De Quay als aambeeld voor
aanvallen van Jan Rogier
POLITIEKE
VERNIEUWING
NA DE
WERELDOORLOG
STUDIEDAG
/eel publiek
i\\ jubileum
concert
Staten willt
dekkingspl;
voor financ
MAANDAG 10 NOVEMBER 1980
pagina
- VRIJ UIT
laak een
EXTRA
Nou en?
Erkenning
Terug
Duitse bezoekers laten
hun vrolijke gezichten
bij de grens achter
Onevenwichtig
Saamhorigheid
Geen plaats
Herstel
Lclame met een
KLEINTJE A
let helpt
fanfai
beidt
in
w
I
Museum
Ge
v«
Inl
Huisvesting diensten
WROCLAW - Voor de Poolse oud-strijders staat een
bezoek aan de universiteitsstad Wroclaw op het program
ma. Vanwege contacten die de Nederlandse Polen al
enige jaren onderhouden met een padvindersgroep, die
zich naar de Eerste Poolse pantserdivisie noemt en met
een parochie in een buitenwijk van Wroclaw, waar de
pastoor op onze komst rekent, omdat de mannen van
Maczek een van zijn parochianen een keer aan een
rolstoel hebben geholpen. Dat was een heel bijzonder
geschenk, omdat hij in Polen onbetaalbaar was.
Belde ontvangsten geven ongeveer dezelfde taferelen te zien: De Polen
die uit een bus stappen, zoals we die In heel Polen nog niet hebben zien
rijden, krijgen een vreemd soort bekijks. In de kerk waar we de mis
meemaken worden we aangestaard door kinderen en moeders, die zien
hoe de collecteschaal zich gaandeweg vult met dollarbiljetten en briefjes
van tien.
De pastoor beeft wel enige re
den tot dankbaarheid. Hij brengt
de volle collecteschaal snel naar
zijn sacristie, denkt ongetwijfeld
aan de drie miljoen zloty's, die
zijn nieuwe kerk hem gaat kosten
en idt voor de oudstrijders uit
Nederland, die zich in dit nood-
kerkje de longen uit het lijf zin
gen. Wroclaw blijft - hoe hatelijk
en onvergeeflijk dat ook moge
klinken - als een Duits brok Bres-
lau in mijn keel steken. Ik heb
gezien hoe grondig Pools die stad
nu aandoet, hoe het intellectuele
en het hele openbare leven er
„verpoolst" is. De universiteit en
alle hogere technologische insti
tuten in die stad zijn Pools, alsof
dat nooit anders is geweest.
Het Poolse wijs vingerij e richt
mijn aandacht op oude handves
ten die aantonen dat Wroclaw in
het jaar duizend al Pools was, dat
kerken en andere historische ge
bouwen door Poolse architecten
zijn ontworpen, dat de universi
teit van Wroclaw door een Poolse
vorst is gesticht, dat de Pruisen
eerst in 1741 de stad zijn binnen
getrokken, de stad dus „slechts"
200jar in hun bezit hadden en wat
WROCLAW:
Pools alsof
dat nooit
anders
is geweest
BOVEN: Padvinders in Wroclaw heb
ben hun groep naar de eerste Poolse
pantserdivisie van generaal Maczek ge
noemd. In hun clubgebouw leggen zij
de eed van trouw af op hun clubvlag.
Poolse oudstrijders uit Breda en omge
ving waren te gast.
ONDER: ,,De Vredespaus" noemen
de Polen paus Johannes de 23ste. In
het hartje van het oude Wroclaw staat
dit beeld van hem uit dankbaarheid voor
zijn erkenning van de huidige Poolse
grenzen.
in het bezitsrecht kennelijk nog
meer telt is, dat de Duitsers de
stad grondig hebben verwoest,
zodat het uiteindelij k weer de Po
len waren, die op de ruïnes van
het oude Breslau het nieuwe
Wroclaw bouwden.
