aar Apartheid uitvloeisel van strijd om zelfhandhaving 's P Gebrek aan geschoold personeel noopt tot hoger onderwijs voor zwarten 9 VRIJUIT Verharding Verwerping Uitgekozen Gescheiden ier moeten verdedigen an in zijn dij te prikken t lukt, pak dan zijn arni rs kunnen zien wat voor zamerhand een dikke de me dat, toen ze gilde niet leuk vindt, waarom dse is bericht School, oeten maken om van en ouders gaan lopen of de ~r de meeste Japanners n de negen miljoen pen- inuten onderweg. Mis- elijk is dat in de wirwar ntstaan, maar de vrou- zitten. UARDIAN - DE STEM O v>^ i VSU 'V. '"i blanke kranten verbood. uid-Afrika heeft altijd veil er ten koste gelegd aan hel derwijs voor blanke kinde- dan voor andere groepen |n samenleving. Per hoofd rd in de periode 1977-1971 1 rand (1400 gulden) anke scholieren besteed or elke zwarte student was t slechts 54 rand (132 gul- >n) Ta de drie maanden durendl riode van onrust en geweld- digheden onder de zwarti denten kwam de Zuidafn- anse regering met dd belofte t zij er naar zou streven ge- ikwaardig onderwijs vooi en in te voeren en zei dat een gin was gemaakt met pro- amma's voor de bouw van er scholen. )M onze correspondent Ferry Versteeg) lOHANNESBURG - Als een arle leerling in Soweto en blanke leerling in het na- «elegen Johannesburg naar lagere school gaan, worden geconfronteerd met twee r uiteenlopende werelden, zwarte leerling bivakkeert een kaal gebouw, waar de tonnen vloer hem een paar landen per jaar wintertenen zorgt. Hij zit met gemiddeld leerlingen inéén klas, zijn derwijzer heeft doorgaans langer dan tien jaar in de joolbanken gezeten en het partement van „Bantoe-on- rwijs" trekt jaarlijks 150 lden voor hem uit Hij krijgt derwijs in zijn stamtaal - als een Zoeloe is, zit hij ver- icht op een Zoeloeschool, is een Xhosa, dan zit hij ver- Icht op een Xhosaschool it hem problemen oplevert de overgang naar de mid- Ibare school, waar in het igels of Afrikaans wordt les ;even. Sportfaciliteiten en dere extra onderwijszaken als audiovisuele middelen onbekend. De kosten van jioolboeken zijn officieel maar moeten in de prak- k nog steeds worden opge- ■achl door zijn niet bijzonder -aagkrachtige familie. Tot it is de inhoud van zijn les- rogramma, opgesteld door >t departement van „Bantoe- iderwijs", tamelijk beperkt. Zijn blanke leeftijdsgenoot Johannesburg zit doorgaans een fraai gebouw met grote innige ramen en goede faci- ieiten, dat wordt omringd door sportvelden, een zwem bad en een tennisbaan. Hi] zit met gemiddeld 21 leerlingen in de klas, zijn beter opgeleide onderwijzer kan de afzonder lijke kinderen redelijk bege leiden en het departement van onderwijs trekt jaarlijks 1700 gulden voor hem uit, waar de ouders vaak ook nog wat bij passen. Zijn officiële lespro gramma is veel uitgebreider en hij maakt met regelmaat ex cursies met zijn klasgenoten. Hij krijgt onderwijs in het En gels of het Afrikaans, wat een betere aansluiting geeft bij het middelbare onderwijs en de kans dat hij die middelbare schoolopleiding afrondt, is 36 keer zo groot als bij zijn zwarte leeftijdsgenoot. De faciliteiten voor kleurlingscholieren zit ergens tussen zwart en blank in en de overheid trekt in deze sector per jaar gemiddeld 550 gulden per kind uit. De ver schillen in onderwijsfacilitei ten zijn een van de voornaam ste conüictpunten in de he dendaagse Zuidafrikaanse maatschappij en een zwarte onderwijzer zei mij: „Het Bantoe-onderwijs wordt to taal verworpen door de zwar ten. Het is verantwoordelijk voor de ergste frustratie en het heeft wrok en haat voortge bracht". Voor 1955 was het onderwijs in Zuid-Afrika voor alle be volkingsgroepen in principe hetzelfde, al bestond er na tuurlijk informele discrimina tie op financiële en sociale grondslag. Het onderwijs boodi de