Reagan haalt heel oud paard van stal Jonge boeren beleefden in Colombia benauwde uurtjes tak ole laa Critici: Economisch experiment riskant \uurlanden Lawaai ■ACHTERGROND' Zonderling Luchtkasteel Valkuilen Nederlandse ambassadeur: Goed afgelopen Niet getekend Landingsbaan J ilote-voeten- dokters lin Londen toetreding [ortugal >t EG jidt tot WOENSDAG 11 MAART 1981 ,eidSDAG 11 MAART 1i WASHINGTON (ANP) - President Reagan is bij het opstellen van zijn plannen voor herstel van de Amerikaanse economie door middel van beperking van de overheidsuitgaven en belastingverlagingen teruggevallen op een theorie die ruim tweehonderd jaar geleden voor het eerst is geformuleerd door de Schotse econoom Adam Smith. Aangezien Smith's „supply side economics", de economie van de aan bodzijde, nog nooit is getoetst in een moderne samen leving, beschouwen veel traditionele economen Rea- gans beleid als een riskant experiment. In zijn in 1776 gepubli ceerde standaardwerk „In quiry into the nature and the causes of the wealth of nations" zegt Smith dat het beleid van overheden moet zijn gericht op bevordering van het aanbod van goede ren. Belastingverhogingen hebben volgens hem een ontmoedigend effect op de arbeiders en leiden daar door tot vermindering van de produktie en toeneming van de werkloosheid. Smith zag eigenbelang als de be langrijkste drijfkracht van economische vooruitgang. De grondbeginselen van deze theorie zijn aan het begin van de jaren zeventig opgepoetst door Arthur Laffer, een hoogleraar in de economie aan de Universi teit van Zuid-Californië, die zich mag verheugen in een relatie van wederzijdse bewondering met Reagan. Laffer wordt dan ook be schouwd als de vader van de neo-aanbodzijdetheorie. Zijn uitgangspunt is be trekkelijk eenvoudig: het welzijn van de economie kan beter worden toever trouwd aan het particuliere bedrijfsleven dan aan de overheid. Deze visie sluit prachtig aan op de politieke filosofie van Reagan. De regering heft volgens Laffer te veel belasting en besteedt dat geld op onpro- duktieve manier. Door via belastingverlagingen meer geld in de particuliere sec tor te pompen kan de ont wikkeling naar een ver sterking van de rol van de overheid in de economie worden gekeerd. Twee Republikeinse le den van het Congres, afge vaardigde Jack Kemp en senator William Roth, de den in juli 1977 een poging om Laffers theorie in de praktijk te brengen. Zij dienden een wetsvoorstel in om de inkomstenbelasting over de hele linie drie jaar lang met tien procent per jaar te verlagen. Het voor stel werd aanvankelijk be schouwd als een wat zon derling initiatief van een minderheid binnen een minderheidspartij. Naar mate het ongenoegen over het economische beleid van de regering-Carter toenam, won het idee echter aan aantrekkingskracht. De belangrijkste bekeerling was de Republikeinse kan didaat voor het president schap, Ronald Reagan. Reagan beloofde tijdens zijn campagne het plan van Kemp en Roth uit te zullen voeren. Binnen een maand na zijn ambtsaanvaarding was het zover. Op 18 fe bruari presenteerde Rea gan een economisch pro gramma waarin een belas tingverlaging met tien pro cent per jaar gedurende drie jaar één van de hoofd punten is. Wie nu 30.000 dol lar per jaar aan belasting afdraagt, gaat per jaar 3000 dollar minder betalen en mensen die goed zijn voor 1000 dollar inkomstenbe lasting, gaan er slechts hon derd dollar op vooruit. Bij de behandeling van het voorstel door het Congres zullen de rechtvaardigheid van het plan en de vraag hoe het voor particulieren vrijkomende geld zal wor den besteed waarschijnlijk de hoofdthema's zijn. Tegenstanders van het plan spreken van een belas tingverlaging voor de rij ken. Reagan en zijn mede standers zouden de eersten zijn om dat toe te geven, ware het niet dat het poli tiek onverstandig is dat in het openbaar te doen. Las tenverlichting voor de rij ken is immers precies wat het land volgens de aan hangers van „Supply side economics" nodig heeft. De redenering achter de ze visie is als volgt. Wan