Rob Vunderink:
55
PRINSENBEEK - Johnny Dusbaba meldt het
met gepaste trots. „Vijftien kilo ben ik nu
kwijt. Toen ik bij NAC kwam, woog ik 101. Nu
nog 86. Maar het was afzien. Nog een paar kilo
minder, dan ben ik helemaal tevreden. Maar
dat mag niet al te snel gaan, anders heb ik te
weinig kracht over".
Kans
door Romain van Damme
Verleden
Eén zaak
Gepraat
Geen behoefte
ZWOLLE - Eigenlijk houdt
hij er helemaal niet van. Al
die drukte rond zijn per
soontje vindt Rob Vunde
rink, ook nadat hij afgelopen
weekeinde in Deventer tij
dens de nationale kampioen
schappen schaatsen verraste
met een tweede plaats achter
Hilbert van der Duim, sterk
overdreven.
door Rob van Doursen
'Degradatie'
Bewijzen
Ï44
7ATERPAG 15 JANUAR11983
de jaarwisseling is
liw, die zich het af-
peiden. Een activi-
Irnationaal niveau
van 1982 wordt zal
blijk boven uit: we-
ler Duim en Gerard
ud tijdens de Euro-
rthene. Bij de vrou-
|rijd voor. Zwemster
slopen jaar vooral
"[kampioenschappen
6ven de vaderlandse
Maar ook de ande-
i van het jaar", Betti-
IZeer onlangs nog,
[lie te doorbreken en
jitverkiezing zou de
□erscheiden Hennie
kiezing van Bettine
iationaal gezien lijkt
het afgelopen jaar
aarbij sportmensen
Rker konden spelen,
f-atletiek in Athene.
In won de „Koningin
lens, toen Sebastian
Ie onderscheiding in
Raanse af, Coe krijgt
I een landgenoot als
(op de 400 meter)
\thene voor het oog
Jrd neer. Voor Daley
Ier in 1982, dat hij op
L een dergelijke top-
in is dan ook slechts
Jrtman van 1982" is
lijnen over de Super-
T43
v
Itenrijk
Afgeslankte Johnny Dusbaba klaar voor echte rentree:
BEN ECHT DOOR EEN HEL GEGAAN"
Drie weken hield de verdediger zich aan een streng
dieet. Uitgerekend tijdens de feestdagen wendde
Johnny Dusbaba de blik af van allerlei lekkernijen.
De gevulde kalkoen was deze keer niet aan hem be
steed.
egenwoordig lang niet
lucratieve wedden-
en op zijn broer afslui-
laar ja, je kunt nu een-
niet alles hebben.
WAALF NOVEM
BER 1982 werd de tus
sentijdse verhuizing
van Johnny Dusbaba -
van Standard naar
NAC-officieel be
krachtigd. In Breda
werd de verdediger de
kans geboden uit het
diepe dal vol proble-
j men te klauteren. Weg
uit België, waar John
ny Dusbaba topclub
Standard openlijk be
schuldigde van minder
frisse praktijken. Ge
volg, geen trainingen
meer, geen wedstrij
den. Johnny Dusbaba
gleed langzaam maar
zeker naar de afgrond.
De sportman in Dus
baba werd steeds na
drukkelijker naar de
achtergrond gescho
ven. Pogingen om el
ders onderdak te ko
men mislukten. Tot
NAC zich in de zaak
Dusbaba vast beet.
i Het lukte. Sinds
twaalf november
stuurde Dusbaba zijn
bolide daaglijks rich-
j ting Breda, om daar te
constateren dat hij
zijn lichaam wel erg
verwaarloosd had. Nu,
I twee maanden later
voelt Dusbaba zich
weer sterk genoeg om
j het gevecht aan te
j gaan. „Het had niet
langer moeten duren,
anders was het nooit
j meer gelukt. NAC
móet ik heel dankbaar
zijn".
Maar Johnny Dusbaba beet
door. In zwakke momenten
haalde hij vooral de wedstrijd
tegen Feyenoord (6-1) voor de
geest. „Toen", gruwelt de ver
dediger nu nog, „had ik het
enorm zwaar. Voor de ploeg
was het jammer, dat resultaat.
