Reagan haalt heel
oud paard van stal
Jonge boeren beleefden in
Colombia benauwde uurtjes
tak
ole
laa
Critici: Economisch
experiment riskant
\uurlanden
Lawaai
■ACHTERGROND'
Zonderling
Luchtkasteel
Valkuilen
Nederlandse ambassadeur:
Goed afgelopen
Niet getekend
Landingsbaan
J
ilote-voeten-
dokters
lin Londen
toetreding
[ortugal
>t EG
jidt tot
WOENSDAG 11 MAART 1981
,eidSDAG 11 MAART 1i
WASHINGTON (ANP) - President Reagan is bij
het opstellen van zijn plannen voor herstel van de
Amerikaanse economie door middel van beperking
van de overheidsuitgaven en belastingverlagingen
teruggevallen op een theorie die ruim tweehonderd
jaar geleden voor het eerst is geformuleerd door de
Schotse econoom Adam Smith. Aangezien Smith's
„supply side economics", de economie van de aan
bodzijde, nog nooit is getoetst in een moderne samen
leving, beschouwen veel traditionele economen Rea-
gans beleid als een riskant experiment.
In zijn in 1776 gepubli
ceerde standaardwerk „In
quiry into the nature and
the causes of the wealth of
nations" zegt Smith dat het
beleid van overheden moet
zijn gericht op bevordering
van het aanbod van goede
ren. Belastingverhogingen
hebben volgens hem een
ontmoedigend effect op de
arbeiders en leiden daar
door tot vermindering van
de produktie en toeneming
van de werkloosheid. Smith
zag eigenbelang als de be
langrijkste drijfkracht van
economische vooruitgang.
De grondbeginselen van
deze theorie zijn aan het
begin van de jaren zeventig
opgepoetst door Arthur
Laffer, een hoogleraar in de
economie aan de Universi
teit van Zuid-Californië,
die zich mag verheugen in
een relatie van wederzijdse
bewondering met Reagan.
Laffer wordt dan ook be
schouwd als de vader van
de neo-aanbodzijdetheorie.
Zijn uitgangspunt is be
trekkelijk eenvoudig: het
welzijn van de economie
kan beter worden toever
trouwd aan het particuliere
bedrijfsleven dan aan de
overheid. Deze visie sluit
prachtig aan op de politieke
filosofie van Reagan.
De regering heft volgens
Laffer te veel belasting en
besteedt dat geld op onpro-
duktieve manier. Door via
belastingverlagingen meer
geld in de particuliere sec
tor te pompen kan de ont
wikkeling naar een ver
sterking van de rol van de
overheid in de economie
worden gekeerd.
Twee Republikeinse le
den van het Congres, afge
vaardigde Jack Kemp en
senator William Roth, de
den in juli 1977 een poging
om Laffers theorie in de
praktijk te brengen. Zij
dienden een wetsvoorstel in
om de inkomstenbelasting
over de hele linie drie jaar
lang met tien procent per
jaar te verlagen. Het voor
stel werd aanvankelijk be
schouwd als een wat zon
derling initiatief van een
minderheid binnen een
minderheidspartij. Naar
mate het ongenoegen over
het economische beleid van
de regering-Carter toenam,
won het idee echter aan
aantrekkingskracht. De
belangrijkste bekeerling
was de Republikeinse kan
didaat voor het president
schap, Ronald Reagan.
Reagan beloofde tijdens
zijn campagne het plan van
Kemp en Roth uit te zullen
voeren. Binnen een maand
na zijn ambtsaanvaarding
was het zover. Op 18 fe
bruari presenteerde Rea
gan een economisch pro
gramma waarin een belas
tingverlaging met tien pro
cent per jaar gedurende
drie jaar één van de hoofd
punten is. Wie nu 30.000 dol
lar per jaar aan belasting
afdraagt, gaat per jaar 3000
dollar minder betalen en
mensen die goed zijn voor
1000 dollar inkomstenbe
lasting, gaan er slechts hon
derd dollar op vooruit. Bij
de behandeling van het
voorstel door het Congres
zullen de rechtvaardigheid
van het plan en de vraag
hoe het voor particulieren
vrijkomende geld zal wor
den besteed waarschijnlijk
de hoofdthema's zijn.
