aar
Apartheid uitvloeisel
van strijd om
zelfhandhaving
's
P
Gebrek aan geschoold
personeel noopt tot hoger
onderwijs voor zwarten
9
VRIJUIT
Verharding
Verwerping
Uitgekozen
Gescheiden
ier moeten verdedigen
an in zijn dij te prikken
t lukt, pak dan zijn arni
rs kunnen zien wat voor
zamerhand een dikke
de me dat, toen ze gilde
niet leuk vindt, waarom
dse is bericht School,
oeten maken om van en
ouders gaan lopen of de
~r de meeste Japanners
n de negen miljoen pen-
inuten onderweg. Mis-
elijk is dat in de wirwar
ntstaan, maar de vrou-
zitten.
UARDIAN - DE STEM
O
v>^ i VSU
'V.
'"i
blanke kranten verbood.
uid-Afrika heeft altijd veil
er ten koste gelegd aan hel
derwijs voor blanke kinde-
dan voor andere groepen
|n samenleving. Per hoofd
rd in de periode 1977-1971
1 rand (1400 gulden)
anke scholieren besteed
or elke zwarte student was
t slechts 54 rand (132 gul-
>n)
Ta de drie maanden durendl
riode van onrust en geweld-
digheden onder de zwarti
denten kwam de Zuidafn-
anse regering met dd belofte
t zij er naar zou streven ge-
ikwaardig onderwijs vooi
en in te voeren en zei dat een
gin was gemaakt met pro-
amma's voor de bouw van
er scholen.
)M onze correspondent
Ferry Versteeg)
lOHANNESBURG - Als een
arle leerling in Soweto en
blanke leerling in het na-
«elegen Johannesburg naar
lagere school gaan, worden
geconfronteerd met twee
r uiteenlopende werelden,
zwarte leerling bivakkeert
een kaal gebouw, waar de
tonnen vloer hem een paar
landen per jaar wintertenen
zorgt. Hij zit met gemiddeld
leerlingen inéén klas, zijn
derwijzer heeft doorgaans
langer dan tien jaar in de
joolbanken gezeten en het
partement van „Bantoe-on-
rwijs" trekt jaarlijks 150
lden voor hem uit Hij krijgt
derwijs in zijn stamtaal - als
een Zoeloe is, zit hij ver-
icht op een Zoeloeschool, is
een Xhosa, dan zit hij ver-
Icht op een Xhosaschool
it hem problemen oplevert
de overgang naar de mid-
Ibare school, waar in het
igels of Afrikaans wordt les
;even. Sportfaciliteiten en
dere extra onderwijszaken
als audiovisuele middelen
onbekend. De kosten van
jioolboeken zijn officieel
maar moeten in de prak-
k nog steeds worden opge-
■achl door zijn niet bijzonder
-aagkrachtige familie. Tot
it is de inhoud van zijn les-
rogramma, opgesteld door
>t departement van „Bantoe-
iderwijs", tamelijk beperkt.
Zijn blanke leeftijdsgenoot
Johannesburg zit doorgaans
een fraai gebouw met grote
innige ramen en goede faci-
ieiten, dat wordt omringd
door sportvelden, een zwem
bad en een tennisbaan. Hi] zit
met gemiddeld 21 leerlingen in
de klas, zijn beter opgeleide
onderwijzer kan de afzonder
lijke kinderen redelijk bege
leiden en het departement van
onderwijs trekt jaarlijks 1700
gulden voor hem uit, waar de
ouders vaak ook nog wat bij
passen.
Zijn officiële lespro
gramma is veel uitgebreider en
hij maakt met regelmaat ex
cursies met zijn klasgenoten.
