Bureau in Den Bosch bedenkt goedkopere woningen
Sociale bouw
tegen een
sociale prijs"
Miinchehagen
Sondermülldeponie
Duits depot accepteert
chemisch afval uit buitenland
m 1 Wmm «•'«R
Depot
Leem
Empel
TTIMMI
ZATERDAG 18 OKTOBER 1980
i onder de puinhopen
Asratn lijkt men de
nu een beetje in de
hebben. Hoe de hulp
liten is, is niet duide-
yaarom geloven velen
[berichten uit de regio
lullen vallen.
idr Söfidwii««Ipti| rêfaC{s$
öffnungsxesfen
U s nf a g Frt i S a
De Sondermülldepo
nie ligt verscholen tus
sen de bossen. Slechts
een bord wijst op zijn
Münchehagen:
een van Europa's
vuilnisbakken
De boven
kant van een
volle „pol
der" die nog
niet met sar
de afgedekt
en beplant is.
van de „pol
der" en dient
om het
S VJ W1«V» tw \"v
peil in de ga-
ten te hou
den.
Naarmate de mensheid zich ontwikkelt produceert zij scha
delijker afval. Dat moet veilig opgeborgen worden. Dat is met
de affaire Lekkerkerk wel heel erg duidelijk geworden. Ons
eigen Nederland is niet zo geschikt voor vuilnisbak: door het
hoge grondwaterpeil kan er nergens schadelijk afval gestort
worden vanwege de grote kans dat de stoffen daarmee in
aanraking komen en zich ermee vermengen.
Alleen verbranden van het afval blijft als alternatief over.
Maar door giftige stoffen verontreinigde grond, zoals die nu
gevonden wordt, laat zich moeilijk verbranden of gevaarloos
storten. Daar moet dus elders een vuilnisbak voor gevonden
worden waar het grondwater geen toegang toe heeft.
«HT'""m
7 81 .-jf ïïM». j; Tt
Na Lekkerkerk zijn er meer
„vondsten" gedaan en zullen
èrnog volgen. Het Griftpark in
Utrecht wacht om van che
misch afval ontdaan te worden
en in Hilvarenbeek, Rosmalen,
Schijndel, Helmond en andere
plaatsen zijn stoffen in de bo
dem gevonden die daar niet
kunnen blijven.
Een van de weinige plaatsen
geschikt voor het storten van
verontreinigde grond is de
Sondermülldeponie in Mün
chehagen bij Hannover. Het is
een van de dichtstbijzijnde de
pots voor die soort afval en ook
een van de weinige die che
misch afval accepteert vanuit
het buitenland. Daar wordt
vanuit Nederland, België en
Frankrijk dankbaar gebruik
gemaakt.
Münchehagen ligt in een ge
bied met bijzondere geologi
sche en geografische eigen
schappen en daarom heeft de
Duitse regering er mee inge
stemd dat daar een depot voor
bijzonder afval werd ingericht.
Er zijn in de Bondsrepubliek
nog tien gelijksoortige depots.
Twee daarvan hebben een spe
ciale vergunning om abial
vanuit het buitenland te ac
cepteren: de Sondermülldepo
nie in Münchehagen en Hil-
desheim VFI. Van dat laatste
depot maakte EMK (vroeger
gevestigd in Krimpen aan de
IJssel en nu op het industrie
terrein Moerdijk) weieens ge
bruik.
De andere depots zouden uit
commercieel oogpunt best
buitenlands afval willen ber
gen maar dé regering steekt
daar een stokje voor. Met de
enorme hoeveelheid industrie
van het Ruhrgebied houdt je
graag wat capaciteit in de
buurt over.
In de Sondermülldeponie bij
Münchehagen kan chemisch
verontreinigd afval worden
gestort dankzij het feit dat de
bodem daar bestaat uit een 150
meter dikke leemlaag die al op
20 meter diepte zo hard is dat
ze alleen met behulp van
springstoffen valt af te graven.
Exploitant van het depotis
Teerbau, een Duitse bouwgi
gant waaraan de staat deel
neemt.
Leem heeft de eigenschap
dat het geen water doorlaat en
dat is voor het opslaan van
chemisch afval van belang: het
grondwater mag er niet bijko
men. In die leemlaag zijn
enorme putten gegraven:
enorm qua omvang, niet qua
diepte. Die putten heten „pol
ders" en daarin wordt het afval
gestort. Zijn de „polders" vol
dan worden ze afgedekt. Van
boven kan er echter hemelwa
ter in de „polders" komen en
daarom mag het gestorte afval
geen stoffen bevatten die in
water oplosbaar zijn. Het de
pot Münchehagen bestaat al
acht jaar en in die tijd zijn twee
„polders" volgestort met
160.000 ton afval. Die eerste
„polders" waren wat dieper
dan de 20 meter die de nieuwe
diep is, maar de Gesellschaft
laat dat nu uit het hoofd: het
storten is er toch al-duur en met
springstof wordt het nog
duurder.