Zuidafrikaanse jeugd des tijds dezelfde lesprogramma's en werd geleid door de provin ciale besturen. Maar in 1956 begon de regering - Verwoerd met de invoering van afzon derlijk blank -, kleurlingen en „Bantoe"-onderwijs, dat een van de pijlers van het Apartheidsideaal moest vor men. Premier Hendrik Ver woerd verzekerde destijds het parlement: „Er is later voor de Bantoe-leerling in de blanke gemeenschap alleen werkgele genheid tot een bepaald ni veau. Daarom heeft het geen zin hem onderwijs te geven dat tot doel heeft hem te absorbe ren in die blanke gemeen schap. Hij moet niet opgeno men worden in een schoolsys teem dat hem wegtrekt uit zijn gemeenschap en dat hem mis leidt door de groene weiden van de blanke gemeenschap te tonen, waarop hij vervolgens niet mag grazen. Wat is het nut een Bantoe-kind rekenkunde te onderwijzen als het dat toch niet in de praktijk kan bren gen? Dat is absurd". Kortom, de zwarte en gekleurde jeugd moest in het kader van het nieuwe apartheidsbestel wor den opgeleid tot handarbeider in een maatschappij, waar de blanken de betere banen voor zich reserveren. Daarmee begon het proces van achterstelling en degene ratie van het onderwijs voor zwarten en kleurlingen, dat in de loop van meer dan twee de cennia een tragische omvang zou aannemen. Pas de bloedige scholieren- en studentenop stand van vier jaar geleden in Soweto schokte de Zuidafri kaanse regering blijkbaar uit een langdurige verstarring, want zij begon het magere budget voor zwart- en kleur- lingonderwijs jaarlijks met een kwart te verhogen. En dit jaar ging het budget van het mi nisterie van Onderwijs in het kielzog van de goudprijsex plosies zelfs met 32 procent omhoog, wat overigens in drukwekkender lijkt dan het is. Want het is een forse per centuele verhoging op basis van een nog altijd mager en achtergebleven budget. Zo geeft het Zuidafrikaanse mi nisterie van Onderwijs het lo pende jaar 575 miljoen gulden uit - waarvan de helft voor de zwarte meerderheid is be stemd - wat bijvoorbeeld min der is dan het bedrag waarmee dit jaar het defensiebudget is verhoogd. Verder zullen de inflatie en de sterke groei van het aantal Afrikaanse school kinderen een groot deel van de verhogingen opslokken. Jaar lijks komen er in de zoge naamde „blanke" gebieden 90.000 zwarte kinderen bij en in de zogenaamde „thuislan den" zelfs 200.000. Ook vanuit het Zuidafri kaanse bedrijfsleven wordt er de afgelopen jaren in toene mende mate druk uitgeoefend op de regering om de onder wijsfaciliteiten voor zwarten en kleurlingen te verbeteren om de simpele reden, dat de vrij kleine blanke gemeen schap op geen stukken na meer kan voorzien in de sterk stij gende behoefte aan beter ge schoolde arbeid. John Parsons, wetenschappelijk medewerker van de Zuidafrikaanse Mijn- kamer, schat in zijn recente geschrift „Arbeidsbehoefte in de Toekomst" dat het nu al forse tekort aan ongeschoolde arbeid in 1990 kan oplopen tot 750.000. Hij is verder van oor deel, „dat de laatste verhogin gen in de uitgaven voor niet- blank onderwijs het tekort aan geschoolde arbeid wat zullen verzachten, maar niet veel". De niet-blanke schooljeugd en het blanke bedrijfsleven delen niet alleen de opvatting dat de overheid ook nu nog te weinig geld in het onderwijs steekt, zij zijn het om wat uit eenlopende redenen ook eens over de noodzaak de apartheid In een wijk van Johannesburg is een begin gemaakt met een hogere school voor zwarte leerlingen. De situatie op de arbeidsmarkt maakt nodig dat zwarten nu ook meer kansen krijgen. in het onderwijssysteem af te schaffen en één uniform natio naal onderwijssysteem te her stellen. Vanuit het bedrijfsle ven wijst men op de grote ver spillingen die het op racisti sche basis gescheiden onder wijssysteem met zich brengt en op de