H
Ondankbaai
missiewerk
in Amsterd
missiewerk ones skitocht
I^V
Lawines
razen
ZATERDAG 22 JANUAR11983
Hc
.oeft Prins Carnaval in Brabant en
Limburg bij wijze van spreken alleen maar
zijn verentooi buiten de deur te steken om
zijn onderdanen te besmetten, boven de
Moerdijk heeft het carnavalsvirus het
moeilijker. Toegegeven, de carnavalsclubjes
schieten er de laatste jaren als de
spreekwoordelijke paddestoelen uit de
grond, maar de manier waarop ze aan dit
volksfeest gestalte geven, vervult de
gemiddelde zuiderling met een, weliswaar
chauvinistisch, afgrijzen. Zuipen en aan de
buurvrouw zitten; dat is het beeld dat het
zuiden heeft van het carnaval in het noorden.
Dat van die drankgelagen en billenknijpen
wil Henri Overhoff niet zonder meer
bevestigen als stereotiep voor het carnaval
van zijn Justus van Maurik. Wel dat het niet
meevalt om de noordeling de kunst van het
carnaval vieren bij te brengen. En hij,
Bergenaar van geboorte, kan het weten, want
al 25 jaar lang is hij Raraafvan één van
Amsterdams grootste carnavalskorpsen. Het
verhaal van een Brabander op
carnavalsmissie in Neerlands roemruchte
hoofdstad.
•ruTERDAG 22 JANUAR119
ill
Zelfs de doorgaanse zo
stoïcijnse telefoniste
van '008' valt er van uit
haar rol.
Raraaf
Mentaliteit
Te modern
Kalmer aan
Suker
SB
Suske en Wiske: De
Boes
III
£k
'O
Brabander
Overhoff
probeert
Mokum
carnaval te leren
Unne Krab in Mofcu^I
tendeert Henri Overal
zijn. Dat moest dus iceij
worden geïllustreerd
een foto van de man jr|
navalstenue in hartje L
sterdam, het Dampie^l
Dat is, zou je zeggen, toc|
plaats waar men
gewend is, maar Voor J
raars bleven zelfs p-. J
stil staan. Het manJceeJ
nog maar aan dat J
naar hun voorhoofd i
jneven naar
spinveld55 4815 hv breda
liCÏ
Dit is werk van de tekenaar Henri Overhof. Een rol afge-
dankt behang, een pot waterverf, een kwast en even later is
dit het resultaat.
Door Jan van Zuilen
„Dat zal me een feestnum
mer zijn, die noemt zich carna-
valist", lacht ze als ze het num
mer doorgeeft.
Een feestnummer? Ja en nee;
Henri Overhoff (77), Bergenaar
van geboorte, maar al meer dan
een halve eeuw Amsterdam
mer, schrijft het dualisme in
zijn persoonlijkheid toe aan het
sterrenbeeld Tweeling waaron
der hij is geboren. Van de ene
kant een vrolijke Frans, altijd
te porren voor een feestje, zeker
als dat carnaval betreft, maar
van de andere kant altijd een
Pietje Precies geweest, een se
rieus, plichtgetrouw medewer
ker van het inmiddels ter ziele
gegane dagblad De Tijd.
„Dat is", weet hij, „toch ook
kenmerkend voor de Bergse
vastenavend. Leut op z'n tijd.
Met carnaval zet je je zorgen op
zij, maar als het afgelopen is, ga
je weer over tot de orde van de
dag. Dat is ook mijn stelregel".
Henri Overhoff en zijn twee
jaar oudere echtgenote Conny
van Broekhoven, eveneens
Bergse van geboorte, zijn na al
die Amsterdamse jaren Bra
banders gebleven. Aan hun taal
is dat amper meer te horen,
hoewel hij nog vloeiend Bergs
dialect spreekt. Aan hun gast
vrijheid en de gezellige sfeer
die ze in hun bovenwoning aan
het Amsterdamse Bilderdijk-
park hebben gecreeerd des te
meer. En ook wel een beetje aan
het crucifix aan de muur, vin
den ze zelf.
