ffÉTEM
BERNARD HINAULT:
Bernard Hinault,
een eigengereide
Breton
(4 en slot)
Door Jean Nelisen
Spannende
bekerronde
in Sas
van Cent
ZATERDAG 2 JANUAR11982
W5| ZATERDAG 2 JANUAR119)
QUESSOY - De felle wind had de hemel
schoongeveegd. Een enkel wit wolkje teken
de zich af tegen het azuur. Quessoy koester
de zich in een flets zonnetje. De boeren op
het land maakten zich voor de winter op.
Hinault vinden vergt inspanning.
Geen franje
Gelukkig
Omvang
Kiezen
Geur
Kenmerken
Pij
n
De
Kluizenaar
van
Quessoy
Les
Salaris
Eric Agter
topschutter
in toernooi
Hij verloor in Praag zijn regenboogtrui, maar
bleek in de zwaarste proeven van het zaar een
klasse apart. Later in het seizoen, toen hij al he
vig naar rust verlangde, volgde dan nog het de
bacle in de Grand Prix des Nations, de beroemde
tijdrit aan de Cöte d'Azur. Bernard Hinault ein
digde slechts als vierde en aangezien hij Hinault
is, voelde de Franse pers het aan als een vernede
ring. Journalisten haalden vernietigend uit, een
actie van wraak, omdat Hinault voor de meesten
nauwelijks nog aanspreekbaar is. Zo stapte Ber
nard in het succesvolste seizoen van zijn loop
baan nog woedend af. Hij zwoer in de winter
maanden niemand te willen zien en zeker geen
journalist. En daar stond dan, op een november
dag, onze verslaggever voor deze kluizenaar van
Quessoy.
Bernard Hinault, op bovenstaande foto bedrijvig in
zijn tuin: „Ik houd van de natuur, de geur van de vel
den. Thuis ben ik pas echt gelukkig".
„Ik houd van de geur van velden"
Zo Yffiniac al een verza
meling schots en scheef in
het landschap neergezette
huizen is, Quessoy is een
gehucht. Een smalle weg
loopt via het Gare d'Yffi-
niac langs de melkfabriek,
waar Martine Hinault
werkte, naar Quessoy. En
dan begint het pas goed.
De weg wordt steeds
smaller en is een kilometer
buiten Quessoy nog net zo
breed dat er precies een
auto op past. Handig van
Hinault, zo wordt hem be
spaard dat autobussen vol
nieuwsgierigen voor zijn
huis parkeren.
In de jaren '50 was dit
bijvoorbeeld in Herentals
een cultus. Daar woonde
de 'Keizer van Herentals',
Rik van Looy, in een mooi,
aluminium paleis aan het
Lantaarnpad op nummer
10. En dat huis werd een
waar pelgrimsoord. Bus
ondernemingen hadden in
hun programma opge
voerd „Rik van Looy zien".
Zodat Nini van Looy, toen
in de bloei van haar leven,
soms urenlang aan de
voordeur handtekeningen
stond uit te delen of foto's
van haar man, terwijl de
„keizer" zelf boven met
zijn benen omhoog lag te
rusten. Dit alles blijft Hi
nault bespaard.
Een diepe rust heerst op
het platteland in deze ne
gorij. Het weggetje klimt
omhoog en voert langs
morsige boerenerven,
waar de werktuigen staan
te roesten en vervallen
schuren nog net overeind
blijven. Mest op de weg,
kluiten aarde, een vluch
tende kip. Boeren kijken
verstoord op.
„La Poterie" heet het
witte landhuis, dat Hi
nault heeft gebouwd in het
veld. Een eenvoudig, zon
der franje of architectoni
sche vondst. Rechttoe,
rechtaan. Hoog hek erom
heen, geen enkel herken
ningsteken aan de poort,
geen huisnummer, niets.
Een tuinhuisje, een pad
dat naar beneden voert
naar een weilandje achter
het huis. Tralies voor de
ramen, die aan een gevan
genis doen denken, de
meeste luiken zijn geslo
ten. Beroemd en rijk zijn is
vandaag de dag ook niet
meer alles.