hoge bestuurlijke kosten. In Johannesburg is bijvoor beeld het blanke lerarenoplei dingscollege half bezet, maar blijft het toch gesloten voor zwarten, die kampen met een groot gebrek aan studiefacili teiten. En onlangs weigerde de overheid de zwarte leraren toestemming om aan de blanke universiteit van Port Elizabeth een bijscholingscursus te vol gen. Ook menen de zakenlie den, dat het „Bantoe-onder- wijs" zelfs met wat ruimere fi nanciële middelen toch niet aansluit op de behoeften van een moderne economie. In de zwarte en kleurlingengemeenschap pen Wordt het aparte „Ban toe"- en kleurlingenonderwijs ronduit gehaat als een van de pijlers van de blanke over heersing. Een zwarte onder wijzer in Soweto: „De regering kan zoveel geld in het onder wijs steken als zij wil, maar zolang het systeem op racisti sche gronden gescheiden ope reert wordt het door de stu denten gehaat en afgedaan als een instrument dat hen moet voorbereiden op een onderge schikte rol in een racistische maatschappij". ran onze correspondent Ferry Versteeg) JOHANNESBURG - Dr. idries Petrus Treurnicht, ias „Dr. No", de Hogepries- van de Apartheid of „Aya- llah van de waterberg" (zijn esdistrict) is een van de achtigste mannen in het he- indaagse Zuid-Afrika. De irtefeuille die hij in het kabi- it van premier Botha beheert publieke werken, statistiek toerisme - is allerminst idrukwekkend en werd na recente reorganisatie in :t ambtenarenapparaat zelfs ag uitgedund. Maar in de re- irende Nationale Partij is :eurnicht als leider van de ien machtige als conservatie afdeling Transvaal tevens aanvoerder van de machtige erkrampte vleugel, die de aartheid nog altijd be- houwt als het Afrikaner rerlevingsmiddel bij uitstek inder die koningskap van iristus". De twee verschijnselen zijn Igens deskundigen nauw t elkaar verbonden: hout- sters leggen een net van gen aan die noodzakelijk n om in het woud te kun- n doordringen (gemiddeld kilometer voor l.OOO exploiteerde hectaren), ze nieuwe wegen maken t dorpelingen mogelijk or te dringen tot gebieden, e tot dan toe ontoeganke- 'k waren, en aldus het uwland uit te breiden. Volgens het verslag van het stituut voor Tropische ografie is het verdwijnen n het woud voor 80 procent wijten aan ontginning voor landbouw, en voor 20 pro nt aan de exploitatie van t woud en aan handelaren brandhout verkopen in de eden en dorpen. Terwijl de vernieling oortging, werd het beleid oor de bescherming van de ossen, dat een jaar of tien lieden werd aangekondigd, iet in praktijk gebracht. De erbebossing is volgens het apport „onbeduidend en iet aangepast aan de be- oeften". Het rapport van het insti- tut is gepubliceerd door de ers van de Ivoorkust, wat top lijkt te wijzen dat de utoriteiten niet ongevoelig lijven voor het probleem- [Vanuit die positie bleek „dr. o" het afgelopen half jaar bij achte de hervormingsdrift in premier Botha verregaand te tomen. Al vertrouwde de- oudste predikant van de ederduits Hervormde Kerk ie via de journalistiek bijna en jaar geleden in de politiek elandde, onlangs een journa- st van een geestverwant Afri- aner Periodiek toe: „Eigen- jk ben ik een sterke ja-man. a voor vrijheid, zelfbeschik- ing, bescherming, ontwikke- ng, gezonde openbare zede- jkheid, voor identiteit, eigen ichten, eigen leefruimte, ei- en gerieven, eigen cultuu- mtplooiing, samenwerking iet grondslag van behoud van lentiteit en zelfbeschikking, reurmcht geldt in eigen kring ls een briljante intellectueel 3 dogmaticus, die in zijn zes- en meest theologisch geo- enteerde boeken zijn heim- 'ee naar de puristische ver- oerdiaanse visie van de partheid theoretisch poogt te nderbouwen. Hij benadert de roblemen met dezelfde koele >gica als een Enoch Powell, laar hij is in tegenstelling tot eze Britse houwdegen ook een