Hij krijgt onderwijs in het En
gels of het Afrikaans, wat een
betere aansluiting geeft bij het
middelbare onderwijs en de
kans dat hij die middelbare
schoolopleiding afrondt, is 36
keer zo groot als bij zijn zwarte
leeftijdsgenoot. De faciliteiten
voor kleurlingscholieren zit
ergens tussen zwart en blank
in en de overheid trekt in deze
sector per jaar gemiddeld 550
gulden per kind uit. De ver
schillen in onderwijsfacilitei
ten zijn een van de voornaam
ste conüictpunten in de he
dendaagse Zuidafrikaanse
maatschappij en een zwarte
onderwijzer zei mij: „Het
Bantoe-onderwijs wordt to
taal verworpen door de zwar
ten. Het is verantwoordelijk
voor de ergste frustratie en het
heeft wrok en haat voortge
bracht".
Voor 1955 was het onderwijs
in Zuid-Afrika voor alle be
volkingsgroepen in principe
hetzelfde, al bestond er na
tuurlijk informele discrimina
tie op financiële en sociale
grondslag. Het onderwijs boodi
de Zuidafrikaanse jeugd des
tijds dezelfde lesprogramma's
en werd geleid door de provin
ciale besturen. Maar in 1956
begon de regering - Verwoerd
met de invoering van afzon
derlijk blank -, kleurlingen
en „Bantoe"-onderwijs, dat
een van de pijlers van het
Apartheidsideaal moest vor
men. Premier Hendrik Ver
woerd verzekerde destijds het
parlement: „Er is later voor de
Bantoe-leerling in de blanke
gemeenschap alleen werkgele
genheid tot een bepaald ni
veau. Daarom heeft het geen
zin hem onderwijs te geven dat
tot doel heeft hem te absorbe
ren in die blanke gemeen
schap. Hij moet niet opgeno
men worden in een schoolsys
teem dat hem wegtrekt uit zijn
gemeenschap en dat hem mis
leidt door de groene weiden
van de blanke gemeenschap te
tonen, waarop hij vervolgens
niet mag grazen. Wat is het nut
een Bantoe-kind rekenkunde
te onderwijzen als het dat toch
niet in de praktijk kan bren
gen? Dat is absurd". Kortom,
de zwarte en gekleurde jeugd
moest in het kader van het
nieuwe apartheidsbestel wor
den opgeleid tot handarbeider
in een maatschappij, waar de
blanken de betere banen voor
zich reserveren.
Daarmee begon het proces
van achterstelling en degene
ratie van het onderwijs voor
zwarten en kleurlingen, dat in
de loop van meer dan twee de
cennia een tragische omvang
zou aannemen. Pas de bloedige
scholieren- en studentenop
stand van vier jaar geleden in
Soweto schokte de Zuidafri
kaanse regering blijkbaar uit
een langdurige verstarring,
want zij begon het magere
budget voor zwart- en kleur-
lingonderwijs jaarlijks met een
kwart te verhogen. En dit jaar
ging het budget van het mi
nisterie van Onderwijs in het
kielzog van de goudprijsex
plosies zelfs met 32 procent
omhoog, wat overigens in
drukwekkender lijkt dan het
is. Want het is een forse per
centuele verhoging op basis
van een nog altijd mager en
achtergebleven budget. Zo
geeft het Zuidafrikaanse mi
nisterie van Onderwijs het lo
pende jaar 575 miljoen gulden
uit - waarvan de helft voor de
zwarte meerderheid is be
stemd - wat bijvoorbeeld min
der is dan het bedrag waarmee
dit jaar het defensiebudget is
verhoogd. Verder zullen de
inflatie en de sterke groei van
het aantal Afrikaanse school
kinderen een groot deel van de
verhogingen opslokken. Jaar
lijks komen er in de zoge
naamde „blanke" gebieden
90.000 zwarte kinderen bij en
in de zogenaamde „thuislan
den" zelfs 200.000.
