare schoolopleiding
INRICHTINGSBRANCHE.
'oorlopig in te zetten ter onder-
mogelijkheid voor eigen rayon
rijbewijs B/E, 30 jaar oud en
selende, interessante en vooral
e solliciteren door middel van
il: 030-31 96 41
gebombardeerd, ontwikkelde
een ambitieus plan onder het
motto: "Goed doen, of niet
doen". Hij vroeg en kreeg aan
de Hunt-broers één miljoen
dollar alleen voor het
prijzengeld, en "The Million
Dollar Tour", met 23
topspelers, was geboren.
In dat verband mag de
volgende anecdote niet
onvermeld blijven: toen het
WCT-circus in die jaren nog
met verlies draaide, was er
eens een persconferentie bij de
godfather van de familie,
Howard Hunt. Een
verslaggever vroeg toen of de
drie miljoen dollar verlies die
het jongere broertje Lamar
dat jaar met zijn
tenniscapriolen had geleden,
Howard niet tot zorgen
stemde. Het historische
anwtoord luidde als volgt:
"helemaal niet, drie miljoen
kan hij de komende dertig
jaar dagelijks verliezen
voordat we failliet gaan
Het was echter snel
afgelopen met het verlies van
WCT. De organisatie
ontwikkelde zich tot de meest
winstgevende én de meest
betalende binnen de
tennisprofsport, maar bekeek
met lede ogen de groei van
concurrent Grand Prix. Een
oud Amerikaans gebruik
indachtig, "als je je vijanden
niet kunt verslaan, werk dan
met ze samen", sloten WCT en
Grand Prix elkaar in 1978
liefdevol in de armen, maar
dat bleek een verloving die
niet langer dan drie jaar stand
zou houden. In 1981 moest het
contract dat beide partners
aan alkaar bond, vernieuwd
worden en Grand Pix wilde
meer poen zien van het WCT.
De scheiding werd snel een
feit. WCT gooide er in 1982
weer 22 toernooien teengaan,
voorzien van een prijzengeld
van meer dan acht miljoen
dollar.
Grand Prix en WCT zijn
dus de "big shots" als het om
organiseren van toernooien
gaat, maar ze hebben zich
vreemd genoeg nooit veel
bemoeid met het persoonlijke
wel en wee van de tennisprofs.
Een tennisprof die zich meer
dan veertig weken per jaar in
een vliegtuig, op een
hotelkamer of op een
tennisbaan bevindt, heeft
namelijk geen tijd over om
zijn zaakjes te regelen. Geen
nood, dat gat in de markt was
al gevuld voordat er iemand in
In de vijftien jaar dat professioneel wordt bedreven
is tennis geld geworden, macht, entertainment, cir
cus. De managers^ de spelers, de sponsors, de tele
visiemaatschappijen, de racketfabrikanten, de
schoenhandel, de snarenmakers, de shirtjesontwer
pers, de banenbouwers, zij allen zijn in dienst van
dezelfde trust, hetzelfde kartel, de BV Tennis,
terwijl liefhebbers van de sport die tennis her't
de hele wereld zich vergapen aan en dromen
de topstarren en hun gigantische salarissen
de êch,te goden van van t'e tennt industri e
zaara achter de schermen'. Zij bepalen het wel en
wee van hettoptennis. Zij maken de financiële exes-
sen die steeds meer voorkomen binnen dat topten-
nis. Uiteindelijk zijn zij er voor verantwoordelijk dat
de sportiviteitswaarde van het toptennis steeds
meer geweld wordt aangedaan. Over hen gaat dit
verhaal.
i i '1111111 t n i ritmimmmamiammammmsstem
John Patrick McEnroe, een van de supersterren van de tenfiisindustrie, in actie in 'Antwerpen.
foto de stem johan van gurp
viel. Door de privé-managers
van de slaven met de rackets.
Grand Prix en WCT
organiseren weliwaar de
toernooien, maar de managers
maken uit wie er speelt, en
wanneer, wie de toernooien op
de televisie uitzendt, in wat
voor kleding en met welk
racket de sterren op de baan
verschijnen. Hun macht is
waarschijnlijk groter dan die
van de organisatie zelf.
Net als in de wereldwijde
organisatie van
tennistoernooien, waarin
Grand Prix en WCT het meest
in de melk te brokkelen
hebben, zijn er ook twee
managers die wereldwijd het
meeste te vertellen hebben.
