tÏÏiïböir*3 Philipsdam voor 400 man brood op de plank Drukte expo soms niet bij te benen Tien weken die een Een kolossaal werk, meneer Piet Stroo: Leentje T roost: Fokke van dér Meulen Henk Baptist Thijs Lokker: Piet van den Aar: ZATERDAG 29 JANUAR11983 ZATERDAG 29 JANUAR BIJ het ministerie van Ver en Waterstaat bestaat sind vorig jaar augustus een coördinatiebureau voor internationale relaties en samenwerking, dat onder r He buitenlandse vraag naa: kennis en ervaring, gericht Nederlandse particuliere s< actief ondersteunt. Het bureau ressorteert rechts onder de secretaris-generaal1 ministerie, ir. P.C. de Man. „D bureau coördineert intern de voorwaarden, waarop wij aar andere landen hulp verlenen, eaat om het beschikbaar steil» kennis onder meer op het terri van landinrichting en waterbouwkunde, waar wij geweldige ervaring in hebben aldus ir. de Man, die vóór zijn benoeming tot secretaris-gen van Verkeer en Waterstaat in Washington werkzaam was b RUIM tien jaar staan de Deltawerken te pronk op een permanente tentoonstelling, die gehuisvest is in een gebouw van Rijkswaterstaat pal aan de Haringvlietdam onder Stellendam EEN dikke tien jaar geleden maakte Piet Stroo zijn entree bij Rijkswaterstaat. GERARD de Moor (60) is hoofd van de tekenkamer van de in Middelburg zetelende milieu afdeling van de Deltadienst van Rijkswaterstaat. De Moor, die in juli de VUT ingaat (hij heeft dan 45 jaar gewerkt), heeft de 32-jarige Bram de Buck als plaatsvervanger. Gerard de Moor cartografische tekeningen. - FOTO DICK DE BOER Stroo, 31 jaar nu en projectleider natte werken bij de bouw van de Philipsdam tussen Krammer en Slaak in noordoostelijk Zeeland, begon zijn waterstaatsloopbaan bij de Directie Bruggen in Haarlem. In 1976 verhuisde Stroo, die uit Zoutelande afkomstig is, naar de Deltadienst in Bergen op Zoom, waar hij direct bij de bouw van de Philipsdam werd ingeschakeld. Twee en een half jaar geleden werd hij tot projectleider benoemd. Sindsdien geeft hij er leiding aan het toezichthoudend personeel. Stroo weidt graag uit over de miljoenenklus, waaraan hij meewerkt. Zevenhonderdvijftig miljoen gulden kosten dam en sluizen, met de aanleg waarvan zes jaar geleden werd begonnen. Men is dan ook al een flink eind op dreef. Het betonwerk van de drie sluizen (twee duwvaartsluizen en een jachtensiuis) is nagenoeg gereed en de brug, die over het sluizencomplex wordt gebouwd, is ook al ver gevorderd. Die brug vormt straks een schakel in de nieuwe verbinding van westelijk Brabant met Schouwen- Duiveland via de Philipsdam. Na het gereedkomen daarvan verdwijnt het puffende pontje tussen Zijpe en Anna Jacobapolder, dat tientallen jaren trouwe diensten heeft bewezen. Stroo vertelt, dat het Philipsdamproject, dat ook een belangrijke funktie krijgt voor de scheiding van zoet en zout water (dam en sluizen zijn geprojecteerd op de grens van het zoute zeewatergebied van de Oosterschelde en het zoetwaterbekken van het Hollands Diep) in de afgelopen topjaren brood op de plank betekende voor zo'n vierhonderd man. Nu werken En al die tijd wordt die expositie (per seizoen goed voor zo'n 125.000 bezoekers) al beheerd door mevrouw Leentje Troost uit Goedereede, die regelmatig ook zelf rondleidingen verzorgt, „Wij zijn geopend van 1 maart tot 1 november en zijn vooral gespecialiseerd in de waterhuishouding van Nederland. Per saldo zitten we met de neus op de Haringvlietsluizen, de hoofdkraan van Nederland", zo vertelt zij ons in haar schilderachtige woning, die tegen blonde duinen aanleunt. Mevrouw Troost is in dienst van het Nationaal Bureau voor Toerisme, dat de tentoonstelling exploiteert. De Delta expositie verhaalt over het wel en wee van 15 jaar baggeren en bouwen in het water. Er zijn ook film- en diapresentaties van onze niet aflatende strijd tegen het water. „Leuk werk, daar; ik ga graag