Ook vanuit het Zuidafri
kaanse bedrijfsleven wordt er
de afgelopen jaren in toene
mende mate druk uitgeoefend
op de regering om de onder
wijsfaciliteiten voor zwarten
en kleurlingen te verbeteren
om de simpele reden, dat de
vrij kleine blanke gemeen
schap op geen stukken na meer
kan voorzien in de sterk stij
gende behoefte aan beter ge
schoolde arbeid. John Parsons,
wetenschappelijk medewerker
van de Zuidafrikaanse Mijn-
kamer, schat in zijn recente
geschrift „Arbeidsbehoefte in
de Toekomst" dat het nu al
forse tekort aan ongeschoolde
arbeid in 1990 kan oplopen tot
750.000. Hij is verder van oor
deel, „dat de laatste verhogin
gen in de uitgaven voor niet-
blank onderwijs het tekort aan
geschoolde arbeid wat zullen
verzachten, maar niet veel".
De niet-blanke schooljeugd
en het blanke bedrijfsleven
delen niet alleen de opvatting
dat de overheid ook nu nog te
weinig geld in het onderwijs
steekt, zij zijn het om wat uit
eenlopende redenen ook eens
over de noodzaak de apartheid
In een wijk van Johannesburg is een begin gemaakt met een hogere school voor zwarte leerlingen.
De situatie op de arbeidsmarkt maakt nodig dat zwarten nu ook meer kansen krijgen.
in het onderwijssysteem af te
schaffen en één uniform natio
naal onderwijssysteem te her
stellen. Vanuit het bedrijfsle
ven wijst men op de grote ver
spillingen die het op racisti
sche basis gescheiden onder
wijssysteem met zich brengt en
op de hoge bestuurlijke kosten.
In Johannesburg is bijvoor
beeld het blanke lerarenoplei
dingscollege half bezet, maar
blijft het toch gesloten voor
zwarten, die kampen met een
groot gebrek aan studiefacili
teiten. En onlangs weigerde de
overheid de zwarte leraren
toestemming om aan de blanke
universiteit van Port Elizabeth
een bijscholingscursus te vol
gen. Ook menen de zakenlie
den, dat het „Bantoe-onder-
wijs" zelfs met wat ruimere fi
nanciële middelen toch niet
aansluit op de behoeften van
een moderne economie. In de
zwarte
en kleurlingengemeenschap
pen Wordt het aparte „Ban
toe"- en kleurlingenonderwijs
ronduit gehaat als een van de
pijlers van de blanke over
heersing. Een zwarte onder
wijzer in Soweto: „De regering
kan zoveel geld in het onder
wijs steken als zij wil, maar
zolang het systeem op racisti
sche gronden gescheiden ope
reert wordt het door de stu
denten gehaat en afgedaan als
een instrument dat hen moet
voorbereiden op een onderge
schikte rol in een racistische
maatschappij".
ran onze correspondent Ferry
Versteeg)
JOHANNESBURG - Dr.
idries Petrus Treurnicht,
ias „Dr. No", de Hogepries-
van de Apartheid of „Aya-
llah van de waterberg" (zijn
esdistrict) is een van de
achtigste mannen in het he-
indaagse Zuid-Afrika. De
irtefeuille die hij in het kabi-
it van premier Botha beheert
publieke werken, statistiek
toerisme - is allerminst
idrukwekkend en werd na
recente reorganisatie in
:t ambtenarenapparaat zelfs
ag uitgedund. Maar in de re-
irende Nationale Partij is
:eurnicht als leider van de
ien machtige als conservatie
afdeling Transvaal tevens
aanvoerder van de machtige
erkrampte vleugel, die de
aartheid nog altijd be-
houwt als het Afrikaner
rerlevingsmiddel bij uitstek
inder die koningskap van
iristus".
De twee verschijnselen zijn
Igens deskundigen nauw
t elkaar verbonden: hout-
sters leggen een net van
gen aan die noodzakelijk
n om in het woud te kun-
n doordringen (gemiddeld
kilometer voor l.OOO
exploiteerde hectaren),
ze nieuwe wegen maken
t dorpelingen mogelijk
or te dringen tot gebieden,
e tot dan toe ontoeganke-
'k waren, en aldus het
uwland uit te breiden.