De nieuwe „polder" heeft
Het depot ügt tussen
de bossen. Rechts het
I Winy
bassin voor regenwater.
;dat uit de „polder ge
pompt wordt. Het water
wordt boven het bassin
een inhoud van 115.000 kubie
ke meter. De maatschappij
verwacht dat deze binnen acht
jaar vol zijn. Daarna is er
ruimte genoeg om elders weer
nieuwe „polders" te graven.
Het afval wordt in lagen van
twee meter hoog gestort. Daar
komt telkens een laag van 50
centimeter leem op. Als de
„polder" vol is wordt hij afge
dekt met vijf meter leem en
aarde en wordt vervolgens be
plant. Bij het storten wordt er
nauwkeurig rekening mee ge
houden dat geen stoffen op el
kaar komen die met elkaar
kunnen reageren.
Vanaf de bodem van de
„polders" wordt met buizen
een lange koker opgebouwd
om het waterpeil in de gaten te
kunnen houden en eventueel
met behulp van pompen laag te
houden. De controle daarop
moet permanent zijn - ook als
de „polder" vol is - en dat is een
van de oorzaken dat het stor
ten in het depot nogal duur is.
Het uitgepompte regenwater
wordt in een groot bassin op
gevangen en daarboven verne
veld of naar een zuiveringsin
stallatie afgevoerd.
De Sondermülldeponie ont
vangt uit het eigen land vooral
industrieel afval. Dat wat uit
het buitenland komt is bijna
altijd verontreinigde grond,
het resultaat van een ongeval
of onverantwoord storten in
het verleden. De regering van
de Bondsrepubliek geeft geen
vergunning af voor buiten
landse stortingen als niet
vaststaat dat er in het land van
herkomst geen mogelijkheid
voor is.
De Sondermülldeponie ligt
verscholen in een landelijk ge
bied en is omgeven door bos
sen. Alleen een onopvallend
bord duidt op de aanwezigheid
ervan. De enige bebouwing bij
het depot is een klein prefab
laboratorium waar monsters
van de aangevoerde lading
geanalyseerd worden. Het is
onduidelijk hoe de bevolking
over het depot denkt. Bij het
zoeken naar de Sondermüllde
ponie ondervindt je in ieder
geval weinig hulp. Een groep
cafétariabezoekers wees ons
tien kilometer de verkeerde
richting uit en een daarna ge
raadpleegde landbouwer wil
de eerst precies weten wat wij
van zo ver wel bij het depot
kwamen doen en wat we bij
ons hadden.
Het is een voorschrift van de
Duitse regering dat afval uit
het buitenland met Duitse
vrachtwagens wordt aange
voerd. Dit geeft de eigen ver
voerders een steuntje in de rug
en heeft bovendien de bijkom
stigheid dat de autochtone be
volking niet het idee krijgt dat
het depot een soort internatio
nale vuilnisbak is.
namige industrieterrein. Een
deel van dat bedrijf, onder lei
ding van Th. Looijschelder, is
zich sinds de eerste gifvond
sten intensief met de ruiming,
transport en hele papierwinkel
die daarbij te pas komt gaan
bezighouden.
„Wij bieden het hele pakket.
Van het lokaliseren en uitgra
ven tot en met het storten op
een verantwoorde plaats toe.
Naar mijn mening moet dat
een gespecialiseerd bedrijf
doen en geen aannemer, zoals
weieens gebéurt. Daarvoor
komt er veel te veel bij kijken",
aldus de heer Looijschelder,
die een zeer actief beleid voert
als het gaat om opdrachten
voor zijn bedrijf. Zodra de
eerste berichten over een be
paalde gifvondst de wereld in
zijn gaat hij poolshoogte ne
men of het misschien een klus
voor zijn bedrijf is.
Naar de Sondermülldeponie
in Münchehagen vond onge- Griftpark
veer twee maanden geleden de
met brokken cyanide ver
mengde aarde uit Empel een
weg. Daarover berichtten wij
uitvoerig in De Stem. Dat
transport ging via het Haven
bedrijf Moerdijk op het gelijk-
„Momenteel zijn we bezig
een offerte te maken voor het
schoonmaken van het Grift
park in Utrecht. Dat is een las
tig karwei. De vaten benzeen
en tolueen zitten verspreid in
de bodem en dat maakt het al
lemaal moeilijk en kostbaar.
