NEDERLANDERS OVER
DE KONINGIN: „JE
KUNT GEWOON
MET HAAR PRATEN"
fev.A* li
■mhhhhmmmnm
BEATRIX IN CIJFERS
l X
Iwee koninginnen; twee „wonderen"; twee re-
Ities. Eerste tafereel: langs de route die Juliana
|t, staat een tanig oud Antilliaans vrouwtje. Ze
N dat de vorstin in de buurt is, maar kan haar
tzien. Ze is blind. Om haar aandacht te trek-
fi, krijst ze met een hoog kraakstemmetje: „Vi
nos reina".
Goede start
Dweilen
Emoties
Profeet
;ing van Méridon waar-i
>r geen „achterstandsgroep
aangetrokken zouden
uien worden. Méridon
st op dat juist voor deze.
epen een confrontatie met
andere cultuur van be.
g is, omdat deze daar an-'
•s vaak met een andere cul-j
ir van belang is, omdat de-
daar anders vaak niet aan
komen. Juist daarom
irdt de geografische positie!
positief punt gevonden.
ila het onderhoud was da
srtuiging van het bestuu
n de Frans-Nederlanc..
kshogeschool zo mogelijk I
g sterker dat de ministerie-1
beslissing „kant nog wall
ikt", maar het bestuur was
eveneens van overtuigd dat i
staatssecretaris niet van
is was op de genomen be-|
ising terug te komen.
Derhalve heeft Chateau de
>ridon een beroepsprocedu-
aangespannen bij de Raad
n State en de gebruikers
iepen aangemoedigdde ac-|
ïs voor het voortbestaan van
;ridon te blijven steunen
litiek gezien vinden be-1
lur en staf de CRM-beslis-
ig „een stap terug": Aan de]
e kant - zo heet het - werk
Nederlandse regering me
n de bouw van een verenigd
ropa, aan de andere kantj
irden door beslissingen
ze ontmoetingen tussen del
xopese volkeren (anders]
n op toeristische vlak) te-|
ngewerkt.
Men hoopt nu dat, indien
(derdaad mocht blijken dat
subsidie-intrekking van
IM definitief is, ander
onnen aangeboord kunnen
irden. Mogelij k zouden dez
het ministerie van Buiten-
ndse Zaken, dat van Onder-
js en eventueel dat var
indbouw (gezien de rol die
léridon speelt op landbouw-
;bied) te vinden zijn.
in grote spanningen. Een
licroscopisch onderzoek
an hun hart toonde aan datj
stukjes dood weefsel van
hartspier tussen normaal
'eefsel zaten. Dat verschijn-'
:1 ziet men niet bij een acuti
artaanval en de theorie van
aide doktoren is dan ook dat!
it wordt veroorzaakt door]
;n plotselinge afscheiding
an adrenaline, het zoge-|
aamde „vecht"- otj
ducht"-hormoon uit de bij
leren dat ons voorbereidt!
lichamelijke activiteiten
oor de polsslag op te voeren,!
et bloed gelijkmatig te ver-
alen over de vitale liJ
ïaamsdelen en de oogpupil]
vergroten.
9
1 I
I' M
Het is al geruime tijd
end dat grote dosissen
drenaline, weefselafster-j
ing van de hartspier (necro
e) kan veroorzaken.
De nieuwe theorie is dar
eze necrose veroorzaak
rordt door de eigen adrena-j
me-produktie van het li-
haam die op gang wordt ge
tracht door spanningen
laar deze necrose zou bij
en gezond mens geen fatalq
floop hoeven te hebben. De
heorie is nu dat de schade
an de spier het elektrischj
eleidesysteem van het hart
i de war gooit, bijvoorbeeld
oor hevige schrik, en een
atale verstoring van het,
itme veroorzaakt. Dez
nensen schrikken zich let]
erlijk dood.
Copyrigb]
The Guardian/De Sten"
lat de VS aan het eind van d(
rorige eeuw een nederlaag
jen Spanje hadden geleden
le Cubaanse oorlog.