met mensen om en kom er dan ook volop aan mijn trekken. Zestig procent van de bezoekers is afkomstig uit het buitenland. We krijgen heel veel Fransen en ook nogal wat Engelsen. De Duitsers zijn in de minderheid. Die vinden Nederland te duur". Mevrouw Troost heeft vroeger in een strandpaviljoen in het naburige Ouddorp gewerkt. Toen het Nationaal Bureau voor Toerisme de Delta-expo ging inrichten, solliciteerde ze en werd aangenomen uit 26kandidaten. Ook haar man is aan de tentoonstelling verbonden, als gids en als hulp in de horeca-afdeiing. „Hij zit er net als ik tien jaar"zegt „Ik ben in 1965 bij de Deltadienst gekomen en wel in Goes op de afdeling waterhuishouding. Ik had er toen vijfentwintig jaar werken voor het Kamperlandse aannemersbedrijf Van Hee opzitten", zo vertelt Gerard de Moor, die sinds jaar en dag in Kloetinge woont. In december 1970 verhuist zijn dienst naar 's-Heer Arendskerke, zeven jaar later naar Middelburg. „Wij maken onder meer cartografische tekeningen van de bodem, de vegetatie in hetOosterscheldegebied." Bram de Buck, Veerenaar van geboorte, vult aan: „Dat cartografische werk is wel onze hoofdbezigheid. Wij hebben ook ingetekende foto's voor het plan- Lievense (energie door samengaan van wind- en waterkracht) gemaakt". De Buck, die in Middelburg woont, werkt nu 15 jaar bij de Deltadienst. Evenals De Moor is hij in Goes begonnen. Hij heeft een bouwkundige opleiding gehad. „We werken met de modernste technieken, waarbij veei gebruik wordt gemaakt van computers", zo vertelt hij. „Er wordt steeds vaker een beroep op ons gedaan". Zo heeft de tekenkamer van .Middelburg' ook de plotterkaarten voor het waterkwaliteitsonderzoek gemaakt. Die kaarten worden in het hele land gebruikt. „Wij hebben onder meer demeetset Piet Stroo ..mooie klus.... - FOTO DICK DE BOER Mevrouw Leentje Troost .de hoofdkraan van Nederland. - FOTO DICK DE BOER er aan het hele project nog maar 150 mensen. Stroo: „Over een half jaar zal ik, gezien het roulatiesysteem dat bij de Deltadienst van Rijkswaterstaat bestaat, wel teruggaan naar Bergen op Zoom. Ik heb hier een mooie tijd gehad". mevrouw Troost. Voordien was hij verbonden aan de meetkundige dienst van de Deltadienst van Rijkswaterstaat, die in die tijd in Steenbergen zetelde. Mijn man heeft ook nog een poosje als timmerman bij een aannemer aan de Haringvlietsluizen gewerkt". Mevrouw Troost werkt in het seizoen alle zeven dagen van de week. Met in totaal zeven gidsen, die allen uit de buurt komen, runt zij de Delta-expo, waar men de drukte soms nauwelijks aan kan. „En dan te weten dat Strijkers, de vroegere directeur van het N.B.T., in het begin eens tegen me heeft gezegd: ik denk dat je hooguit 25.000 bezoekers per jaar krijgt. Moet u nu eens kijken", lacht ze. RUIM tweehonderdvijftigduizen bezoekers trok vorig jaar informatiecentrum over d stormvloedkering, dat in moderne optrekjes op het werkeiland „Neeltje Jans" Oosterscheldemond is gehuisvest. De belangstelling voorde Deltawerken is enorm. Grote van het infocentrum is Piet v Aarsen (39), die met dertien medewerkers en medewerks bezoekersstroom in goede ba leidt. „En dan te weten dat w paar jaar geleden met drie m begonnen", zo vertelt de uit Steenbergen afkomstige Van Aarsen. Sinds 1979 is hij in di van de vervoermaatschappij West-Nederland te Zierikze informatiecentrum exploite die tijd wérkte hij bij een ba eerder bij een motorenfabrie opleiding kreeg Van den Aar Bergen op Zoom. De beheerd voorlichter van het Infocent vraagt zich wel af wat hij m ais het aantal bezoekers ster stijgen. Het informatiecentr pas fors uitgebreid, maar he nog tot op zij n vroegst 1984 v permanente gebouw gereed i waarin voorlichting onderd krijgt. Van den Aarsen: „We elk jaar vijftig procent groei Als dat zo doorgaat komen v moeilijk te zitten. We moete Bram de Buck .steeds vaker