Hij staat in de tuin, ge
kleed in een oude broek en
een blauw vest. Heeft net
het gazon gemaaid en is
bezig de herfstbladeren
bijeen te harken. „Dat doe
ik nou het liefst", zegt hij
met een zuinig lachje. Het
klinkt als een stil verwijt,
omdat hij - nog eenmaal in
dit jaar - een journalist
ontvangt, thuis nog wel,
waar heel weinig nieuws
gierigen een kijkje werd
gegund.
„Ik scherm mijn gezin af
voor de buitenwereld",
zegt hij, „het is niet goed
als kinderen opgroeien in
een wereld, waar je altijd
op zoek dient te zijn naar
oprechtheid. Mijn vrouw
houdt ook niet zo van
drukte". Hij veegt zijn
handen af, zet de hark te
gen de muur en klopt op de
voordeur. Het lijkt wel een
signaal. Twee kloppen,
kort achter elkaar, dan na
een pauze nog een.
Martine doet open, een
oudere vrouw, die haar
helpt het huis te onder
houden, staat met haar
schoenen in de hand achter
haar in de gang. De hulp is
net klaar met het werk en
zal buiten haar voeten in
klompenm steken om ver
volgens naar huis te lopen.
Haar schoenen in de hand
dragend.
Binnen een keurig, maar
geenszins weelderig inte
rieur. Grote bruine tegels
op de grond, die glimmen.
Veel eikenhout. Rechts
van de ingang een eenvou
dige eetkamer voor zes
personen. Links de salon.
Lange stamtafel met dik
eikenhouten blad, hoge
stoelen van eikenhout,
trapje naar beneden naar
het open haardvuur. Ach
ter de keuken, boven de
slaapkamers. Sober, maar
èrg schoon. Bernard Hi
nault gaat aan de stamta
fel zitten, kijkt met een
half oog naar zijn over de
grond rollend zoontje Mi
chael, nu zes jaar, die door
Martine haastig wordt af
gevoerd. Ze trekt zichzelf
ook bescheiden terug. Dan
pas valt op dat niets in het
huis herinnert aan het vak
van de eigenaar. Fausto
Coppi had in zijn villa in
Novi Ligure prachtige
kunstvoorwerpen staan,
gewonnen her en der in
Europa, en grote bokalen,
die door de „Dame Blan-
Bernard Hinault: „Ik heb leren lijden"
che" werden gepoetst. Rik
van Looy had in het trap
penhuis van zijn villa in
Herentals een metershoge
foto hangen van de Sach-
senring, waar hij wereld
kampioen op de weg werd.
Het dressoir in de mooie
kamer van het Antwerpse
herenhuis van Rik van
Steenbergen „torste" ook
indrukwekkende trofeeën.
Maar in „La Poterie" wijst
niets er op dat het be
woond wordt door de beste
wielrenner van deze tijd.
Waarom leeft hij hier als
een kluizenaar? Hinault
vertrekt zijn gezicht in een
grimas. Zijn vingers pluk
ken aan het tafelkleedje.
Hij trekt zijn zware wenk
brauwen op.
„Ik meen dat ik het recht
heb enkele maanden in een
jaar voor mezelf te houden
en voor mijn familie", zegt
hij. „Dat staat wel nergens
in een reglement en ik
weet wel dat ik die gewel
dige drukte over mezelf
heb afgeroepen, maar toch
heb ik er een enorme be
hoefte aan alleen te zijn.
Lichamelijk heb ik die tijd
nodig om van de inspan
ning te herstellen en
geestelijk heb ik deze rust
en ontspanning nog meer
nodig. Ik kan goed tegen
lawaai en veel mensen om
me heen. Anders zou ik
nooit wielrenner kunnen
zijn. Er zijn mensen, die
van een avontuurlijk leven
houden, die het liefst over
de wereld zwerven. Ik ben
anders, ik ben het liefst
thuis. Ik werk graag in de
tuin, loop hier door de vel
den, speel met de kinderen,
strijk een laag verf op een
deur of behang een kamer.
Ik ben nergens zo gelukkig
als hier in dit huis".
„Als ik thuis ben, denk ik
in deze maanden zelden
aan de fiets en ik praat er
nog minder over. Ik heb
veel aan de fiets te danken,
maar ik ben geen fanati
cus".