Onze Poolse gids, die ik deze
overwegingen misschien ontac
tisch in de oren fluister, zucht niet
erg begrijpend dat zijn ouders
ergens in Oost-Polen zijn gebo
ren, maar dat hij zich niettemin
volbloed inwoner van Wroclaw
voelt. Hij is er geboren en heeft de
nieuwe stad zien groeieji. Wro
claw is zijn stad. Nou en? „Ja,
soms komen Duitsers, vroegere
bewoners hier nog wel eens op
bezoek en het is zeker waar, dat
zij dan niet al te vrolijk kijken".
„En het is maar goed", voegt onze
jonge gids eraan toe, „dat Duit
sers die in Polen komen hun vro
lijke gezicht in Duitsland achter
laten. Vrolijke Duitse gezichten
kunnen we in Polen nog altijd
niet goed verdragen. Ook in Wro
claw niet". Het thema
Breslau-Wroclaw is dus als ge
spreksthema even onontkoom
baar als gênant. Steeds meer Po
len, die nog de herinnering bewa
ren aan de tijd toen hun vader
land een grote ontredderde puin
hoop was, bekeren zich tot het
standpunt, dat de Duitsers hun
eigendomsrecht op voormalige
Duitse gebieden en steden niet
alleen op historische gronden
hebben verloren.
De Polen bewaren het dagboek
van de Breslause pastoor Paul
Peikert, die in februari 1945 aan
tekent, dat de stad Breslau steen
voor steen door de Duitse Spreng-
commando's aan de vernietiging
wordt prijsgegeven. Een ander
document dat eveneens zorgvul
dig bewaard is gebleven, is een
bevel van de vestingscomman
dant van Breslau, uitgevaardigd
op 16 maart 1945. Dat bevel be
paalt, dat een heel stadsdeel met
de grond gelijk moet worden ge
maakt, teneinde midden in de
stad een militair vliegveld te
kunnen aanleggen. Wie die docu
menten leest, krijgt de indruk dat
het laatste restje Duits fanatisme
zich op deze stad heeft geconcen
treerd. „Breslau bleibt standhaft"
staat er op 6 mei 1945 nog in de
„Schlesische Tageszeitung". Ber
lijn was toen al vier dagen geval
len, de Führer al een week dood,
in Breslau bedekte achttien mil
joen kubieke meter puin de stad,
sommige stadsdelen waren voor
negentig procent verwoest en in
totaal hadden 170.000 mensen de
dood gevonden bij beschietingen,
massale verwoestingen, execu
ties en al even massale evacua
ties.
wel aan deze universiteit, die dan
overigens wel Pools zal zijn ge
worden". Zes jaar heeft Jan Ga-
lazka op de verwerkelijking van
die uitspraak moeten wachten.'In
die zes jaar ging Breslau ten on
der.
Driehonderd kilometer
1945 in Wroclaw in puin.
Na de eerste wereldoorlog bleef
slechts een handjevol Polen in
Breslau over. De meesten waren
al naar Polen verhuisd, omdat
ook de Weimar Republiek de
Poolse minderheden aan allerlei
bestuurlijke en persoonlijke chi
canes onderwierp. Toen Hitier
aan de macht kwam werd dat
alleen maar erger. Wat is er van
de Poolse student Jan Galazka
geworden? In 1939, het jaar waar
in de Duitsers ook de Poolse kerk
diensten in de Marcinakerk ver
boden, werd hij door de Duitsers
van de universiteit getrapt. „Wij
zijn ervan overtuigd", sprak Ga
lazka bij zijn afscheid, „dat er
eens een tijd komt, dat we onze
studie kunnen voltooien en nog
Het regent en het is koud op
zondagmorgen. Bij het kerkje,
waar een Poolse priester op 15
september 1939 de laatste Poolse
mis opdroeg, voordat hij naar het
concentratiekamp Mauthausen
werd getransporteerd, staat een
opvallend wit granieten beeld
van paus Johannes XXIII. De
grote oren van deze goede paus
lijken heel goed te luisteren naar
wat er zich hier in het hartje van
Wroclaw afspeelt en zijn zege
nend gebaar gaat verder dan het
stadsgewoel van Wroclaw alleen.