Volgens het verslag van het
stituut voor Tropische
ografie is het verdwijnen
n het woud voor 80 procent
wijten aan ontginning voor
landbouw, en voor 20 pro
nt aan de exploitatie van
t woud en aan handelaren
brandhout verkopen in de
eden en dorpen.
Terwijl de vernieling
oortging, werd het beleid
oor de bescherming van de
ossen, dat een jaar of tien
lieden werd aangekondigd,
iet in praktijk gebracht. De
erbebossing is volgens het
apport „onbeduidend en
iet aangepast aan de be-
oeften".
Het rapport van het insti-
tut is gepubliceerd door de
ers van de Ivoorkust, wat
top lijkt te wijzen dat de
utoriteiten niet ongevoelig
lijven voor het probleem-
[Vanuit die positie bleek „dr.
o" het afgelopen half jaar bij
achte de hervormingsdrift
in premier Botha verregaand
te tomen. Al vertrouwde de-
oudste predikant van de
ederduits Hervormde Kerk
ie via de journalistiek bijna
en jaar geleden in de politiek
elandde, onlangs een journa-
st van een geestverwant Afri-
aner Periodiek toe: „Eigen-
jk ben ik een sterke ja-man.
a voor vrijheid, zelfbeschik-
ing, bescherming, ontwikke-
ng, gezonde openbare zede-
jkheid, voor identiteit, eigen
ichten, eigen leefruimte, ei-
en gerieven, eigen cultuu-
mtplooiing, samenwerking
iet grondslag van behoud van
lentiteit en zelfbeschikking,
reurmcht geldt in eigen kring
ls een briljante intellectueel
3 dogmaticus, die in zijn zes-
en meest theologisch geo-
enteerde boeken zijn heim-
'ee naar de puristische ver-
oerdiaanse visie van de
partheid theoretisch poogt te
nderbouwen. Hij benadert de
roblemen met dezelfde koele
>gica als een Enoch Powell,
laar hij is in tegenstelling tot
eze Britse houwdegen ook
een behendig diplomaat
ie met hard werken achter de
thermen en een overmaat aan
nbbelzinnig woordgebruik
robeert de „tribale" samen-
ang van het Afrikanerdom te
edden en tegelijkertijd de
Kaapse hervormer" Pieter
ftha af te remmen. De laatste
rachtmeting tussen Botha en
reurnicht dateert van 17
taart j.l. toen de verkrampte
iider zich uitsprak tegen
eelname van een rugbyteam
an een overigens blank scho-
'frentoernooi. Premier Botha
xplodeerde en hield Treur-
ijcht voor, dat kleurlingen niet
s "lepralijders" moeten wor-
en beschouwd. Het kwam tot
en met veel spanning omge-
twistgesprek tussen de
eide nationalistische leiders
emidden van speculaties over
e mogelijkheid van een split-
btg in de Nationale Partij.
°lgens velen het recept voor
t-rkelijke veranderingen in
'Uid-Afrika. Maar na afloop
an deze verhitte dialoog ver
etterde Botha dat er geen me-
mgsverschillen waren ge
constateerd, terwijl Treur-
icht geen duimbreed had toe
legeven.
Kortom premier Botha beet
het zand, dr. No's aanhang
hnnen de partij-caucus bleek
groot en hij kon zijn tirades
gen gemengde sport en tegen
interraciale ingangen bij post
kantoren onverkort vervolgen.
En de treurniswekkende af
handeling vorige maand van
de nieuwe grondwettelijke be
deling waarbij de zwarte be
volking - onder de aanvanke
lijke verwijzing naar haar
„trage denkprocessen" - op
nieuw buiten spel bleef, be
vestigde nogmaals Andries
Treumichts macht in de Na
tionale Partij. Prof. Willem
Kleynhans van de Universiteit
van Zuid-Afrika ziet Treur-
nichts successen als „een op
stand van de basis tegen het
valse „verligte" beeld dat de
Zuidafrikaanse pers van de
Nationale Partij heeft geschil
derd."