neer de armste bevolkings groepen het meest van de belastingverlaging profite ren, zullen zij het geld waarschijnlijk besteden aan eerste levensbehoeften als voedsel en huisvesting. De middenklasse, die de af gelopen jaren hard is ge troffen door de inflatie, zou het belastingvoordeeltje vermoedelijk steken in duurzame verbruiksgoede- ren als koelkasten en auto's, die er de afgelopen jaren niet af konden. Meer dan Reagan waagt een gok een kortstondige opleving van de economie valt daar van niet te verwachten. Komt het geld echter te recht bij de rijken, dan zal het uiteindelijk worden geïnvesteerd. Op die ma nier zullen financiële in stellingen kapitaal binnen krijgen voor kredietverle ning aan het bedrijfsleven. In de volgende stap van het scenario investeert de in dustrie het beschikbaar ge komen kapitaal in de bouw van nieuwe fabrieken en de modernisering van oude. Als alles goed gaat, leidt dit tot vergroting van de werk gelegenheid en de produk tie, waardoor de economie uiteindelijk weer op rol letjes zal draaien, zo luidt de theorie. De gedachtengang ziet er op papier niet geheel onzin nig uit, maar volgens de cri tici gaat het om een lucht kasteel dat is gebaseerd op uiterst twijfelachtige ver onderstellingen. Voor elke stap in het hierboven ge schetste proces is namelijk een flinke portie aan goede bedoelingen bij de betrok ken partij en vereist. Zo is er zeer weinig historische grond voor de veronder stelling dat de rijken hun belastingvoordeel zullen investeren. Maar zelfs wanneer zij zich aan de re gels van het spel houden, bestaat er nog geen enkele waarborg dat de financiële instellingen leningen zullen aanbieden met een voor het bedrijfsleven aantrekkelij ke rente. Dat is vooral de vraag waar het kleine on dernemingen betreft. Tenslotte wij zen de critici erop dat maar moet worden afgewacht of het bedrijfsle ven nieuw kapitaal zal in vesteren in modernisering van fabrieken en installa ties. Als voorbeelden heb ben zij de staalindustrie en de automobielindustrie bij de hand. De reusachtige winsten die daar in de jaren vijftig en zestig werden ge maakt, zijn besteed aan het uitkeren van dividend en aan investeringen in activi teiten buiten het eigenlijke werkterrein. Het is dan ook niet toevallig dat deze twee industrietakken op het ogenblik moeilijke tijden doormaken. Liberale politici en eco nomen komen dan ook tot de slotsom dat de voorge stelde belastingverlaging zal uitdraaien op een sti mulering van de vraag van verbruikers in plaats van op een verruiming van het aanbod van goederen. Dat zal leiden tot een toeneming van de inflatie en nog gro tere begrotingstekorten dan er tot nu toe waren. Met andere woorden: het expe riment van Reagan zal uit lopen op een fiasco. Het enthousiasme voor toepassing van de theorie van de aanbodzijde is ove rigens ook in kringen van de nieuwe regering niet on verdeeld, maar de bezetting van het ministerie van fi nanciën is wel streng in de leer. Dat geldt bijvoorbeeld voor onderminister Nor man Ture en staatssecreta ris Paul Craig Roberts, de auteur van het wetsvoor stel van Kemp en Roth. Reagan heeft echter ook economische medewerkers aangesteld die iets meer willen dan simpelweg be lastingverlaging. Sommige van hun voorstellen heeft de president ook overgeno men. Zo wil de directeur van het bureau voor begro tingszaken, David Stock man belastingverlagingen gekoppeld zien aan be snoeiingen op de begroting. Hij heeft voor het begro tingsjaar 1982 al bezuini gingen tot een bedrag van 46 miljard dollar voorge steld en wil in de volgende jaren nog verder gaan. De voorzitter van Reagans raad van economische ad viseurs, Murry Weiden- baum, is ervan overtuigd dat belastingverlaging en bezuiniging gepaard die nen te gaan met een drasti sche sanering van de over- heidsbepalingen, vooral van die voorschriften die een vrije ontplooiing van de bedrijvigheid in de weg staan. Dan is er nog de moneta rist Beryl Sprinkel, de der de man op het ministerie van Financiën, die het aan banden houden van de geldomloop