Tegenstanders van het
plan spreken van een belas
tingverlaging voor de rij
ken. Reagan en zijn mede
standers zouden de eersten
zijn om dat toe te geven,
ware het niet dat het poli
tiek onverstandig is dat in
het openbaar te doen. Las
tenverlichting voor de rij
ken is immers precies wat
het land volgens de aan
hangers van „Supply side
economics" nodig heeft.
De redenering achter de
ze visie is als volgt. Wan
neer de armste bevolkings
groepen het meest van de
belastingverlaging profite
ren, zullen zij het geld
waarschijnlijk besteden
aan eerste levensbehoeften
als voedsel en huisvesting.
De middenklasse, die de af
gelopen jaren hard is ge
troffen door de inflatie, zou
het belastingvoordeeltje
vermoedelijk steken in
duurzame verbruiksgoede-
ren als koelkasten en auto's,
die er de afgelopen jaren
niet af konden. Meer dan
Reagan waagt een gok
een kortstondige opleving
van de economie valt daar
van niet te verwachten.
Komt het geld echter te
recht bij de rijken, dan zal
het uiteindelijk worden
geïnvesteerd. Op die ma
nier zullen financiële in
stellingen kapitaal binnen
krijgen voor kredietverle
ning aan het bedrijfsleven.
In de volgende stap van het
scenario investeert de in
dustrie het beschikbaar ge
komen kapitaal in de bouw
van nieuwe fabrieken en de
modernisering van oude.
Als alles goed gaat, leidt dit
tot vergroting van de werk
gelegenheid en de produk
tie, waardoor de economie
uiteindelijk weer op rol
letjes zal draaien, zo luidt
de theorie.
De gedachtengang ziet er
op papier niet geheel onzin
nig uit, maar volgens de cri
tici gaat het om een lucht
kasteel dat is gebaseerd op
uiterst twijfelachtige ver
onderstellingen. Voor elke
stap in het hierboven ge
schetste proces is namelijk
een flinke portie aan goede
bedoelingen bij de betrok
ken partij en vereist. Zo is er
zeer weinig historische
grond voor de veronder
stelling dat de rijken hun
belastingvoordeel zullen
investeren. Maar zelfs
wanneer zij zich aan de re
gels van het spel houden,
bestaat er nog geen enkele
waarborg dat de financiële
instellingen leningen zullen
aanbieden met een voor het
bedrijfsleven aantrekkelij
ke rente. Dat is vooral de
vraag waar het kleine on
dernemingen betreft.
Tenslotte wij zen de critici
erop dat maar moet worden
afgewacht of het bedrijfsle
ven nieuw kapitaal zal in
vesteren in modernisering
van fabrieken en installa
ties. Als voorbeelden heb
ben zij de staalindustrie en
de automobielindustrie bij
de hand. De reusachtige
winsten die daar in de jaren
vijftig en zestig werden ge
maakt, zijn besteed aan het
uitkeren van dividend en
aan investeringen in activi
teiten buiten het eigenlijke
werkterrein. Het is dan ook
niet toevallig dat deze twee
industrietakken op het
ogenblik moeilijke tijden
doormaken.
Liberale politici en eco
nomen komen dan ook tot
de slotsom dat de voorge
stelde belastingverlaging
zal uitdraaien op een sti
mulering van de vraag van
verbruikers in plaats van
op een verruiming van het
aanbod van goederen. Dat
zal leiden tot een toeneming
van de inflatie en nog gro
tere begrotingstekorten
dan er tot nu toe waren. Met
andere woorden: het expe
riment van Reagan zal uit
lopen op een fiasco.
Het enthousiasme voor
toepassing van de theorie
van de aanbodzijde is ove
rigens ook in kringen van
de nieuwe regering niet on
verdeeld, maar de bezetting
van het ministerie van fi
nanciën is wel streng in de
leer. Dat geldt bijvoorbeeld
voor onderminister Nor
man Ture en staatssecreta
ris Paul Craig Roberts, de
auteur van het wetsvoor
stel van Kemp en Roth.