F Treurnicht zelf zegt:
„Overal waar ik ga, merk ik
dat er een verharding is in de
houding van de mensen tegen
openstelling van faciliteiten
voor zwarten. Ons volk wordt
ongeduldig.... Apartheid is niet
dood, want als ze dood is, zou
er geen plaats zijn voor ge
scheiden woongebieden, ge
scheiden scholen, gescheiden
clubs of zelfs gescheiden poli
tieke instellingen." Andries
Treurnichts maatschappelijk
inzicht zijn mede bepaald door
het vooroorlogse Nederlandse
calvinisme en in zijn boeken en
geschriften stuit men met re
gelmaat en doorgaans ook met
instemming namen als prof.
Dooyewaard, Colijn, Groen
van Prinsterer en vooral ook
„die geniale dr. A. Kuyper van
Nederland',
Treurnicht promoveerde in
1957 zelfs op het onderwerp
„de verhouding van Staat tot
kerk bij Abraham Kuyper en
zijn boeken zoals Credo van 'n
Afrikaner" zijn doorspekt met
citaten van deze anti-revolu
tionaire staatsman, wiens na
zaten vorige week in de Twee
de Kamer nog ijverden voor
een olieboycot tegen Zuid-
Afrika.
Enkele karakteristieke zins
neden: in elk volk werkt een
middelpuntzoekende kracht,
wat het onderscheid tussen de
volken en de verschillen tussen
de naties scherp benadrukt.
Dat laat binnen en buiten de
grenzen het besef postvatten,
dat mensen hier en daarbuiten
iets anders bedoelen, iets an
ders voelen, iets anders zijn.
Of: „Elke natie vormt een ei
gen organisme, geleid door een
eigen gedachte, in spanning
gehouden door eigen har-
tebloed en van Gods wege tot
een eigen levenstaak geroepen.
Ook de joodse wijsgeer Martin
Buber, moet er als levendig
beschrijver van het volkseige-
ne aan geloven het volkswezen
is er om ogen in je hoofd te
heien en nationaliteit is er om
je ogen te leren gebruiken. Een
volk is een verschijnsel van le
ven en nationaliteit is een be
wustzijn." Maar de bijbel blijft
voor Andries Treurnicht toch
de grootste openbarings- en
rechtvaardigingsbron. Zo laat
hij in zijn Credo van 'n Afri
kaan onder meer weten: de
hele geschapen werkelijkheid
vormt een eenheid. God is de
schepper daarvan. Van een
dualistisch beginsel, van twee
of meer soorten macht of god
heid, wil het christendom niets
weten. Maarn zo oordeelt
Treurnicht: „De verscheiden
heid en pluriformiteit binnen
de eenheid van de schepping en
in het menselijk geslacht was
al voor de zondeval aanwezig.
Kleurlingen en zwarten in
confrontatie met de blanke we
reld. Er worden gaten gescho
ten in het wereldbeeld van de
Na de zondeval komt er een
verdere ontwikkeling ennbe-
nadrukking van die verschei
denheid. Deze differentiatie is
op rassenverschillen uitgelo
pen, iets waarnaar de profeet
Jeremia zijdelings verwijst...
afgezien daarvan maakt de
Schrift grote ernst met h.et be
staan van naties en volken."
Waarna de Transvaalse leider
de bijbelboeken Genesis,
Deuteronomium alsmede de
Handelingen napluist op
woorden en zinsneden als:
„Volkerentafel", „In hun lan
den", „volgens hun geslach
ten". Om vervolgens uit te ko
men bij het commentaar van
Calvijn: ,NDe mensen zijn zo
danig op aarde geplaatst dat
elk volk tevreden kan zijn bin
nen hun eigen grenzen en dat
onder de volken zelf elke mens
zijn eigen woonplaats heeft.