„De wedstrijden zijn
niet eens de zwaarste be
lasting, maar wat er om
heen gebouwd wordt, ik
had er nooit een voorstel
ling van, dat het zo'n om
vang kon aannemen.
Laatst was ik een dag in
Parijs. Er werden vijf ra
diomicrofoons voor mijn
mond gehouden, allemaal
verschillende stations. Dan
was er ook nog een tv-
ploeg. Ik bedoel maar, je
moet in de wedstrijden het
hele jaar door al zo gecon
centreerd rijden, als je
buiten het seizoen ook nog
elke dag geestelijk een in
spanning moet leveren,
dan begint dit tenslotte als
een trauma te werken.
Want je kunt nergens on
zin verkopen, je moet al
tijd zinnige antwoorden
geven en je hebt geen idee
welke vragen er zoal ge
steld worden. Ze proberen
je in de politiek te betrek
ken. Ben je voor Giscard of
voor Mitterand? vroegen
ze".
„Hoe kan ik daar nu op
antwoorden? In mijn posi
tie kan dat niet. Of je hebt
de ene helft van het land
tegen of de andere. Ik ben
bij de laatste presidents
verkiezingen ook niet
meer gaan stemmen. Want
ik wordt achtervolgd door
schandaalkranten en tijd
schriften. Als ze een kom
ma van je weten, maken ze
er drie pagina's van, ik heb
inmiddels wel door dat het
papier toch verkocht moet
worden. Daarom leef ik
ook erg teruggetrokken.
Behalve dat ik in deze tijd
af en toe een prijs moet
gaan ophalen, die ik ge
wonnen heb, ben ik in deze
maanden de gewone Bre
tonse jongen, die ik vroe
ger was. Ik heb niet zoveel
pretenties. Welk recht heb
ik pretentieus te zijn? Ik
dank God dat hij mij het
vermogen heeft gegeven
om hard te fietsen".
Hij kijkt naar de band van
de recorder, die op tafel
meeloopt. „Schrijf je dat
nu letterlijk op", vraagt hij
nieuwsgierig, alsof hij het
niet al duizend keer heeft
meegemaakt. Hij is tevre
den met de mededeling dat
alleen de interessante de
tails eruit worden getild.
Is Bernard Hinault een
gelovig mens? „Ach, wat is
gelovig. Ik ben katholiek
opgevoed, ben voor de
kerk getrouwd, hier in
Quessoy, waar Martine
woonde, maar ik heb nooit
veel tijd om de missen te
bezoeken. Vroeger wel,
want ik ben nog misdie
naar geweest. In de kerk
komen ook veel mensen en
ik ben, zoals ik al zei, in de
wintermaanden het liefst
alleen. Ik kan uren heer
lijk niets doen, ik kaart
niet, ik kijk niet overdre
ven naar de televisie, ik
ben uren buiten, lekker in
de frisse lucht. Ik houd van
de natuur, de geur van de
velden, ik maak een
praatje met een boer,
vraag hoe de oogst is ge
weest. Ik hak hout, maai
het gras, ik verzorg de
planten, hark de paden
aan. En tussendoor zorg ik
ervoor dat mijn conditie
niet verder dan 30 procent
zakt. Eerst heb ik twee we
ken na de Grand Prix des
Nations niks gedaan. Toen
begon ik met 60 kilometer
per dag op de fiets, rustig
aan, geen overdreven in
spanningen. Die doe ik wel
in de bossen. Ik loop elke
dag mijn kilometers".
„En straks ga ik naar de
wintersport. Alpineskiën
en langlauf. Ja, ik weet dat
alpine riskant is voor een
topsporter, maar ik neem
toch geen overdreven risi
co's. Ik ga eerst te voet een
afdaling verkennen eer ik
op ski's naar beneden ga.