Voor mij was het eigenlijk
minder erg. Want in die 'Kuip',
waar ik met FC Den Haag en
Ajax altijd goed gepresteerd
heb, ging ik af. Ik kon de gaten
niet dichten, zelfs aan praten
kwam ik niet meer toe. Een
week eerder ging het tegen FC
Utrecht nog redelijk. Maar
dan weet je niet precies, waar
je staat. Tegen Feyenoord
werd me dat duidelijk. Feyen
oord speelde tegen NAC bij
zonder sterk. Maar het had
nooit 6-1 mogen worden. Van
af de tribune werd er olifant
naar me geroepen. Het was net
of er een pistool op mijn kop
gezet werd. Ik ben er een paar
dagen goed ziek'van geweest.
Toen heb ik gezegd, dit kan
niet meer".
Daar, in die 'Kuip', groeide
bij Johnny Dusbaba het besef,
dat hij de door NAC geboden
kans met beide handen moest
grijpen. De twijfels moesten
weg gewerkt worden. „Aan
vankelijk", gaat Johnny Dus
baba terug naar zijn rentree in
Breda, „dacht ik, het zal wel
meevallen. Ik ben zo terug op
mijn nivau. Maar toen kwam
ik in aanraking met mensen,
die me kenden van vroeger. De
manier waarop ze keken, zo
van, moet die terug komen,
met dat lichaam? Toen ging ik
ook twijfelen, lukt het wel. Die
eerste wedstrijden, het viel
mee. Maar toen kwam dus
Feyenoord. Ik wist meteen
waar ik stond. Ja, het was een
lijdensweg. Verschrikkelijk.
Ik heb in de hel gezeten. Nu, ja
nu pas, voel ik me weer sterk.
Vijftien kilo ben ik kwijt. Als
de mensen me nu zien, zeggen
ze, hé, wat zie jij er goed uit.
Dat doet me deugd. Het is een
stimulans. Zondag tegen DS'79
durfde ik weer meer. In het
begin was ik veel te traag met
dat lichaam. Toch wilde ik iets
afdwingen, ging ik acties doen
die ik niet aankon. Nu voel ik,
dat het wel kan. Ik herstel nu
veel sneller. Tijdens de win
terstop had ik die vervelende
achillespeesblessure, jammer.
Anders had ik er nu gestaan.
Nu heb ik nog een achterstand.
Mijn gewicht is nu echter zo
danig, dat ik die achterstand
veel sneller kan inlopen".
Inmiddels is Johnny Dusba
ba met vrouw en dochtertje
Kim neergestreken in Prin
senbeek. In die voor hem to
taal nieuwe omgeving wil
Johnny Dusbaba het verleden
van zich afschudden. Werken
aan een nieuwe voetbaltoe
komst. Bij NAC, dat in enkele
maanden het hart van de 1.86
meter lange Dusbaba ver
overd heeft. „NAC heeft me
geweldig behandeld", toont de
bij FC Den Haag begonnen
Johnny Dusbaba, „beter dan
menige topclub. Met manager
Ton van der Meer kun je goed
praten. Als er problemen zijn,
worden ze meteen opgelost.
Neem dit huis in Prinsenbeek.
.NAC heeft het voor me gevon
den. Dat maakt het al een stuk
makkelijker. Toen ik nog in
Brussel woonde was het veel
moeilijker. Toch iedere dag 240
kilometer. Toen ik geblesseerd
was, kwam ik iedere dag voor
een half uur behandeling. Bij
Theo Dierckx. Ik bén verplicht
om me volledig in te zetten. De
club heeft me geholpen, op een
fantastische manier".
„En", wordt trainer Jo Jan
sen in de lofzang betrokken,
„zonder Jo Jansen had ik het
nooit gered. Iedere dag is hij
JOHNNY DUSBABA, afgeslankt op de tribunes van NAC. „Ik ben erg goed behandeld. Ik móet nu presteren".
-FOTO'S DE STEM J0HAN VAN SURP
paraat, 's Morgens trainen is
nooit een probleem, zijn en
thousiasme heeft me geholpen.
Er waren momenten, dat ik
dacht, morgen wil ik eens uit
rusten. Want het was afzien.
Maar Jo Jansen bracht me dan
weer zo ver, dat ik er 's mor
gens was. Dat is ook een van
de redenen dat ik móet preste
ren. Tegenover NAC móet ik
mijn waarde bewijzen. De
club heeft er van alles aan ge
daan om me naar Breda te ha
len, daar móet ik iets tegen
over stellen".
