De Quay als aambeeld voor aanvallen van Jan Rogier POLITIEKE VERNIEUWING NA DE WERELDOORLOG STUDIEDAG /eel publiek i\\ jubileum concert Staten willt dekkingspl; voor financ MAANDAG 10 NOVEMBER 1980 pagina - VRIJ UIT laak een EXTRA Nou en? Erkenning Terug Duitse bezoekers laten hun vrolijke gezichten bij de grens achter Onevenwichtig Saamhorigheid Geen plaats Herstel Lclame met een KLEINTJE A let helpt fanfai beidt in w I Museum Ge v« Inl Huisvesting diensten WROCLAW - Voor de Poolse oud-strijders staat een bezoek aan de universiteitsstad Wroclaw op het program ma. Vanwege contacten die de Nederlandse Polen al enige jaren onderhouden met een padvindersgroep, die zich naar de Eerste Poolse pantserdivisie noemt en met een parochie in een buitenwijk van Wroclaw, waar de pastoor op onze komst rekent, omdat de mannen van Maczek een van zijn parochianen een keer aan een rolstoel hebben geholpen. Dat was een heel bijzonder geschenk, omdat hij in Polen onbetaalbaar was. Belde ontvangsten geven ongeveer dezelfde taferelen te zien: De Polen die uit een bus stappen, zoals we die In heel Polen nog niet hebben zien rijden, krijgen een vreemd soort bekijks. In de kerk waar we de mis meemaken worden we aangestaard door kinderen en moeders, die zien hoe de collecteschaal zich gaandeweg vult met dollarbiljetten en briefjes van tien. De pastoor beeft wel enige re den tot dankbaarheid. Hij brengt de volle collecteschaal snel naar zijn sacristie, denkt ongetwijfeld aan de drie miljoen zloty's, die zijn nieuwe kerk hem gaat kosten en idt voor de oudstrijders uit Nederland, die zich in dit nood- kerkje de longen uit het lijf zin gen. Wroclaw blijft - hoe hatelijk en onvergeeflijk dat ook moge klinken - als een Duits brok Bres- lau in mijn keel steken. Ik heb gezien hoe grondig Pools die stad nu aandoet, hoe het intellectuele en het hele openbare leven er „verpoolst" is. De universiteit en alle hogere technologische insti tuten in die stad zijn Pools, alsof dat nooit anders is geweest. Het Poolse wijs vingerij e richt mijn aandacht op oude handves ten die aantonen dat Wroclaw in het jaar duizend al Pools was, dat kerken en andere historische ge bouwen door Poolse architecten zijn ontworpen, dat de universi teit van Wroclaw door een Poolse vorst is gesticht, dat de Pruisen eerst in 1741 de stad zijn binnen getrokken, de stad dus „slechts" 200jar in hun bezit hadden en wat WROCLAW: Pools alsof dat nooit anders is geweest BOVEN: Padvinders in Wroclaw heb ben hun groep naar de eerste Poolse pantserdivisie van generaal Maczek ge noemd. In hun clubgebouw leggen zij de eed van trouw af op hun clubvlag. Poolse oudstrijders uit Breda en omge ving waren te gast. ONDER: ,,De Vredespaus" noemen de Polen paus Johannes de 23ste. In het hartje van het oude Wroclaw staat dit beeld van hem uit dankbaarheid voor zijn erkenning van de huidige Poolse grenzen. in het bezitsrecht kennelijk nog meer telt is, dat de Duitsers de stad grondig hebben verwoest, zodat het uiteindelij k weer de Po len waren, die op de ruïnes van het oude Breslau het nieuwe Wroclaw bouwden. Onze Poolse gids, die ik deze overwegingen misschien ontac tisch in de oren fluister, zucht niet erg begrijpend dat zijn ouders ergens in Oost-Polen zijn gebo ren, maar dat hij zich niettemin volbloed inwoner van Wroclaw voelt. Hij is er geboren en heeft de nieuwe stad zien groeieji. Wro claw is zijn stad. Nou en? „Ja, soms komen Duitsers, vroegere bewoners hier nog wel eens op bezoek en het is zeker waar, dat zij dan niet al te vrolijk kijken". „En het is maar goed", voegt onze jonge gids eraan toe, „dat Duit sers die in Polen komen hun vro lijke gezicht in Duitsland achter laten. Vrolijke Duitse gezichten kunnen we in Polen nog altijd niet goed verdragen. Ook in Wro claw niet". Het thema Breslau-Wroclaw is dus als ge spreksthema even onontkoom baar als