EORGE Zes jaar na de hete adem van Gonda: W2 ZATERDAG 30 OKTOBER 1982 S WBEÉNÓ^ffKlND W3 Ze hebben zes jaar geleden gegrinnikt in Engeland, ze hebben geschaterd in Australië en gegiecheld in Japan. Overal haalde die krankzinnige brand in het verre Holland de kranten: een boerderij in de as omdat een koe een forse boer liet die vervolgens in brand vloog. Antoon en Marietje Spieker lachen allang niet meer. De herbouwde boerderij is ontruimd. Ze zijn deze week failliet verklaard. M Winddik U Oudgediende Tegenslag Toch doen Wachten De koe als energie bron: de wereld lag dubbel van het lachen. Bitterheid Versneld? Overleven Bert van Velzen op. De kans is groot dat woensdag in de ochtend oren krijgen dat George lace door een coalitie zwarten en blanken is izen tot gouverneur van rtaat Alabama. Jawel, de- de George Wallace die itig jaar geleden voor het t gouverneur van Ala ba- werd als fervent apostel het racisme. Met man als Orval Faubus in Ar- sas en Ross Barnett in isippi heeft Wallace de ste loopgravengevechten lerd om officiële rassen- iding in stand te houden, 'aar. de kiezers van van winden zich niet meer over de racistische uit- tingen van twintig jaar den. George Wallace t zich niet langer ver- ht om de wereld te ver- n dat negers kinderen God zijn die wat minder l zijn uitgevallen en dus t straffe hand op hun gts gehouden moeten 'den. Dat gaat nu niet r. Wallace wuift zijn eden weg en belooft voor k te zullen zorgen voor de ne blanke en de kleine rte man. eorge Wallace is, totdat tien jaar geleden in Lau ra de staat Maryland door tin Bremer werd neerge- )tera, een politieke polter- t geweest met een groot nt voor het uitbuiten van atieve krachten. In de kiezingscampagne van waarin Nixon naar het te Huis struikelde en nphrey met minder dan half miljoen stemmen schil het onderspit dolf, illeerde Wallace uit de hie Bunkerfilosofie van kleine luyden bijna tien joen stemmen. Dat moet kern geweest zijn van de ijgende Meerderheid, arop Nixon zijn grote rwinning van 1972 bouw- eorge Wallace reed dat r, verlamd door een kogel de rug, de nationale poli- uit. De man, die uit irte, dichtbijelkaar staan- ogen onder een schuifdak borstelige wenkbrauwen rnig de wereld in keek, loot bijna een kwart- w geleden dat er alleen racist een politieke toe- rast voor hem was wegge- d in Alabama. Bij zijn ste poging om gouverneur worden werd de toen ge- tigde George Wallace lslagen door een pure ra- John Patterson. Vallace zou later zeggen Patterson hem „eruit ge- kerd" had en dat nie- nd dat meer zou lukken, llace werd in 1962 gou- neur met de leus „Segre- ion now, segregation to- rrow, segregation fore- In 1963 stond hij in de >rt van de lelieblanke iversiteit van Alabama in scaloosa in een confronta- met de regering-Kennedy id de toelating van neger denten. Wallace moest jken voor de macht van de erale regering. Wallace rd niettemin in eén klap oemd en berucht en de te- ispeler van John Kenne- Robert kennedy en Mar- Luther King, n 1968, toen, 5 jaar na in F. Kennedy ook Robert nnedy en Martin Luther ng waren vermoord kreeg illace, bij de presidents- ■kiezingen, de bijna tien (joen stemmen van ver- terde Amerikanen, die h bedreigd voelden door spies en hash, zwarte pan- s, radicale studenten, oor- iswroeging, straatcrimi- liteit, sociologen en ande verschijnselen die hun op- nisme ondergroeven. Wal- ■e zou deze vergeten Ame- anen beschermen tegen de He, harteloze, zich met al- bemoeiende regeringsma- ine in Washington. In het verkiezingsjaar 1968 nstrueerde Wallace een litieke basis in vijf zuide- ke