iffl im TMnüi
Eindelijk weer kansen voor
jonge Belgische voetballers
Nederland fietste België voorbij
maar eer bet zover was....
NA INVASIE BUITENLANDERS SEDERT 1950
„KOPPIGE
GEVOELENS
OVER
NAKENDE
WEERWRAAK"
iASTHUlS
IENBOSCH
EKEN
LING!!
B.V.
-mm
-ill
's-Hertogenbosch|
fn ziekenhuis met
|-Hertogenbosch
Bzorg van stad en
J korte termijn in
Instonds vrij-
gaan bezighouden
rs van de polikli-
fcld over 12 polikli-
lerkers, de specia
le disciplines,
feiten die moeten
olikliniek-spreek-
let invoeren van een
iedt in patiënten-
|le volgende eisen
niveau
Pvuld met arbeids-
|A.II). Als alternatief
die reeds ervaring
Iwenselijk geacht
Qjv. door de appli-
gn volgen.
gullen in onderling
WW komt voor
brden opgenomen in
Ide afdeling personeels-
jswerktuigkundi-
apro
J bestaande uit drie tot
Irricht in continue ploe-
einde van het jaar
a. premievrij pensioen.
en onder nummer 01680-
en filtratiebedrijf. Grond
en filtratie tot produkter
iden gebruikt worden.
Arie Haan, een van de
I vedetten van het Neder
igs elftal, buitenlands
I astarbeider bij het Brus-
I Lse Anderlecht en
I cfEM-columnist, geeft zijn
I visie op de voetbalsport in
Ruim 2000 jaar gele
den liepen al Belgen op
Gods aardbodem, dat
stukje grond dat we nu
België noemen, rond.
net was namelijk niemand
minder dan Julius Caesar,
de grote Romeinse veld-
I heer, die een van de stam
men die tijdens de „Bello
I Gallico" rondzwierven in
I West-Europa, als Belgen
I kwalificeerde.
I je lang heeft het echter ge-
I duurd voordat die Belgen
een eigen staat vormden.
Jarenlang werden ze over
heerst door andere Europe
se vorstenhuizen. Holland
was het land waaronder
België zijn onafhankelijk-
I heid verwierf. Maar dit is pas
1150 jaar geleden.
Honderdtwintig jaar later
I wordt België opnieuw over-
stroomd door vreemdelin-
Het zijn geen legers die
[het land overspoelen, maar
[voetballers. Van heinde en
[versteken ze sinds 1950 de
Belgische grens over. Er is
dan ook geen land ter wereld
waar meer gastarbeiders
spelen dan in dat kleine land
aan de Noordzee.
Waarom komen al die Ne-
derlanders, Duitsers, Denen,
[finnen, Joegoslaven, Hon-
garen, Polen, Portugezen,
Zweden, Haitianen, Turken,
[Engelsen, Schotten, IJslan-
[ders en wie weet welke na-
tionaliteiten meer, naar Bel-
|gië? Voor alle soorten pluim-
j vee is er in ieder geval plaats
in het Belgische voetbal. Het
[is dus heel normaal dat je
[buitenlandse voetballers
[aantreft in de hoogste maar
|ook in de laagste afdelingen
de KBVB. België maakt
J namelijk geen verschil tussen
[profs en amateurs. Iedereen
Vioetbalt waar hij wil. Wie wil
|tóalen, betaalt.
Door deze huidige situatie
is het dan ook erg moeilijk
n een speler op de binnen-
ndse transfermarkt te ko-
I pen of te verkopen. Voor ie-
enigszins talentvolle
r worden enorme be-
gevraagd. In tegen-
I stelling tot bijvoorbeeld Ne-
I derland waar de prijs voor
leenamateurvoetballer in de
[statuten van de KNVB is
Louis van Craen, sport
journalist van de Gazet van
uitwerpen, een erkend
Weierexpert, die jarenlang
[bet internationale wielerge-
beuren op de voet heeft ge-
'"'"J geeft desgevraagd
Pn visie op de wielersport
lin Nederland.
j Wat je als Belg na
l50 jaar bestaan zoal
lenkt over de wieler-
[Port in Nederland kan
en vraag zijn zoals
tën andere, al is het me
I bij al de vraag wel,
Tjoet je toegeven. On
bezien de merkwaar-
fflheid ervan, is het
verduidelijk dat ze nooit
psteld zou zijn, als er
!°9 Belgen waren.