behendig diplomaat ie met hard werken achter de thermen en een overmaat aan nbbelzinnig woordgebruik robeert de „tribale" samen- ang van het Afrikanerdom te edden en tegelijkertijd de Kaapse hervormer" Pieter ftha af te remmen. De laatste rachtmeting tussen Botha en reurnicht dateert van 17 taart j.l. toen de verkrampte iider zich uitsprak tegen eelname van een rugbyteam an een overigens blank scho- 'frentoernooi. Premier Botha xplodeerde en hield Treur- ijcht voor, dat kleurlingen niet s "lepralijders" moeten wor- en beschouwd. Het kwam tot en met veel spanning omge- twistgesprek tussen de eide nationalistische leiders emidden van speculaties over e mogelijkheid van een split- btg in de Nationale Partij. °lgens velen het recept voor t-rkelijke veranderingen in 'Uid-Afrika. Maar na afloop an deze verhitte dialoog ver etterde Botha dat er geen me- mgsverschillen waren ge constateerd, terwijl Treur- icht geen duimbreed had toe legeven. Kortom premier Botha beet het zand, dr. No's aanhang hnnen de partij-caucus bleek groot en hij kon zijn tirades gen gemengde sport en tegen interraciale ingangen bij post kantoren onverkort vervolgen. En de treurniswekkende af handeling vorige maand van de nieuwe grondwettelijke be deling waarbij de zwarte be volking - onder de aanvanke lijke verwijzing naar haar „trage denkprocessen" - op nieuw buiten spel bleef, be vestigde nogmaals Andries Treumichts macht in de Na tionale Partij. Prof. Willem Kleynhans van de Universiteit van Zuid-Afrika ziet Treur- nichts successen als „een op stand van de basis tegen het valse „verligte" beeld dat de Zuidafrikaanse pers van de Nationale Partij heeft geschil derd." F Treurnicht zelf zegt: „Overal waar ik ga, merk ik dat er een verharding is in de houding van de mensen tegen openstelling van faciliteiten voor zwarten. Ons volk wordt ongeduldig.... Apartheid is niet dood, want als ze dood is, zou er geen plaats zijn voor ge scheiden woongebieden, ge scheiden scholen, gescheiden clubs of zelfs gescheiden poli tieke instellingen." Andries Treurnichts maatschappelijk inzicht zijn mede bepaald door het vooroorlogse Nederlandse calvinisme en in zijn boeken en geschriften stuit men met re gelmaat en doorgaans ook met instemming namen als prof. Dooyewaard, Colijn, Groen van Prinsterer en vooral ook „die geniale dr. A. Kuyper van Nederland', Treurnicht promoveerde in 1957 zelfs op het onderwerp „de verhouding van Staat tot kerk bij Abraham Kuyper en zijn boeken zoals Credo van 'n Afrikaner" zijn doorspekt met citaten van deze anti-revolu tionaire staatsman, wiens na zaten vorige week in de Twee de Kamer nog ijverden voor een olieboycot tegen Zuid- Afrika. Enkele karakteristieke zins neden: in elk volk werkt een middelpuntzoekende kracht, wat het onderscheid tussen de volken en de verschillen tussen de naties scherp benadrukt. Dat laat binnen en buiten de grenzen het besef postvatten, dat mensen hier en daarbuiten iets anders bedoelen, iets an ders voelen, iets anders zijn. Of: „Elke natie vormt een ei gen organisme, geleid door een eigen gedachte, in spanning gehouden door eigen har- tebloed en van Gods wege tot een eigen levenstaak geroepen. Ook de joodse wijsgeer Martin Buber, moet er als levendig beschrijver van het volkseige- ne aan geloven het volkswezen is er om ogen in je hoofd te heien en nationaliteit is er om je ogen te leren gebruiken. Een volk is een verschijnsel van le ven en nationaliteit is een be wustzijn." Maar de bijbel blijft voor Andries Treurnicht toch de grootste openbarings- en rechtvaardigingsbron. Zo laat hij in zijn Credo van 'n Afri kaan onder meer weten: de hele geschapen werkelijkheid vormt een eenheid. God is de schepper daarvan. Van een dualistisch beginsel, van twee of meer soorten macht of god heid, wil