Reagan heeft echter ook
economische medewerkers
aangesteld die iets meer
willen dan simpelweg be
lastingverlaging. Sommige
van hun voorstellen heeft
de president ook overgeno
men.
Zo wil de directeur van
het bureau voor begro
tingszaken, David Stock
man belastingverlagingen
gekoppeld zien aan be
snoeiingen op de begroting.
Hij heeft voor het begro
tingsjaar 1982 al bezuini
gingen tot een bedrag van
46 miljard dollar voorge
steld en wil in de volgende
jaren nog verder gaan. De
voorzitter van Reagans
raad van economische ad
viseurs, Murry Weiden-
baum, is ervan overtuigd
dat belastingverlaging en
bezuiniging gepaard die
nen te gaan met een drasti
sche sanering van de over-
heidsbepalingen, vooral
van die voorschriften die
een vrije ontplooiing van de
bedrijvigheid in de weg
staan.
Dan is er nog de moneta
rist Beryl Sprinkel, de der
de man op het ministerie
van Financiën, die het aan
banden houden van de
geldomloop als stokpaardje
heeft. Naast de genoemde
functionarissen zijn er ook
nog mensen uit vorige rege
ringen die Reagan van ad
vies dienen, zoals de voor
malige minister van Finan
ciën George Schultz en de
ex-voorzitter van het be
stuur van het Amerikaanse
stelsel van centrale banken
Arthur Burns. Zij zien wel
iets in het experiment met
de economie van de aan
bodzijde, maar dan alleen
wanneer daarin ruimte is
voor bepaalde denkbeelden
uit meer gematigde econo
mische theorieën.
Het economische pro
gramma van Reagan is een
synthese of zo men wil een
samenraapsel van het ba
sismodel van Laffer en de
visies van de genoemde
functionarissen. De kern
punten zijn sterke belas
tingverlagingen, forse be
snoeiingen op de begroting,
hervorming van het stelsel
van overheidsuitgaven en
een stringent monetair be
leid.
Sceptici zien een groot
aantal valkuilen voor het
experiment. Het is mogelij k
dat het Congres aanzienlij
ke wijzigingen in de plan
nen met de belasting en de
begroting aan zal willen
brengen, ook al is dat min
der waarschijnlijk gewor
den nu 44 Democraten uit
het Huis van Afgevaardig
den Reagan vorige week
steun hebben toegezegd
voor zijn economische pro
gramma. Het afschaffen
van bepalingen zou wel
eens net zo tijdrovend en
duur kunnen zijn als het tot
stand brengen van een
nieuw systeem van over
heidsvoorschriften. Verder
moet Reagan er rekening
mee houden dat het stelsel
van centrale banken in de
VS een onafhankelijk insti
tuut is, dat er niet van houdt
zich een monetair beleid te
laten voorschrijven. Deze
problemen kunnen moei
lijk worden weggewuifd.
De verstokte aanhangers
van de economie van de
aanbodzijde kunnen para
doxaal genoeg enige moed
putten uit de ervaringen
van twee liberale Democra
ten, de voormalige presi
denten Kennedy en John
son. Hun voorstellen heb
ben in de jaren 1964-1966
geleid tot sterke belasting
verlagingen. Er volgde toen
een snelle economische
groei en een vermindering
van de inflatie. Het was de
enige keer gedurende de af
gelopen 28 economische cy
cli dat een belastingverla
ging beide doelstellingen
bleek te kunnen verwezen
lijken.
Het enige andere histori
sche voorbeeld dat de voor
standers van het experi
ment aanleiding tot opti
misme kan geven, dateert
uit de tweede helft van de
vorige eeuw. De Britse pre
mier William Gladstone
bracht de belastingen toen
in de loop van enkele jaren
aanzienlijk omlaag. Het re
sultaat was een duidelijke
opleving van de economi
sche groei en het verdwij
nen van de begrotingste
korten. Het is echter zeer de
vraag of Reagan in deze tij d
van chronische inflatie en
werkloosheid kan bereiken
wat Gladstone honderd
jaar geleden voor elkaar
kreeg in een economisch
heel wat minder roerige pe
riode.