beroep pp ons. - FQTOClCKDËBOER van de onderzoeksvaartuigen ontwikkeld en ook de bemonsteringsapparafuur voor hef kustwateronderzoek vanuit de tucht' aldus Bram de Buck. VOOR ing. Wim Schuil zit het werken aan de Oesterdam, één van de twee compartimenteringsdammèn achter in het Oosterscheldegehied, er op. Schuil, Fries van origine, ging drie jaar geleder» de VUT in. Hij is nu 66. in 1953, hij werkte toen voor Rijkswaterstaat in Friesland, meldde hij zich als vrijwilliger in het rampgebied bij Bergen op Zoom,, waar hij tiet toezicht kreeg op het herstel van de dijken in de ondergelopen Auvergnepolder, Theodoruspolder en Stadspolder. „Mijn baas was Luc Lievense, u weet wel, de man van het windenergieproject. Knappe vent, hoor." Vier jaar later verhuizen Schuil en zijn gezin (vrouw en vier dochters) definitief naar Brabant, Zij gaan in Willemstad wonen, waar Schuil betrokken wordt bij de bouw var» de Volkeraksiuizeo én ,het natte werk er omheen'. In die periode wórdt Schuil, van wie bekend isdat hij geen blad voor de mond neemt, lid van de gemeenteraad én lid van Provinciate Staten. „Maar ik voelde me in Den Bosch toch niet zo erg op mijn gemak. Ik zat in de fractie van de Partij van de Arbeid en moest opboksen tegen een oppermachtige KVP, die nagenoeg de dienst uitmaakte". In 1971 wordt Schuil overgeplaatst naar Bergen op Zoom, waar hij te maken krijgt met de aanleg van de Schelde- Rijnverbinding en later met de bouw van de Oesterdam. Hij was toen technisch hoofdambtenaar bijzondere diensten. De Schuils gaan in Wouw wonen en blijven er wonen. Ze voelen er zich thuis. „Ik heb altijd in de TIEN weken zou Fokke van der Meulen (35) bij de bouw van de pijlerdam in de Oosterscheldemond worden ingezet. Dat was in 1973. Hij moest ,iets regelen' voor zinkwerkzaamheden. TINI en Leen Borsje werken al jaren bij de Deltadienst van Rijkswaterstaat. Tini Borsje, afkomstig uit Schore (Zuid-Beveland) en moeder van twee kinderen nu 18 en 16 jaar), maakte in 1970 in Scharendijke als administratief medewerkster haar entree bij de Deltadienst. Haar man was toen, eveneens in Scharendijke, al drie jaar voor de Deltadienst werkzaam. In die dagen was hij betrokken bij het Ontwerpen van de Brouwersdam. Tini Borsje werd in 1975 naar Zièfikzee overgeplaatst, waar zij een functie kreeg op de afdeling Bestek2aken van de Deltadienst. Leen Borsje kreeg in dat jaar de functie van projectleider voorbereiding in Burghsluis. „Ik heb meegewerkt aan de studie die moest vertellen wat er in de Oosterschelde diende te gebeuren. Uiteindelijk gingen de voorbereidingen zich toespitsen op de half open dam. Ik ben nu bezig met de voorbereiding van de bestekken voor de damaanzetten", zo vertelt hij. Tini Borsje:,, Iedere dag gaan er kapitalen door mijn handen. Ik heb bijvoorbeeld de financiering van de „Cardium" (het duurste schip van de bouwvloot). Heb met 45 contracten en 600 bestelorders te maken. Dit is een erg drukke baan, maar ik voel me als een vis in het water". Tini Borsje zegt „zich wel eens te ergeren aan berichten in de kranten dat die pijlerdam toch zo duur is. Maar zouden die journalisten zich wel in de Fokke van der Meulen ....spannende gebeurtenis.. - FOTO DICK DE BÓER Tini en Leen Borsje ....volle inzet - F0T0Ó1CK DE BOER Nu, begin 1983, werkt Van der Meulen, die in dienst is van baggermaatschappij Breejenbout, één van de partners van Dosbouw, nog altijd aan de aanleg van de stormvloedkering. „Ja, het zijn lange tien weken geworden", lacht Van der Meulen, die afkomstig is uit het Friese Akkerwoude en die in Leeuwarden weg- en waterbouw heeft gestudeerd. Hij neemt een belangrijke plaats in het Oosterscheldegebeuren in. Van der Meulen is projectleider van de Cardium, het schip dat de 116 matten voor de fundering van de pijlerdam in de drie sluitgaten van dé Oosterschéldemonding deponeert, en