/A*I
AGENDA
/Pitl
AGENDA
'Wie is Waar?' aardige gids
voor oude stijl in Nederland
WIE IS WAAR?
RIJF
B.V.
Kerstkribben
kijken
in de Ahoy
Etienne Verschueren
op nieuwjaarsconcert
m BBBB
UITGAVE VAN STICHTING JAZZ CROONER
r
IfjpERDAG 23 DECEMBER 1982
T3 PAGINA GIDS 2
B®
Oude Stijl Jazz
in Nederland 1982
DATSUN CHERRY
Ksfce en Wiske: De Belhamel-Bende
Lucky Luke: De bende van Joss Jamon
Niet alles
plukken!
Zigeunerkind
DONDERDAG 23 dec.
la: Louis d'Or, Ginneken-
Intrioduction.
VRIJDAG 24 dec.
ja: De Scarabee, Van
jirstr. 16 (21.30) South Side
^Jesband.
illerdam: Harbour Jazzclub,
l,ena 221 (21.30) Rebound Jazz-
i.
ilerdam: BIM-huis Oude
Jans (21.30) MVD Percussie
imble.
ZONDAG 26 dee.
IjJa: RTCB Zaal De Vracht-
igen. Ginnekenmarkt (14.30)
jinsessions.
tfAANDAG 27 dec.
De Vrachtwagen, Ginne-
larkt (21.00) South Point Big
Leur: Zaal Arnouts,
(20.00) Tee Wee's Big
DINSDAG 28 dec.
ipelle a/d IJssel: De Roode
«uw (21.00) Quintet De Wijs en
Hxie Machine.
WOENSDAG 29 dec.
Th. v.d. Molen, Ginne-
snweg (21.00) Live Jazz.
Imsterdam: BIM-huis, Oude
(hans (21.30) Nieuwj.-conc.
jisha Mengelberg en Han Ben-
„Het leek het bestuur van
Jazz Crooner nuttig om eens
een inventarisatie te maken
van de gehele oude stijl
jazzwereldje in Nederland".
Met deze zin begint het
voorwoord in het zojuist
verschenen boekwerkje 'Wie
is Waar?', Oude Stijl Jazz in
Nederland 1982, van de
Stichting Uitgeverij Jazz
Crooner.
Het is een aardig boekje
geworden. Verwacht geen
fraai boekwerk met een
schitterende lay-out. De uit
voering is uiterst sober ge
bleven. De inhoud geeft een
overzicht van alleen de Ne
derlandse oude stijl jazz.
Jazzclubs, café's, evenemen
ten, festivals, orkesten, so
listen, en musici passeren de
revue
Als de voorzitter van Jazz
Crooner, Herman Weller, in
het voorwoord stelt: „Wel
licht is deze eerste uitgave
niet volledig", dan zullen we
dat als een eufemisme moe
ten opvatten. Zo op het eer
ste gezicht missen we wel
enkele jazzclubs en jazzor
kesten. Reden daarvoor kan
zijn, dat nergens in het boek
wordt verteld waar de sa
menstellers, onder leiding
van Marianne van Iersel, nu
de precies de grens van de
oude stijl jazz leggen of aan
welke voorwaarden clubs of
groepen moesten doen om in
dit boek vermeld te worden.
bod metallic bwj. 1979
1977
1979
1978
1980
1980
1981
1978
1976
1977
1977
1980
1978
1981
1979
1979
1979
1979
1980
1979
1980
1979
1977
1980
1976
1979
1977
1979
Het nieuwjaarsconcert van
Kil Bounders Big Band
®BBB) op 1 januari kent
«i grote jazzmusicus als
(sstsolist. Nadat al verschil-
!tnde leden van het BRT-
iizzorkest met BBBB heb-
sn opgetreden is het nu de
leurt aan de leider van dit
orkest zelf, namelijk aan sa-
ufonist Etienne Versehue-
M. Verder gasten op dit
sneert, dat om 14.00 uur in
Ie Stoelemat begint, zijn
assist Hein van de Geijn,
pianiste Debby Poryes en
irummer Marcel Serierse.
Etienne Verschueren
leeft het de laatste jaren
Ijzonder moeilijk gehad.