het christendom niets weten. Maarn zo oordeelt Treurnicht: „De verscheiden heid en pluriformiteit binnen de eenheid van de schepping en in het menselijk geslacht was al voor de zondeval aanwezig. Kleurlingen en zwarten in confrontatie met de blanke we reld. Er worden gaten gescho ten in het wereldbeeld van de Na de zondeval komt er een verdere ontwikkeling ennbe- nadrukking van die verschei denheid. Deze differentiatie is op rassenverschillen uitgelo pen, iets waarnaar de profeet Jeremia zijdelings verwijst... afgezien daarvan maakt de Schrift grote ernst met h.et be staan van naties en volken." Waarna de Transvaalse leider de bijbelboeken Genesis, Deuteronomium alsmede de Handelingen napluist op woorden en zinsneden als: „Volkerentafel", „In hun lan den", „volgens hun geslach ten". Om vervolgens uit te ko men bij het commentaar van Calvijn: ,NDe mensen zijn zo danig op aarde geplaatst dat elk volk tevreden kan zijn bin nen hun eigen grenzen en dat onder de volken zelf elke mens zijn eigen woonplaats heeft. Ambitie heeft dikwijls gewoed en velen, aangedreven door boze list, hebben hun grenzen overschreden. Andries Treur nicht voegt daar zelf aan toe: „Weet wel: dit is Schriftuitleg uit de dagen voordat Apart heid als beleid geformuleerd was - Uit het feit dat God aan elk volk zijn eigen plek heeft gegeven (Handelingen 16 vers 26) volgt dat als twee volken of rassen op hetzelfde grondge bied wonen en zij beiden hun identiteit willen bewaren, er onnoemelijke spanning ont staat. Gebiedsscheiding tussen volken is een van de funda mentele factoren om onge wenste vermenging en bedrei ging van het volksbestaan te gen te gaan." Dr. No is overigens teleur gesteld over de magere waar dering voor deze zienswijze: „Op internationale bijeen komsten, internationale ver gaderingen van de meest uit eenlopende aard en bij de Ver enigde Naties, lijkt het er op of de sprekers met elkaar wedij veren in hun verbinding van de Apartheid. Zelfs landen die goede han dels- en diplomatieke relaties met Zuid-Afrika op prijs stel len laten hun verdediging daarvan steevast voorafgaan door een verwerping van de Apartheid. Deze „totale oor log" tegen de Apartheid, wordt volgens de Transvaalse Apart heidspoliticus aangewakkerd door het Britse imperialisme, dat het Afrikaner nationalisme al sinds het begin van de ne gentiende eeuw wil verzwel gen en door het liberalisme, dat alle traditionele waarden tot en met de godsdienst zelve relativeert en het individu bo ven de gemeenschap plaatst. Daar komt bij, zo klaagt Treurnicht, dat sinds de Twee de Wereldoorlog elke nadruk op een eigen volksleven, met nazisme wordt vergeleken en dat deze misvatting in veel kerkelijke kringen het volgen de misverstand heeft gebaard: alles wat scheiding tussen de mensen brengt, is zondig. Christus heeft de zonde over wonnen en alle scheiding of vervreemding tussen mensen overbrugd. Grenzen tussen mensen of volken, zijn daarom onchristelijk. Dus, zoals de Nederlandse professor Ver- kuyl zegt: „Breek de muren af... En die mensen hebben ook hun eigen bijbeltekst, namelijk Galileën 111 vers 28: er is geen jood of griek meer, er is geen slaaf of vrije mens meer, er is geen man of vrouw meer, want gij zijt allemaal één in Chris tus. „Maar", zo vervolgt de ex- predikant Treurnicht jubile rend, „dat levert een onover komelijk probleem op, want er zijn wel degelijk mannen en vrouwen in de christelijke kerk. De enige nuchtere ver klaring voor dit schriftwoord is, dat er geen sprake is van opheffing van verschillen, maar wel van opname in het volk van God zonder onder scheid. Tegelijkertijd wist de kerk niet de verschillen tussen de volken uit, maar volgt het kerkelijke leven tot op grote hoogten de stroombedding van het natuurlijke volks- en cul tuurleven... De