Vandaar dat Johnny Dus
baba nu slechts één zaak voor
ogen heeft: NAC helpen in de
eredivisie te blijven. „Dat is
voor iedereen gunstig", stelt
hij eerlijk, „voor de club, voor
de trainer die straks weg gaat
en voor mij. Want ik wil weer
hogerop. Bij Ajax heb ik des
tijds aan de top gezeten. Ik zat
bij de selectie van het Neder
lands elftal. Ik ben pas 26, elf
jaar speel ik betaald voetbal.
Het moet mogelijk zijn terug
te komen. Dit halve seizoen is
dan ook uitermate belangrijk.
Voor iedereen". Johnny Dus
baba laat vervolgens het voet-
balhart spreken. En analy
seert NAC met: „Qua peil is
het me alleszins meegevallen.
Op de trainingen merk je, dat
er talent genoeg is. Maar in de
wedstrijden mis ik wel eens de
juiste instelling. Er wprdt wel
eens te gemakkelijk naar een
wedstrijd toegeleefd. Kijk, wat
er afgelopen zondag in Dor
drecht gebeurde. Dat noem ik
een blamage voor NAC. Met
4-2 verliezen van DS. Dat mag
niet gebeuren. Ten opzichte
van je supporters, en NAC
heeft een trouwe supporters-
schare, kun je dat niet maken.
Dat is een kwestie van instel
ling. De komende wedstrijden
moeten we punten halen. Hoe,
is niet eens zo belangrijk. Als
we in de eerste drie wedstrij
den de nodige punten pakken,
zijn we zo weg uit die gevaar
lijke hoek. Daarom vind ik,
dat we in de uitwedstrijden
best wat verdedigender mogen
spelen. Elke topclub doet het.
Ajax past zich aan als het
naar Fortuna gaat. Waarom
NAC dan niet? Trouwens, dat
is me wel opgevallen. Het
evenwicht in de ploeg is niet
helemaal juist. Te veel aan
vallende elementen. Maar ik
ben er van overtuigd, dat we
genoeg kwaliteit hebben om
ons te handhaven".
En meteen volgt er: „Als er
in het veld maar gepraat
wordt. Dat gebeurt veel te
weinig bij NAC. Tom Smits,
een zeer goede voetballer, Edie
de Schepper ook, alleen ze
praten te weinig. Waarom is
Ajax zo groot geworden? Na
tuurlijk, enorm veel talent,
maar in die ploeg werd door
iedereen gepraat. Elkaar in
positieve zin opjutten. Bij
NAC wordt er in feite te be
scheiden gevoetbald. Er lopen
genoeg goede voetballers rond,
Guus van der Borgt, een ge
weldig talent. Maar ze moeten
leren elkaar te sturen. Als bij
voorbeeld Geels in balbezit
komt, moet hij al gehoord heb
ben waar de mogelijkheden
liggen".
Johnny Dusbaba kijkt te
vreden naar buiten. De cake
die bij de koffie geserveerd
wordt, blijft onaangeroerd
(„Vroeger snoepte ik enorm,
nu, na dat dieet, heb ik totaal
geen behoefte meer om te
snoepen".) Blij dat hij in het
voetbal wereldje weer de weg
terug gevonden heeft. „Het
had niet veel langer moeten
duren", weet hij, „dan was het
niet meer mogelijk geweest.
Nu, heb ik er zin in. Ik voel me
sterk, goed. Alleen met Stan
dard moet er nog wat geregeld
worden. Mijn advocaat zegt
dat ik mijn geld krijg. Petit
doet natuurlijk nog moeilijk,
maar dat komt wel in orde.
Hier in Prinsenbeek wil ik tot
rust komen. Met mijn gezin. Ik
zit hier prima. Met het bestuur
van NAC heb ik al diverse ge
sprekken gehad. Ik heb bij
Standard nog een eenjarig
contract. NAC is de eerste ge
gadigde om me te kopen. En
waarom niet? NAC wil hoger
op. Als er wat gerichte aanko
pen zijn, wil ik best blijven.