Ambitie heeft dikwijls gewoed
en velen, aangedreven door
boze list, hebben hun grenzen
overschreden. Andries Treur
nicht voegt daar zelf aan toe:
„Weet wel: dit is Schriftuitleg
uit de dagen voordat Apart
heid als beleid geformuleerd
was - Uit het feit dat God aan
elk volk zijn eigen plek heeft
gegeven (Handelingen 16 vers
26) volgt dat als twee volken of
rassen op hetzelfde grondge
bied wonen en zij beiden hun
identiteit willen bewaren, er
onnoemelijke spanning ont
staat. Gebiedsscheiding tussen
volken is een van de funda
mentele factoren om onge
wenste vermenging en bedrei
ging van het volksbestaan te
gen te gaan."
Dr. No is overigens teleur
gesteld over de magere waar
dering voor deze zienswijze:
„Op internationale bijeen
komsten, internationale ver
gaderingen van de meest uit
eenlopende aard en bij de Ver
enigde Naties, lijkt het er op of
de sprekers met elkaar wedij
veren in hun verbinding van de
Apartheid.
Zelfs landen die goede han
dels- en diplomatieke relaties
met Zuid-Afrika op prijs stel
len laten hun verdediging
daarvan steevast voorafgaan
door een verwerping van de
Apartheid. Deze „totale oor
log" tegen de Apartheid, wordt
volgens de Transvaalse Apart
heidspoliticus aangewakkerd
door het Britse imperialisme,
dat het Afrikaner nationalisme
al sinds het begin van de ne
gentiende eeuw wil verzwel
gen en door het liberalisme,
dat alle traditionele waarden
tot en met de godsdienst zelve
relativeert en het individu bo
ven de gemeenschap plaatst.
Daar komt bij, zo klaagt
Treurnicht, dat sinds de Twee
de Wereldoorlog elke nadruk
op een eigen volksleven, met
nazisme wordt vergeleken en
dat deze misvatting in veel
kerkelijke kringen het volgen
de misverstand heeft gebaard:
alles wat scheiding tussen de
mensen brengt, is zondig.
Christus heeft de zonde over
wonnen en alle scheiding of
vervreemding tussen mensen
overbrugd. Grenzen tussen
mensen of volken, zijn daarom
onchristelijk.
Dus, zoals de
Nederlandse professor Ver-
kuyl zegt: „Breek de muren
af... En die mensen hebben ook
hun eigen bijbeltekst, namelijk
Galileën 111 vers 28: er is geen
jood of griek meer, er is geen
slaaf of vrije mens meer, er is
geen man of vrouw meer, want
gij zijt allemaal één in Chris
tus. „Maar", zo vervolgt de ex-
predikant Treurnicht jubile
rend, „dat levert een onover
komelijk probleem op, want er
zijn wel degelijk mannen en
vrouwen in de christelijke
kerk. De enige nuchtere ver
klaring voor dit schriftwoord
is, dat er geen sprake is van
opheffing van verschillen,
maar wel van opname in het
volk van God zonder onder
scheid. Tegelijkertijd wist de
kerk niet de verschillen tussen
de volken uit, maar volgt het
kerkelijke leven tot op grote
hoogten de stroombedding van
het natuurlijke volks- en cul
tuurleven... De kerk van
Christus is er om de volkeren
van de wereld te verbroederen,
maar niet om ze te verbaste
ren".
Deze voor de buitenstaan
ders pathologische hang naar
apartheid, afzondering en be
houd van de eigen identiteit,
zoals men die bij Andries
Treurnicht en zijn verkrampte
aanhang nog altijd ziet, is on
begrijpelijk buiten het kader
van de bikkelharde strijd om
zelfhandhaving, waarin het
Afrikaner nationalisme eeu
wenlang was verwikkeld.