Maar vooral als het om car
naval gaat zijn de Overhoffs
Brabants gebleven, hij vooral is
op dit gebied een voorbeeld
voor Amsterdam. De komende
carnaval maakt hij voor het 25e
jaar mee als Raraaf van Justus
van Maurik, naar zijn zeggen
het gezelligste carnavalscorps
van boven de Moerdijk. Raraaf
is wat in West-Brabant Groot
ste Boer heet. Henri heeft nog
wel geprobeerd die titel bij Jus
tus van Maurik in te voeren,
maar dat vond de eerbiedwaar
dige, koninklijke erkende 'to
neel- en reciteerclub' toch iets
te gek. Henri kan het met zijn
Amsterdamse ervaring billij
ken. „Boer zijn is is in Amster
dam synoniem met stom zijn.
Zo geredeneerd is grootste boer
synoniem met grootste lompe
rik". Daarom werd het Raraaf:
Raadgevende Raadsheer van
de Raad van Elf;-
,ui 3 ri9 ditlw
Het is,'blijkt, bepaald geen
dankbaar missiewerk te zijn.
Slechts mondjesmaat is Over
hoff er in geslaagd het carna
valsfeest van Justus van Mau
rik wat van de hem zo ver
trouwde zuidelijke tradities te
geven. Een jaarlijks motto, ja
dat mocht wel, een eigen insig
ne, oké, maar om nu carnaval
te gaan vieren in een boeren-
kieltje, dat vonden de Amster
dammers wat al te gek. „Jam
mer, maar het heeft ook zijn
voordelen, want nu val ik toch
op in mijn sjofele kieltje. Zie je
me al staan op ons grote carna
valsbal, in het sjieke Hilton, te
midden van al die fraai uige-
doste mensen, met mun dumke
an me nuske. Agge mar leut et.
Dat is echt Bergs. Ja inderdaad,
ik blijf hier in den vreemde de
Bergse vastenavend trouw.
Gekscherend noem ik me wei
eens Krab in Mokum. Toch
moet ik toegeven dat die bals
van Justus van Maurik wel wat
hebben, zeg maar gerust 'ni
veau. Het zijn complete gala
bals die door tussen de duizend
én vijftienhonderd mensen
worden bezocht. Historisch
klopt dat ook wel want het car
naval van Justus is voortgeko
men uit het vroegere bal mas
que".
Overhoff heeft er zich inmid
dels bij neergelegd dat carna
val in Amsterdam nooit zo'n
volksfeest wordt als in Bra
bant. Toch moet zijn vrouw
hem nog weieens af remmen
als hij in zijn enthousiasme te
veel doordraaft naar Amster
damse begrippen. „Zoiets mas
saals als de Bergse vastena
vend krijg je hier nog in geen
honderd op straat. Dat is een
kwestie van mentaliteit. Bo
vendien is de stad er te groot
voor", meent zij.
Een stap in de goede richting,
vindt Overhoff wel het instel
len van een stedelijk presidium,
een overkoepelend orgaan voor
de verschillende carnavalsver
enigingen. Dat heeft onder
meer geresulteerd in de verkie
zing van een stadsprins, vorig
jaar was dat André Hazes, dit
jaar wordt het de acteur Hans
Boswinkel. Verder organiseert
het stedelijk presidium een car
navalsoptocht. Overhoff: „Die
is groter dan je denkt, maar
toch totaal anders als bijvoor
beeld de Vastenavendoptocht in
Bergen. Mijn bezwaar tegen de
optocht in Amsterdam is dat
het te commercieel is. Teveel
ligt de nadruk op reclame.
Daarom moet je je van de kwa
liteit niet teveel voorstellen. Als
je een boerenkiel aan doet, val
je bij wijze van spreken al in de
prijzen". Overhoof heeft in het
yerleden nog wel eens een paar
Amsterdammers meegenomen
naar de optocht in zijn geboor
testad. „Zonde van de moeite,
■pegrij pen ze niet?vl
ijivnogJarnaval, Overbeff 'is er om
eeris Bergs vastenavendmotto
aan te halen, zogezegd voor in
de wieg gelegd. In zijn archief
zitten nog knipseltjes uit de
destijds in Bergen op Zoom
verschijnende kranten De
Zoom en de Avondster over de
carnavalsoptocht van 1922.