var» de Jan Heijmans, een indrukwekkend vaartuig, dat samen met de Cardium optrekt en grind stort in de sluitgaten. Van der Meulen vindt dat de Cardium, het duurste schip dat bij de bouw van de stormvloedkering wordt ingezet (het kostte meer dan honderd miljoen gulden), de laatste tijd wat te veel aandacht heeft gekregen en de Jan Heijmans te weinig. Van der Meulen, die sinds 1976 in het Noordbevelandse Wissenkerke woont, is verantwoordelijk voor het doen en laten van beide schepen en de 175 bemanningsleden. Dat betekent, dat hij een drukke job heeft, tot in de weekeinden toe. Er mag dan al een reeks maften in de Oosterscheldemond zijn gelégd, voor Fokke van der Meulen blijft iedere mattenlegoperatie spannend. „Ook het leggen van mat 66 (de laatste) in 1984 zal voor mij een spannende gebeurtenis zijn", zegt hl], in de drie sluitgaten moeten in totaal 66 ondermatten en 66 bovenmatten worden gelegd, een karwei van gewicht, want elke mat weegt zo'n 5000 ton. Van der Meulen kent Zeeland goed. Vóór hij naar Wissenkerke verhuisde, woonde hij in Oostburg. „Ik ben met een Zeeuwsvlaamse vrouw getrouwd. Heb-voor Breejenbout - jarenlang baggerwerk gedaan in Zeeuwsch-Vlaanderen, vooral bij Breskens en Terneuzen. problematiek hebben verdiept?". Leen Borsje:,, Ja, het is wel zo dat die werken een groot financieel offer van de schatkist vergen, Andere diensten moeten ervoor inleveren". Over de toekomst, de werken ift de Oosterschelde lopen als alles mee zit rond 1986 af, maken de Borsjes zich geen zorgen. Hij en Zij- nNu wordt de volle inzet van ons gevraagd. Straks moet de werkgever ons zijn volle inzet geven". WinPSchuil geen blad voorde mond. - FQTD DICK D8 BOER uitvoerende sector gewerkt", aidus Schuil, dié in Willemstad één van de oprichters van de jachthaven was. Schuil mag dan gepensioneerd zijn, hij heeft het nog altijd druk ais een klein .baasje. „Dat komt door de vele hobby's, die ik heb. Ik doe aan modelbouw (schepen), speel ceilo (zit bij het Roosendaals Symphonie Orkest-in-oprichting) en maak deel uit van de steunfractie van de PvdA hier in de gemeenteraad. Werk zat aan de winkel". hele week van huis en nu ben ik avond aan avond thuis". In 1954 treedt Lokker als waker in dienst van Rijkswaterstaat. Hij krijgt het toezicht bij de asfaltmolen, dié draait voor de dijkverzwaring bij Ouddorp. Twee jaar later stapt hij over naar de Deltadienst om er tot ejnd 1970 mee te werken aan de bouw van de Haringvlietsluizen. In 1971 wordt hij door de Directie Sluizen en Stuwen in dienst genomen. Achtereenvolgens DAT de honderden bouwvakkers, die in de afgelopen jaren in immense putten op het werkeiland Neeltje Jans de zesenzestig pijlers voor de stormvloedkering bouwden, droge Voeten hielden was mede te danken aan Thijs Lokker (63), die met anderen en met behulp van 320 pompen ervoor zorgde, dat het alom aanwezige water de bouwplaatsen niet kon bereiken. „Ik dacht dat het aardig gelukt is", zegt Lokker, die februari 1978 Neeltje Jans als werkterrein kreeg. Lokker, geboren en getogen in Goedereede, is van huis uit visser. „Mijn vader was zeevisser en ik ben het tot begin 1953 geweest. Net één dag voor de ramp hebben we ons boeltje verkocht. We visten met een krijgt hij te maken met de aanleg van de Volkeraksluizen bij Willemstad en de bouw van de Brouwersdam. In 1977 verhuist hij naar Burghsluis en een jaar later naar het werkeiland in de Oosterscheldemond. Lokker is duidelijk onder de indruk van de gigantische klus, die in de Oosterschelde wordt opgeknapt en hij is blij er een bijdrage aan te leveren. „Een kolossaal werk, meneer". schokker op platvis". Lokker vertelt dat hij er geen moment spijt van heeft gehad afgehaakt te hebben. „Ik was de Thijs Lokker .visserij eraan gegeven. - FOTO DICK DE BOER

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1983 | | pagina 20