Sommigen zitten op een eiland
of in moerassige grond. Omdat
je nooit zeker weet wat er in,
onder of om zo'n vat in de bo
dem zit moet je ze eruit laten
halen door een gespecialiseer
de werkman met een speciaal
pak aan. Zo'n pak bijvoorbeeld
lijdt veel en kan na de operatie
alleen nog maar weggegooid
worden. Ze kosten 4500 gul
den. Kosten als die maken de
operatie enorm duur. Grotere
gemeenten vragen om deskun
digheid, kleinere kijken op de
certten en' laten de pperatie uit
voeren door een bedrijf dat
niet de vereiste deskundigheid
heeft. Soms is dat een aanne
mer. Wij nemen geen risico's en
halen er soms een mobiel la
boratorium bij".
Mocht het Havenbedrijf
Moerdijk de opdracht voor het
schoonmaken van het Grift
park krijgen dan zal het afval
waarschijnlij ook naar Mün
chehagen gaan, omdat er in
Nederland geen stortmoge-
lijkheden zijn. De heer Looij
schelder: „Münchehagen is
naar mijn idee een van de vei
ligste plaatsen in Europa voor
de stort van deze stoffen. Wij
werken alleen maar met dy
Sondermülldeponie m Mün
chehagen. We hebben er goede
contacten mee en die zijn, als ja
met deze rommel omgaat, be
langrijk. Het is een vertrouwd
adres".
Het Havenbedrijf Moerdijk
krijgt sinds de Lekkerkerkai-#
faire veel aanvragen voor of-j
fertes van het ruimen van be-®
paalde stoffen. Helaas is het z<t
dat een overeenkomstig aantal'
opdrachten uitblijft. De hee»
Looijschelder wijt dat aan dëj
kosten waarvoor de overhei'jj
vaak moet opdraaien. „Bij dd
storter, de vervuiler dus, val|
meestal niets meer te halen»
Die krijgt vaak zo'n hoge boetej
dat hij meteen failliet is. Van-»
uit die hoek krijgen we en ne^
men we vrijwel nooit op-j
drachten". Zijn ervaring is dat!
lagere overheden nogal eenl
schrikken van de prijs als ze
een offerte gevraagd hebbenjj
„Dan hoor je een tijd nietsi
meer en wordt de uitgave uit
gesteld totdat de rommel ondey
druk van de een of andere mi->
lieugroep wel opgeruimd moej
worden".
TON ROK^
(Van onze kunstredactie)
DEN BOSCH - Het blijkt allemaal goedkoper te kunnen. De boeren hebben bijvoorbeeld
de afgelopen jaren hun stallen te duur gebouwd en zitten nu tot over hun oren in de
schulden. Alternatieve onderwerpen, die dezer dagen verschenen, vertellen dat die boeren
onnodig zó zwaar zijn gaan zitten. De woningmarkt heet in elkaar gestort te zijn, omdat
niemand meer het geld op kan/wil brengen, die huizen „moeten" maken. Architectenbu
reaus staan in de rij met nieuwe woningbouwplannen onder het motto: „Het kan allemaal
goedkoper".
j wordt gebruik gemaakt
Zo is nu het „Buro voor ar-
chitektuur en stedebouw ir.
Stevens en ir. Trimp" uit Den
Bosch, met eèn woningplan
gekomen, waarin je al met
een huur van 150,- tot
ƒ200,- per maand uit de
voeten kunt. Nederlanders
zijn sterk gebakken aan uit
spraken als „Van de nood een
deugd maken" of „De tering
naar de nering zetten", zodat
kritische attentie geboden
blijft.
Het bureau in Den Bosch
constateert dat veel nieuw
bouwwoningen leeg staan
omdat ze onbetaalbaar zijn
voor hen die ze nodig hebben.
Er moeten derhalve betaal
bare woningen komen. Ik
denk dat het probleem zo te
simpel is gesteld, want de
bouw van nog meer nieuwe,
maar dan betaalbare wonin
gen, heft die leegstand niet
op. De problemen van door
stroming, van het te besteden
percentage van je inkomen
voor de woning, van inzet om
er in een verzorgingsstaat
zelf iets té doen aan je huis
blijven daarbij buiten schot.
Stevens en Trimp stellen
terecht dat versobering van
de bouw waardoor de prij
zen zakken - nog niet hoeft te
leiden tot verarming in de
kwaliteit van het wonen. Als
argument halen zij de zeven
tiger jaren aan waarin veel
tot experiment verklaarde
woningbouwontwerpen, die
overheidssubsidies opstre
ken, uitblinken door inge
wikkelde bouwvolumes en
gekunstelde gevelpartijen.
De eclectische architectuur
van de zeventiger jaren is in
derdaad geen gelukkig voor
beeld; aan de woonfilosofie
zelf is praktisch niets ge
daan; de verbetering daar
van is vooral gezocht in het
opsieren, het comfort en het
oogverblindende.