als stokpaardje heeft. Naast de genoemde functionarissen zijn er ook nog mensen uit vorige rege ringen die Reagan van ad vies dienen, zoals de voor malige minister van Finan ciën George Schultz en de ex-voorzitter van het be stuur van het Amerikaanse stelsel van centrale banken Arthur Burns. Zij zien wel iets in het experiment met de economie van de aan bodzijde, maar dan alleen wanneer daarin ruimte is voor bepaalde denkbeelden uit meer gematigde econo mische theorieën. Het economische pro gramma van Reagan is een synthese of zo men wil een samenraapsel van het ba sismodel van Laffer en de visies van de genoemde functionarissen. De kern punten zijn sterke belas tingverlagingen, forse be snoeiingen op de begroting, hervorming van het stelsel van overheidsuitgaven en een stringent monetair be leid. Sceptici zien een groot aantal valkuilen voor het experiment. Het is mogelij k dat het Congres aanzienlij ke wijzigingen in de plan nen met de belasting en de begroting aan zal willen brengen, ook al is dat min der waarschijnlijk gewor den nu 44 Democraten uit het Huis van Afgevaardig den Reagan vorige week steun hebben toegezegd voor zijn economische pro gramma. Het afschaffen van bepalingen zou wel eens net zo tijdrovend en duur kunnen zijn als het tot stand brengen van een nieuw systeem van over heidsvoorschriften. Verder moet Reagan er rekening mee houden dat het stelsel van centrale banken in de VS een onafhankelijk insti tuut is, dat er niet van houdt zich een monetair beleid te laten voorschrijven. Deze problemen kunnen moei lijk worden weggewuifd. De verstokte aanhangers van de economie van de aanbodzijde kunnen para doxaal genoeg enige moed putten uit de ervaringen van twee liberale Democra ten, de voormalige presi denten Kennedy en John son. Hun voorstellen heb ben in de jaren 1964-1966 geleid tot sterke belasting verlagingen. Er volgde toen een snelle economische groei en een vermindering van de inflatie. Het was de enige keer gedurende de af gelopen 28 economische cy cli dat een belastingverla ging beide doelstellingen bleek te kunnen verwezen lijken. Het enige andere histori sche voorbeeld dat de voor standers van het experi ment aanleiding tot opti misme kan geven, dateert uit de tweede helft van de vorige eeuw. De Britse pre mier William Gladstone bracht de belastingen toen in de loop van enkele jaren aanzienlijk omlaag. Het re sultaat was een duidelijke opleving van de economi sche groei en het verdwij nen van de begrotingste korten. Het is echter zeer de vraag of Reagan in deze tij d van chronische inflatie en werkloosheid kan bereiken wat Gladstone honderd jaar geleden voor elkaar kreeg in een economisch heel wat minder roerige pe riode. ALPHEN AAN DEN RIJN (ANP) - Van een groep van achttien jonge Nederlandse boeren die in februari een studiereis heeft gemaakt naar het Zuidamerikaanse Colom bia, zijn acht man drie da gen gevangen gehouden door de militaire politie, terwijl een andere groep van de Colombiaanse poli tie kreeg te horen dat er tegen hen een niet nader omschreven aanklacht zou worden ingediend. De groep, die op 27 fe bruari uit Colombia terug keerde, bestond uit achttien jonge boeren uit drie plat- telandsj ongeren-organisat ies. Op uitnodiging van de Anuc, een Colombiaanse boerenorganisatie van ar me boeren en dagloners, was de groep op 5 februari naar Colombia vertrokken. Kees van Gaaien, 26 jaar en afkomstig uit Alphen aan den Rijn, vertelt dat hij met zeven anderen uit het gezelschap op zaterdag 21 februari door de nationale politie werd aangehouden in Malaga, dichtbij de grens met Venezuela. Daar wil den zij wat eten, nadat ze in de omgeving verschillende tropische landgewassen hadden bekeken. „Toen we uit de bus stap ten, stonder er vier gewa pende militairen voor ons die zeiden dat we ons moes ten melden bij de politie post. We waren wel eens meer aangehouden voor passencontrole en dachten dat dit nu weer zou gebeu ren, maar op de politiepost bleek dat we die niet moch ten verlaten". De acht moesten de nacht doorbrengen op de politie post. 