ALPHEN AAN DEN
RIJN (ANP) - Van een
groep van achttien jonge
Nederlandse boeren die in
februari een studiereis
heeft gemaakt naar het
Zuidamerikaanse Colom
bia, zijn acht man drie da
gen gevangen gehouden
door de militaire politie,
terwijl een andere groep
van de Colombiaanse poli
tie kreeg te horen dat er
tegen hen een niet nader
omschreven aanklacht zou
worden ingediend.
De groep, die op 27 fe
bruari uit Colombia terug
keerde, bestond uit achttien
jonge boeren uit drie plat-
telandsj ongeren-organisat
ies. Op uitnodiging van de
Anuc, een Colombiaanse
boerenorganisatie van ar
me boeren en dagloners,
was de groep op 5 februari
naar Colombia vertrokken.
Kees van Gaaien, 26 jaar
en afkomstig uit Alphen
aan den Rijn, vertelt dat hij
met zeven anderen uit het
gezelschap op zaterdag 21
februari door de nationale
politie werd aangehouden
in Malaga, dichtbij de grens
met Venezuela. Daar wil
den zij wat eten, nadat ze in
de omgeving verschillende
tropische landgewassen
hadden bekeken.
„Toen we uit de bus stap
ten, stonder er vier gewa
pende militairen voor ons
die zeiden dat we ons moes
ten melden bij de politie
post. We waren wel eens
meer aangehouden voor
passencontrole en dachten
dat dit nu weer zou gebeu
ren, maar op de politiepost
bleek dat we die niet moch
ten verlaten".
De acht moesten de nacht
doorbrengen op de politie
post. 's Zondags werden ze
gedwongen in een open
vrachtwagen te stappen die
hen naar de provincie
hoofdstad Bucaramanga
bracht. Ondanks protesten
van de acht werden ze op de
wagen gezet, met een poli
tieman aan het stuur en
drie in de open bak. „In de
loop van de middag kwa
men we in de stad aan en
werden naar de DAS ge
bracht, de veiligheidspoli
tie. Daar wilden ze ons ach
ter slot en grendel stoppen.
We protesteerden daar he
vig tegen en uiteindelijk
moesten we alleen binnen
het gebouw blijven".
,,'s Avonds werden we
doorgestuurd naar het
hoofdkwartier van de mili
taire politie in de stad. Daar
moesten we weer de nacht
doorbrengen". Daar wer
den we wel als gevangenen
behandeld en werden direct
achter slot en grendel ge
stopt".
Intussen had de groep
meerdere keren te kennen
gegeven dat ze in contact
wilde komen met de Neder
landse ambassade in Bogo
ta, maar iedere keer werd
dat opnieuw geweigerd.
„Dat was helemaal niet no
dig werd ons gezegd".
Maandagochtend zei een
sergeant dat de zaak nu zou
worden opgelost. We moes
ten wel papieren tekenen
waaruit bleek dat we goed
waren behandeld en dat
niemand letsel had opgelo
pen. „Maar zeker met dat
laatste waren we het niet
eens, omdat een paar van
ons rugklachten hadden na
de rit in de open vrachtwa
gen. We wilden de zeker
heid dat als die rugklachten
behandeld zouden moeten
worden, we de kosten daar
van konden verhalen op de
staat Colombia".
Ook wilde de groep van
de militairen papieren heb
ben waaruit zou blijken
waarom ze gearresteerd
waren. De sergeant kwam
later in de ochtend wel met
dergelijke papieren terug,
maar die waren niet door de
commandant ondertekend.
Ook de rugklachten waren
onderzocht en het advies
luidde: goed eten en wat
rust. „We hebben veel hei
bel gemaakt over die ont
brekende handtekening,
maar die kwam niet. Ten
slotte kozen we eieren voor
ons geld, gaven onze gete
kende papieren af en
maakten we dat we weg:
kwamen, want de situatie
werd steeds grimmiger".