Puerto Rico heeft een gen'
atie separatisten voortgf
wacht die bereid zijn bol
aanslagen en ontvoeringen
jlegen op het vasteland o'
iet Amerikaanse bewind omj
/er te werpen.
De VS hebben veel gedaf
>m het traditionele geb'
van afgelegen kolonies al
militair steunpunt voor
verdediging van de strata
sche belangen van het W<
Ierland te doen herleven.
Dat lot is het Britse eila'
Diego Garcia beschoren, wa'
nu een grote Amerikaan
basis is gevestigd en dat a
bolwerk tegen mogeW'
Sowjet-expansie in dat g
bied wordt beschouwd.
Sommige VN-landen ha
ben daar kritiek op geuit. n
westen bracht daar tega'
dat de Sowj et-Unie hetze"
gebruik maakt van de vers
uithoeken van het voormal'?
Russische keizerrijk.
Voor een groot kolonia
gebied, het door Zuid-Aft'
bestuurde Namibië, moe
onaf hankelij kheidsstatus n
worden opgelost. De onafn®
kelijkheid van de meeste o
rige kleine kolonies zal waa
schijnlijk eerder door het
bateren dan met het ka»
worden verkregen. Maar
kele van de kleinste afha»*
lijke gebieden lijken te W".
blijven zoals zij altijd al
schouwd zijn, als strategie
voorposten van rivaliser6
mogendheden.
Vijf meningen over „Een jaar Beatrix": Vice-
premier Hans Wiegel: „Ze is vlot, spontaan, heeft
een uitstekend improvisatietalent en is geestig.
Toen ik als minister van Binnenlandse Zaken Van
der Klaauw (Buitenlandse Zaken) verving bij het
staatsbezoek aan België, zei ze: „Als die Belgen
nu maar niet denken dat we hun land als ons bin
nenland beschouwen".
Drs. Joop den Uyl (PvdA): „Beatrix heeft snel
een eigen stijl aan haar moeilijke functie gegeven.
Ze had een erg plezierige start. Ze zoekt duidelijk
een eigen weg naar eigen voorkeur en karakter.
Ik vind dat ze erg goed gestart is".
Dr. Dick Dolman, voorzitter van de Tweede Ka
mer: „Vorig jaar was zij voor mij de „vrouw-van-
het-jaar", maar je kunt niet elk jaar dezelfde kie
zen. Ze doet het anders dan Juliana, maar ze is
dan ook 30 jaar jonger én we leven in een andere
tijd. Bij de komende kabinetsformatie krijg ik ver
moedelijk meer contact met haar, maar ik hoop
dat dit van korte duur is. Dat is niet onvriendelijk
bedoeld. Des te eerder hebben we namelijk een
nieuw kabinet".
Mevr. A. de Bruyne (Lekkerkerk): „Na de gifaf
faire kwam ze bij ons op bezoek in de sta-caravan
en wilde weten hoe we ons redden. Of we ons erg
moesten behelpen en wat ze kon doen. Ze ging
zelfs mee naar de wasserette om te zien hoe we
ons daar allemaal met drie wasmchines moesten
behelpen. Ik vond haar erg lief. Je kunt gewoon
met haar praten".
Mevr. Tony van der Stee, echtgenote van de mi
nister van Financiën: „Mijn man en ik vergezel
den haar op haar reis door de Antillen. Alles ver
liep erg ongedwongen. Afspraken over de kleding
waren er niet. Met het oog op de wind en haar
kapsel droeg ze steeds een hoed, maar tegen mij
I zei ze telkens: „Daar hoeft u zich niets van aan te
•rekken". Ik geloof dat ze Nederland en de Antil
len op slag voor zich won door haar charme,
vriendelijkheid en brede belangstelling".