staten, terwijl zijn ouw Lurleen tussen 1966 1970 de gouverneurszetel irm zou houden. Maar rleen stierfin mei 1968 en de politieke folklore van abama is zij een heilige worden, de Evita van Di- land. En George heeft, zij t in een rolstoel, bijna alles iedereen overleefd. Nu irdt gezegd: George Walla- is eigenlijk nooit een ech- racist geweest. Hij werd er ior de kiezers toe gedwon- n. Maar dat is vandaag Ifs in Alabama niet meer ogelijk. Door Boet Kokke Tot 27 september 1976 |l| hadden weinig men- sen gehoord van An il toon Spieker, boer te Harrevelde bij Lich- jjj tenvoorde in dè Gel- 1= derse Achterhoek. Maar in de loop van die dag ratelde zijn H naam - al dan niet verminkt - over de te- =fj lexen van vijf conti- |1 nenten. Nieuws is nieuws. Een =j= boerderij brand is het al- leen voor het regionale dagblad, maar als die brand is aangestoken door een koe, dan is het we- reldnieuws. We zitten, op een okto- =5 bermorgen in 1982, tegen- over elkaar in de 'nette' =s kamer van de herbouwde boerderij in Harreveld. Antoon (36) laat zijn blik dwalen langs de muren, die sinds enkele weken zijn eigendom niet meer zijn. Het hoofd onder de weerbarstige kuif ver- =5 toont mèer lijnen dan zijn leeftijd rechtvaardigt. Terug naar die septem berdag in 1976. Antoon: „De dag tevo ren had ik de dierenarts gebeld omdat Gonda 4 winddik was, zoals wij dat noemen. Ze had een opgezwollen pens van het gas, en daar moest iets aan gebeuren. De dieren arts kwam twee keer kij ken die dag en zei: als het niet over is bel je morgen maar weer. De volgende morgen constateerde hij dat het nodig was om het gas eraf te laten. Dat gebeurt door een spiraal via de bek naar de maag te leiden: dan komt het gas automa tisch vrij 'Soms is dat gas ook nog brandbaar', zei-ie terwijl hij bezig was. 'Nou', zei ik, 'daar heb ik nog nooit van gehoord.' Hij pakt een aansteker, zegt 'kijk maar' en houdt het ding voor Gonda's bek. Er kwam een enorme steek vlam uit, en binnen secon den stond het stro in lich terlaaie. Ik rende naar bo ven om de balen naar bui ten te brengen, hij waar schuwde de brandweer. Maar het haalde allemaal niks uit. Toen Marietje een kwartier later terug kwam van school - ze had de kinderen weggebracht - was de hele kap al weg. En dat betekende het einde van de boerderij die de vader van Antoon Spieker in het begin van de jaren dertig had ge bouwd, en waar de toen amper 30-jarige zoon al vele zweetdruppels had gelaten. Antoon: „Ik was toen eigenlijk al een oudge diende, want ik deed de boerderij al sinds m'n zes tiende. Ik zat in de tweede klas van de landbouw school in Lichtenvoorde toen mijn vader van de fiets viel en zijn been brak. Dat was het begin van een lijdensweg. Het been moest drie, vier keer op nieuw worden gezet en na jaren sukkelen kreeg va der een beroerte en stierf binnen een week. Ik bleef naar school gaan, maar moest daarnaast de hele boerderij doen. Het was .toen een gemengd bedrijf met zeven verspreide per ceeltjes, en we hadden een stuk of tien melkkoeien en twintig fokzeugen. Het was natuurlijk erg zwaar, maar mijn oom, die hiernaast woonde, gaf adviezen, en ik redde het. Maakte de school af en hield het bedrijf op de been. Ik ben nou eenmaal geen type om het er mak kelijk bij te laten zitten." Dat wordt me steeds duidelijker. Want niet alleen stond Antoon Spieker als tiener alleen voor het bedrijf, hij kreeg ook nog de nodige tegenslagen te verwerken. Moest bijvoorbeeld veer tig zeugen opruimen toen er rachitis uitbrak. Antoon rooide het, en hij overwon ook de pro blemen die rezen toen hij