Overhoff deed toen voor het
eerst mee, samen met enkele
klasgenoten van de toenmalige
rijks-HBS. Ze behaalden een
derde prijs.
Kort daarna kwam Overhoff
voor het eerst in Amsterdam
terecht voor het volgen van te
kenlessen. Afgestudeerd is hij
nog korte tijd terug geweest in
zijn geboortestad als leraar aan
de ambachtschool en de rijks-
HBS. Hij had te weinig uren om
de kost te kunnen verdienen en
daarom pakte hij er wat bij. Hij
werd correspondent voor een
persbureau en begon met het
maken van reclame-ontwer
pen. Niet dat dat hem nu zoveel
Opléverde, want zijn opdracht
gevers keurden zijn werk af
omdat het te modern zou zijn,
maar Overhoff bereikte er wel
mee dat hij de aandacht trok
van zijn- beroemde stadgenoot
Anton van Duinkerken. Die in
troduceerde Overhoff in 1930
bij De Tijd in Amsterdam. Hij
heeft veertig jaar, tot aan zijn
pensionering in 1970, bij deze
krant gewerkt als archivaris,
tekenaar en journalist.
Het gemis van carnaval com
penseerde Overhoff door er
over te lezen en te schrijven en
alles wat met het Zottenfeest
heeft te maken, is hij gaan ver
zamelen. In de loop der jaren is
deze helft van zijn sterrenbeeld
uitgegroeid tot een bezetenheid.
Overhoff is een wandelende
encyclopdie op het gebied van
carnaval. Zijn verzameling re-
kwistieten die de vorm van een
museum is gaan aannemen
heeft hij onder druk van Conny
de deur uitgedaan (Zij„Ik wist
op het laatst niet meer dat er
nog behang op de muur zat,
overal hingen carnavalsdin-
gen"), vrachtwagens vol zijn
het Bilderdijkpark uitgereden.
Aanvankelijk schonk hij zijn
verzameling aan het carna
valsmuseum Hof der Zotheid in
Breda, maar omdat het daar op
zolder terecht kwam, heeft hij
ze later aan het carnavalsmu
seum in het Limburgse Echt af
gestaan. Ook heeft hij er enkele
exposities mee ingericht, bij
voorbeeld drie jaar geleden in
het Tongerlohuys in Roosen
daal ter gelegenheid van het
22-jarig bestaan van de stich
ting Carnaval in die plaats.
Thuis gebleven zijn al zijn
persoonlijke onderscheidingen,
inmiddels een kleine driehon
derd waaronder verschillende
uit zijn geboortestad en de at
tributen voor de carnavalsvie
ring bij Justus van Maurik.,Hij
maakt" er .honderden op, een,
jaar. HetJSjn op rolié'il.Dqngttg
geverfde "carnavalsschilderijen
die eén aardige indruk geven
van het Amsterdamse carna
val, revue-achtige dingen van
glitter en goud, frivole dames
in pikante kleding, mombakke
sen en clowns, kortom mate
riaal dat de Bovenmoerdijkse
carnavalsvierder onderscheidt
van de zuiderling.
Tussen de bedrijven door zag
Overhoff - en dat is dan de an
dere kant van zijn 'Tweeling'
zijn - kans het archief van De
Tijd in orde te houden, politieke
spotprenten voor dat blad te
maken, af en toe stukjes d
ken voor de kunstredacj
dertig j aar lang de eindtij
te voeren van de jaarlijks,
gave van de Pius Alma®
adresboek voor katholief|
derland. Bij dit alles i
ook nog dertig jaar bestuj
van het Nederlands
seum en docent persgei
nis in Culemborg.
Nu doet hij het wat t
aan. Hij heeft zijn hande
aan de voorbereidingen!
het carnaval, af en toesti
hij nog stukjes voor een!
in Australië, regelmatig:!
hij lezingen over het earns!
feest gee en.'hjj werkt.msl
de Enkhuizer Almanak.:!
voor dóet hij het kalenèl
„Eén monnikenwerk is di|
als vroeger die Pius Alm
Ik ben nu al aan 1984 t
Verder is hij bezig aan,z'J
moires en zijn plakboekeil
Bergen op Zoom, Vrijwe.l
uit zijn geboortestad osj
hem.