(Door Bert Kerkhoffs)
iMiana stapt op het
piwtje toe en geeft haar
hand. Op hetzelfde mo
ot schreeuwt het oudje: „I
see. I can see her". Ju-
lais verbaasd en onthutst
«(lijk. Ze weifelt even,
fir vervolgt dan snel haar
p. De Rijksvoorlichtings-
flst zwijgt over het ge-
Ne in alle talen. Het
pit - zoals dat officieel zo
»j heet - ontkend noch be
id. Juliana, die geniet
het mystieke (voor
"istina raadpleegde ze ooit
(s een gebedsgenezeres)
|'het maar zo. In elk geval
™uwt ze niet de fabel
als een lopend vuurtje
de Antillen voortijlt,
F te koningin over „ge-
drachtige gaven" be-
veede tafereel: Beatrix
wt voor het eerst als
s'in het kostelijke fla-
?Sa-eiland Bonaire. Óók
'van de Antillen. Op het
pi voor de kerk vindt een
sdienst plaats. Amper
aan de gang of de he-
scheurt open en een
I, ui jaagt de eregasten
Piel het godshuis in. De
akant gaat onverstoord
,'et "aaar haakt wel in op
[dualiteit. „Wekenlang is
droog geweest en nu
n' de langverwachte ko
pt die de even smarte-
verlangde regen mee-
•ft Dit is geen toeval",
Hj- Beatrix glimlacht,
'na de dienst is zij er als
IfPpen bij om dit „won
de wereld uit te helpen,
d'ek vertelt ze de bui al
ld hebben zien hangen
l .d'genlijk over verbaasd
lp geweest, dat het re-
ptendige kerkje niet
[5 Werd opgezocht.
J6 koninginnen; twee
a>"; twee reacties.
Tte, de moederlijke, be
kkeen ietwat mystie-
^thx: de nuchtere,
F«stende en soms wat
santé. De verleiding is
...telden met elkaar te
ltd' i n' nu Beatrix een
1 te kr°°h draagt, maar
r njet eerlijk zijn. Niet
Y
De glimlach.
WëMÊÈi?
alleen vanwege het leeftijds
verschil van 30 jaar, maar
ook omdat er een totaal an
dere wereld tussen hen ligt.
Daarom geen vergelijking,
maar een balans van „Een
jaar Beatrix", dat begon met
rookbommen en een com
plete veldslag en dat vol
gende week eindigt met de
constatering, dat het Neder
landse volk vindt, dat ze „een
goede start had; representa
tiever is dan Juliana; haar
zaakjes prima kent en - on
danks dat onuitwisbaar ac
cent van een Leidse rechten
studie - populairder is dan
vier jaar geleden".
Cijferaars en statistieke-
lingen als we zijn (alles moet
hier immers officieel via en
quêtes worden vastgelegd)
vindt 77 procent zelfs dat ze
„toch iets te lang op de reser
vebank zat". Vergeleken met
zes jaar geleden vindt drie
kwart haar nu „wel aardig";
schrijft bijna de helft haar
nog een zekere „gestreng
heid" toe en beweert nog
maar 27 procent, dat ze „be
kakt", gemaakt, uit de hoog
te, arrogant, vormelijk en te
nuchter is". Het zal je maar
gezegd zijn. Overigens vraag
je je wel af: hoe komt die
doorsnee Nederlander aan
die wijsheid? Wanneer zestig
procent zegt dat Beatrix al
tijd „goed-bij-de-les" is;
waarop stoelt zo'n uitspraak
dan? Zr. Marie-Josèph van
der Ven, een religieuze die
acht jaar zitting had in de
Haagse gemeenteraad,
meent dat maar weinigen
Beatrix echt kennen. Zr. Ma
rie-Josèph is één van die
weinigen. Tien jaar geleden
vroeg burgemeester Marij-
nen haar of zij Beatrix wilde
helpen Den Haag te verken
nen. Eenzelfde verzoek de
den ook de eerste burgers
van Amsterdam, Rotterdam
en Utrecht aan enkele alge
meen geachte ingezetenen.
In Amsterdam was dat
bijvoorbeeld de bekende ma
joor Alida Bosshardt van het
Rumoerig begin in Amsterdam.
Leger des Heils. In tegenstel
ling tot haar slaagde zr. Ma-
rie-Josèph er in de 40 studie
bezoeken van Beatrix aan
Den Haag echter volstrekt
geheim te houden. Zr. Van
der Ven: „Voor mij was het
iets geweldigs. Vooral omdat
het zo ongedwongen ging.
