der Duim
mt niet
TW. RT-FMSDCroC
[QËNSDAG 22 DECEMBER 1982
door Jean Nelissen
I,Ik wilde niet als invalide
isleten worden", vertelt
[opeen regenachtige
T43
HOOGERHEIDE -
Patrick Sercu (38) reed in
1965 zijn eerste zesdaagse
als professional, René
Pijnen (36) startte zijn
opmerkelijke carrière
vier jaar later. Inmiddels
zijn de seizoenen
gekomen en gegaan,
hébben twee generaties
afscheid genomen, en nog
altijd staan de twee
„koningen van de piste"
aan de top, ondanks hun
ver gevorderde leeftijd.
Sercu heeft 86 zesdaagsen
gewonnen, Pijnen 52.
Aleen de voormalige
„keizer" van de
zesdaagsen, Peter Post,
heeft zich met 65
overwinningen in de
„eeuwige" ranglijst
tussen het tweetal weten
te handhaven. -
„Wij kunnen nog met de
allerbesten mee", zegt
WOENSDAJ B
dCoerver: "Voetballers kun je met maken"
pan de persconferenti;
i enkele minuten werd
lly Parijs-Dakar in j
■coureur gememoreerd
i bracht van deze rally]
zijn wens zijn geweest
ijuipe present is in Pa.l
fte officiële voorstelling]
(ien dat de 'wens' van]
Gebrek aan pecuniae
ken aan de vijfde editie]
pteur Thierry Sabine tel
[de afgelopen maanden!
hldsehieters, die in het]
[ldbuidel, hielden nu del
ot de Nederlandse ves-l
[s hoofdsponsor, zij het]
0.000,- die in de teams]
nen.
Jullen volgende week]
voor de vijfde editieJ
de laatste keer",
Dutch National Paris-]
we in ieder geval een,
|ebben. We hebben ook]
vij steunen op een be-
I waren de equipes toen]
I vij f teams, zullen Anne'
loberen de barre tocht te
|chinson wagen een po-!
Aat Tiekstra en RoeFl
l/ens meedingt naar een]
uto's. Jan de Rooy, Jani
Ide equipe van de DAF- i
pld Vonk en Cor Schui-
J Het officiële vertrek is
Ie in Parijs.
fels en de uitvoering'
in bezig houdt, aan het
ian dit seizoen zijn
bunt bepaalt over de En-
maatregelen. „Maar",
hij er aan toe, „Wij
ten het voetbal zuiver-
maken. Wij zullen ons
dienen te richten naar i
L;en en de voorschriften
IFA, want die zijn over
wereld geldig".
|RKRADE-Waar
|eUrd in Kerkrade.
.jgele maanden geleden.
[58-jarige Wiel
Lver daagt de 29-
Cjge oud-voetballer
LsErkens, nu trainer
InRKTSV, uit. Hij,
Lens, die iets wil leren
Ij Coerver, krijgt een
tartier de tijd om hem
Ibal afhandig te maken,
jkens, conditioneel nog
Jlijd sterk en
^hikkend over een
,oot loopvermogen,
Lptvol goede moed op
Lrasmat en denkt dit
[rweisnel te klaren,
laar hij moet na 15
jnuten zijn hoofd in de
loot leggen. Hij heeft
[bal niet in zijn bezit
.regen, laat staan dat
[hem aanraakte.
kiel Coervers snelle
Itenwerk aan de bal, net
|rap als zijn
lordenstroom, is
lomenaal. Temeer daar de
Murgse ex-trainer
hiddels twee hart-
[raties heeft ondergaan
in in Nijmegen en een in
jistón) en, pakweg twee
Ir geleden, bij een strak
Mje zelfs niet de kracht
■het uithoudingsvermogen
ld een straat over te
Biel Coerver heeft echter
■vezen dat de innerlijke
lichten van de mens groter
Jndan velen ooit voor
■gelijkhouden. Hij,
letenvan voetbal, bezeten
Ivan oefenstof, heeft zich,
leen lange lijdensweg, de
Itete jaren een souplesse
Ken gemaakt waarop een
■er jaloers zou ziin.
in zij n bungalow in
kwinselen. „Nadat de
lier mij had verboden
lief te zijn in de
pallerij, heb ik eerst
óerhalf jaar niets meer
Kaan. Mijn fysieke
(stand verslechterde
zodanig dat ik aan mijn hart
geopereerd moest worden.
Toen men mijna twee
operaties, in Houston
vertelde dat een derde
operatie, die ik graag wilde,
te gevaarlijk zou zijn, ben ik
op de Canarische eilanden
op vakantie gegaan. Snel
bleek dat de warmte goed
voor me is en ik heb daar
toen dagenlang uren en nog
eens uren gewandeld. Mijn
conditie ging met sprongen
vooruit en middels een
streng dieet verbeterde mijn
lichamelijke toestand
zienderogen."