In de 17e en de 18e eeuw
bokste de kleine Afrikaner
gemeenschap op tegen de
overweldigende natuur van
een groot, woest en onbekend
land. Later raakten de boeren
in het kruisvuur van het ex
panderende Britse imperium
en van de numeriek superieur
Xhosa- en Zulu-volken met
Deze opschriften, onderdeel van de „kleine Apartheid" verdwijnen geleidelijk aan. De rechtse
„verkrampte" vleugel van de Nationale Partij vindt dat verkeerd. Verdere scheiding kan alleen de
kans op minder discriminatie vergroten, zo heet het daar.
wie ze streden om dezelfde
grond. In dd 19e eeuw begon de
Grote Trek, waarbij duizenden
boeren met hun gezinnen
noordwaarts trokken om te
ontsnappen aan de Britse an
nexatiedrift. Tijdens deze vaak
barre trek door een onbekend
land ontwikkelde zich gelei
delijk het geloof, dat God de
boeren als zijn speciale volk
had uitgekozen om in deze uit
hoek van de wereld zijn
christelijke opdracht uit te
voeren. Een geloof, dat, hoewel
verwaterd, nu nog steeds leeft
bij veel Afrikaners in de
Oranje Vrijstaat en in Trans
vaal. Andries Treurnicht:
„Onze kracht was gelegen in de
Christelijke fundering van ons
eigen recht op een eigen volks
bestaan. Al hebben we ons niet
aangematigd om na Israël het
nieuwe uitverkozen volk van
Israël te willen zijn, toch leeft
er in het hart van de Christelij
ke Afrikaner het geloof dat
God zijn volk tot een eigen
roeping heeft uigekozen - sa
men met anderen en onder
scheiden van anderen. Om
streeks de eeuwwisseling had
den de Engelsen ook het mi-
neraalrijke noorden van Zuid-
Afrika bereikt en wisten ze de
boeren na twee bloedige oorlo
gen eindelijk te onderwerpen.
Maar de daarop volgende
Britse pogingen om het Afri
kanerdom te „verengelsen"
gaven alleen maar nieuwe im
pulsen aan het felle Afrikaner
nationalisme. En de in 1914
opgerichte Nationale Partij
werd het voornaamste Afrika
ner middel voor de bevorde
ring van de bedreigde Afrika
ner taal en culturele erfenis. In
de crisisjaren 20 en 30 onder
namen de Afrikaners een
nieuwe trek, dit keer van het
sterk verarmde platteland
naar de steden, de industrieën
en de mijnen, een vreemde en
vijandige wereld, beheerst
door Brits en Joods kapitaal,
waar de Afrikaner „poor whi
tes" moesten concurreren met
een nog goedkoper zwart pro
letariaat.
Deze moeilijke periode le
verde weer voedsel voor het
Afrikaner nationalisme, geleid
door figuren als Danie Malan,
Nico Diederichs en zeker ook
Hendrik Verwoerd, die in 19R8
als leider van de Nationale
Partij de politieke macht wist
te veroveren. Daarmee begon
de uitvoering van de grote
Apartheidsstrategie. In Afri
kaner ogen een radicale utopie,
een ideaal op christelijke
grondslag, waarbij de chris-
ten-afrikaner identiteit defi
nitief moest worden veilig ge
steld. Niet door de andere vol
ken te onderwerpen, maar
door hen „gescheiden ontwik
keling" te bieden in „eigen ge
bieden", zodat de verschillen
de bevolkingsgroepen elkaar
nooit meer zouden bedreigen.
Democratische rechten voor
allen werden in de plurale
Zuidafrikaanse samenleving
niet haalbaar geacht, maar in
de jaren veertig tilde ook de
Duitse wereld, die zelf zijn
koloniale erfenis nog moest
ontmantelen, daaraan niet al
te zwaar. Zoals Treurnicht la
ter in alle ernst zou schrijven:
„Het Afrikaner volk, dat ei
genlijk het eerste anti-impe
rialistische volk in het nieuwe
Afrika was gezien zijn verzet
tegen het Britse imperialisme,
is in zijn uur van politieke
overwinning niet in hetzelfde
imperialisme tegenover de
niet-blanke volken vervallen."