Dat zijn Mare McCormack en
Donald Deii. Iedere keer als
Borg, McEnroe of Lendl een
vette cheque in hun zak steken
als ze weer eens ergens een
toernooi winnen, tellen Dell of
McCormack in hun
Amerikaanse kantoren hun
winst uit. Even voorstellen.
Marc Hume McCormack is
52 jaar en het opperhoofd van
de International Management
Group (IMG). Hij heeft twee
zoons en een dochter en hij
houdt van grandeur. Hij zit de
hele dag achter een bureau dat
net zo groot is als een
[fcan "De Verschrikkelijke"
poenen guldens.
Lendl, de man die in dienst van de tennisindustrie de banken van Praag blijft volstoppen met
- foto de stem johanvangurp
wedstrijdbiljart. Tientallen
telefoons staan kris-kras door
zijn kantoor verspreid. Door
die telefoons zit hij de hele dag
contracten af te sluiten,
waarbij hij maar zelden een
nummer hoeft te laten
draaien, want de man kent
werkelijk honderden
telefoonnummers uit zijn
hoofd. Aan een muur hangt
een plattegrond van zijn
werkterrein, de hele wereld.
Gekleurde lampjes en
vlaggetjes geven aan waar
zijn contractspelers hun
centjes aan het binnenhalen
zijn.
Aan het eind van de jaren
vijftig was McCormack een
matig golfspeler, én een
vriend van een van de beste
golfprofs aller tijden, Arnold
Palmer. McCormack kwam al
snel tot de conclusie dat hij
zelf met golfspelen nooit rijk
zou worden, dus hij deed zijn
eerste slimme zet; hij nam
Palmer onder contract en zette
een professioneel golfcircuit
op poten, met ondermeer de
volgende golf-superstar Jack
Nicklaus. Van het een kwam
het ander. Na het golf stortte
hij zich in het in Amerika
populaire waterskieën, begon
met het Grand Prix-circuit in
de paardensport en
contracteerde onmiddelijk na
de Olympische Spelen van
Grenoble de Franse winnaar
van de gouden medaille op de
afdaling, Jean-Claude Killy.
Nu, tien, vijftien j aar later,
zijn er weinig dingen op
internationaal organisatorisch
gebied waar Mare McCormack
niet mee te maken heeft
gehad. De autocoureur Jacky
Stewart stond bij hem onder
contract, het Engelse
fotomodel Twiggy, de
Stichting Nobelprijs liet door
IMG zijn publicitaire zaken
regelen, McCormack ontwierp
het fenomeen "Superstars", hij
is op dit moment bezig met het
organiseren van het
internationale prof-
atletiekcircuit en zelfs de Paus
liet zijn reis naar Engeland tot
in de puntjes regelen door, het
wordt vermoeiend, Mare
Hume McCormack.
Toch zijn alle hierboven
beschreven activiteiten maar
kleine kruimeltjes uit de grote
IMM-koek. Het hoofdgerecht
van McCormack, waarvan de
omzet voorzichtig wordt
geschat in de richting van 100
miljoen gulden per jaar, is en
blijft tennis. Het einde van de
omzetstijging van het
tennisgedeelte van
McCormack is nog lang niet in
zicht, want er zit nog steeds
een groei van ongeveer veertig
procent per jaar in.
McCormack werd in minder
dan twintig jaar een echte
multinational: IMG heeft
dertig dochtermaatschappijen
in vestigingen over de hele
wereld. Meestal zijn de
plaatselijke directeuren
vroegere tenniskampioenen of
plaatselijke
toernooidirecteuren. Zo is de
directeur in Brussel de
vroegere Belgische kampioen
Eric Drossart.
McCormack heeft
ondermeer de volgende grote
namen onder zijn hoede, naast
tientallen, zo niet honderden
spelers en speelsters die lager
op de wereldranglijst staan:
Björn Borg, Mats Wilander,
Vitas Gerulaitis, Jimmy
Connors, Eliot Teltscher,
Martina Navratilova, Andrea
Jaeger, Billy-Jean King,
Bettina Bunge en Cathérine
Tanvier.
Donald Deli is bijna tien
jaar jonger dan zijn
concurrent. Hij startte zijn
carrière dan ook enkele jaren
later en is nog niet zo groot als
McCormack, hoewel hij niets
nalaat om het eens zover te
laten komen. In 1970 richtte hij
de firma Pro Serve
(Professional Services Inc.) op.