[Wielrennende Belgen, be-
r®i we, naast a! die ande-
fctio, duide|ijk in hetzelfde
F koken® nationale malaise
fe-W nog onder Ed-
ësnlet s haar in twee
fcht nl ende arendsblik ge-
jielerh!^ noa te ohtginnen
prhonzonten, zou die bij-
fant 8r niet te lezen staan,
iann o naas' ®erri6 Knete-
Phetm urtie Oosterbosch,
E (Un ?)aar di| drie gewezen of
fcenen®. Zijnde wereldkam-
jLJÏ.. houden, zouden
In run el!1 tlen keer naar
pHl|ng®a inkeer achterom
Fis hothebben geke-
r s het er om te doen was.
908
DE STEM VAN ZATERDAG 14 JUNI 1980
Vlfee-
.J
Arie Haan zelf: nog steeds bij Anderlecht.
De Madenaar Wim Hofkens: eerst Beveren, nu Anderlecht.
Robbie Rensenbrink: jarenlang sterspeler bij Anderlecht.
dus wel andere markten aan
boren. Het scoutingswerk in
het buitenland is dan ook
praktisch tot een religie ver
heven. Hetgeen in de hand
wordt gewerkt door de
reglementen, die toestaan
dat elke club drie buitenlan
ders in een elftal mag poste
ren. En als de vreemdeling
dan ook nog vijf jaar in Bel
gië heeft gespeeld, wordt hij
voor een volwaardige „voet
bal-Belg" aangezien. Een
paar voorbeelden volstaan
om aan te tonen dat de huidi
ge situatie eigenlijk een on
mogelijke zaak is. Wanneer
we naar de bovenste clubs
kijken dan constateren we
dat er tussen die 55 (5x11)
spelers, 24 buitenlanders lo
pen. Dat betekent bijna vijf
buitenlanders per elftal. Al
die spelers komen dan ook
nog alleen uit verschillende
landen. Beerschot bijvoor
beeld had twee jaar geleden
zes buitenlanders uit zes
verschillende landen. Bij de
ze Antwerpse club stonden in
een seizoen onder contract
een Pool, een Fin, een Span
jaard, een Portugees, een Ne
derlander en een Haltiaan.
U kimt zich wellicht voor
stellen welke gevolgen iets
dergelijks heeft voor het Bel
gische jeugdvoetbal. Jaren
lang is het Belgische natio
nale elftal dan ook een zor
genkind geweest. Er kwam
geen enkel jong talent naar
voren, dat de plaats kon in
nemen van de oude garde, die
bestond uit o.a. Van Himst,
Puis, Devrindt, Jurion, Ni-
colay, Semmeling, V.d. Dae-
le, Lambert, Dockx etc. De
jongere spelers in België kre
gen gewoon geen kans omdat
veel te veel buitenlanders
werden aangetrokken. De
prijzen die kleine clubs dur
ven en kunnen vragen zijn
dermate hoog dat de „grote"
ploeg zich liever orienteert
op de buitenlandse markt om
daar goedkopere krachten
aan te trekken. Iedere Belgi
sche bondscoach heeft daar
mee te maken (gehad).
De laatste jaren is er in dat
aankoopbeleid een omme
keer ten goede gekomen. Zo
dat ook de jonge talentvolle
Belgische voetballer regel
matig een kans krijgt zich
waar te maken. Prompt zien
we dan ook dat België weer
meetelt in Europa als voet
balnatie. De ploeg die Guy
Thijs voor het komende EK-
-toernooi heeft gekwalifi
ceerd telt namelijk veel jonge
spelers, die twee jaar geleden
Europees kampioen werden
met de UEFA's (16-18 jaar).
Hopelijk wordt hiermee
aangetoond dat er voldoende
talent is in het Belgenland.