Het klikte meteen! Al de eer
ste keer spraken we af, dat
we elkaar niet voor de gek
zouden houden. Als ik het er
gens niet mee eens was, zou
ik het ronduit zeggen en
Beatrix zou iets lelijks ook
niet mooi vinden. Dat liep
enorm goed. Ik ontdekte dat
het een vrouw is met een erg
mooi karakter. Sommigen
zeggen: het is een haaibaai,
maar dat vind ik niet. Ze
weet wat ze wil en laat zich
niets op de mouw spelden.
Het is geen doetje. Ze weet
waar ze over praat, laat zich
graag raden en verdiept zich
overal in. Is ze ergens echter
vast van overtuigd, dan volgt
ze door dik en dun die over
tuiging. In Haagse zaken is
ze de best geïnformeerde
vrouw".
Zr. Van der Ven zegt eer
lijk zes jaar geleden bang te
zijn geweest dat Beatrix op
de troon zou komen,
hoorde overal zoveel
tieve dingen. Ze zou0
hartig zijn, maar als me iets
meeviel, is het dat. Ze be
reidde zich enorm serieus op
haar taak voor en bezit een
geweldige sociale bewogen
heid. Pas nog schreef ik
haar, dat ze de rozegeur en
maneschijn van dit moment
maar moet koesteren. Ik
hoop dat het zo blijft, maar
ieder mens krijgt in het le-
„Je
nega-
hoog-
ven nu eenmaal de nodige
tegenslagen. Óók een vor
stin. Met haar stabiele ka
rakter zal ze die echter zeker
te boven komen. Ze doet het
voortreffelijk en eerlijk ge
zegd had ik dat vorig jaar
ook wel verwacht. Ze was er
toen helemaal klaar voor"
Toch kreeg Beatrix niet
het cadeau.Je zult maar in
gehuldigd worden met rook
bommen en op de dag van je
leven tegen spandoeken
moeten aankijken met „Ko
ningin en generaal; oprotten
allemaal". Of „Trix is niks".
Of een zak rode verf op je
auto krijgen zoals bij de af
schuwelijk vermoeiende es
tafetterace langs de provin
ciale hoofdsteden. Je zult
maar twee dagen voor je
vertrek naar de West van
progressieve Antillianen te
„Beatrix I* Jonger, kan méér aan, weet meer
en te beter voorbereid dan Juliana". Dat vtndt
het Nederlandse volk van zijn nieuwe koningin
na een Jaar Beatrix. Duim zestig procent zegt
dat ze nu leuker, sympathieker en populairder
is dan vier Jaar geleden. Meer dan 82 procent
noemt haar „aardig"; 45 procent „streng"; 68
procent „gewoon" en 27 procent „uit de
hoogte". Juliana omschrijven de meesten als
„eenvoudiger, hartelijker,, moederlijker, meer
betrokken, menselijker, eerlijker en.... molli
ger". Aan Beatrix schrijven zij de volgende
goede en minder goede eigenschappen toe:
„bedachtzaam, voorzichtig, nuchter, open,
minder emotioneel, gemaakt, grijnzend, be
kakt, representatiever, terzake erg kundig,
maar ook saai gekleed". Wat dat laatste be
treft hebben vooral de vrouwen moeite met die
„eeuwige blauwe of groene jurken" en met
name ook die „truttige hoeden". Driekwart van
atle Nederlanders denkt dat Beatrix het moei
lijker krijgt dan haar moeder. Veel vertrouwen
In de nieuwe koningin heelt 74 procent, tegen
20 procent „weinig* en 5 procent „geen enkel
vertrouwen". Eveneens 5 procent zou wel mei
Beatrix willen ruilen, S3 procent heeft daar
geen enkele behoefte aan en 2 procent „weet
het - zoals gebruikelijk - nog niet". Fluim 40
procent ziet In Margriet de beste vervangster
van de vorstin als dat nodig mocht zijn; 26
procent houdt het op Claus en 15 procent wil
op dat moment Juliana terug. En tenslotte: 23
procent gelooft dat Beatrix bi} de komende ka
binetsformatie méér In de meIk te brokkelen
beeft dan Juliana, terwijl 64 procent het houdt
op „evenveel". Slechts 17 procent veronder
stelt dat die invloed minder zal zijn.