De plaats voor dit beeld is heel
bewust gekozen, vlakbij de oude
restanten van de middeleeuwse
burcht van de Poolse vorsten die
(Van onze parlementaire
redactie)
DEN HAAG - 21 oktober - De
voorbereidingen voor politieke
vernieuwing voor en tijdens de
Tweede Wereldoorlog en de ver
geefse pogingen om die vernieu
wing na afloop van de oorlog in
Nederland door te voeren staan
regelmatig in het brandpunt van
de belangstelling.
Aan de verzameling literatuur over
dat onderwerp voegde Jan Rogier, zoon
van de katholieke historicus bij uitstek
dr. L. J. Rogier, in 1968 een serie artikelen
in het weekblad Vrij Nederland toe. Hij
spitste zijn verhalen toe op de figuur van
prof. dr. Jan de Quay, die toen juist de
Haagse politiek naar later bleek defini
tief de rug had toegekeerd. Deze serie
artikelen is nu hier en daar aangevuld en
voorzien van een uitgebreid notenappa
raat samen met enige andere portretten
van voornamelijk rooms-katholieke po
litici herdrukt. In de serie artikelen, toen
in Vrij Nederland afgedrukt onder de
titel „Een zondagskind in de politiek", en
in het gelijknamige boek haalt Jan Ro
gier in feite zij n gram op de hele politieke
vernieuwingsbeweging van tij dens ên na
de oorlog en speelt dat over de band van
de inderdaad in die beweging actieve Jan
de Quay.
Deze werd in 1901 in zijn geliefde Den
Bosch geboren zonder te weten dat hij
daar ooit nog eens als commissaris der
koningin zou terugkeren en er de herf st-
jaren van zijn leven zou slijten. De Quay
studeerde psychologie aan de Rijksuni
versiteit in Utrecht en promoveerde er in
1927. In datzelfde j aar werd hij lector aan
de Katholieke Economische Hogeschool
in Tilburg en in 1933 hoogleraar in de
bedrijfsorganisatie en psychotechniek.
Tegelijkertijd was hij directeur van het
Economisch Technologisch Instituut in
Noord-Brabant. Na mei 1940 werd hij
commissaris van de arbeid op het minis
terie van Sociale Zaken. In de beginpe
riode van de Duitse bezetting ligt ook een
van de meest omstreden activiteiten uit
het rijkgevulde leven van De Quay: hij
was lid van de driemanschap van de
Nederlandse Unie. Aan het eind van de
oorlog, na in 1943 ontslagen te zijn uit het
gij zelaarskamp Sint-Michielsgestel,
werd hij voorzitter van het college van
algemene commissarissen voor land
bouw, handel en nijverheid in het bevrij
de zuiden. Kort daarop-lente 1945-werd
hij als minister van oorlog opgenomen in
het tweede kabinet-Gerbrandy. Kort na
de oorlog gaf hij - hoewel prominent lid
van de doorbraakclub Nederlandse
Volksbeweging - belangrijke impulsen
aan de heroprichting van een katholieke
politieke partijde KVP. Van 1946 tot 1959
was hij commissaris der koningin van
Noord-Brabant om daar als „manager,
onderhandelaar en magistraat" deze
provincie omhoog te stoten in de vaart
der volkeren. Die taak werd hem in 1959
toebedacht voor heel Nederland toen hij
premier werd van het eerste naoorlogse
confessionele -liberale kabinet (het tus-
senkabinetje-Beel niet meegerekend). In
1966-1967 was hij in het
tussenkabinetje-Zijlstra vice-premier
en minister van Verkeer en Waterstaat.
Ondertussen bekleedde hij nog verschil
lende hoge functies in het bedrijfsleven.