gênant. Steeds meer Po len, die nog de herinnering bewa ren aan de tijd toen hun vader land een grote ontredderde puin hoop was, bekeren zich tot het standpunt, dat de Duitsers hun eigendomsrecht op voormalige Duitse gebieden en steden niet alleen op historische gronden hebben verloren. De Polen bewaren het dagboek van de Breslause pastoor Paul Peikert, die in februari 1945 aan tekent, dat de stad Breslau steen voor steen door de Duitse Spreng- commando's aan de vernietiging wordt prijsgegeven. Een ander document dat eveneens zorgvul dig bewaard is gebleven, is een bevel van de vestingscomman dant van Breslau, uitgevaardigd op 16 maart 1945. Dat bevel be paalt, dat een heel stadsdeel met de grond gelijk moet worden ge maakt, teneinde midden in de stad een militair vliegveld te kunnen aanleggen. Wie die docu menten leest, krijgt de indruk dat het laatste restje Duits fanatisme zich op deze stad heeft geconcen treerd. „Breslau bleibt standhaft" staat er op 6 mei 1945 nog in de „Schlesische Tageszeitung". Ber lijn was toen al vier dagen geval len, de Führer al een week dood, in Breslau bedekte achttien mil joen kubieke meter puin de stad, sommige stadsdelen waren voor negentig procent verwoest en in totaal hadden 170.000 mensen de dood gevonden bij beschietingen, massale verwoestingen, execu ties en al even massale evacua ties. wel aan deze universiteit, die dan overigens wel Pools zal zijn ge worden". Zes jaar heeft Jan Ga- lazka op de verwerkelijking van die uitspraak moeten wachten.'In die zes jaar ging Breslau ten on der. Driehonderd kilometer 1945 in Wroclaw in puin. Na de eerste wereldoorlog bleef slechts een handjevol Polen in Breslau over. De meesten waren al naar Polen verhuisd, omdat ook de Weimar Republiek de Poolse minderheden aan allerlei bestuurlijke en persoonlijke chi canes onderwierp. Toen Hitier aan de macht kwam werd dat alleen maar erger. Wat is er van de Poolse student Jan Galazka geworden? In 1939, het jaar waar in de Duitsers ook de Poolse kerk diensten in de Marcinakerk ver boden, werd hij door de Duitsers van de universiteit getrapt. „Wij zijn ervan overtuigd", sprak Ga lazka bij zijn afscheid, „dat er eens een tijd komt, dat we onze studie kunnen voltooien en nog Het regent en het is koud op zondagmorgen. Bij het kerkje, waar een Poolse priester op 15 september 1939 de laatste Poolse mis opdroeg, voordat hij naar het concentratiekamp Mauthausen werd getransporteerd, staat een opvallend wit granieten beeld van paus Johannes XXIII. De grote oren van deze goede paus lijken heel goed te luisteren naar wat er zich hier in het hartje van Wroclaw afspeelt en zijn zege nend gebaar gaat verder dan het stadsgewoel van Wroclaw alleen. De plaats voor dit beeld is heel bewust gekozen, vlakbij de oude restanten van de middeleeuwse burcht van de Poolse vorsten die (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG - 21 oktober - De voorbereidingen voor politieke vernieuwing voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog en de ver geefse pogingen om die vernieu wing na afloop van de oorlog in Nederland door te voeren staan regelmatig in het brandpunt van de belangstelling. Aan de verzameling literatuur over dat onderwerp voegde Jan Rogier, zoon van de katholieke historicus bij uitstek dr. L. J. Rogier, in 1968 een serie artikelen in het weekblad Vrij Nederland toe. Hij spitste zijn verhalen toe op de figuur van prof. dr. Jan de Quay, die toen juist de Haagse politiek naar later bleek defini tief de rug had toegekeerd. Deze serie artikelen is nu hier en daar aangevuld en voorzien van een uitgebreid notenappa raat samen met enige andere portretten van voornamelijk rooms-katholieke po litici herdrukt. In de serie artikelen, toen in Vrij Nederland afgedrukt onder de titel „Een zondagskind in de politiek", en in het gelijknamige boek haalt Jan Ro gier