Wat is dan het alternatief
van het Bossche bureau? Op
zet was het ontwikkelen van
een woningplan met zeer lage
bouwkosten, zodat de huren
van ƒ150,- k ƒ200,- per
maand mogelijk zijn. In de
koopsector kunnen deze wo
ningen, afhankelijk van type
en grondprijzen, tussen de
50.000,- en 70.000,- gaan
kosten. De woningen zijn, al
dus de ontwerpers, in een
voudige rechttoe rechtaan
blokken gedacht. De kamers
zijn niet groot, maar de plat
tegrond is zodanig dat tus
senwanden verschoven of
weggelaten kunnen worden,
zodat meer ruimte ontstaat.
De plattegrond van het ba
sistype, een kleine wooneen-
heid voor een tweepersoons
huishouding, is bovendien zo
ingedeeld dat woon- en
slaapgedeelte gewisseld
kunnen worden.
Uitgaande van deze basis-
wooneenheid zijn grotere
woningen ontwikkeld. Ook is
gedacht aan een woon variant
waar éénpersoonshuishou
dens (studenten, werkende
jongeren) gemeenschappe
lijk kunnen wonen met vol
doende eigen privacy. De
bouwkosten van het basisty
pe voor twee persoonshuis
houdens liggen rond de
40.000,-; de grotere ge
zinswoningen liggen tussen
de 50.000,- en 70.000,-.
De werkelijke stichtings-
kosten, op basis waarvan de
maandelijkse huur wordt
berekend, kunnen door sub
sidies aanmerkelijk verlaagd
worden.
De ontwerpen lenen zich
voor uitvoering in de tradi
tionele bouwmethodes, maar
ook voor prefabrikatie van
grotere elementen. De wo
ningen zijn helemaal af,
inclusief centrale verwar
ming, maar voor doe-het-
zelver blijft er veel ruimte
oVer om veranderingen e.d.
aan te brengen.
Het grote voordeel van dit
plan is de „ingebouwde"
flexibiliteit, waardoor wo
ningen aanpasbaar zijn aan
gewijzigde woonbehoeften.
Tot nu toe zijn de resultaten
met het casco-systeem,
waarbij veel van de inwendi
ge opbouw van een woning
aan de bewoners wordt over
gelaten, nog niet zo bemoedi
gend. Een van de wieg-tot-
het-graf verzorgde samenle
ving daagt niet uit zelf grote
klussen aan te pakken. De
doe-het-zelf industrie - voor
een groot deel geboren uit
noodzaak - bevordert moge
lijk een andere instelling, die
mensen weer zelf laat bou
wen. Tussen haakjes: de
wettelijke voorschriften op
dit gebied vragen in dit ver
band om dringende herzie
ningen.
Een ander voordeel is dat
er een herwaardering komt
voor eerlijke materialen. Er
is inderdaad bij de woning
bouw in de voorbije jaren
vaak gewerkt met klater
goud. Creatieve vindingrijk
heid krijgt misschien weer de
kans om met simpele mate
rialen interessante dingen te
doen, die het leefklimaat
oprechter veraangenamen.
De schetsontwerpen van
de wonigen stellen me niet
gerust. Ik krijg daarbij het
gevoel dat inderdaad van de
nood een deugd gemaakt
wordt of erger, dat de klok
zo'n twintig jaar wordt te
ruggezet. Het is alsof de bei
de architecten dit zelf heb
ben aangevoeld en de zwarte
Piet toespelen aan bouwcor
poraties en gemeentebestu
ren. Die moeten komen met
een goed buurtplan, groen
voorzieningen en accommo
daties in een buurthuis, zeg
gen ze. Nu kun je met deze
elementen inderdaad wel
wat doen, wat schuiven,
maar voor de rest waan ik me
met deze ontwerpen thuis in
de buitenwijken van de jaren
vijftig. Met de architectuur
zelf, met de vormgeving en
het materiaalgebruik wordt,
binnen het kader van zoeken
naar goedkopere oplossin
gen, weinig of niets gedaan.
Dat vind ik een gemiste kans
bij dit positief te waarderen
onderzoek naar woningen,
die niet alleen betaalbaarder
worden, maar ook rekening
houden met verwaarloosde
bevolkingsgroepen.
Terecht zijn een aantal
gemeenten, waaronder bij
voorbeeld Breda, bezig de
plannen van Stevens en Trip
te bestuderen. Het is te hopen
dat bij een dergelijke studie
ook andere sociaal-psycho
logische disciplines die met
wonen te maken hebben, be
trokken worden. Het motto
van dit plan mag dan zijn
„Sociale woningbouw tegen
een sociale prijs", de volledi
ge oplossing kan niet alleen
komen van twee technocra
ten, hoe zinvol ook de aanzet
is die zij met dit plan gegeven
hebben.
HENK EGBERS