Dell is ook netjes getrouwd, en
hij heeft twee dochters. Tot
1970 was hij advocaat bij, en
partner van het
advocatenkantoor Dell,
Craughill, Fentress and
Benton. Binnen een jaar had
Dell al zoveel succes dat hij
zijn vroegere collega's
Craughill, Fentress en Benton
allemaal ergens een
directeursbaantje kon
aanbieden - wat ze alle drie
gretig accepteerden.
In tegenstelling tot
McCormack is Pro Serve
slechts voor de helft
aangewezen op de
tennisinkomsten. Dell heeft
binnen de Amerikaanse
basketballwereld 24 van de
beste profs onder contract,
waaronder de Rookie of the
Year (meest veelbelovende
jonge speler) Buck Williams.
Verder maakte Pro Serve dit
jaar een aardige financiële
De tien eerste tennisprofs zoals ze in 1967 aan de wereld ge
presenteerd werden: achterste rij van links naar rechts Den
nis Ralston, Roger Taylor, Tony Roche en Pièrre Barthes.
Voorste rij van links naar rechts: John Newcombe, Nikki Pi
lic, Earl Buchholz en Cliff Drysdale. - fotowct
klapper door de basketballer
Moses Malone voor het record
bedrag van 13.2 miljoen dollar
te verkopen aan de
Philadelphia 76'ers. Net als
IMG verzorgt Pro Serve in
Amerika veel
televisieproducties op allerlei
gebied. Samen met het
Brusselse marketingbedrijf
City-7 van de heren Pièrre
Darmon, Jean-Pièrre Courcel,
Philippe Pimpaneau en
Jacques Liernieux maakt Dell
kort geleden zijn faam in
Europa waar door het
Antwerpse "Kampioenschap
der Europese kampioenen" op
poten te zetten.
Pièrre Darmon is een
klassiek voorbeeld van een
onderdirecteur van Dell. De
man was acht maal kampioen
van Frankrijk en hij was in
1963 verliezend finalist in het
heren-enkelspel op Roland
Garros en in het herendubbel
op Wimbledon. Na zijn
sportieve carrière werd hij
toernooi-directeur van Roland
Garros, waar hij tot in de
puntjes leerde hoe een
tennistoernooi te organiseren.
Dell maakte hem in 1981
Europees vertegenwoordiger
op part-time basis, maar dat
zinde de Franse tennis-bonzen
niet. Ze stelden Darmon voor
de keus: Dell of Roland
Garros. De dollars van Donald
Dell wonnen het uiteraard van
de Franse Garros-francs en zo
kon Pièrre zich in de
succesvolle organisatie van
het toernooi in Antwerpen
storten.
Donald Dell heeft
ondermeer de volgende
toppers onder contract: Johan
Kriek, Henri Leconte, Gene en
Sandy Mayer, Yannick Noah,
Brian Gottfried, Tracy Austin,
Hana Mandlikova, Kathy
Rinaldi en Zina Garrison.
IMG en Pro Serve zijn en
blijven de grootste
geldverdieners en
prijsopdrij vers, maar er
zwemmen ook een paar
kleinere vissen rond. Zo werd
in 1977 Incorsing opgericht. De
specialiteit van dat bedrijf is
„Tennis and entertainement".
Daarnaast verzorgt Incorsing
golf- en basketbaltoernooien
en alle concerten van
Fleetwood Mac. Verder zijn er
nog het WCT Pro
Management van Jack
Kramer (een kleine
onderafdeling van de
toernooiorganisatie van WCT)
en Pro Talents International,
het bureautje van Ted Weitz.
Tenslotte is er dan Pender
Sports Corporation van Fred
Sharf, een bureau dat alleen
maar vrouwlij ke tennissers
onder contract heeft.
Wat doen die firma's nou
allemaal voor een tennisser
die ze onder contract hebben
staan?. Paul MacNamee, de
Australische topper, gaf
tijdens een persconferentie het
volgend antwoord op die
vraag: "Nou ja, eigenlijk alles,
behalve mij in bed stoppen en
wassen.