's Zondags werden ze gedwongen in een open vrachtwagen te stappen die hen naar de provincie hoofdstad Bucaramanga bracht. Ondanks protesten van de acht werden ze op de wagen gezet, met een poli tieman aan het stuur en drie in de open bak. „In de loop van de middag kwa men we in de stad aan en werden naar de DAS ge bracht, de veiligheidspoli tie. Daar wilden ze ons ach ter slot en grendel stoppen. We protesteerden daar he vig tegen en uiteindelijk moesten we alleen binnen het gebouw blijven". ,,'s Avonds werden we doorgestuurd naar het hoofdkwartier van de mili taire politie in de stad. Daar moesten we weer de nacht doorbrengen". Daar wer den we wel als gevangenen behandeld en werden direct achter slot en grendel ge stopt". Intussen had de groep meerdere keren te kennen gegeven dat ze in contact wilde komen met de Neder landse ambassade in Bogo ta, maar iedere keer werd dat opnieuw geweigerd. „Dat was helemaal niet no dig werd ons gezegd". Maandagochtend zei een sergeant dat de zaak nu zou worden opgelost. We moes ten wel papieren tekenen waaruit bleek dat we goed waren behandeld en dat niemand letsel had opgelo pen. „Maar zeker met dat laatste waren we het niet eens, omdat een paar van ons rugklachten hadden na de rit in de open vrachtwa gen. We wilden de zeker heid dat als die rugklachten behandeld zouden moeten worden, we de kosten daar van konden verhalen op de staat Colombia". Ook wilde de groep van de militairen papieren heb ben waaruit zou blijken waarom ze gearresteerd waren. De sergeant kwam later in de ochtend wel met dergelijke papieren terug, maar die waren niet door de commandant ondertekend. Ook de rugklachten waren onderzocht en het advies luidde: goed eten en wat rust. „We hebben veel hei bel gemaakt over die ont brekende handtekening, maar die kwam niet. Ten slotte kozen we eieren voor ons geld, gaven onze gete kende papieren af en maakten we dat we weg: kwamen, want de situatie werd steeds grimmiger". De groep vertrok daarop> naar Bogota en kwam dins dag bij de Nederlandse am bassade aan. „Toen wij ons relaas aan de Nederlandse ambassadeur, mevrouw Ferrinsa. hadden gedaan zei ze dat we blij mochten zijn dat het zo afgelopen was. Ze beloofde een pro testbrief te zullen sturen aan het ministerie van bui tenlandse zaken van Co lombia en een onderzoek naar de gang van zaken te eisen. Daarnaast zou ze ook proberen de verklaringen van de militairen alsnog door de commandant te la ten tekenen. „We kregen te horen dat het wel maanden kan duren voordat de zaak rond is, maar we krijgen daar in ieder geval nog be richt over. Dat heeft de am bassadeur ons beloofd". De groep is verder in Bogota gebleven en vervolgens naar Nederland vertrok ken. Rinus van 't Westeinde (26) uit Nisse (Zuid-Beve land) had met zes andere Nederlanders een iets an dere, maar net zo vervelen de ervaring. „Op zondag 15 februari gingen we in de buurt van Orihueea een landbezetting door arme boeren bezoeken. We zagen toen in de verte dat een stuk land in brand stond. Toen we foto's wilden maken, verschenen er opeens drie paragos, huurlingen van grootgrondbezitters, die twee keer in de lucht scho ten en vervolgens op onze groep. Gelukkig werd nie mand daarbij geraakt, maar we besloten toch maar met onze gehuurde vrachtwagen terug te keren naar Orihueea. 's Avonds werd de vrachtwagen door de poli tie onderzocht, we kregen te horen dat we ons gezicht beter niet meer op straat konden laten zien". De volgende dag, maan dag, ging de groep van Ri nus met het studiepro gramma door en werd in de omgeving weer een landbe zetting bezocht. „Daar kre gen we te horen dat de plaatselijk leider van de Anuc, die ons de dag ervoor had begeleid, door de politie was beschuldigd van het aansteken van de brand. Maar die leider was toen bij onze groep en kon dat dus onmogelijk gedaan hebben. We besloten terug te gaan naar Orihueea. Dinsdags moesten we weer op het po litiebureau komen. Daar bleek dat we een verklaring moesten afleggen waaruit bleek