MmKÊÊmR
horen krijgen, dat „een sym
bool van koloniale overheer
sing en neo-koloniale uitbui
ting er niet welkom is". Nog
maals: het zal je maar ge
zegd zijn. Beatrix ging tóch
op reis, zoals ze ook tegen
alle adviezen in, trouwde in
Amsterdam en niet Den
Haag, maar 's lands roerige
hoofdstad uitkoos voor haar
inhuldiging.
Aan het begin van haar
tiendaagse veldtocht sprak
ze op Curasao de bevolking
in de landstaal toe en daar
mee dwong ze op slag alle
Antillianen in tomeloze be
wondering op de knieën.
„Geen doetje", zegt zr. Van
der Ven, „maar wel een vak
vrouw, die enorm tilt aan de
zwaarte van haar ambt; een
onvoorstelbaar plichtsgevoel
bezit endikwijls ongelooflijk
geestig uit de hoek kan ko
men. De bewijzen daarvan
liggen voor het opscheppen.
Tijdens een plensbui in
Den Bosch zei ze luidkeels:
„We zijn op alles voorbereid.
We hebben dweilen en para
plu's aan boord". En na de
cadeautjesregen in Fries
land: „Thuis gaan we aan ta
fel zitten en pakken met el
kaar alles uit. Kijken of we
dan nog weten wat bij wie
hoort". Of in Rotterdam,
waar zich de volgende dia
loog ontwikkelde tussen de
koningin en een werkloze:
„Weet u wel wat er bij ons op
tafel komt"? „Nou"?
„Speklappen, mevrouw. Bij
standskarbonaden noemen
ze dat"! „Maar die zijn toch
ook lekker"? „Jawel, behalve
als je ze elke dag krijgt".
Beatrix: „Die slag is voor u".
In datzelfde Rotterdam
frommelde een gastarbeider
haar een briefje in de hand.
„U hoort van mij", zei Beat
rix na het gelezen te hebben.
Ze stopte het in haar handtas
en... hij hoorde van haar. „Ze
is spontaner", zeggen velen.
Die glimlach is niet altijd ge
maakt, al vormt-ie wel een
vast onderdeel van de tru
cendoos, die elke autoriteit
door afgestuurdeerde pu-
blic-relationsjongens laat
samenstellen. Soms kan ze
ook oprecht schaterlachen,
zoals in Friesland toen ze
hoorde dat er daar meer
koeien dan Friezen rond
wandelen. Of zoals in Woer
den, waar ze bij de opening
van een ziekenhuis de injec
tienaald van een namaak-
spuit finaal krom drukte tot
groot plezier van de om-
staanders, maar meer nog
van haarzelf.
Niettemin zijn dergelijke
officiële bezoeken, openin
gen en plechtigheden vaak
slopend. Wie ze wel eens
heeft meegemaakt, weet dat
die overladen programma's
complete slijtageslagen zijn.
Het is een urenlang staan en
handjesschudden, praten
met lokale beroemdheden, op
commando buigen en lachen
en met een nimmer verslap
pende aandacht „bij-de-les-
blijven", ook al is de spreker
gortdroog.
Desondanks blijft Beatrix
probleemloos overeind, zelfs
bij dikwijls zeer emotionele
taferelen. Soms lijkt die
glimlach op haar gezicht ge
plakt, maar meestal is het
spontaan, want spontaan is
ze. Vraag dat maar eens aan
Lt. ter zee P. Snijders, die zij
het Koninklijk Besluit van
zijn bevordering op volle zee
uitreikte, nadat ook haar ge
bleken was dat ambtelijke
molens vaak tergend lang
zaam malen.
Spontaan en resoluut!