Door een keelaandoening
'as hij gedwongen zijn sa-
rnfoon voor enkele jaren in
Ie wilgen te hangen. Hij
leef wel het BRT-jazzor-
test leiden. Dat doet hij al
sedert 1963. In die periode
ontving hij gasten als Kai
fading, Benny Bailey, Sli
jt Hampton, Jiggs Whig-
oan, Jack van Poll, Jerry en
lok van Rooyen en vele an-
teten. Hij blies aanvanke-
Buiten een kort voorwoord
is er nergens begeleidende
tekst te vinden. Bij gebrek
aan deze gegevens vraag je
je af, waarom er dan toch
vrij voor de hand liggende
groepen en jazzclubs ontbre
ken. De waarde van zo'n
boek valt of staat bij de vol
ledigheid van de informatie.
Passief
De werkwijze van de sa
menstellers lijkt vrij passief
te zijn geweest. Niet dat ze
niet veel werk hebben ver
zet, maar teveel is informa
tie over clubs en orkesten
afgewacht. Het begon met
een oproep aan clubs en mu
zikanten, daarop volgde een
sneeuwbaleffect van nieuwe
namen, die werden aange
dragen. „Niet iedereen he
laas begreep de opzet van
het boek en zond vaak geen
of onvolledige gegevens in",
Etienne Verschueren
lijk ook nog zijn partijtje
mee. Na zijn ziekte is weer
langzamerhand bezig om
zijn oude, zeer hoge peil te
bereiken.
wordt in het voorwoord ge
steld.
Deze werkwijze verklaart
wellicht, waarom Bredase
jazzcafé's Louis d'Or niet
verder komt dan een eenre
gelige vermelding, waarom
een Caldo Sextet uit Roosen
daal helemaal niet in het
boekje voorkomt, evenals
jazzclub De Kakatoe in Den
Bosch en de Bossche Jazz-
stichting. Aan deze gegevens
moet toch in een jaar tijd -
zolang is eraan gewerkt - te
komen zijn.
De vraag rijst ook of er
wel behoefte aan een derge
lijk boekje is. We weten im
mers onze vaderlandse jazz-
scene al in z'n totaliteit pro
fessioneel belicht door Wim
van Eyle in zijn grote na
slagwerk. Goed, dat boek is
inmiddels enkele jaren oud,
maar Van Eyle heeft beloofd
om dat steeds weer aan te
passen en te actualiseren.
Daarin vinden we ook de
oude stij 1 j azzwereld.
Vijf solisten
Opvallend in dit nieuwe
boekje is, dat Nederland
maar vijf solisten in de oude
stijl kent. Onder het hoofd
stuk solisten vinden we na
melijk Johan Bijkerk, Joop
Hendriks, Lauran van Oers,
Cees Vermeulen en Joep
Peeters. Van deze laatste
weet het boek alleen maar
het adres te vermelden. Zou
van deze musicus niets meer
te vertellen zijn? Waarom
het bij deze vijf musici blijft
is een raadsel. Ook hier weer
niet een verklaring, waar
het verschil tussen musicus
en solist ligt. Jammer, want
het zijn gemiste kansen om
het boekwerk meer waarde
te geven.
Nu kunnen we volstaan
met een citaat uit het voor
woord: „Zo'n boek zou een
gids kunnen zijn voor de or
ganisatoren van jazzclubs,
festivals en andere evene
menten en ook voor leiders
van orkesten bij het zoeken
naar meer mogelijkheden
voor optredens. De lijst van
musici stelt een bandleider
in staat om snel een vervan
ger te vinden als onverhoopt
een muzikant uitvalt." Voor
zover genoemde personen en
organisaties nog niet wisten
waar ze terecht kunnen, zou
dit boekje inderdaad een
gids voor hen kunnen zijn.
De presentatie van het
boekwerkje heeft zondag
middag tijdens de jammses-
sions in de RTCB-sociëtei'
plaats. Het boekje is ver-
kijgbaar bij de RTCB en vis
de Stichting Uitgeverij Jaz;
Crooner, Postbus 1920, 4801
BX Breda. De prijs bedraag'
20,- plus 5,- verzendkos
ten.