Alleen moet erop gelet wor
den dat die jonge voetballers
meer kansen krijgen zich te
bewijzen. De belangrijkste
voorwaarde om dit probleem
op te lossen is het bestaande
transfersysteem om de hel
ling te zetten. Omdat er op
bepaalde gebieden al een vrij
verkeer binnen de EEG-lan-
den bestaat, moet er voor ge
zorgd worden dat alle trans
fersystemen binnen de EEG
hetzelfde worden. Zoniet,
dan hebben de jonge voet
ballers binnen de EEG nooit
gelijke kansen.
Het jeugdvoetbal in België
heeft bovendien nog met an
dere problemen te kampen.
De accommodatie van de
meeste Belgische stadions is
slecht, evenals de trainings
velden. Dat komt hoofdza
kelijk door het feit dat de
meeste stadions privé-bezit
zijn. Aangezien een goed on
derhoud van de accommo
daties jaarlijks tonnen kost,
wordt dit al snel verwaar
loosd. In België heeft men
liever het geld op het veld
rondlopen. En zolang er ge
voetbald wordt als in de
laatste jaren, stromen de sta
dions toch vol en wordt er
niet gelet op lekke of af
tandse tribunes. Toch wor
den en zijn diverse stadions
Ralph Edström: Standard Luik
in de loop der jaren opge
knapt, zoals het Astrid-park
in Brussel (Anderlecht), het
stadion van Beerschot, het
stadion van Brugge, het sta
dion van Hasselt en het sta
dion van Waterschei, waar
Cor Brom traint.
Men is in België op de goe
de weg en als de internatio
nale successen (nationale
ploeg, Europacuptoernooi
en) terugkeren, zal men ook
hier inzien dat talent uit ei
gen land gekoesterd moet
worden en dat daarvoor niet
zoveel geld nodig is. En de
bedragen die men spaart,
kunnen dan aangewend
worden om de velden en an
dere voor het voetbal nood
zakelijke ingrediënten te
verbeteren.
Julius Caesar heeft in ie
der geval nooit dun/en voor
spellen dat op de grond
waar hij zijn „Bello Gallico"
voerde, nog eens door zo
veel verschillende „stam
men" tegen een bal ge
schopt zou worden. Brood
en spelen dus in de twintig
ste eeuw. Hoe de tijden ver
anderen.
ARIE HAAN
De verantwoordelijke
I clubleiders in België moeter
JAN JANSSEN
..aan de Nederlandse wielerborst
gekoesterd....
EDDY MERCKX
...als die er nog was..
JOOP ZOETEMELK
...als enige in de Tour...
GERRIE KNETEMANN
...de Belgen voorbij...
Maar nu we als echte insi
ders en kenners (dat worden
we toch verondersteld te zijn)
geen zinnig woord meer op
papier kunnen krijgen over
de eigen kasseistampers, wil
men zich meer noordelijk wel
eens koesteren aan de be
kentenis, dat Holland België
voorbij is met een patrimo
nium van wielertalent.
Want daar gaat het toch
om, niet Néé, natuurlijk..
Nu ja, het is zo, voorlopig
althans naar heel wat scri
benten in Vlaamse kontreien
hopen. Alleen, geef met ons
toe dat het nogal een tijdje
aangesleept heeft. Nederland
zou zich moeten schamen
terzake.
Noem nu nog één land,
waar je meer gevaar loopt
van de sokken gereden te
worden door een fiets dan
door een auto? Het bestaat
gewoon niet. En als het dan
van 1830 tot nu geduurd
heeft vooraleer sommige jon
gens sneller kunnen fietsen
dan de buren, is dat nu iets
om zo fier over te zijn?
De Nederlanders gaan sla
pen met een fiets, de Belgen
niet. Die slapen onder elkaar.
Vandaar dat er nog zo weinig
zijn, al is dat een gans andere
zaak, die ons nu niet moet be
zig houden.
Terzake dus maar...
In 1965 doken we de wie
lersport in en ontdekten
Merckx. Hij was het neusje
en de rest alleen maar de rest
van de zalm. Van Nederland
wist je alleen dat Wim Van
Est ooit in een ravijn was
gereden, dat Kees Pellenaars
aanvoerder was geweest van
een bende piraten, dat Jan
gedacht heeft een klimmer te
wezen en Joop Zoetemelk
alleen maar de Tour zou win
nen als hij de enige deelne
mer zou zijn.