Het was in die periode dat
Wiel Coerver de
voetbalsport en de opleiding
van de voetballer grondig
doorlichtte. En aldus tot
opzienbarende conclusies
kwam. Hij zette een
oefenprogramma op papier,
dat in zeven leerfases uiteen
valt.
Hij bracht het twee
winters in praktijk in
Indonesië en in China, waar
hij de Nederlandse koude
voor enkele maanden
ontvluchtte. Hij verbleef zes
weken in Oost-Duitsland,
legde diverse buitenlandse
boeken over
trainingsmethoden naast
elkaar en ontdekte aldus de
vele verschillen in de
methodiek. Een brok arbeid
die volgend jaar gebundeld
wordt in een boek waarvoor
hij de tekst schreef en dat
verlucht zal worden met
honderden foto's.
Middels die foto's laat
Coerver vele
schijnbewegingen met de bal
zien, zonder en met
tegenstander, hoe je de bal
kunt afschermen, kortom,
een hoeveelheid informatie,
beeldend verteld, dat de
voetballer en de trainer, die
er straks gebruik van willen
maken, er hun hart aan
kunnen ophalen. Bovendien
wil hij in het voorjaar zijn
ideëen in praktijk gaan
brengen via demonstraties.
Bekeffy heeft al oplast van
Anderlecht geinformeerd of
hij in Brussel iets wil doen.
In de periode dat Wiel
Coerver Sparta, NEC,
Feyenoord en Go Ahead
trainde, kreeg een aantal
spelers al te maken met de
oefenstof van Coerver, die
toen minder van inhoud was
dan nu. Jan Peters, Jan van
Beveren, Eugène
Marij nissen, Chris Dekker,
Pim Doesburg, Jan van
Deinsen, Eddy Treytel, Nico
de Bree, om maar enkele
namen te noemen, zij allen
zijn wild enthousiast over de
benadering van Coerver. De
meesten van hen speelden in
het Nederlands elftal en nog
steeds gebruiken ze
bewegingen die Coerver hen
ooit leerde en...zolang dat ze
die volledig onder de knie
hadden.
„Als Jantje Peters vroeger
tijdens de training de bal
inleverde aan een
tegenstander, stuurde ik
hem van het veld en terug
naar Groesbeek", weet
Coerver nog. „Je moet iets
afdwingen als trainer, dat is
namelijk de kwintessens van
alles. Je moet afdwingen dat
een speler uiteindelijk zegt:
ik bepaal en niet de
tegenstander. Je moet zijn
persoonlijkheid
ontwikkelen, want
persoonlijkheid is erg
belangrijk voor een
voetballer. Mijn leerplan is
uiteindelijk gebaseerd op de
morele wedstrijdmentaliteit.
Weet je, elke speler neemt
zichzelf mee op het veld. Als
iemand verlegen is van
nature, zal hij die
verlegenheid ook op het veld
uiten. Lef en
zelfstandigheid, daar draait
het in het voetbal om. De
innerlijke krachten van de
mens bepalen uiteindelijk de
top."
Wiel Coerver weet dat hij
een voetballer niet kan
maken. Hem wel dingen kan
leren waarmee hij tijdens de
wedstrijd zijn voordeel kan
doen. Ajax-trainer Aad de
Mos was de eerste die hem
uitnodigde voor een
demonstratie, Han Berger
(FC Utrecht) en Frans
Körver (Fortuna) volgden.
„Mensen die nog iets
willen leren, dus enige
Wiel Coerver: "Je moet een speler iets afdwingen als trainer".
zelfkritiek hebben,"
complimenteert hij. „Ik
vraag me vaak af waarom
voetballers en trainers geen
kritiek kunnen verdragen.
Ze worden slechts
beoordeeld en als dat niet
meer magWeetje,
Nederland mist momenteel
het juiste voetbal klimaat.
Welke trainer, die in Zeist
zijn diploma heeft behaald,
heeft een voetballer een
nieuwe beweging aan de bal
geleerd? Happel, die ik
hogelijk waardeer, heeft
geen diploma, maar hij
wordt wel gevraagd door
alle Europese topclubs. Hij
heeft lak aan commissies,
lak aan oefenstof via
cursussen.
Hij kan de spelers
iets voordoen, de
traptechniek bijvoorbeeld,
en dat tikt aan, blijft hangen
bij de voetballer die op den
duur wil bewijzen dat hij dit
beter kan dan de trainer zelf
Competitie, in alle
spelvormen, dat kweekt de
juiste mentaliteit.
En die is
in Nederland verziekt."
RSFOORT - Ook na de
king van gisteravond
het bestuur van de
i enerzijds en de kern
el van de all-rounders 1
mes anderzijds, weigert J
Ikampioen Hilbert van
uim het ploegen-regle-
voor dit seizoen te on-
enen.
lens de bijeenkomst in
foort werd door het be-
van de schaatsbond toe-
l dat in de toekomst bij
imens telling van bet
ïent meer inspraak aan
rtlieden zelf zou worden
;n. Met name Frits
j, die gisteravond uit-
ijk wel tekende, had
ezwaren tegen gemaakt.