Je kunt het ten opzichte
van de mensen die op je
rekenen niet maken om,
zoals ooit Tom Simpson als
wereldkampioen, een been
te breken. Ik word wel
eens uitgedaagd tijdens
zo'n afdaling, maar daar
ga ik nooit op in. Straks,
als ik niet meer fiets, dan
zal ik nog eens echt op de
latten naar beneden sui
zen. Maar nu niet, je kunt
niet in twee werelden le
ven. Sport en politiek zijn
ook twee werelden. Ik ben
niet gaan stemmen, omdat
ik vind dat die twee werel
den gescheiden moeten
blijven. Soms bedient de
politiek zich van de sport
en daar ben ik niet zo ge
lukkig mee".
Zijn foto siert dit jaar de
Franse editie van het
Guinnes Record-Book,
omdat hij de snelste Torn
de France uit de geschie
denis heeft gewonnen. Hij
heeft al zijn doelen be
reikt, de Dauphiné en Pa-
rij s-Roubaix. Waarom dan
toch zo nors van de fiets
gestapt in Cannes? Waar
om op die manier het sei
zoen afgesloten?
„Ik erger mij eraan dat
sommige mensen denken
dat ik niet meer kan of
mag verliezen. Wat is dat
voor onzin. Ik ben een
mens en geen machine, ik
heb mijn zeer goede dagen.
Ik heb dezelfde gradaties
als andere atleten. En dat
moeten die mensen ook
maar onder ogen zien. Het
seizoen liep ten einde,
eigenlijk had ik niet willen
starten, maar je weet hoe
dat gaat, er is op gerekend
en je wilt de organisatoren
niet in de steek laten. Als
je met zo'n instelling aan
de start komt, dan ben je
tevoren al geklopt".
Zo op deze namiddag,
bevrijd van de druk van de
immer opdringerige bui
tenwacht, is Hinault een
aardige bescheiden jongen.
Mensen worden gemaakt
door hun omgeving, zo
blijkt weer eens. Vroeger
was Eddy Merckx ook zo
gespannen als een viools
naar, tegenwoordig is hij
heel anders. En Hinault
draagt dezelfde kenmer
ken. Merckx vierde eens in
Laegueglia aan de Ita
liaanse bloemenrivièra de
verjaardag van zijn doch
tertje Sabrina. Met een
glas champagne, vrolijk
lachend, in intieme kring
ineens een ander mens. De
volgende dag stond hij
weer met een strak gezicht
op het podium. „De man
die nooit '-an lachten",
schreef t Italiaanse
krant die dag.
„Ik kan er een paar
maanden tegen", zegt Hi
nault, „het is je vak veel
mensen te ontmoeten, 500
keer per dag iemand te
vertellen dat het goed met
je gaat, ook al heb je
krampen in je buik. Daar
moet je mee leven. Maar
als de maat vol is, dan trek
ik mij terug. Dan heet ik
ineens de norse Breton te
zijn. Nou ja, ze zoeken het
maar uit.."
Hij vertelt over zijn jeugd
en nostalgisch over zijn
eerste optreden als atleet
in een cross. „Ik voelde wel
dat ik kracht had, maar
altijd had ik het idee dat ik
niet snel genoeg liep. Ik
heb toen het geluk gehad
mensen te ontmoeten, spe
cialisten van hun vak, die
mij m'n lichaam hebben
lern kennen. Wat een li
chaam fysiologisch toe
staat, hoe je het in topcon
ditie kunt brengen, hoe je
je training moet doseren".
„Het ontdekken van een
juiste balans in alles wat
je doet aan inspanningen
is enorm belangrijk. Ik heb
de kracht om te kunnen
lijden".
Hoe bedoelt hij dit pre
cies? „Nou, hoe zal ik het
zeggen, niemand zoekt
graag pijn op. Als je er
gens in je lichaam een ont
steking hebt, reageren
daar andere organen op.
Ze ontwijken als het ware
die pijnlijke plek,' indien
dit mogelijk is. Zo zet de
geest zich automatisch af
tegen pijn. Dat is normaal,
of je moet een afwijking
hebben. En wat ik ontwik
keld heb is de geestelijke
kracht om te kunnen lij
den".
„Stel je voor dat wij ren
ners een berg beklimmen.