kerk van Christus is er om de volkeren van de wereld te verbroederen, maar niet om ze te verbaste ren". Deze voor de buitenstaan ders pathologische hang naar apartheid, afzondering en be houd van de eigen identiteit, zoals men die bij Andries Treurnicht en zijn verkrampte aanhang nog altijd ziet, is on begrijpelijk buiten het kader van de bikkelharde strijd om zelfhandhaving, waarin het Afrikaner nationalisme eeu wenlang was verwikkeld. In de 17e en de 18e eeuw bokste de kleine Afrikaner gemeenschap op tegen de overweldigende natuur van een groot, woest en onbekend land. Later raakten de boeren in het kruisvuur van het ex panderende Britse imperium en van de numeriek superieur Xhosa- en Zulu-volken met Deze opschriften, onderdeel van de „kleine Apartheid" verdwijnen geleidelijk aan. De rechtse „verkrampte" vleugel van de Nationale Partij vindt dat verkeerd. Verdere scheiding kan alleen de kans op minder discriminatie vergroten, zo heet het daar. wie ze streden om dezelfde grond. In dd 19e eeuw begon de Grote Trek, waarbij duizenden boeren met hun gezinnen noordwaarts trokken om te ontsnappen aan de Britse an nexatiedrift. Tijdens deze vaak barre trek door een onbekend land ontwikkelde zich gelei delijk het geloof, dat God de boeren als zijn speciale volk had uitgekozen om in deze uit hoek van de wereld zijn christelijke opdracht uit te voeren. Een geloof, dat, hoewel verwaterd, nu nog steeds leeft bij veel Afrikaners in de Oranje Vrijstaat en in Trans vaal. Andries Treurnicht: „Onze kracht was gelegen in de Christelijke fundering van ons eigen recht op een eigen volks bestaan. Al hebben we ons niet aangematigd om na Israël het nieuwe uitverkozen volk van Israël te willen zijn, toch leeft er in het hart van de Christelij ke Afrikaner het geloof dat God zijn volk tot een eigen roeping heeft uigekozen - sa men met anderen en onder scheiden van anderen. Om streeks de eeuwwisseling had den de Engelsen ook het mi- neraalrijke noorden van Zuid- Afrika bereikt en wisten ze de boeren na twee bloedige oorlo gen eindelijk te onderwerpen. Maar de daarop volgende Britse pogingen om het Afri kanerdom te „verengelsen" gaven alleen maar nieuwe im pulsen aan het felle Afrikaner nationalisme. En de in 1914 opgerichte Nationale Partij werd het voornaamste Afrika ner middel voor de bevorde ring van de bedreigde Afrika ner taal en culturele erfenis. In de crisisjaren 20 en 30 onder namen de Afrikaners een nieuwe trek, dit keer van het sterk verarmde platteland naar de steden, de industrieën en de mijnen, een vreemde en vijandige wereld, beheerst door Brits en Joods kapitaal, waar de Afrikaner „poor whi tes" moesten concurreren met een nog goedkoper zwart pro letariaat. Deze moeilijke periode le verde weer voedsel voor het Afrikaner nationalisme, geleid door figuren als Danie Malan, Nico Diederichs en zeker ook Hendrik Verwoerd, die in 19R8 als leider van de Nationale Partij de politieke macht wist te veroveren. Daarmee begon de uitvoering van de grote Apartheidsstrategie. In Afri kaner ogen een radicale utopie, een ideaal op christelijke grondslag, waarbij de chris- ten-afrikaner identiteit defi nitief moest worden veilig ge steld. Niet door de andere vol ken te onderwerpen, maar door hen „gescheiden ontwik keling" te bieden in „eigen ge bieden", zodat de verschillen de bevolkingsgroepen elkaar nooit meer zouden bedreigen. Democratische rechten voor allen werden in de plurale Zuidafrikaanse samenleving niet haalbaar geacht, maar in de jaren veertig tilde ook de Duitse wereld, die zelf zijn koloniale erfenis nog moest ontmantelen, daaraan niet al te zwaar. Zoals Treurnicht la ter in alle ernst zou schrijven: „Het Afrikaner volk, dat ei genlijk het eerste anti-impe rialistische volk in het nieuwe Afrika was