in feite zij n gram op de hele politieke vernieuwingsbeweging van tij dens ên na de oorlog en speelt dat over de band van de inderdaad in die beweging actieve Jan de Quay. Deze werd in 1901 in zijn geliefde Den Bosch geboren zonder te weten dat hij daar ooit nog eens als commissaris der koningin zou terugkeren en er de herf st- jaren van zijn leven zou slijten. De Quay studeerde psychologie aan de Rijksuni versiteit in Utrecht en promoveerde er in 1927. In datzelfde j aar werd hij lector aan de Katholieke Economische Hogeschool in Tilburg en in 1933 hoogleraar in de bedrijfsorganisatie en psychotechniek. Tegelijkertijd was hij directeur van het Economisch Technologisch Instituut in Noord-Brabant. Na mei 1940 werd hij commissaris van de arbeid op het minis terie van Sociale Zaken. In de beginpe riode van de Duitse bezetting ligt ook een van de meest omstreden activiteiten uit het rijkgevulde leven van De Quay: hij was lid van de driemanschap van de Nederlandse Unie. Aan het eind van de oorlog, na in 1943 ontslagen te zijn uit het gij zelaarskamp Sint-Michielsgestel, werd hij voorzitter van het college van algemene commissarissen voor land bouw, handel en nijverheid in het bevrij de zuiden. Kort daarop-lente 1945-werd hij als minister van oorlog opgenomen in het tweede kabinet-Gerbrandy. Kort na de oorlog gaf hij - hoewel prominent lid van de doorbraakclub Nederlandse Volksbeweging - belangrijke impulsen aan de heroprichting van een katholieke politieke partijde KVP. Van 1946 tot 1959 was hij commissaris der koningin van Noord-Brabant om daar als „manager, onderhandelaar en magistraat" deze provincie omhoog te stoten in de vaart der volkeren. Die taak werd hem in 1959 toebedacht voor heel Nederland toen hij premier werd van het eerste naoorlogse confessionele -liberale kabinet (het tus- senkabinetje-Beel niet meegerekend). In 1966-1967 was hij in het tussenkabinetje-Zijlstra vice-premier en minister van Verkeer en Waterstaat. Ondertussen bekleedde hij nog verschil lende hoge functies in het bedrijfsleven. Dit ter introductie van deze Brabantse politicus, die enige weken gelden nog mans genoeg was om op 79-j arige leef tij d de opgang van zijn KVP in het CDA mee te maken. Rogier behandelt de figuur De Quay in die zin onevenwichtig, dat de nadruk in zijn boek valt op de activitei ten van De Quay tijdens en vlak na de oorlog. Daarop zijn ook de etiketten ge grond, waarvan hij De Quay meteen in het voorwoord voorziet: „Een oppercol- laborateur met de en nazi's" en „een rattenvanger die in 1940 het volk achter zich wist te verenigen". Rogier bedoelt in zijn studie een verklaring te vinden voor het feit, dat zo'n man nog tijdens de oorlog minister kon worden in Londen en het na de oorlog zou brengen tot premier. Allereerst, hoe gaat Rogier te werk om die verklaring te vinden: „De serie arti kelen is grondig herzien en aangevuld, bovendien uitgebreid met een zo volledig mogelijke bron verwij zing, waarin ook literatuur is verwerkt die sinds de oor spronkelijke publicatie is verschenen. Althans voorzover die nieuwe publica ties van het anti-parlementarisme in de jaren dertig naar het anti-cocialisme dertig jaar later toe zelfs een kabinet Cals voor de beheersers van het econo misch leven te gevaarlijk was en om zeep moest worden gebracht". Soms sterk af wijzende reacties op zijn artikelenserie van onder meer de nauw betrokken Schermerhorn heeft Rogier niet meege nomen, behoudens enkele feitelijke cor recties. Een werkwijze die Rogiers vader in genen dele gevolgd heeft en ook niet gevolgd zou hebben. Meest omstreden is natuurlijk het lidmaatschap van De Quay van het driemanschp van de Ne derlandse Unie, een organisatie die eind 1941 door de Duitsers werd verboden. Deze Unie ging inderdaad erg ver in contacten met de Duitse bezetters. In de ideologie van de Unie zijn de bezwaren tegen