dat de Anuc-leider schuldig was aan brand stichting. We hebben wel een verklaring afgelegd, maar daar bleek zonne klaar uit dat die man het niet gedaan kon hebben. We kregen vervolgens te horen dat er een aanklacht tegen ons zou worden ingediend, maar op grond waarvan werd niet gezegd. We beslo ten toen meteen een aan klacht wegens bedreiging in te dienen tegen de drie handlangers van een groot grondbezitter die op ons ge schoten hadden". Van 't Westeinde zei ver der dat toen zij op zondag de landbezetting gingen bekij - ken, het hun was opgeval len dat bulldozers de om heining en gewassen van een klein boerderijtje in de buurt hadden platgewalst. „Van de boeren hoorden we dat een grootgrondbezitter dat had gedaan, omdat er een landingsbaan voor vliegtuigjes werd aange legd. Die grootgrondbezit ter had al twee van die lan dingsbanen en volgens de boeren werden die gebruikt voor de smokkel van verdo vende middelen naar de Verenigde Staten". Hulp komt niet bij allerarmsten De achttien jonge boeren hebben ook verschillende Nederlandse ontwikke lingsprojecten bezocht, on der meer het project Pasto. „Daarbij viel op dat de ont wikkelingshulp terecht kwam bij de boeren die al wat bezitten, maar zeker niet bij de allerarmsten, zo als de landbezettende boe ren en dagloners. De ont wikkelingswerkers stellen echter dat die allerarmsten wel bereikt worden met hulp, maar dat is volgens ons niet het geval", aldus Henny Roelofsen (32) uit Schaarsbergen. Daarnaast vond de groep Nederlandse jonge boeren dat de Colombiaanse boe ren bij ontwikkelingspro jecten te weinig begeleid worden en dat er geen scho ling en vorming plaats vindt. „Als de Nederlandse leiding over enige tijd wordt teruggetrokken uit het project Pasto, lijkt het ons onmogelijk dat een plaatselijk kader in staat is de zaak over te nemen, zoals de coöperatieve zuivelfa briek". Roelofsen verwoordt de kritiek van de achttien als hij concludeert dat de ont wikkelingshulp in Colom bia niet bij de allerarmsten terecht komt, terwijl dat wel gepretendeerd wordt. Ook vindt hij dat er te tech nisch gewerkt wordt zon der dat er algemene platte landsontwikkeling plaats vindt. „Wat ons opviel was dat de problematiek voor de boeren in Colombia voor een deel parallel loopt met die in Nederland, zij het op een heel ander niveau. Want ook in Colombia vor men de boeren het sluitstuk van de economie die slechts als gezinsbedrijf kunnen draaien en waarbij enorm veel uren moeten worden gemaakt". STEM uit Brussel Jcor Mare de Koninck I Laivaai is het woord. La. I waai niet zozeer in akoesti. sche als wel in karakterolo gische zin. Het is lamai waarmee Nederlanders zich in het buitenland omgeven In het binnenland onge twijfeld eveneens, maar I daar valt het in de totale kakofonie niet op. Het valt pas op in het buitenland, in België dus ook. „Hee, hallo zeg, daag, hoe i is het met jóu"?!, schalt het dan door de gedempte con versatie van het overigent I Vlaamse gezelschap. De aangesproken Belg krimpt ineen, weet zich na lar seconden te herpakken, reikt een onvaste hand aan en fluistert: „Tot genoe gen". Het genoegen duurt een vol kwartier, waarin de noorderbuur op heldere toon uiteenzet wat-ie aan mieters', prima's, schande lijks en belachelijks maar al bij al zóóó boeiends in dat gekke Belgenland heeft aangetroffen. Retteketette- ketetteketet. „Ik ga eens kij ken of ze nog een mooie whisky hebben. Voor jou een pintje zeker" „Doet u geen moeite", sta melt de Vlaming. Hij heeft al eens eerder kennis ge maakt metzo'n persoonlijk heid uit Holland. „Hoi, ik ben Geert, de nieuwe buur man", had die vanachter de heg geroepen. Dat had hem, Guido, de daver op het lijf gejaagd. Met de buurman van de andere kant, toch een landgenoot, had hij immers in negen jaar nog nooit een woord geruild. Waarom ook Hij heeft toch zijn fa milie en de club Vooral toen Geert gelijk ook zijn madam had voorgesteld („Dit is hoes, mijn vrien din" was de grond onder Guido vervaarlij k gaan gol ven en had hij zich het ge rucht herinnerd dat de