Méér moest er ook niet over
geweten zijn, behalve mis
schien dat Gerrit Schulte en
Theo Middelkamp ook ooit
met de fiets hadden gereden.
De eerste keer dat we he
lemaal echt met het bestaan
van de Nederlandse wieler
sport geconfronteerd wer
den, was in 1968, toen we al
drie keer 365 dagen bezig
waren geweest te bewijzen
dat Peter Post achter de der-
ny een schildpad zou zijn,
mocht Merckx er werk van
maken.
In de Tour van dat illustei
jaar reden de Belgen met
twee nationale ploegen zon
der Eddy. Twintig man dus,
tot in de puntjes van de
fietsschoenen ontroerd door
het dragen van zwart, rood
en geel. Of althans, zo moest
het volgens het boekje.
Nederland zette aan met
tien Oranje-zonen, waarvan
er al zeven thuis waren voor
aleer de Tour halverwege
was.
In Lorient vertelde een ze
kere Jan Janssen ons ge
meend, dat hij er sterk aan
dacht de gekende pijp aan de
tot op de draad versleten
Maarten te schenken.
Twee weken later won Jan
de Tour, aan het hoofd van
zijn tweekoppig leger tegen
twintig Belgen minus een,
want Eric De Vlaeminck had
het onderweg laten afweten.
Van Springel werd in de
slottijdrit uit zijn geel truitje
gereden en Jantje was er mee
naar Ossendrecht.
Drie tegen twintig kon ge
woon niet en over een en an
der in de slottijdrit hadden
we onze twijfels. We hebben
die trouwens nog, al zal die
verklaring allicht niet de
zelfde orkanen ontketenen
als destijds het geval bleek te
zijn.
Want we gaven dat een en
ander aan de openbaarheid
prijs, kwamen rijkelijk tot de
vaststelling dat een krant uit
de Belgische Scheldestad ook
elders gelezen werd.
Nederland eiste de scalp
van ondergetekende, nu ja,
een gedeelte van Nederland.
De scalp bleef op mijn hoofd,
zoals kan worden vast ge
steld maar meteen wist deze
gelegenheidscorrespondent,
dat Oranje een wielervolk
was en zijn zonen aan de
borst koesterde, met liefde,
tederheid, verering en zelfs
begrip voor dagelijkse en
minder dagelijkse zonden.
Om realistisch te blijven: in
feite was er maar één zoon en
toen het jaar nadien Eddy
toch maar naar de Tour slof
te, wist hij ook meteen dat hij
al bij al maar een zoontje
was. Dat maar tussen haak
jes zonder bijbedoelingen.
Sindsdien, het weze ge
boekstaafd als een ootmoe
dige bekentenis, werden we
beroerd door de manier,
waarop een volk achter een
zoon kan staan. De beroering
is als ontroering gebleven en
de zoon bleef ook niet alleen.
Het resultaat van een spits
vondig en lucratief voort-
JAN RAAS
■de Belgen voorbij..
plantingsproces zie je nu alle
dagen in de wielerpelotons.
Bredero wist wat hij ver
telde, als we nu moeten vast
stellen, dat het neusje van de
zalm niet langer Belgisch is
en we verplicht worden, zij
het vanzelfsprekend met
koppige gevoelens over een
nakende weerwraak en her
geboorte, in een domein, dat
altijd het Belgische was, op te
kijken naar wat de Oranje-
markt te bieden heeft aan
wieler-appels en citroenen.
Wat binnenpretjes wekt ui
teraard, hier te lande, zij het
dat die uitspraak ootmoedig
en quasi nederig zal worden
afgewimpeld.
Maar we troosten ons met
de gedachte dat de afgang
van de Belgische wieler
sport geen zichzelf staand
verschijnsel is in het Vlaam
se en het Waalse land en
dat er ook niets blijft duren.
Zelfs geen wielerrijk, dat
even vast scheen te staan
als het Romeins imperium
vóór de verwijving. Het we
ze gezegd, genoteerd en
ook begrepen! De Belgen
weten waarover ze praten
als je het daarover wil heb
ben..
LOUIS VAN CRAEN
■MM
hmm
■M