het vooroorlogse politieke systeem verankerd en ook tegen die ideologie heeft Rogier grote bezwaren. Iets van die ideeën wordt duidelijk aan de hand van de volgende citaten uit het eerste mani fest van de Nederlandse Unie: „Wij roe pen U op, met eigen kracht en overeen komstig onzen Nederlandschen aard, ge- zamenlij k door kordaten arbeid naar een nieuwe Nederlandsche samenleving te streven". Of: „Allereerst is noodig: er kenning van de gewijzigde verhoudin gen. Nationale samenwerking op den al- lerbreedsten grondslag". En: „Wij willen ons werk verrichten in contact met de Nederlandsche en bezettingsautoritei ten". Duidelijke taal. Duidelijk is echter evenzeer, dat de Nederlandse Unie tijdens de oorlog een heel andere rol speelde dan na de oorlog door historici is vastgesteld. Rogier kan geen verklaring geven van het feit, dat miljoenen Nederlanders lid zijn geweest van deze organisatie en met trots het Unie-speldje droegen: dat was een vorm van verzet tegen de Duitsers en met name tegen de gehate NSB. Na de ophef fing van de Unie zijn vele leden actief geweest in het verzet. Ondanks het feit dat de Unie-top in de contacten naar de Duitsers toe te ver is gegaan - wat wisten de leden van deze autoritair geleide or ganisatie ervan? - kan de Unie niet los gezien worden van de vooroorlogse groe peringen die opriepen tot saamhorigheid in het partijpolitiek enorm verdeelde Ne derland en die zich ontevreden toonden met de bestaande politieke partijen en hun leiders. Saamhorigheid in organi sche verbanden zou de maatschappelijke en politieke verdeeldheid opheffen, was de gedachte. In de rooms-katholieke staatsleer was dat een van de vele ele menten in het zogenaamde „corporatis me". Door de stringente toepassing van het corporatisme door de fascistische dictators in Italië, Spanje en Portugal wordt „corporatisme" door onzorgvuldi ge gebruikers van dat woord gelijkge steld met fascisme. Helaas behoort ook Rogier tot die onzorgvuldige gebruikers. Elementen uit het „corporatisme", als de kritiek op de liberale economie en het individualisme verdwijnen dan op de achtergrond. Ook iets als de publiek-rechtelij ke bedrij fsorganisatie, waar de VvdA na de oorlog driftig aan meewerkte komt dan in discrediet. Er valt een bijna rechte lijn te reconstrue ren van vooroorlogse bewegingen als de uit onverdachte hoek afkomstige groep De Quaij en Van Agt tijdens de recente oprich tingsvergadering van het CDA. Eenheid door Democratie (Schermer horn) via de Nederlandse Unie, de gijze laarskampen Haaren en Sint-Michiels gestel naar de Nederlandse Volksbewe ging en PvdA en KVP. Behalve beide politieke partijen werden al deze bewe gingen gekenmerkt door een zekere af keer van het vooroorlogs politieke sys teem, een aandringen op saamhorigheid en de wens tot een zedelijke heropleving (met name de NVB). Accenten werden van groep tot groep anders gelegd. Rechtse politici gingen samen met socia listen en daar kwam dan nog bij, dat de Nederlandse regering in Londen werkte aan plannen voor een omslag in het Ne derlandse politieke systeem, waardoor de macht van het parlement er bepaald niet op vooruit zou gaan. Bij deze plan nenmakerij liet koningin Wilhelmina zich bepaald niet onbetuigd. De fout van Rogier is nu, dat hij in zijn afgrijzen over het streven naar politieke vernieuwing op het gebied van de insti tuties en op het terrein van de inhoud alles op een hoop gooit en De Quay als aambeeld gebruikt om zijn mokers op neer te laten komen. De werkelijke in vloed van De Quay op het streven naar politieke vernieuwing is veel kleiner ge weest dan de aanpak van Rogier doet vermoeden. Inderdaad is hij prominent geweest binnen de Nederlandse Unie en hij heeft daarin dingen gedaan die beter achterwege hadden kunnen blijven, zo is vele jaren later vast komen te staan. Inderdaad is hij samen met katholieke