Van der Duim niet wil
n, houdt verband met
t dat hij nog steeds via
lakwaarnemer Piet Kei-
in individueel sponsor-
ct wil aangaan met een
E uit Almere. Het plof'
glement van de KNSB
vooral de verhouding
e schaatser tot sponsor
Sercu: koningen van de piste
Pijnen, „samen zijn Sercu en
ik moeilijk te verslaan, maar
ik moet bekennen dat
individueel de Deen Gert
Frank, die pas 26 jaar is, op
dit moment de beste is.
Jammer dat in de grote
wielerlanden België en
Nederland niet zo'n man is
opgestaan, als opvolger van
ons. Hij zou goud kunnen
verdienen".
Patrick Sercu: „In onze
landen heeft vooral de
gemakzucht toegeslagen.
Junioren en amateurs rijden
teveel het soort
kermiskoersen, ze missen
later de hardheid, om af te
zien, want dat moet je op een
piste kunnen. Het is toch een
enorme interval-inspanning,
de grootste wegrenners
hebben, toen ze pas op de
baan verschenen,
verschrikkelijk geleden.
Daar moet je doorheen, om
in de jachten tijdens een
zesdaagse op topniveau mee
te kunnen, en die hardheid
ontbreekt bij de jeugd".
„Het is ook een kwestie van
ambitie" vindt René Pijnen,
„er is in Nederland een man,
die als hij zich op de baansport
zou willen toeleggen, een hele
grote zou zijn. Maar Jan Raas
heeft er geen ambitie voor, hij
kan het lichamelijk wel aan,
maar geestelijk niet. Raas is
een man voor de ruimte, hij
houdt van vrijheid, hij kan,
niet elke dag in zo'n hok zitten,
zoals wij doen".
„Adje Wijnands heeft wel
talent, maar ook hij is nog niet
hard genoeg. Als je soms in de
finale alleen een ronde moet
nemen, dan kost dit veel
kracht. Je moet er elke avond
staan, en zoals wij, een hele
winter. Want wij hebben
tussen 110 en 130 koersdagen,
voeg daarbij de reizen, dan
kom je aan een serieuze
inspanning".
Wat is het geheim van een
lange carrière? Het leveren
van zeer zware inspanningen
in de ongezonde lucht van de
rokerige sportpaleizen komt
vele mensen als puur
ongezond voor?
Sercu: „Ik vind dat onzin. Ik
heb 18 seizoenen erop zitten, in
1977 had ik 235 koersdagen, ik
heb zomer en winter gefietst,
van 1 januari tot 31 december,
behalve 12 tot 18 zesdaagsen
ook twee keer de Tour de
France en zes keer de Ronde
van Italië, ik heb vele andere
etappewedstrijden gereden,
criteriums, sprintwedstrijden,
teveel om op te noemen. En ik
voel mij nog altijd prima,
omdat ik steeds goed getraind
en geleefd heb, mijn lichaam
verzorgd. Dat is het geheim,
als je het zo wil noemen, goed
trainen, slapen en eten. En
geen gekke dingen doen. Ik
zou nog enkele jaren door
kunnen gaan aan de top, maar
het wordt na een zo lange tijd
geestelijk moeilijk. Fysiek heb
ik nu enkele zesdaagsen
waarin ik echt moet afzien,
maar psychisch moet ik in
elke zesdaagse lijden, omdat ik
niet meer zo gemotiveerd ben,
als toen ik j ong was. Als j e dit
voelt, wordt het tijd dat je
ermee stopt, dat gebeurt dan
in februari a.s. in Milaan".
René Pij nen gaat nog twee
jaar door, en misschien nog
wel langer. „Ik rijd nog graag"
legt hij uit, „ik kan nog aan de
top mee, waarom zou ik dan
stoppen? Het publiek
waardeert ons nog, ondanks
de economische recessie, die al
een terugval in publiek bij het
voetbal te zien geeft, worden
de zesdaagsen goed bezocht. In
München was het sportpaleis
vier dagen geheel uitverkocht,
dan zaten er 12000 mensen.
Nee, het publiek laat ons niet
vallen, erger vind ik dat Sercu
en ik in België en Nederland
geen opvolgers hebben,
toekomstige toppers hebben
wij nog niet gezien. Dat is de
grootste bedreiging voor de
zesdaagsen".
In 1976 was Patrick Sercu in het zesdaagsewerk gekoppeld aan Eddy Merckx.
Pijnen, op deze archieffoto uit 1978 in het
"Waarom zou ik al stoppen?
Op 29 augustus 1967 werd
Patrick Sercu
wereldkampioen bij de
beroepssprinters. Hij
versloeg in de finale de
Italiaan Giuseppe Beghetto.