Maar in feite was de hele
Apartheidsidee een produkt
van langdurig geïsoleerde en
beknelde geesten. In de bege
leidende christelijke saus, die
moest suggereren hoezeer de
Afrikaners als Gods uitverko
ren volk, macht en gerechtig
heid zouden combineren, ver
dampte al snel in het Apart-
heidsgeweld. Miljoenen wer
den «ït zogenaamde „blanke"
woongebieden gedeporteerd
naar minuscule zwarte
n,thuislanden"n terwijl een
Kafka-achtig pasjessysteem
ontelbare gezinnen opsplitste.
Dit alles onder de hoede van
een al maar uitdijend repres
sief overheidsapparaat, dat
kon steunen op honderden ra
cistische wetten. Het voor
spelbare resultaat was niet de
opbloei van wederzijds res
pect, zoals de Apartheidsarc-
mitecten voorzagen, maar
bitterheid en frustratie. In een
deel van de Afrikaner ge
meenschap wordt dit debacle
nu toegegeven. En een Afrika
ner historicus als Willem de
Klerk schrijft zelfs, dat zijn
volk heeft gezondigd tegen een
van de voornaamste dogma's
van het calvinisme: de mens
kan niet zijn eigen voorzienig
heid worden. Daardoor schie
pen de Afrikaners geen Utopia,
maar een bureaucratische ti
rannie, zoals de communisten
in Rusland deden en de nazi's
in Duitsland probeerden.
En daardoor is „die zwart
gevaar", waartegen de Afrika
nen zich definitief wilden be
veiligen, nu reëler dan ooit.
gescheiden ontwikkeling. De
realiteit dringt pijnlijk door in
Zuid-Afrika.
Maar Andries Treurnicht
toonde zich een onvermoei
baar strijder tegen dat soort
defaitistische gedachten. „Als
de Afrikaners en met name de
christen-Afrikaners er van
overtuigd kunnen worden dat
er geen principieel of bijbelse
grondslag voor een beleid van
afzonderlijke ontwikkeling is,
is het nog maar een klein stapje
naar de overtuiging dat dit
beleid onchristelijk ism" En
dat is naar zijn opvatting vol
strekt niet het geval.
Hij
schrijft: „De eis van gerechtig
heid houdt er rekening mee,
dat er ook grote ongelijkheid
onder mensen bestaat met be
trekking tot talentenn positie,
verantwoordelijkheid en ont
wikkeling.
Dit houdt in dat ie
dereen behandeld moet wor
den volgens de rechten en
plichten die voortvloeien uit
zijn positie." Maar haast zich
daaraan toe te voegen: „De
christen denkt niet aan het
verschil tussen mensen in ter
men van meer- of minder
waardigheid. Hij aanvaardt de
gelijkwaardigheid van mensen
als zondaars voor God." En
wat het liefdesleven in Apart-
heidsland betreftG „Wij willen
de naastenliefde beoefenen
'zonder dat dit ten koste gaat
van onze eigen natieliefde...
Wij willen over de grenzen van
ons volk-zijn heen hulp bieden
zonder in het proces te ver
dwijnen... Wij vechten voor
ons zelfbehoud, omdat wij be
seffen dat wie zelfmoord
pleegt even schuldig is voor
God als iemand die een ander
om het leven brengtm.m Ik ken
geen beleid, dat zo moreel en zo
bijbels verantwoord is als het
beleid van gescheiden ontwik
keling."
De aanvoerder van de Zuid
afrikaanse „Verkramptes"
heeft weinig waardering voor
het overheidsstreven van de
afgelopen jaren tot liquidatie
van de zogenaamde „kleine
Apartheid", zoals die tot uiting
kwam in de aanwezigheid van
de racistische bordjes „Blan-
kes" en „Nie-blankes" op
vrijwel alle openbare instel
lingen. Van bankjes in het
park, in openbare toiletten tot
bussen en theateringangen.
Maar zo analyseert Treur
nicht: „Je kunt Apartheid niet
groot maken als je het beetje
voor beetje doodt". Zijn toe
komstrecept voor Zuid-Afrika
is even onheilspellend als sim
pel: „Als je de gescheiden ont
wikkeling maar ver genoeg
doorvoert, ontsnap je vanzelf
aan discriminatie."