Maar dat is allemaal van late
re zorg. Eerst moet er voor ge
zorgd worden dat NAC snel in
die middenmoot zit. Ik weer op
mijn oude nivau. Dat is voor
lopig het uitgangspunt".
- foto upi
raz
Nederland of België ka»
gen.
r zijn enkele goede voel-
rs bij. Ze zijn relatie!
koop. Ik heb een knappe
rmiddenvelder van 22
een rechterspits en een
stopper. Ik wil die jon-
graag helpen, zonder te
restatie. Wie mij kent,
dat ik aan hen en een
tuele transfer geen stui-
vil verdienen. Frans Roo-
leb ik, vlak voor mijn ver-
naar Graz, naar MVV ge-
ht. Ik heb er twee kippen
rie konijnen voor gekre-
Zalig om dat voor zoiets
ken."
januari komt Barry voor
weekje over naar Neder-
wellicht dat hij dan en-
clubs zal polsen of ze een
e Oostenrijkse voetballer
rien gebruiken." Na dit
oen zal Barry definitie!
voetballen stoppen. I®
1 begint hij met de Oosten-
se trainerscursus, die een
nd duurt. Daarna hoop'
volgend seizoen, bij Gra-
!VK als assistent-trainer in
ist te kunnen trainen. J*
zeker nog twee jaar en
schien nog drie jaar i®
tenrijk blijven. Of er zo®
in België iets moete®
doen. Ik heb daar nog aP
contacten lopen. Als ik l®
gië als trainer aan de slag
kom ik na dit seizoen te-
Dat weet men bij Graz."
m TE VEEL DRUKTE ALSJEBLIEFT"
Vandaar dat hij blij is met het
feit dat de ploeg voor het Euro
pees kampioenschap in Den Haag
(29 en 30 janauari) zich voorbe
reidt in het Zwitserse Davos.
Daar hoopt hij de broodnodige
rust te vinden om de accu, die in
Deventer vrijwel leeg liep, op te
laden.
„Ik heb dat nodig. De laatste dagen
ben ik door al die toestanden bijna niet
aan trainen toegekomen. Overal waar
ik kwam, werd ik aangesproken. Thuis
kreeg ik ook geen kans pm even mezelf
te zijn. Iedereen wilde plotseling met
me praten. Maandag zijn er zeker wel
vijftig mensen langs geweest", geeft
Vunderink aan. Hij liet het allemaal ge
laten over zich heen komen. Wist dat hij
zich niet mocht verzetten, maar in Da-
vos hoopt hij de draad weer op te kun
nen pakken. „Het hoort er bij heb ik te
gen mezelf gezegd. Maar het kwam niet
zo goed uit. We zitten in een belangrijke
periode van het seizoen en dan kun je je
eigenlijk niet veroorloven om ook maar
één training over te slaan. Je moet bezig
blijven", aldus Rob Vunderink, 21 jaar
en naast het schaatsen driftig om zoek
naar een arbeidsplaats.
Het moet nog afgewacht worden hoe
Rob Vunderink zal reageren op zijn te
rugkeer in de senioren kernploeg. Twee
seizoenen maakte hij al deel uit van de
ploeg, maar afgelopen zomer besloot
coach Henk Boer hem terug te zetten
naar Jong Oranje. „Voor zijn eigen
bestwil", merkte Boer in Deventer op.
„Hij liet zich helemaal in een hoekje
drukken. Hij kon er niet zo goed tegen
als hij eens gepest werd door de ande
ren. Hij trok zich dat enorm aan. Hij at
op een bepaald moment zelfs niet meer.
Hij verloor vijf kilo aan gewicht. Van
daar dat we hem in Jong Oranje hebben
geplaatst. Daar moest hij rijpen".