vernieuwers (dr. L. Beel) vanuit het be- vrij de zuiden richting Londen getrokken om daar koningin Wilhelmina van een en ander op de hoogte te stellen. Dat leverde hem samen met Beel en Wijffels een ministerschap op. Maar zijn activiteiten tijdens de oorlog waren er evenzeer de oorzaaknvan dat voor hem geen plaats werd ingeruimd in het eerste kabinet na de bevrijding, dat onder leiding stond van zijn collega-vernieuwer Schermer horn. Ook een plaats in het NVB-hoofd- bestuur was voor hem aanvankelijk niet weggelegd. Toen gaf De Quay er blijk van toch weer niet zo'n vernieuwer te zijn door als voorzitter van het juist opgerichte Centrum voor Staatkundige Vorming de fundamenten te leggen van de heroprichting van een verzuilde ka tholieke politieke formatie, de KVP. Ro gier kan vrijelijk zijn terechte kritiek spuien op het boek: „Nieuwe Grondwets artikelen" van de pas overleden prof. dr. C.P.M. Romme. Maar heeft De Quay zo'n boek op zijn naam staan? Te veel worden in de persoon van De Quay de inderdaad vanuit een oogpunt van de thans functio nerende parlementaire democratie slechte voorstellen van veel vernieuwers aangepakt. De uiteindelijke doelstelling van Rogier had dan ook beter op een andere wijze verwezenlijkt kunnen wor den. Want wat hij nu aan „interpretatie en aan de structuur van het politieke stelsel" levert aan de hand van de figuur De Quay is in andere historische studies vollediger en beter terug te vinden. Een analyse van het klimaat in Neder land, waardoor het mogelijk werd dat bijvoorbeeld iemand als De Quay het nog tot premier bracht gezien zijn verleden - ook een van de doelstellingen van Rogier - komt er niet uit. Ondanks deze minpun ten heeft Rogier, zeker wanneer zijn stelligheid wat afgezwakt zou zijn, een zeer leesbaar boek geschreven. frits thissen Jan Rogier, een zondagskind in de politiek en andere christenen, Socialistische Uitgeverij Nij megen, 1980, prijs f 29.-. Wroclaw hebben gesticht i een handelscentrum hebbent maakt, dat van belang was J meer dan Slask alleen. De Poi| hebben dit monument opgerij uit dankbaarheid jegens paus, omdat hij Oder-Neisse-grens als de Por begrenzing in het westen erki de. Er liggen rode bloemen bij J beeld van een groep katholiek? uit Oost-Berlijn: „Dankt Gottij die erhörung ihrer Bittung"sis er op het lint. ultl eer (Van een onzer versl 1 en De wederopbouw van Wroet is veel later op gang gekomenj die van Warszawa. Aan hetl stel van de Poolse hoofdjJ moest in de na-oorlogse ja voorrang worden gegeven. Vij dat latere herstel geldt nog i andere reden: De Polen nameiJ 9 mei de stad of wat daarvano? was weer in bezit. Op 10 ju verscheen al weer de eerste Pt» se krant „Nasz Wroclaw" ene september werd in een rj slechts gedeeltelijk opi schouwburg de Poolse op „Halka" opgevoerd. Terwijl i wederopbouwproces op gang kwam, kreeg Polen e kreeg de stad Wroclaw te mak met een gigantische volksverl^ zing, die noodzakelijk werdt dat Polen in 1945 een flinke lj van Oostpolen aan. Sovjet-Unie moest afstaan enk gevolg daarvan grote strom Oost-Polen naar het westd moesten worden geëvacueerd o.m. in de stad Wroclaw mo worden gehuisvest. Oudere! len, die dit proces aan hebben ondervonden, krijgen" tranen in de ogen, wanneer] vertellen over de chaos, dei selijke ellende, die zij in 1946 hebben beleefd. De stad: één grote ruïne, soldaten en v gekomen gevangenen plu den wat er nog in de winkelsj huizen over was gebleven, Duitse bewoners werden ook» erg zachtzinnig op veetreinen) zet en naar het westen porteerd. Einde 1945 telde de stad volgf de historicus Ignacy Rutkiewfj in zijn boek „Wroclaw und heute" al weer 30.000 Poleni een jaar later waren dat j 185.000. Uit die stromen vluel lingen zij n de generaties voort] komen, die ons nu met jong laj met Poolse trots tegemoettr en ons de stad laten zien, waar zij zich thuisvoelen. De ders van