Iedereen lijdt pijn, heeft
zuurstofarmoe, het li
chaam schreeuwt om op te
houden, in je hoofd krijg je
steeds meer pijnprikkels te
verwerken. Er zijn ren
ners, die tevoren al angst
hebben voor de pijn. Die
spreken met elkaar af om
zo goed mogelijk in hun
eigen tempo over die berg
te komen. Maar de topren-
ners in het klassement
moeten wel. Die kunnen
zich dit niet permitteren.
En ze gaan bewust de lij
densfase in. Ik kan erg
lang pijn verdragen. Ik lijd
evenzeer als de anderen,
maar ik heb me er tegen
gewapend. Je moet je met
die pijn vereenzelvigen, ze
Jan A
aanvaarden, vooropgesteld
natuurlijk dat het lichaam
de inspanning aankan.
Toen ik jong was, liep ik
crossen. Toen leed ik ook
al, mijn hart bonsde in de
slapen en mijn spieren
sloegen lam. Daar moet je
doorheen. Ik heb veel aan
de cross-country te dan
ken. Maar hij schonk me
toch niet zoveel voldoening
dat ik ermee doorging. De
fiets had iets bevrijdends
voor me. De snelheid, de
wind om je oren, ik vond
het fijn om te fietsen".
Professor Ginet vertelde
dat je lichaam nog bijzon
der gaaf is, dat je nog niet
geleden hebt van de in
spanningen.
„Toch heb ik soms dagen
gehad in de Tour dat ik het
kon uitschreeuwen van el
lende", bekent Bernard
Hinault, „maar dat laat ik
nooit blijken. Want dan
ben je weg. Dan demarre
ren ze links en rechts van
de weg. Het is een kunst
om, als je er slecht voor
staat, met opgeheven
hoofd en een lach op je ge
zicht een praatje in het pe
loton te maken. Je komt
die slechte dagen alleen
goed door als je 's winters
reserves opbouwt. Dat is
een les voor alle atleten in
de wereld. Als ik de hele
winter aan alle uitnodi
gingen gevolg zou geven,
zou ik in 1982 slecht rijden,
daar ben ik van overtuigd.
Niet dat ik verkeerde din
gen doe. Ik rook nooit, ik
slaap goed en permitteer
me alleen af en toe een
glas wijn. Dat is een na-
tuurprodukt, dus dat kan
wel. Maar voor de rest
breng ik mijn zenuwstelsel
helemaal tot rust. En de
atleten, die dat niet doen in
het stille seizoen, verwaar
lozen hun beroep en zullen
de gevolgen ervaren."
Bernard Hinault begon
zijn profloopbaan in 1975
met een bruto maandsala
ris van 1100 gulden. Zes
jaar later verdient hij een
miljoen per jaar. Het geld
heeft zijn hoofd echter niet
op hol gebracht.
Hij rijdt in een Mercedes
Diesel, hij woont in een
huis, dat zich ook de smid
van het dorp zou kunnen
permitteren, hij draagt
geen dure pakken. Martine
is ook erg eenvoudig ge
bleven. En de twee kinde
ren gaan ook gekleed in
heel eenvoudige broekjes
en shirtjes. Toch stroomt
het geld met bakken bin
nen. Merckx moest zich
ooit in zijn tuin met de gele
trui aan in een modderpoel
rollen en dan voor de ca
mera vertellen dat Claudi-
ne de trui zo mooi schoon
had gewassen met een ze
ker waspoeder. Hij kreeg
daarvoor 100.000 gulden.
Met Hinault zijn dezelfde
toestanden aan de hand,
hij heeft zelfs een reclame
bureau in de hand geno
men om dit soort zaken te
regelen, Eko-force.
„Als je hem beter kent,
merk je dat hij mild en
grootmoedig is", had de
burgemeester van Yffiniac
voorspeld. Dat kan best
waar zijn, maar meer nog
spreekt in Bernard Hi
nault aan dat hij in staat is
te relativeren. En die aard
hebben maar weinig men
sen van zijn niveau. Ber
nard Hinault zou nooit
lang in Parijs kunnen le
ven. Hij zou er doodonge
lukkig worden.
Als we weer de tuin in
lopen, drijft juist een oud
boeren vrouwtje een pelo
ton koeien voorbij het hek.