E.S.
Kerstkribbe uit Nieder Osterrreich.
Door Henk Egbers
ROTTERDAM -Had Ahoy-
Rotterdam vorig jaar een inte
ressante tentoonstelling met
Poolse kerstkribben, dit jaar
komen ze uit Oostenrijk.
Kerstkribbetjes kijken via een
trektocht langs kerken is voor
kinderen vaak een boeiende
kerstbezigheid. In het Rotter
damse complex maakt deze
tentoonstelling deel uit van
het zogeheten familiefestijn
"Kerstland". Een tochtje naar
de tentoonstelling "Volks
kunst uit Nieder-Osterreich",
waar behalve de kerstkribben
ook oude meubels deel van
uitmaken, is behalve voor vol
wassenen ook voor kinderen
aardig.
De kribben en meubels ko
men uit het museum van de
grootste Oostenrijkse provin
cie, ten noord-oosten van We
nen. Ze stammen uit de 18e en
19e eeuw. Kribfiguren ge
maakt uit was en andere ma
terialen, gezet in fantastische
omgevingen - van hele primi
tieve landschappen tot barok
ke paleizen en kerken. Meestal
naief van vorm, soms van een
barokke schoonheid. Gemaakt
via huisvlijt of op kloosterate-
liers.
Er zijn overigens ook enkele
Napolitaanse stallen tussen
verdwaald. Verder zijn er
maskerfiguren, staafpoppen,
koekplanken, adventskalen-
ders e.d. te zien, die de folklore
rond het kerstfeest illustreren.
Niet indrukwekkend, maar
genoeg typisch voor het land
van herkomst.
Was vorig jaar de Poolse
stallen-expositie sterker dan
deze, nu zijn de meubels van
een grotere, historische kwali
teit. De getoonde boerenmeu-
bels en sleden vallen niet op
door de houtbewerking, maar
door het ingetogen schilder
werk. Religieuze- en histori
sche onderwerpen in vooral
typische blauwe- en groene
tinten zijn vaak van een roe
rende schoonheid. Zeer de
moeite waard.
Volledigheidshalve: deze
tentoonstelling is de culturele
krent in het programma
"Kerstland", dat van 24-30 de
cember onder meer bevat het
Billy Smart circus, een kerst
markt, het grootste overdekte
lunapark van Nederland, een
uitgebreid programma met
artisten uit binnen- en buiten
land, spelendagen en spekta-
kelfims op een enorm scherm
(informatie: 010-812144).
Hm 'f werk Idml model1 Met de sshdduw m
een stippellijn Let op de rerhoudinfen
De hoogte m net hoo;d
mmlicht is de lengte
van het hchddm 1
pjooq do j33a 'U3Aoqs>(U!i ']aza )uei(U3Aoq
'ueeiput uba uisj '[assusd %oui pueq 'dftdsjfsojq ';ua; ;ue}fU3Aoq 'jfojsjuaj 'ueerpui Sooqaqa 'sjjuq sn^ej}
BOEKENBOEKENBOEf
BOEKENBOEKEMOEKEXBt
ENBOEKENGCSXSTtBOL
BOEKENBOEKENBOEKENI
Edmund Launert, Elseviers Gids
van Eetbare en Geneeskrachtige
Planten. Elsevier, Amsterdam/
Brussel. Prijs f 34.50.
400 inheemse wilde planten -
paddestoelen, wieren, korst
mossen, varens en bloeiende
planten - worden uitvoerig
besproken met betrekking tot
hun toepassing als eetbaar ge
was dan wel als geneeskruid.
Bij elke soort is een uitvoerige
beschrijving en een afbeelding
in kleur opgenomen. Symbo
len, G. E. W(aarschuwing) en
een doodshoofdje bij de naam
wijzen direct de weg. Toepas
singen worden beknopt, maar
duidelijk gegeven: 1-2- theele
pels per liter water; 3-5 minu
ten zachtjes koken, 15 minuten
trekken. Dik gedrukt wordt
gewaarschuwd als inwendig
gebruik of een te grote dosis
schadelijk is.