Wroclaw, die zich" de eerste Poolse pantserq hebben genoemd, leggen tijij een bijeenkomst in hun clubi bouw de eed af op het Poe vaderland en op het social!" Zij bewaren in hun kleine r seum alles wat betrekking J| op de divisie van generaal MJ zek: Daar liggen vertroul voorwerpen, die de BredanaaJ geen enkel museum terug"" een bordje uit 1944 met de #1 den „Wij danken de Polen" boeken over de krijgsyerricM] gen van de divisie, kinder» ningen uit Prinsenbeek, unil» stukken, kleine gevechtswap onderscheidingsstukken, ook spullen die betrekking' ben op de stad Breda, ja zelfit eigen krante-artikelen vind'1 terug. Na een nogal fanatieks speelde sketch over de ver»! ling van een SS-man, neme"l in het clubgebouw afscheid T de padvinders. We staan i»J wij de kring en armpj e door» een melancholiek afschel1 gezongen. Dan rijdt de bus langzaam ac' uit het terrein af. In de regen en"1 licht in die regen blijven de F ders zwaaiend en zingend ach'1 j] mannen van Maczek, die zo M gevoel hebben gehad, dat Po'e maar het liefst vergat, voele" door kinderen van WrociawoP11 bevestigd. In het Pools gew°l Wroclaw houdt een PadV!|n ,1 groep hun naam in ieder geval1! vergetelheid. van he"' ÈEKLO - Een landjuwee L0or amateurtoneelclubs feeuwsch- en zelfs Frans muziekfestival voor [it heel Zeeland en de leren. Dergelijke culturele jecten tussen Zeeland Flaamse taalgebied zijn en studiedag over die uitw aterdag in het Belgische [De manifestatie was op luw gezet door de provincie- lesturen van Zeeland en ost-Vlaanderen als vervolg i een eerste studiedag, die tecies een jaar geleden werd fehouden in Terneuzen. Die rille contacten werden uit- [ebouwd op het vlak van de diumkunsten en leidden bt een serie concrete aanbe- tlingen en afspraken: [Per sector komen er inter- rovinciale werkgroepen om Ijvoorbeeld toneel- en mu- iekevenementen op touw te Itten. [Concrete uitwisselingspro- scten als een landjuweel en |en muziekfestival liggen al het verschiet. Daarover SAS VAN GENT - Het ju- lleumconcert, georgani- erd door het koor van de lerlandse Hervormde erk uit Sas van Gent ter élegenheid van het 30-jari- bestaan mocht zich vrij- igavond in een grote be lgstelling verheugen. Een tot de laatste plaats szette Hervormde kerk in is van Gent was getuige m voortreffelijk gebrachte Mrgezangen waaraan me ewerking verleenden de ■k. zangkoren uit Sas van ent en Westdorpe, christe- jk gemengde zangkoren uit emeuzen en Colij nsplaat en Nederlands hervormde [oren uit Sluiskil en Sas van ent. Ook werd tijdens de (eervolle avond het feit her- acht dat Wim de Die zijn Harige organistenjubi- eum vierde, waarvan de aatste 12 jaar tevens als diri- ent van het j ubilerende Sas- zangkoor. wori afsp Wes De ten bela denl ten sche als zien Ei sidic goec sten W nad: „dri tuss Wes ber pra; se v stud heti wat de Zeei Boe: wen van ovei te st Ve in d dagi geoi festi wat Di zate dooi teur (Zee mei sie kun Dis< ven pier Daa Vla: GERARD an een onzer verslagge vers) middelburg - in de 'aten vergadering van hjdag j.l. ontmoette het voorstel van gs betreffen- ,e.oe financiering van de uisvestingskosten van Provinciale diensten zoveel ozvvaren, dat het college sloot zUn preadvies terug 16 nemen. °P voorstel van me- (p,°jW ^an Zanten-Leijsen sLk za^ deze nangele- voe eerst no6 eens uit- .o^ig in een gecombineer- t Vergadering van de sta- "commissies voor fi- "nciën en onderwijs °rden besproken. .A116 fr- om e>S gaven uiting aan hun Zekerheid over de dek- zn-n Van de financiering stein ^oor G-s- is voorge- Met name acht men reugevaarlhk nu al vast te de Hnen op teruggave van door de provincie ver strek Prov Maat tant In vestii diens gemc breid huis breid van i (5,7 n plane miljo provi (20,5 Schi{ bij de missi onde: plan deeld niet van diens gadei baat digde aan hebb gade:

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1980 | | pagina 4