gezien zijn verzet tegen het Britse imperialisme, is in zijn uur van politieke overwinning niet in hetzelfde imperialisme tegenover de niet-blanke volken vervallen." Maar in feite was de hele Apartheidsidee een produkt van langdurig geïsoleerde en beknelde geesten. In de bege leidende christelijke saus, die moest suggereren hoezeer de Afrikaners als Gods uitverko ren volk, macht en gerechtig heid zouden combineren, ver dampte al snel in het Apart- heidsgeweld. Miljoenen wer den «ït zogenaamde „blanke" woongebieden gedeporteerd naar minuscule zwarte n,thuislanden"n terwijl een Kafka-achtig pasjessysteem ontelbare gezinnen opsplitste. Dit alles onder de hoede van een al maar uitdijend repres sief overheidsapparaat, dat kon steunen op honderden ra cistische wetten. Het voor spelbare resultaat was niet de opbloei van wederzijds res pect, zoals de Apartheidsarc- mitecten voorzagen, maar bitterheid en frustratie. In een deel van de Afrikaner ge meenschap wordt dit debacle nu toegegeven. En een Afrika ner historicus als Willem de Klerk schrijft zelfs, dat zijn volk heeft gezondigd tegen een van de voornaamste dogma's van het calvinisme: de mens kan niet zijn eigen voorzienig heid worden. Daardoor schie pen de Afrikaners geen Utopia, maar een bureaucratische ti rannie, zoals de communisten in Rusland deden en de nazi's in Duitsland probeerden. En daardoor is „die zwart gevaar", waartegen de Afrika nen zich definitief wilden be veiligen, nu reëler dan ooit. gescheiden ontwikkeling. De realiteit dringt pijnlijk door in Zuid-Afrika. Maar Andries Treurnicht toonde zich een onvermoei baar strijder tegen dat soort defaitistische gedachten. „Als de Afrikaners en met name de christen-Afrikaners er van overtuigd kunnen worden dat er geen principieel of bijbelse grondslag voor een beleid van afzonderlijke ontwikkeling is, is het nog maar een klein stapje naar de overtuiging dat dit beleid onchristelijk ism" En dat is naar zijn opvatting vol strekt niet het geval. Hij schrijft: „De eis van gerechtig heid houdt er rekening mee, dat er ook grote ongelijkheid onder mensen bestaat met be trekking tot talentenn positie, verantwoordelijkheid en ont wikkeling. Dit houdt in dat ie dereen behandeld moet wor den volgens de rechten en plichten die voortvloeien uit zijn positie." Maar haast zich daaraan toe te voegen: „De christen denkt niet aan het verschil tussen mensen in ter men van meer- of minder waardigheid. Hij aanvaardt de gelijkwaardigheid van mensen als zondaars voor God." En wat het liefdesleven in Apart- heidsland betreftG „Wij willen de naastenliefde beoefenen 'zonder dat dit ten koste gaat van onze eigen natieliefde... Wij willen over de grenzen van ons volk-zijn heen hulp bieden zonder in het proces te ver dwijnen... Wij vechten voor ons zelfbehoud, omdat wij be seffen dat wie zelfmoord pleegt even schuldig is voor God als iemand die een ander om het leven brengtm.m Ik ken geen beleid, dat zo moreel en zo bijbels verantwoord is als het beleid van gescheiden ontwik keling." De aanvoerder van de Zuid afrikaanse „Verkramptes" heeft weinig waardering voor het overheidsstreven van de afgelopen jaren tot liquidatie van de zogenaamde „kleine Apartheid", zoals die tot uiting kwam in de aanwezigheid van de racistische bordjes „Blan- kes" en „Nie-blankes" op vrijwel alle openbare instel lingen. Van bankjes in het park, in openbare toiletten tot bussen en theateringangen. Maar zo analyseert Treur nicht: „Je kunt Apartheid niet groot maken als je het beetje voor beetje doodt". Zijn toe komstrecept voor Zuid-Afrika is even onheilspellend als sim pel: „Als je de gescheiden ont wikkeling maar ver genoeg doorvoert, ontsnap je vanzelf aan discriminatie."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1980 | | pagina 31