Martine komt bescheiden
afscheid nemen. De auto
rijdt achter de koeien in de
eerste versnelling en met
slippende koppeling de be
woonde wereld weer tege
moet. Bernard Hinault
heeft de hark in een vaste
greep genomen en haalt
met driftige gebaren de
herfstbladeren naar zich
toe. „Hier ben ik pas echt
gelukkig", had hij nog eens
gezegd. En het beeld dat
hij opriep getuigde ervan
dat hij de waarheid sprak.
Van onze sportmedeiverker
TERNEUZEN - In sport
hal 't Zwaantje hielden
de gezamenlijke voetbal
verenigingen uit groot
Terneuzen zaalvoetbal
toernooien voor D-, E- en
F-pupillen. Evenals
voorgaande jaren was
het ook nu weer een suc
ces.
Winnaar bij de E-ju-
nioren werd Terneuzense
Boys 2 door de beslissen
de strafschoppen beter te
benutten dan Terneuzen
2. Voor de derde plaats
was het net andersom.
Hier scoorde Terneuzen 1
meer dan Terneuzense
Boys 1. Biervliet werd
vijfde, voor Hoek 1,
Sluiskil, Biervliet 2,
Zaamslag 1 en Hoek 2.
De D-junioren werk
ten twee poules af. In de
morgenuren werd de eer
ste reeks gespeeld, waar
na 's middags de andere
serie werd afgewerkt. In
de eerste reeks werd Ter
neuzen 3 winnaar voor
Sluiskil 1, Terneuzense
Boys 2, Terneuzen 1,
Biervliet 1, Hoek 2 en
Zaamslag 2. In de tweede
poule kwam Terneuzense
Boys 3 als overwinnaar
uit de bus, gevolgd door
Terneuzen 2, Terneuzen
se Boys 1, Hoek 1, Sluiskil
2, Zaamslag 1 en Bier
vliet 2.
De extra prijs voor de
topschutter ging naar
Eric Agter van Terneu
zense Boys en eveneens
een waardebon ging naar
Werner Postma van Ter
neuzen 3. Dit omdat hij
de minst gepasseerde
keeper was tijdens dit
toernooi.
SAS VAN GENT - De derde
bekerronde van de Sasse
zaalvoetbalcompetitie heeft
allemaal enerverende wed
strijden opgeleverd. Zo had
Fabricom I handen vol werk
om scheidsrechters van het
lijt te Jiouden. En pas ver in
de tweede helft lukte dat:
3-2. Eenzelfde uitslag viel
Fabricom II ten deel. Deze
ploeg presteerde het om re-
gioploeg Philippine I te ver
slaan. Ria I moest tot op de
bodem gaan om FC RRS uit
te schaken, daarbij had het
zelfs strafschoppen nodig
toen na de officiële speeltijd
de bordjes op 4-4 bleven
hangen.
Corn Boys versloeg Racing
White I met 3-2. De loting
voor de volgende ronde, die
op 1 maart plaatsvindt,
brengt de volgende ploegen
tegen elkaar in het strijd
perk: Fabricom I treedt aan
tegen de eigen reserves en
Corn Boys mag het opnemen
tegen RIA.
In de tweede klas
van de Sasse zaalvoetbal
competitie werden afgelopen
week nog drie wedstrijden
gespeeld.
De uitslagen daarvan zijn:
Broom Chemie - Racing
White III 0-3, Corn Boys II-
Philippine III 4-2, Corn Boys
Hi-Philippine II1-7.
De stand in deze klasse is
"U: Philippine II 15-28, De
Rijnvaart 15-26, De Gravin
15-26, Corn Boys IV 15-20,
jZV 15-17, Corn Boys II 15-
15, Racing White III 15-14,
fC Molenkreek II15-14, DE-
HO '80II15-12, Philippine III
15-12, CPC II 15-10, Corn
B°ys III 15-6, Broom Chemie
15-5, Fabricom III15-5.
HüUB KOOLS, de amateur
aft Baarle-Nassau, eindigde
gisteren in de zogenaamde
"Katerkoers" in Kijkduin op
vierde plaats. Morgen
J.6lst hij samen met Bob Ra
mberg uit Terheijden naar
geulen om er op uitnodiging
"eel te nemen aan een vel-