Dit ter introductie van deze Brabantse
politicus, die enige weken gelden nog
mans genoeg was om op 79-j arige leef tij d
de opgang van zijn KVP in het CDA mee
te maken. Rogier behandelt de figuur De
Quay in die zin onevenwichtig, dat de
nadruk in zijn boek valt op de activitei
ten van De Quay tijdens en vlak na de
oorlog. Daarop zijn ook de etiketten ge
grond, waarvan hij De Quay meteen in
het voorwoord voorziet: „Een oppercol-
laborateur met de en nazi's" en „een
rattenvanger die in 1940 het volk achter
zich wist te verenigen". Rogier bedoelt in
zijn studie een verklaring te vinden voor
het feit, dat zo'n man nog tijdens de
oorlog minister kon worden in Londen en
het na de oorlog zou brengen tot premier.
Allereerst, hoe gaat Rogier te werk om
die verklaring te vinden: „De serie arti
kelen is grondig herzien en aangevuld,
bovendien uitgebreid met een zo volledig
mogelijke bron verwij zing, waarin ook
literatuur is verwerkt die sinds de oor
spronkelijke publicatie is verschenen.
Althans voorzover die nieuwe publica
ties van het anti-parlementarisme in de
jaren dertig naar het anti-cocialisme
dertig jaar later toe zelfs een kabinet
Cals voor de beheersers van het econo
misch leven te gevaarlijk was en om zeep
moest worden gebracht". Soms sterk af
wijzende reacties op zijn artikelenserie
van onder meer de nauw betrokken
Schermerhorn heeft Rogier niet meege
nomen, behoudens enkele feitelijke cor
recties. Een werkwijze die Rogiers vader
in genen dele gevolgd heeft en ook niet
gevolgd zou hebben. Meest omstreden is
natuurlijk het lidmaatschap van De
Quay van het driemanschp van de Ne
derlandse Unie, een organisatie die eind
1941 door de Duitsers werd verboden.
Deze Unie ging inderdaad erg ver in
contacten met de Duitse bezetters. In de
ideologie van de Unie zijn de bezwaren
tegen het vooroorlogse politieke systeem
verankerd en ook tegen die ideologie
heeft Rogier grote bezwaren. Iets van die
ideeën wordt duidelijk aan de hand van
de volgende citaten uit het eerste mani
fest van de Nederlandse Unie: „Wij roe
pen U op, met eigen kracht en overeen
komstig onzen Nederlandschen aard, ge-
zamenlij k door kordaten arbeid naar een
nieuwe Nederlandsche samenleving te
streven". Of: „Allereerst is noodig: er
kenning van de gewijzigde verhoudin
gen. Nationale samenwerking op den al-
lerbreedsten grondslag". En: „Wij willen
ons werk verrichten in contact met de
Nederlandsche en bezettingsautoritei
ten". Duidelijke taal.
Duidelijk is echter evenzeer, dat de
Nederlandse Unie tijdens de oorlog een
heel andere rol speelde dan na de oorlog
door historici is vastgesteld. Rogier kan
geen verklaring geven van het feit, dat
miljoenen Nederlanders lid zijn geweest
van deze organisatie en met trots het
Unie-speldje droegen: dat was een vorm
van verzet tegen de Duitsers en met
name tegen de gehate NSB. Na de ophef
fing van de Unie zijn vele leden actief
geweest in het verzet. Ondanks het feit
dat de Unie-top in de contacten naar de
Duitsers toe te ver is gegaan - wat wisten
de leden van deze autoritair geleide or
ganisatie ervan? - kan de Unie niet los
gezien worden van de vooroorlogse groe
peringen die opriepen tot saamhorigheid
in het partijpolitiek enorm verdeelde Ne
derland en die zich ontevreden toonden
met de bestaande politieke partijen en
hun leiders. Saamhorigheid in organi
sche verbanden zou de maatschappelijke
en politieke verdeeldheid opheffen, was
de gedachte. In de rooms-katholieke
staatsleer was dat een van de vele ele
menten in het zogenaamde „corporatis
me". Door de stringente toepassing van
het corporatisme door de fascistische
dictators in Italië, Spanje en Portugal
wordt „corporatisme" door onzorgvuldi
ge gebruikers van dat woord gelijkge
steld met fascisme. Helaas behoort ook
Rogier tot die onzorgvuldige gebruikers.