zeld zame mensen die in Neder land een dak boven het hoofd hebben daaronder ongehuwd samenwonen. Guido en zijn Claudine moesten dezelfde avond „om een uur of negen langs komen". Amai, amai, dat was wat geweest. Om kwart voor twaalf had Claudine voorzichtig geïnformeerd of ze misschien kon helpen in de keuken. Toen had zich langzaam de onthutsende werkelijkheid afgetekend dat er, op de pinda's en wok- kels na, helemaal niet gege ten werd Weer thuis had den ze in het holst van de nacht hun loeiende honger gestild met een simpele bis que d'hommard. Uw correspondent - in middels Belg met de Belgen -staat bij z'n slager in Brus sel soms naast zo'n Holland se lawaaidame (van een ty pe Loes dus). „Doet u mij een ons ham", knettert het dan langs de kraakheldere te geltjes van de charcuterie. Het schuchtere wicht achter de toonbank wankelt. Ze weet niet wat „mij doen" betekent, ze weet niet wat een ons is, ze weet niet wat ham is en ze denkt dat die madam, die van Holland is, dat die tegen haar snauwt. Maar die madam van polai re oorsprong is pijlsnel van begrip. „Ach natuurlijk, een ons, dat kent u niet, u zegt honderd gram, wij zeg gen dan een ons, maar u hebt gelijk het is ook hon derd gram, en het is ook eigenlijk een raar woord, een ons". Tetterdeterrerde- tet. De overige klanten heb ben de ogen zedig neergesla gen. „En hesp, is dat eigen lijk hetzelfde als ham knaIt Loes d'r terugstootloze vuurmond. Het meiske ziet hulpeloos op naar het stuk geschut. „Ik weet het niet", prevelt ze, „het is hesp. Loes vindt het „typisch en eigen lijk hartstikke interessant" Zal ik jou eens vertellen voat interessant en eigenlijk hartstikke typisch is, Loes Uitermate typisch is dat je gasten ontvangt in de lucht van eten dat al op is. En dat je wildvreemde mensen de duivel aandoet met al je in telligente meningen en je spontane uitnodigingen. Datje bij iedereen onaange kondigd binnenbanjert zonder bovendien een bos bloemen (die hier vijfen twintig gulden kost, nou en mee te brengen of iets van- die patisserie waarvan je eerst dacht dat het een ju welier was. ROUWEN van een textielfabriek LONDEN - De Britse hoofdstad wordt bin- penkort de vermoedelijk «rste Europese grote ktad waar zogenoemde, plote-voetendokters merken. Deze lekeartsen die tot dusver alleen doorkomen in landen Van de Derde Wereld, lien met steun van de «gering in enige delen van Londen gaan optre den waar bijzonder veel gekleurden uit de voor- nalige Britse koloniën nonen. Er is een fonds van jlOO.OOO pond (circa {515.000) beschikbaar voor de opleiding van vaalf daarvoor ge- ichikt geachte werklo zen. Dezen zullen een nedische basisopleiding 'ijgen, onder leiding |van de Argentijn Carlos Ferreyra die wordt be- 'Chouwd als een specia list op dit gebied. In een vraaggesprek Imet „The Guardian" verklaarde hij dat de „blote- voetendokters" vroegtijdig kwalen moe- ten onderkennen. Even tueel zullen zij de pa- 1 tiënten moeten doorstu- jren naar volledig ge- I schoolde artsen. Volgens [hem is de nationale ge- I z°ndheidsdienst tot dus- ver niet in staat in vol- I doende mate te voldoen laan de behoeften van de I t'nische minderheden. |(T vormingen V-ISSABON (ANP) - De riding tot de Europese £?eensehap betekent voor K ugal dat op politiek ter- grootscheepse hervor- 1 Sen zullen moeten wor- fcrin gevoer^» die onder f8 hre gullen leiden tot de let g van instituten l stand zijn gekomen na iriiiSJerrev°lutie" van 25 Km, v* »Dat is de prijs die V moet betalen." lier* Portugese pre- i nto Balsemao giste- Ishi f; ^*Ssabon gezegd na In ri ?g van de besprekin- ILJf heeft gevoerd met T jv,i president Van Agt ■Uit n\s*er Van der Klaauw wee an?s© Zaken). De Kdp ^indslieden beein- ■L gisteren hun officiële ptu ^an dagen aan kiq U\J cid au die za< en va Pv OV4 va an ru: lij: las tui lin en uil va 'Lo vo ke va ve on ne te on eei ve da ko ke ge: de en tel ru tui vo ko eei de: 1 kii Lo de ge da all klï in sic rei uil stc Pr lei va va de in jai kii

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1981 | | pagina 4