„Hoe ik dat doe? Wet
in de tweemaanden
mijn vrouw ep. ik de treinl
een dagje Bergen op Zoon"
gaat op familiebezoek,
huur bij het station een ji
rij de stad door. Als jfcttal
zie waf ik niet thuis kan !j
gen, laat ik het me uitleg}^
Hoe het nu komt dat hljl
meer bergenaar dan Air!
dammer voelt, ofschoon hij
grootste deel van zijn leva
de hoofdstad heeft gewoon
gewerkt? „Pure nqstajgiff
zit in de aard van hetb
daar doe je dan niets aajtSl
vaar hqt, oqk bepaald nid
een gemis ip niijn,jéven,!l
me geeh Amgfergamiijèr f
Ik voel me. thuis.in de stil
weet er de weg, maar mijn)
gaat uit naar Bergen", i
mevrouw Overhoff ligt ds|
nuanceerder. Zij mist
nostalgische gevoelens.
„Ik denk dat dat rood
maken heeft met het feititM
uit verschillende fnüiöitf
men. Dqt bij mijn ntantf
was_ nfeer wat je dan t
Bergs verstaat. Ont een i
beeld te noemen: dialefi
ken was er bij ons tfyuis sill
Waf zeiden suiker, bij miff
thuis suker".
41
BS:.
ÉU
- VVS'
Toen Olie 6 jaar werd,
kreeg hij van zijn vader een
paar nieuwe ski's. Hij had
nog nooit echte ski's gehad,
alleen maar een paar die
zijn vader van planken voor
hem had gemaakt. Je kunt
dus wel begrijpen, dat hij nu
erg graag zijn nieuwe ski's
eens wilde proberen.
Zo begint het echt winter
se prentenboek OLLES SKI
TOCHT van Elsa Beskow.
Olie is zo blij met die nieuwe
ski's, hij wil er meteen mee
weg. Maar dat kan niet, het
heeft nog niet gesneeuwd.
Toch hoeft hij niet lang te
wachten. Want Oller woont
in Zweden en daar sneeuwt
het veel vaker als bij ons.
Een paar weken voor
Kerstmis begint het, met
grote vlokken. Olie bindt
zijn ski's onder en gaat ver
het bos in. Daar komt hij
Oom Rijp tegen, die hem
meeneemt naar het prachti
ge paleis van Koning Win
ter. Daart mag hij rondkij
ken. Hij ontmoet er jongens
en meisjes die ski's en
sleetjes maken en warme
wanten breien en hij houdt
er sneeuwbalgevechten dat
de sneeuw hem om de oren
stuift!
Elsa Beskow heeft dit
boek getekend en geschre
ven in 1907. Al bijna 80 jaar
geleden dus! Maar heel veel
kinderen vinden het nog
steeds mooi. Vooral de teke
ningen. Als je die ziet, krijg
je zo'n zin in ijspret, dat je
hoopt dat het hier in Neder
land weer gauw gaat sneeu
wen en vriezen!
OLLES SKITOCHT - Elsa
Beskow, uitg. Christofoor,
16.50. Voor jong en oud.
Het is bijna niet te geloven
wat er gebeurt als sneeuw
lagen lostrillen en dan als
lawines met een onheilspel
lend geluid naar beneden
komen denderen. Bomen
worden meegesleurd, huizen
verpletterd
In het dal waar Werner
woont, loert dat witte ge
vaar. Het heeft dagenlang
gesneeuwd. In een berghut
hogerop moet een stel jon
gens zitten. Ze hebben vast
honger want ze zijn afgeslo
ten van de rest van de we
reld. En ze weten vast niet
welke route ze naar beneden
moeten nemen zonder zelf
een lawine te veroorzaken.
Werner en zijn vader wa
gen de tocht naar boven. Bij
het
groe
met
won
H<
boek
berg
gers
boek
leidi
de
berg
door
in
Ze 1
prija
se. C
toen
veer
schr
nieti
prac
drie
Een geschilderd zelfprortet van Raraaf Overhoff
sjofele kieltje en het parapluutje van de Grootste Boi'j
hij zo graag had willen zijn. Hij valt er meer in op
dame naast hem, die het Amsterdamse carnavalsufi!1
draagt. - fotos de stem/oio®*®