Elementen uit het „corporatisme", als de
kritiek op de liberale economie en het
individualisme verdwijnen dan op de
achtergrond. Ook iets als de
publiek-rechtelij ke bedrij fsorganisatie,
waar de VvdA na de oorlog driftig aan
meewerkte komt dan in discrediet. Er
valt een bijna rechte lijn te reconstrue
ren van vooroorlogse bewegingen als de
uit onverdachte hoek afkomstige groep
De Quaij en Van Agt tijdens de recente oprich
tingsvergadering van het CDA.
Eenheid door Democratie (Schermer
horn) via de Nederlandse Unie, de gijze
laarskampen Haaren en Sint-Michiels
gestel naar de Nederlandse Volksbewe
ging en PvdA en KVP. Behalve beide
politieke partijen werden al deze bewe
gingen gekenmerkt door een zekere af
keer van het vooroorlogs politieke sys
teem, een aandringen op saamhorigheid
en de wens tot een zedelijke heropleving
(met name de NVB). Accenten werden
van groep tot groep anders gelegd.
Rechtse politici gingen samen met socia
listen en daar kwam dan nog bij, dat de
Nederlandse regering in Londen werkte
aan plannen voor een omslag in het Ne
derlandse politieke systeem, waardoor
de macht van het parlement er bepaald
niet op vooruit zou gaan. Bij deze plan
nenmakerij liet koningin Wilhelmina
zich bepaald niet onbetuigd.
De fout van Rogier is nu, dat hij in zijn
afgrijzen over het streven naar politieke
vernieuwing op het gebied van de insti
tuties en op het terrein van de inhoud
alles op een hoop gooit en De Quay als
aambeeld gebruikt om zijn mokers op
neer te laten komen. De werkelijke in
vloed van De Quay op het streven naar
politieke vernieuwing is veel kleiner ge
weest dan de aanpak van Rogier doet
vermoeden. Inderdaad is hij prominent
geweest binnen de Nederlandse Unie en
hij heeft daarin dingen gedaan die beter
achterwege hadden kunnen blijven, zo is
vele jaren later vast komen te staan.
Inderdaad is hij samen met katholieke
vernieuwers (dr. L. Beel) vanuit het be-
vrij de zuiden richting Londen getrokken
om daar koningin Wilhelmina van een en
ander op de hoogte te stellen. Dat leverde
hem samen met Beel en Wijffels een
ministerschap op. Maar zijn activiteiten
tijdens de oorlog waren er evenzeer de
oorzaaknvan dat voor hem geen plaats
werd ingeruimd in het eerste kabinet na
de bevrijding, dat onder leiding stond
van zijn collega-vernieuwer Schermer
horn. Ook een plaats in het NVB-hoofd-
bestuur was voor hem aanvankelijk niet
weggelegd. Toen gaf De Quay er blijk
van toch weer niet zo'n vernieuwer te
zijn door als voorzitter van het juist
opgerichte Centrum voor Staatkundige
Vorming de fundamenten te leggen van
de heroprichting van een verzuilde ka
tholieke politieke formatie, de KVP. Ro
gier kan vrijelijk zijn terechte kritiek
spuien op het boek: „Nieuwe Grondwets
artikelen" van de pas overleden prof. dr.
C.P.M. Romme. Maar heeft De Quay zo'n
boek op zijn naam staan? Te veel worden
in de persoon van De Quay de inderdaad
vanuit een oogpunt van de thans functio
nerende parlementaire democratie
slechte voorstellen van veel vernieuwers
aangepakt. De uiteindelijke doelstelling
van Rogier had dan ook beter op een
andere wijze verwezenlijkt kunnen wor
den. Want wat hij nu aan „interpretatie
en aan de structuur van het politieke
stelsel" levert aan de hand van de figuur
De Quay is in andere historische studies
vollediger en beter terug te vinden.