De groep vertrok daarop>
naar Bogota en kwam dins
dag bij de Nederlandse am
bassade aan. „Toen wij ons
relaas aan de Nederlandse
ambassadeur, mevrouw
Ferrinsa. hadden gedaan
zei ze dat we blij mochten
zijn dat het zo afgelopen
was. Ze beloofde een pro
testbrief te zullen sturen
aan het ministerie van bui
tenlandse zaken van Co
lombia en een onderzoek
naar de gang van zaken te
eisen. Daarnaast zou ze ook
proberen de verklaringen
van de militairen alsnog
door de commandant te la
ten tekenen. „We kregen te
horen dat het wel maanden
kan duren voordat de zaak
rond is, maar we krijgen
daar in ieder geval nog be
richt over. Dat heeft de am
bassadeur ons beloofd". De
groep is verder in Bogota
gebleven en vervolgens
naar Nederland vertrok
ken.
Rinus van 't Westeinde
(26) uit Nisse (Zuid-Beve
land) had met zes andere
Nederlanders een iets an
dere, maar net zo vervelen
de ervaring. „Op zondag 15
februari gingen we in de
buurt van Orihueea een
landbezetting door arme
boeren bezoeken. We zagen
toen in de verte dat een stuk
land in brand stond. Toen
we foto's wilden maken,
verschenen er opeens drie
paragos, huurlingen van
grootgrondbezitters, die
twee keer in de lucht scho
ten en vervolgens op onze
groep. Gelukkig werd nie
mand daarbij geraakt,
maar we besloten toch
maar met onze gehuurde
vrachtwagen terug te keren
naar Orihueea.
's Avonds werd de
vrachtwagen door de poli
tie onderzocht, we kregen te
horen dat we ons gezicht
beter niet meer op straat
konden laten zien".
De volgende dag, maan
dag, ging de groep van Ri
nus met het studiepro
gramma door en werd in de
omgeving weer een landbe
zetting bezocht. „Daar kre
gen we te horen dat de
plaatselijk leider van de
Anuc, die ons de dag ervoor
had begeleid, door de politie
was beschuldigd van het
aansteken van de brand.
Maar die leider was toen bij
onze groep en kon dat dus
onmogelijk gedaan hebben.
We besloten terug te gaan
naar Orihueea. Dinsdags
moesten we weer op het po
litiebureau komen. Daar
bleek dat we een verklaring
moesten afleggen waaruit
bleek dat de Anuc-leider
schuldig was aan brand
stichting. We hebben wel
een verklaring afgelegd,
maar daar bleek zonne
klaar uit dat die man het
niet gedaan kon hebben. We
kregen vervolgens te horen
dat er een aanklacht tegen
ons zou worden ingediend,
maar op grond waarvan
werd niet gezegd. We beslo
ten toen meteen een aan
klacht wegens bedreiging
in te dienen tegen de drie
handlangers van een groot
grondbezitter die op ons ge
schoten hadden".
Van 't Westeinde zei ver
der dat toen zij op zondag de
landbezetting gingen bekij -
ken, het hun was opgeval
len dat bulldozers de om
heining en gewassen van
een klein boerderijtje in de
buurt hadden platgewalst.
„Van de boeren hoorden we
dat een grootgrondbezitter
dat had gedaan, omdat er
een landingsbaan voor
vliegtuigjes werd aange
legd. Die grootgrondbezit
ter had al twee van die lan
dingsbanen en volgens de
boeren werden die gebruikt
voor de smokkel van verdo
vende middelen naar de
Verenigde Staten".
Hulp komt niet bij allerarmsten
De achttien jonge boeren
hebben ook verschillende
Nederlandse ontwikke
lingsprojecten bezocht, on
der meer het project Pasto.
„Daarbij viel op dat de ont
wikkelingshulp terecht
kwam bij de boeren die al
wat bezitten, maar zeker
niet bij de allerarmsten, zo
als de landbezettende boe
ren en dagloners. De ont
wikkelingswerkers stellen
echter dat die allerarmsten
wel bereikt worden met
hulp, maar dat is volgens
ons niet het geval", aldus
Henny Roelofsen (32) uit
Schaarsbergen.