Beatrix maakte er geen pro
bleem van dat de bezuinigin
gen ook haar dwongen 2 ton
per jaar (Claus 80 mille) in te
leveren. Direct in mei vorig
jaar herwaardeerde ze met
een een aantal nevenfunc
ties; stootte een deel ervan af
aan de andere familieleden,
stroomlijnde naar Deens
model de hofhouding en gaf
de voorkeur aan een ander
soort ceremonieel. Op haar
eerste nieuwjaarsreceptie
ontving ze naast het Corps
Diplomatique ook 300 wille
keurig gekozen Nederlan
ders; ze schafte de super-de
luxe contra-diners bij
staatsbezoeken af en liet in
plaats daarvan haar gasten
meer eigentijdse Neder
landse dingen zien. Kostbare
geschenken werden vervan
gen door nuttige zaken: tul
pen, rozen, glaswerk, kinder
boeken. Ook wil ze een an
dere prinsjesdag dan het
huidige, veelkleurige, maar
middeleeuws aandoend
sprookje en het plichtmatig
vertoon bij recepties maakte
plaats voor actuele discus
sies, zoals in België rond de
stadsvernieuwingsproble-
matiek en de betekenis van
de Nederlandse taal voor
beide landen.
Ofschoon een koningin
anno 1981 moet opereren met
de fluwelen voorzichtigheid
van een reiziger in porselein,
weet Beatrix wat ze wil;
daarbij gesteund door Claus,
die het overigens in de hem
per traditie toebedeelde rol
van bijrijder van een be
roemde echtgenote nog
moeilijk heeft. Velen typeren
Claus dan ook als: verlegen,
ernstig, zwijgzaam, terugge
trokken van aard, gereser
veerd en vragen zich af
waarom hij in hemelsnaam
toch altijd met zo'n net iets te
hoog opgetrokken broek
loopt. Maar Claus mist nu
eenmaal dat komische talent
van zijn schoonvader, die
(óók op de Antillen) de
zwembroek van zijn adju
dant omlaag trok of dames
in avondkostuum het zwem
bad in kiepte. Zoiets doet
Claus nóóit, maar daarom is
hij nog geen slechte prins
gemaal. Hij moet alleen nog
duidelijk in zijn nieuwe rol
groeien.
Dan redden Beatrix en hij
het wel, tenzij de Haagse
astroloog, J.B. Gieles, gelijk
krijgt. Die voorspelt name
lijk dat ons Koningshuis bin
nenkort getroffen wordt
door droevige gebeurtenis
sen en dat het einde van de
monarchie in zicht is. Dat
klinkt wat vreemd want -
ook weer volgens een recente
enquête - kiest maar 5 pro
cent van alle Nederlanders
voor een republiek. Claus en
Beatrix grinneken dan ook
om dit soort koffiedik-kijke-
rij. Juliana, de mysterieuze,
zou er zwaar aan tillen;
Beatrix, de nuchtere, lijken
dergelijke uitspraken nau
welijks te raken. Zij is een
vrouw van deze tijd, die een
open oog heeft voor allerlei
stromingen; óók voor de re
publikeinse.
Kort geleden verklaarde
ze tegenover een goede
vriend: „Best te begrijpen
dat er mensen tegen de mo
narchie zijn. Ik verkoop die
dan ook niet. Als dat moest,
was het eind van de monar
chie in zicht. Zolang men het
echter ons vraagt, zullen wij
doen wat we kunnen om het
volk te dienen. Als een mo
narchie niet gedragen wordt
door de mensen van binne
nuit, heeft het geen zin".
Wat dat betreft kan ze ge
rust zijn. Ruim 89 procent
van alle Nederlanders kiest
nog steeds voor het koning
schap en als diezelfde Neder
lander gevraagd wordt (wij
kunnen het enquêteren nu
eenmaal niet laten), wie
eventueel president van een
republiek zou moeten wor
den, geeft 21 procent de stip-
notering in die Top-10 voor
gezagsdragers niet aan Van
Agt, Den Uyl of Terlouw,
maar aan... Beatrix. Ze kan
dus twéé kanten op. Konin
gin of president. Voorlopig
zal het nog wel bij het eerste
blijven. m