Een analyse van het klimaat in Neder
land, waardoor het mogelijk werd dat
bijvoorbeeld iemand als De Quay het nog
tot premier bracht gezien zijn verleden -
ook een van de doelstellingen van Rogier
- komt er niet uit. Ondanks deze minpun
ten heeft Rogier, zeker wanneer zijn
stelligheid wat afgezwakt zou zijn, een
zeer leesbaar boek geschreven.
frits thissen
Jan Rogier, een zondagskind in de politiek en
andere christenen, Socialistische Uitgeverij Nij
megen, 1980, prijs f 29.-.
Wroclaw hebben gesticht i
een handelscentrum hebbent
maakt, dat van belang was J
meer dan Slask alleen. De Poi|
hebben dit monument opgerij
uit dankbaarheid jegens
paus, omdat hij
Oder-Neisse-grens als de Por
begrenzing in het westen erki
de. Er liggen rode bloemen bij J
beeld van een groep katholiek?
uit Oost-Berlijn: „Dankt Gottij
die erhörung ihrer Bittung"sis
er op het lint.
ultl
eer
(Van een onzer versl
1
en
De wederopbouw van Wroet
is veel later op gang gekomenj
die van Warszawa. Aan hetl
stel van de Poolse hoofdjJ
moest in de na-oorlogse ja
voorrang worden gegeven. Vij
dat latere herstel geldt nog i
andere reden: De Polen nameiJ
9 mei de stad of wat daarvano?
was weer in bezit. Op 10 ju
verscheen al weer de eerste Pt»
se krant „Nasz Wroclaw" ene
september werd in een rj
slechts gedeeltelijk opi
schouwburg de Poolse op
„Halka" opgevoerd. Terwijl i
wederopbouwproces
op gang kwam, kreeg Polen e
kreeg de stad Wroclaw te mak
met een gigantische volksverl^
zing, die noodzakelijk werdt
dat Polen in 1945 een flinke lj
van Oostpolen aan.
Sovjet-Unie moest afstaan enk
gevolg daarvan grote strom
Oost-Polen naar het westd
moesten worden geëvacueerd
o.m. in de stad Wroclaw mo
worden gehuisvest. Oudere!
len, die dit proces aan
hebben ondervonden, krijgen"
tranen in de ogen, wanneer]
vertellen over de chaos, dei
selijke ellende, die zij in
1946 hebben beleefd. De stad:
één grote ruïne, soldaten en v
gekomen gevangenen plu
den wat er nog in de winkelsj
huizen over was gebleven,
Duitse bewoners werden ook»
erg zachtzinnig op veetreinen)
zet en naar het westen
porteerd.
Einde 1945 telde de stad volgf
de historicus Ignacy Rutkiewfj
in zijn boek „Wroclaw
und heute" al weer 30.000 Poleni
een jaar later waren dat j
185.000. Uit die stromen vluel
lingen zij n de generaties voort]
komen, die ons nu met jong laj
met Poolse trots tegemoettr
en ons de stad laten zien, waar
zij zich thuisvoelen. De
ders van Wroclaw, die zich"
de eerste Poolse pantserq
hebben genoemd, leggen tijij
een bijeenkomst in hun clubi
bouw de eed af op het Poe
vaderland en op het social!"
Zij bewaren in hun kleine r
seum alles wat betrekking J|
op de divisie van generaal MJ
zek: Daar liggen vertroul
voorwerpen, die de BredanaaJ
geen enkel museum terug""
een bordje uit 1944 met de #1
den „Wij danken de Polen"
boeken over de krijgsyerricM]
gen van de divisie, kinder»
ningen uit Prinsenbeek, unil»
stukken, kleine gevechtswap
onderscheidingsstukken,
ook spullen die betrekking'
ben op de stad Breda, ja zelfit
eigen krante-artikelen vind'1
terug. Na een nogal fanatieks
speelde sketch over de ver»!
ling van een SS-man, neme"l
in het clubgebouw afscheid T
de padvinders. We staan i»J
wij de kring en armpj e door»
een melancholiek afschel1
gezongen.