Daarnaast vond de groep
Nederlandse jonge boeren
dat de Colombiaanse boe
ren bij ontwikkelingspro
jecten te weinig begeleid
worden en dat er geen scho
ling en vorming plaats
vindt. „Als de Nederlandse
leiding over enige tijd
wordt teruggetrokken uit
het project Pasto, lijkt het
ons onmogelijk dat een
plaatselijk kader in staat is
de zaak over te nemen, zoals
de coöperatieve zuivelfa
briek".
Roelofsen verwoordt de
kritiek van de achttien als
hij concludeert dat de ont
wikkelingshulp in Colom
bia niet bij de allerarmsten
terecht komt, terwijl dat
wel gepretendeerd wordt.
Ook vindt hij dat er te tech
nisch gewerkt wordt zon
der dat er algemene platte
landsontwikkeling plaats
vindt. „Wat ons opviel was
dat de problematiek voor de
boeren in Colombia voor
een deel parallel loopt met
die in Nederland, zij het op
een heel ander niveau.
Want ook in Colombia vor
men de boeren het sluitstuk
van de economie die slechts
als gezinsbedrijf kunnen
draaien en waarbij enorm
veel uren moeten worden
gemaakt".
STEM
uit
Brussel
Jcor Mare de Koninck I
Laivaai is het woord. La. I
waai niet zozeer in akoesti.
sche als wel in karakterolo
gische zin. Het is lamai
waarmee Nederlanders zich
in het buitenland omgeven
In het binnenland onge
twijfeld eveneens, maar I
daar valt het in de totale
kakofonie niet op. Het valt
pas op in het buitenland, in
België dus ook.
„Hee, hallo zeg, daag, hoe i
is het met jóu"?!, schalt het
dan door de gedempte con
versatie van het overigent I
Vlaamse gezelschap. De
aangesproken Belg krimpt
ineen, weet zich na lar
seconden te herpakken,
reikt een onvaste hand aan
en fluistert: „Tot genoe
gen".
Het genoegen duurt een
vol kwartier, waarin de
noorderbuur op heldere
toon uiteenzet wat-ie aan
mieters', prima's, schande
lijks en belachelijks maar al
bij al zóóó boeiends in dat
gekke Belgenland heeft
aangetroffen. Retteketette-
ketetteketet. „Ik ga eens kij
ken of ze nog een mooie
whisky hebben. Voor jou
een pintje zeker"
„Doet u geen moeite", sta
melt de Vlaming. Hij heeft
al eens eerder kennis ge
maakt metzo'n persoonlijk
heid uit Holland. „Hoi, ik
ben Geert, de nieuwe buur
man", had die vanachter de
heg geroepen. Dat had hem,
Guido, de daver op het lijf
gejaagd. Met de buurman
van de andere kant, toch een
landgenoot, had hij immers
in negen jaar nog nooit een
woord geruild. Waarom
ook Hij heeft toch zijn fa
milie en de club Vooral
toen Geert gelijk ook zijn
madam had voorgesteld
(„Dit is hoes, mijn vrien
din" was de grond onder
Guido vervaarlij k gaan gol
ven en had hij zich het ge
rucht herinnerd dat de zeld
zame mensen die in Neder
land een dak boven het
hoofd hebben daaronder
ongehuwd samenwonen.
Guido en zijn Claudine
moesten dezelfde avond
„om een uur of negen langs
komen". Amai, amai, dat
was wat geweest. Om kwart
voor twaalf had Claudine
voorzichtig geïnformeerd
of ze misschien kon helpen
in de keuken. Toen had zich
langzaam de onthutsende
werkelijkheid afgetekend
dat er, op de pinda's en wok-
kels na, helemaal niet gege
ten werd Weer thuis had
den ze in het holst van de
nacht hun loeiende honger
gestild met een simpele bis
que d'hommard.
Uw correspondent - in
middels Belg met de Belgen
-staat bij z'n slager in Brus
sel soms naast zo'n Holland
se lawaaidame (van een ty
pe Loes dus). „Doet u mij een
ons ham", knettert het dan
langs de kraakheldere te
geltjes van de charcuterie.
Het schuchtere wicht achter
de toonbank wankelt. Ze
weet niet wat „mij doen"
betekent, ze weet niet wat
een ons is, ze weet niet wat
ham is en ze denkt dat die
madam, die van Holland is,
dat die tegen haar snauwt.
Maar die madam van polai
re oorsprong is pijlsnel van
begrip. „Ach natuurlijk,
een ons, dat kent u niet, u
zegt honderd gram, wij zeg
gen dan een ons, maar u
hebt gelijk het is ook hon
derd gram, en het is ook
eigenlijk een raar woord,
een ons". Tetterdeterrerde-
tet.
De overige klanten heb
ben de ogen zedig neergesla
gen. „En hesp, is dat eigen
lijk hetzelfde als ham
knaIt Loes d'r terugstootloze
vuurmond. Het meiske ziet
hulpeloos op naar het stuk
geschut. „Ik weet het niet",
prevelt ze, „het is hesp. Loes
vindt het „typisch en eigen
lijk hartstikke interessant"
Zal ik jou eens vertellen
voat interessant en eigenlijk
hartstikke typisch is, Loes
Uitermate typisch is dat je
gasten ontvangt in de lucht
van eten dat al op is. En dat
je wildvreemde mensen de
duivel aandoet met al je in
telligente meningen en je
spontane uitnodigingen.
Datje bij iedereen onaange
kondigd binnenbanjert
zonder bovendien een bos
bloemen (die hier vijfen
twintig gulden kost, nou en
mee te brengen of iets van-
die patisserie waarvan je
eerst dacht dat het een ju
welier was.
ROUWEN van een textielfabriek
LONDEN - De Britse
hoofdstad wordt bin-
penkort de vermoedelijk
«rste Europese grote
ktad waar zogenoemde,
plote-voetendokters
merken. Deze lekeartsen
die tot dusver alleen
doorkomen in landen
Van de Derde Wereld,
lien met steun van de
«gering in enige delen
van Londen gaan optre
den waar bijzonder veel
gekleurden uit de voor-
nalige Britse koloniën
nonen.
Er is een fonds van
jlOO.OOO pond (circa
{515.000) beschikbaar
voor de opleiding van
vaalf daarvoor ge-
ichikt geachte werklo
zen. Dezen zullen een
nedische basisopleiding
'ijgen, onder leiding
|van de Argentijn Carlos
Ferreyra die wordt be-
'Chouwd als een specia
list op dit gebied.
In een vraaggesprek
Imet „The Guardian"
verklaarde hij dat de
„blote- voetendokters"
vroegtijdig kwalen moe-
ten onderkennen. Even
tueel zullen zij de pa-
1 tiënten moeten doorstu-
jren naar volledig ge-
I schoolde artsen. Volgens
[hem is de nationale ge-
I z°ndheidsdienst tot dus-
ver niet in staat in vol-
I doende mate te voldoen
laan de behoeften van de
I t'nische minderheden.
|(T vormingen
V-ISSABON (ANP) - De
riding tot de Europese
£?eensehap betekent voor
K ugal dat op politiek ter-
grootscheepse hervor-
1 Sen zullen moeten wor-
fcrin gevoer^» die onder
f8 hre gullen leiden tot de
let g van instituten
l stand zijn gekomen na
iriiiSJerrev°lutie" van 25
Km, v* »Dat is de prijs die
V moet betalen."
lier* Portugese pre-
i nto Balsemao giste-
Ishi f; ^*Ssabon gezegd na
In ri ?g van de besprekin-
ILJf heeft gevoerd met
T jv,i president Van Agt
■Uit n\s*er Van der Klaauw
wee an?s© Zaken). De
Kdp ^indslieden beein-
■L gisteren hun officiële
ptu ^an dagen aan
kiq
U\J
cid
au
die
za<
en
va
Pv
OV4
va
an
ru:
lij:
las
tui
lin
en
uil
va
'Lo
vo
ke
va
ve
on
ne
te
on
eei
ve
da
ko
ke
ge:
de
en
tel
ru
tui
vo
ko
eei
de:
1
kii
Lo
de
ge
da
all
klï
in
sic
rei
uil
stc
Pr
lei
va
va
de
in
jai
kii