met zijn Marietje uit Bel trum trouwde. Er moest verbouwd worden, want moeder Spieker woonde nog in de boerderij met drie kinderen. Vier hecta ren moesten er worden verkocht, het huis werd geschikt gemaakt voor de dubbele bewoning, en An toon en Marietje begon nen met het uitbouwen van de veestapel. Antoon: „Het zag er re delijk gezond uit. Het draaide steeds beter, tot die zeven en twintigste september, de dag waarop al die jaren werken naar de knoppen gingen. We hadden nooit de zaak laten taxeren, en na de brand bleek dat we fors onderverzekerd wa ren. Ik kreeg f 169.000 van het verzekerde bedrag van f 180.000, terwijl de herbouw bijna drie ton kostte. De landbouwvoorlich ting adviseerde: toch doen. Boerderijboxenstal voor 35 koeien en een on derkomen voor 80 zeugen. Ik kreeg drie ton hypo theek van de Friesch- Groningsche, en ik ver wachtte dat ik er wel uit zou komen als de WA- verzekering van de vee arts over de brug kwam. Maar vanaf dat mo ment is alles misgegaan." Als hij het woord 'advo caat' of 'verzekering' in de mond neemt begint zijn stem te trillen. Toch gaan we de lijdensweg langs. De advocaat die het ene moment zegt dat er zeker 80 mille in het vat zit, ver dwijnt, de opvolger die van niets weet, de einde loze brieven en tele foontjes. Tenslotte zit An toon Spieker tegenover een advocaat die zegt: 'hier, teken nou maar, ze ven en twintig en een half duizend, beter dan niks.' „Ik moest wel, want de schuldeisers stonden te dringen. Aflossing, rente, de rekening van het vee voer, de loodgieter. Dan kun je even betalen - maar daarna zit je op nieuw in de ellende." Antoon Spieker nam een baan erbij, bij een pluim veebedrijf. „Ik heb het volgehouden van juni tot januari, maar Marietje en ik gingen er allebei on derdoor. Om half zes op. Ik molk de koeien, zij deed de tachtig zeugen, dan naar het werk, en 's avonds thuis weer bezig tot een uur of tien. Ik kon niet meer. Sindsdien heb ik WWV. Twee honderd veertien gulden in de week. Plus de kinderbij slag. Als het moet kun je ervan leven." De koeien en de varkens zijn inmiddels door schuldeisers verkocht. In de grote boxenstal schar- De foto die zes jaar geleden de wereld over ging: Antoon Spieker met Gonda voor de resten van zijn afgebrande boerderij. Antoon Spieker voor de boxen, waaruit de koeien sinds lang zijn verdwenen. De lijdensweg van Antoon Spieker reien alleen nog een paar kippen. En toen Antoon Spieker aan zijn verplichtingen tegenover de bank niet kon voldoen werd de boerderij geveild. Maar niemand bood meer dan het inzet-bedrag van de bank: f 290.000. Zodat de Friesch-Groningsche nu eigenaar is van Spiekers hele hebben en houden. „En nou maar wachten tot we eruit worden gezet" zegt Antoon Spieker. Wachten - daar komen we steeds weer op terug. Antoon: „Niemand lijkt te begrijpen wat wachten betekent als je in de knoei zit. Een advocaat die te rug zal bellen. Je hoort niks. Als je hem tenslotte bereikt is-ie met vakan tie. Dat soort dingen. En wat er nou gebeurt. Vier weken geleden is de boer derij verkocht, ik kan er elk ogenblik uit worden gezet. Maar ik heb van niemand iets gehoord." Die woorden van An toon Spieker worden overduidelijk geïllu streerd als ik later op de dag de betrokkenen afbel. „Ja" zegt de Friesch- Groningsche, „wij willen de boerderij inderdaad eind van de maand leeg hebben. We hebben de deurwaarder een ontrui mingsopdracht gegeven." Ligt het dan niet op de weg van de bank om op dat moment de betrokke ne in te lichten? Nee, dat ligt niet op de weg van de bank maar op die van de deurwaarder. Nu de maand ondertus sen ten einde is, heeft Spieker de verwachte brief binnen. Hij is failliet verklaard. Antoon Spie ker is geen boer meer. En Antoon Spieker wacht. Loopt door de leeggehaalde stallen, be gint op te ruimen, scheidt er toch maar weer mee uit. Wat heeft het alle maal voor zin? En piekert wat er moet gebeuren met zijn gezin. Met Marietje, die in januari haar zesde verwacht. Met de meisjes van negen, zeven en vier, met de jongens van tien en vijf. Met zijn nog altijd inwonende moeder van vijf en zeventig. Antoon: „Sommige mensen zullen wel zeg gen: moet dat nou, in die omstandigheden, zes kin deren? Dan zeg ik: dat wordt boven bepaald. En veel kinderen betekent veel zorg - maar ook veel geluk. We zeggen zou te gen elkaar: een mensenle ven is meer waard dan wat dan ook. We zijn alle maal gezond, en als het in januari goed gaat met de zesde, dan raakt al het an dere toch op de achter grond." Kijkt me aan. Zegt: „Als je in omstandigheden zit als de onze moet je verschrikkelijk oppassen om niet bitter te worden. Kijken naar dingen die wèl goed zijn. En dan denk ik bijvoor beeld aan de manier waarop de gemeenschap ons hier steunt. Aan de gepensioneerde man die een paar dagen na de brand naar me toekwam en me duizend gulden in de handen drukte. Of aan de kameraad die ineens op de stoep stond met een kist vol poppen en ander speelgoed. Dan krijg je toch wel even de tranen in je ogen, of niet dan? En nou nog. We krijgen kle ren voor de kinderen van allerlei mensen. Katholiek of protestant, dat maakt gelukkig tegenwoordig geen verschil meer." Even later: „Het is zo makkelijk om je te laten meeslepen door je boos heid. Als je ziet hoe in Amsterdam en in andere plaatsen voor miljoenen Wordt vernield terwijl er nauwelijks iets tegen wordt gedaan. Als je hoort dat de verzekerin gen langzamerhand half Nederland bezitten, maar het verdommen om iemand te geven waar hij recht op heeft. Als je merkt dat je je recht niet krijgt, omdat die advoca ten het kennelijk onder ling op een akkoordje gooien. En ik denk ook wel eens: de laatste jaren hoor je ineens iedereen over biogas. Daar verdienen zou een heleboel mensen goed aan. Ik denk dat het geval met Gonda destijds die hele zaak heeft ver sneld. Wat ziet Antoon Spie ker als hij naar een toe komst kijkt zonder boe renbedrijf? „Ik denk er liever niet aan. Ik ben er zo jong in gerold, boeren is alles voor me. We zijn nooit met vakantie geweest, hebben er ook geen be hoefte aan. Ook de kinde ren niet. Logisch. Stads mensen gaan in de vakan tie naar de Flevohof, wij hebben hier ons eigen Flevohof je. Elke dag. Wat wil een mens meer? Het is een mooi leven - en een buitenstaander zal wel nooit begrijpen wat het voor een boerengezin be tekent om ergens in een huisje met een tuintje te recht te komen. Nee, lie ver niet aan denken." Antoon Spieker: „Dat is het enige waar ik aan denk. Op de been blijven. En vooral niet bitter wor den. Mensen zeggen tegen me: als ik in jouw schoe nen stond was ik allang doorgedraaid. Maar ik be sef heel goed de gevaren van de bitterheid. Je gaat achter elke boom een vij and zien, je vertrouwt niemand meer, je gaat denken dat iedereen tegen je samenspant. Dat is de verkeerde weg. Dat wéét ik. Ik ben boos op de verze kering, ik ben kwaad op de advocaten, maar ik probeer verder nuchter te blijven, niet iedereen aan sprakelijk te stellen. Als ik me mee laat slepen door bitterheid kom ik in het gekken huis terecht. En wat komt er dan van mijn gezin terecht?"

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1982 | | pagina 21