Dat was geen antwoord
waarmee hij lollig probeerde
te zijn. De firma's waaraan de
tennissers hun ziel verkocht
hebben staan altijd en overal
klaar met een massale
dienstverlening. De heren
worden op tijd gewekt, ze
hoeven, schatrijk als ze zijn,
nooit ergens hun hotel te
betalen omdat die ook graag
pronken met zo'n gast en
tijdens het desbetreffende
toernooi een reclamebordje
langs de kant van het veld
krijgen toebedeeld. Er staan
reclame-auto's klaar om hen
naar het veld te brengen, en
alle contracten, over rackets,
snaren, schoenen, sokken,
broekjes, shirtjes,
haarbanden, polsbanden,
ijsgekoelde dranken en wat
dies meer zij, ze liggen
allemaal klaar.
McCormack en Dell doen
dat uiteraard niet voor niets.
De percentages die ze in hun
zak steken, variëren van 10 tot
25 procent. Reclamecontracten
leveren de heren ongeveer een
kwart van de opbrengst op,
investeringsplannen,
belasting- en projectadviezen
gaan voor 10 tot 15 procent de
deur uit. Het lijkt veel, maar
het is het niet. Want niemand
zou er in slagen om in zijn
eentje net zoveel contracten
uit het vuur te slepen als de
managers. Zelfs niet met een
persoonlijke manager, zoals
Guillermo Vilas zijn zaakjes
laat behartigen door Ion
Tiriac. Zakelijk gezien
onverstandig van Vilas, want
Tiriac kan nooit 24 uur per
dag, zeven dagen per week,
twaalf maanden per jaar, in
touw zijn voor zijn pupil.
McCormack en Dell doen dat
wel.
Met de vermeende feile
concurrentiestrijd tussen Dell
en McCormack valt het nog al
mee. De gieren verdelen de
koek broederlijk en schermen
hem zo af voor de kleinere
vogels die groter willen
worden.
Dat gebeurt op een manier
die vaak tegen de
Amerikaanse anti-trust
wetgeving indruist, maar daar
heeft blijkbaar nog nooit
iemand in Amerika zich aan
gestoord, behalve dan de
kleinere managers. Onderling
hebben Dell en McCormack
alle bestaande toernooien in
hun afgeschermde territoria
ondergebracht. Of ze nou van
WCT of van Grand Prix zijn,
dat maakt allemaal niets uit.
Zo is Donald Dell de
ongekroonde koning van de
officiële Grand Prix
toernooien van La Quinta,
Denver, Washington, de
Masters, Las Vegas en
Cincinnati, terwijl
McCormack uitmnaakt wie er
spelen in de Grand Prix-
toernooien van Boston, Monte
Carlo en Palermo.
Marc McCormack kocht dit
jaar de televisierechten van
Wimbledon én de Open
Australische
kampioenschappen, terwijl hij
al de televisierechten van het
US Open bezat. Een en andere
leverde McCormack zo'n
macht op dat hij er in slaagde
om, voor het eerst in de meer
dan honderdjarige
geschiedenis van Wimbledon,
de finale in het herenenkel op
zondag te laten spelen. Donald
Dell mag ook niet klagen met
de televisierechten van 35
tennismanifestaties,
waaronder Roland Garros, de
Italian Open en de Masters en
nog 20 andere Grand Prix
toernooien. Op alle
Amerikaanse televisienetten
is er per dag minstens één Pro
Serve productie te
bewonderen.
Ondanks alles beslissen de
spelers uiteindelijk zelf waar
en wanneer ze spelen. Dell en
McCormack vertellen alleen
maar waar ze het meeste
kunnen verdienen. Daarom is
het ook te verklaren waarom
Borg en Wilander
(beschermelingen van
McCormack) toch wat geld
van Dell op kwamen rapen in
Antwerpen. Het ging daar
tenslotte om 700.000 dollar
Niemand weet waar de
grenzen van de groei in de
tenniswereld liggen. Terwijl
bijna alle andere bestaande
bedrijfstakken, waar ook ter
wereld, zuchten onder de
gevolgen van de economische
teruggang, blijven de
tennisarena's volstromen. De
vergelijking met de Spelen in
het oude Rome ligt voor de
hand. De gladiatoren vechten,
het volk juicht, en op de
eretribune kijken de Caesar's,
de Dell's en de McCormack's
glimlachend toe. Het volk
juicht dus het volk is tevreden
en de schatkamers blijven ook
volstromen
bronnen: 1982 WCT-Guide to
World Championship Tennis,
World of Tennis Yearbook,
jaargangen 1973 tot 1982, ATP
Media Guide, Tennis
International, Tennis Weekly,
Marcel Coppens: Multinational
Tennis.