■o o
F 4-
O
9
O,
e
g
S
Wat dat laatste betreft heeft de 'de
gradatie' van Rob Vunderink in ieder
geval succes gehad. Zijn overwinningen
in Deventer op de vijf en tien kilometer
(vooral de laatste) maakten grote in
druk. Nadat hij aanvankelijk jubelend
reageerde op zijn verrassende zeges, zet
de Zwollenaar er enkele dagen later
toch vraagtekens bij. „Iedereen ziet mij
nu louter als stayer, maar ik voel me
meer en meer een klassementsrijder. Ik
weet dat ik op de sprint nog te kort kom,
maar daar zal ik zeker in Davos hard
aan werken. Als ik het geluk heb om
een keer goede omstandigheden te tref
fen en ik slaag er in om onder de veertig
seconden te duiken dan ben ik er door
heen. Door die angst dan. Want dat is
het volgens mij dat mij dwars zit. Ik ben
gewoon bang voor de sprint. Ik denk al
tijd te veel aan wat er allemaal fout kan
gaan. Het is ook een rot afstand. Op een
vijf kilometer kun je je een misslag ver
oorloven. Dan ben je in staat om dat de'
corrigeren. Op de sprint ben je als dat
gebeurt gelijk gezien. Op de lange af
standen voel ik me gewoon een stuk Ze-
IS
g
'S
S
I
CQ
OT3
op die baan alsof het allemaal van zelf
gaat".
Ook een reis naar Oslo, waar hij op
uitnodiging van het Noors Olympisch
Comité eind november samen met ju-
niore Marieke Stam deel nam aan een
sportsymposium, was van enorm be
lang voor zijn doorbraak dit seizoen.
„Daar heb ik geleerd dat ritme-wisse
lingen in de bochten ook mogelijk zijn.
Samen met Eddy Verheyen, de coach
van Jong Oranje heb ik dat verder uit
gewerkt. Nu rijd ik in de bochten met
een iets kortere slag dan op de lange
stukken. Op die manier kan ik ook in de
bochten versnellen als dat nodig mocht
zijn om bijvoorbeeld een moeilijke
kruising te voorkomen".
•kerder".
Rob Vunderink beseft dat hij die
angst voor de 500 meter zal moeten af
leggen. Tenminste wil hij als all-roun
der internationaal echt gaan meetellen.
Gokken op alleen de lange afstanden
met het oog op de Winterspelen in Sera- UntOfiKKing
jewo durft hij niet. „Daar gaan we deze
zomer aan werken. Nu wil ik op het EK
en eventueel op het WK goed preste
ren", heeft hij zich als doel voor de ko
mende weken gesteld. Rob Vunderink
mag dan wat schroom hebben, toch
weet drommels goed wat hij als schaat
ser wel of niet kan. „Een sprinter zal ik
nooit worden", zegt hij met een glim
lach. „Dat weet ik zeker".
Een trip naar de Medeo-baan van het
Russische Alma Ata maart vorig jaar
betekende voor Rob Vunderink de ont
dekking van eigen kwaliteiten. Op het
wonderijs achter de Oeral reed hij on
der beslist niet ideale omstandigheden
(voor Alma Ata althans) de tien kilome
ter in 14 minuten en 35 seconden en 52
honderdste en pikte hij ook nog 'even'
het Nederlands record op de drie kilo
meter met 4.05.83 mee. „Iedereen zou
eigenlijk de kans moeten krijgen om
daar een keer te rijden", aldus Rob
Vunderink. „Dat is een ervaring, die je
lang bij blijft. Ik weet niet precies hoe
ik het moet omschrijven, maar het lijkt
In zijn drang om te bewijzen dat hij
bij de nationale top behoorde en dat
Boer ten onrechte de voorkeur gaf aan
Hein Vergeer in de senioren kernploeg,
liep Rob Vunderink zich in december
bijna voorbij. „Ik was te vroeg in vorm",
legt hij uit. Het trainingskamp rond
kerst in Inzeil was dan ook nauwelijks
aan hem besteed. Het feit dat hij de
kernploeg op de vijf kilometer in Hee
renveen en Eindhoven al aftroefde zette
hem aan het denken. „Ik heb duidelijk
gas teruggenomen. Ben ook weer meer
gaan lopen. Op die manier botte ik mijn
conditie een beetje af. Pas de week voor
het Nederlands kampioenschap ben ik
er weer vol tegenaan gegaan".
Wat dat betekende heeft met name
wereldkampioen Hilbert van der Duim
in Deventer aan den lijve ondervonden.
AI blijft Rob Vunderink de betekenis
van zijn zege op de tien kilometer af
zwakken. „Je moet er niet te veel con
clusies aan verbinden. Volgens mij
heeft Van der Duim niet alles gegeven.
Hij was in feite al kampioen en dan kun
je defensief rijden. En dat heeft hij vol
gens mij gedaan. Hij hoefde niet zo no
dig te winnen