Omdat de oorspronkelijke
uitgave Engels is, wordt in een
aanhangsel een opsomming
gegeven van enkele niet ge
noemde eetbare of genees
krachtige planten die in Ne
derland en België wel voorko
men. Eveneens opgenomen
zijn 'n overzicht van de werk
zame stoffen in genoemde
planten, een tabel hoe eetbare
planten aan te wenden zijn,
recepten voor soepen, hapjes,
salades, sauzen en broods
meersels, zoetigheden en
dranken op basis van de be
handelde planten en tot slot
een lijst van veel voorkomen
de kwalen en welke planten
men daarvoor kan aanwen
den. Verklarende woordenlij
sten van botanische en medi
sche termen completeren het
geheel.
In een inleidend gedeelte
wordt ingegaan op het verza
melen en bewaren van plan
ten, aan het bereiden en toe
passen van afkooksels en der
gelijke, De summiere aandui
ding: „Verzamelt niet op an
dermans terrein" (ook niet in
beschermde natuurgebieden)
is ons wat mager. Allereerst is
practisch ieder terrein ander
mans terrein. Tweedens wordt
wel aangegeven welke planten
beschermd zijn, maar behalve
de wettelijk beschermde soor
ten, zijn er nog veel meer, ze
ker streeksgewijze gezien,
zeldzaam of weinig talrijk. En
het zou te betreuren zijn als
alle gebruikers van de gehele
oplage het veld in zouden
trekken om daar alles wat ge
neeskrachtig of eetbaar is weg
te halen.
Dat is het nadeel van zuike
boeken. De gebruikers weten
meestal niets omtrent de tal
rijkheid van de binnen hun
actieradius voorkomende
soorten. We pikken er twee
uit. Zeepkruid, te gebruiken
als aftreksel tegen blaas- en
nierstoornissen en Heemst,
eveneens een aftreksel maar
tegen bronchitis, catarre, keel-
en maagontsteking. Ais je je-
dan realiseert dat in O.Z.
Vlaanderen door die twee
soorten samen, nog geen tien
vierkante meter wordt bedekt,
hou je je hart vast. Een grote
verzamelwoede kan heel ge
makkelijk leiden tot definitief
verdwijnen van soorten.
Dat kan nooit de bedoeling
zijn van zo'n gids, dus gebrui
ken met verstand en deskun
digheid. En dat geldt ook voor
de toepassing als geneeskruid,
want rondbladig wintergroen
moge dan werkzaam zijn te
gen waterzucht, blaasontste
king, reumatische pijnen en
suikerziekte, wie zegt dat Uw
diagnose juist is?
Sp.
„Lidia, het zigeunermeisje" door J.
W. Ooms en „De kloof zonder brug"
door Rie van Rossum. Uitgaven
Zomer Keunig Ede. Prijs 29. 90
elk.
De uitgeverij Zomer Keunig
te Ede heeft de liefhebbers van
streekverhalen zonder twijfel
een plezier gedaan met een he
ruitgave van een tweetal, eer
der bij Callenbach in Nijkerk
afzonderlijk verschenen ro
mans van de Alblasserwaard-
se verteller J. W. Ooms. Het
zijn de verhalen „Lidia en de
Erven Neuteboom" en „Lidia
en de zigeuners".
Middelpunt in beide romans
is het te vondeling gelegde zi
geunerkind Lidia, dat, niet
zonder problemen, groot
wordt gebracht in het huis
houden van de gebroeders
Neuteboom, „vier eikenhouten
renteniers, zonder reuk of
smaak". Geheel in de lijn der
verwachtingen volgt het meis
je uiteindelijk de drang van
haar bloed en verdwijnt in het
niets.
Bij Zomer Keunig ver
scheen nog een tweede "pil"
de vijfde druk van een triolo-
gie van de hand van Rie van
Rossum onder de titel „De
kloof zonder brug". In dat ver
haal, alsook in „Cinderella" en
„De tinnen soldaat" maken
we kennis met een aantal jon
ge mensen van een ouderwetse
kweekschool in de twintiger
en dertiger jaren op hun weg
naar volwassenheid en die
gaat beslist niet altijd over ro
zen.
Sw.