Dan rijdt de bus langzaam ac'
uit het terrein af. In de regen en"1
licht in die regen blijven de F
ders zwaaiend en zingend ach'1 j]
mannen van Maczek, die zo M
gevoel hebben gehad, dat Po'e
maar het liefst vergat, voele"
door kinderen van WrociawoP11
bevestigd. In het Pools gew°l
Wroclaw houdt een PadV!|n ,1
groep hun naam in ieder geval1!
vergetelheid.
van he"'
ÈEKLO - Een landjuwee
L0or amateurtoneelclubs
feeuwsch- en zelfs Frans
muziekfestival voor
[it heel Zeeland en de
leren. Dergelijke culturele
jecten tussen Zeeland
Flaamse taalgebied zijn
en studiedag over die uitw
aterdag in het Belgische
[De manifestatie was op
luw gezet door de provincie-
lesturen van Zeeland en
ost-Vlaanderen als vervolg
i een eerste studiedag, die
tecies een jaar geleden werd
fehouden in Terneuzen. Die
rille contacten werden uit-
[ebouwd op het vlak van de
diumkunsten en leidden
bt een serie concrete aanbe-
tlingen en afspraken:
[Per sector komen er inter-
rovinciale werkgroepen om
Ijvoorbeeld toneel- en mu-
iekevenementen op touw te
Itten.
[Concrete uitwisselingspro-
scten als een landjuweel en
|en muziekfestival liggen al
het verschiet. Daarover
SAS VAN GENT - Het ju-
lleumconcert, georgani-
erd door het koor van de
lerlandse Hervormde
erk uit Sas van Gent ter
élegenheid van het 30-jari-
bestaan mocht zich vrij-
igavond in een grote be
lgstelling verheugen.
Een tot de laatste plaats
szette Hervormde kerk in
is van Gent was getuige
m voortreffelijk gebrachte
Mrgezangen waaraan me
ewerking verleenden de
■k. zangkoren uit Sas van
ent en Westdorpe, christe-
jk gemengde zangkoren uit
emeuzen en Colij nsplaat en
Nederlands hervormde
[oren uit Sluiskil en Sas van
ent. Ook werd tijdens de
(eervolle avond het feit her-
acht dat Wim de Die zijn
Harige organistenjubi-
eum vierde, waarvan de
aatste 12 jaar tevens als diri-
ent van het j ubilerende Sas-
zangkoor.
wori
afsp
Wes
De
ten
bela
denl
ten
sche
als
zien
Ei
sidic
goec
sten
W
nad:
„dri
tuss
Wes
ber
pra;
se v
stud
heti
wat
de
Zeei
Boe:
wen
van
ovei
te st
Ve
in d
dagi
geoi
festi
wat
Di
zate
dooi
teur
(Zee
mei
sie
kun
Dis<
ven
pier
Daa
Vla:
GERARD
an een onzer verslagge
vers)
middelburg - in de
'aten vergadering van
hjdag j.l. ontmoette het
voorstel van gs betreffen-
,e.oe financiering van de
uisvestingskosten van
Provinciale diensten zoveel
ozvvaren, dat het college
sloot zUn preadvies terug
16 nemen.
°P voorstel van me-
(p,°jW ^an Zanten-Leijsen
sLk za^ deze nangele-
voe eerst no6 eens uit-
.o^ig in een gecombineer-
t Vergadering van de sta-
"commissies voor fi-
"nciën en onderwijs
°rden besproken.
.A116 fr-
om e>S gaven uiting aan hun
Zekerheid over de dek-
zn-n Van de financiering
stein ^oor G-s- is voorge-
Met name acht men
reugevaarlhk nu al vast te
de Hnen op teruggave van
door de provincie ver
strek
Prov
Maat
tant
In
vestii
diens
gemc
breid
huis
breid
van i
(5,7 n
plane
miljo
provi
(20,5
Schi{
bij de
missi
onde:
plan
deeld
niet
van
diens
gadei
baat
digde
aan
hebb
gade: