150 kat België Enigszins neerwaartse Franse blik op Belgische taalgenoten m* -ïv§^#n- „BELGIE BETEKENT GEWOON NEDERLAND" keuken TAALGRENS LOOPT DWARS DOOR BELGISCHE KEUKEN Wat dialekt is, dat weten ze in Brabant en Zeeland maar al te goed: op de meeste dorpen praat bijna ie dereen nog Brabants en Zeeuws en in de steden is ABN (Alge meen Beschaaf Ne derlands) niet overal regel. Taalgebied Korea Diskriminatie Hollands Tussentaaltjes Verfransing 906 DE STEM VAN ZATERDAG 14 JUNI Wallonië is voor Frankrijk in het kader van de Communauté de Langue Frangaise een on getwijfeld belangrijk element, binnen Europa het numeriek belangrijkste. Bepaalde voor aanstaande Walen hebben in Frankrijk een betere ontplooi ing kunnen vinden dan in hun vaderland; sommigen hebben er bekendheid, zelfs ver maardheid verworven (Mae terlinck, Carlo Bronne, M. Féli- cien Marceau, Jacques Brei, Anny Cordy), maar in dit gevat worden zij door de Fransen „ingelijfd" en op de eerste plaats als een produkt van de Gallische cultuur gezien. Voor de gewone man" in Frankrijk is de Franstalige Belg" veelal een voorwerp van spot of vermaak, min of meer zoals de Nederlander de Vla ming soms beschouwt. Daarbij wordt uiteraard tot het uiterste gesimplificeerd en de karika turale eigenschappen sterk naar voren gehaaid. Het sterke en weinig fraaie accent waar mee de Waal Frans spreekt, is de meeste Fransen een gruwe. in de oren. Daarbij komt dan nog het feit dat een aantal taai- onzuiverheden en zogenaam de Brusselse uitdrukkingen voor de Fransman potsierlijker lijken. Dit neemt uiteraard niet weg dat er tal van Walen zijn die uitstekend Frans spreken en wel zonder accent. De Fransman slaat bij dit al een wat neerwaartse blik op zijn Noorderbuur en bij tijd en wijle culmineert een soort halt meelijwekkende, half minach tende houding in een golf van „Belgenmoppen" die in hun Franse versie nauwelijks on derdoen voor de in Nederland in omloop zijnde. Dit zijn uiteraard oppervlak teverschijnselen en er bestaat een grote waardering voor de Belgische culturele prestaties, die evenwei grotendeels in het verleden en voor het meren deel in het noordelijke, dus Vlaamse landsgedeelte lig gen. Met name de Vlaamse schilderkunst en zekere letter kundige werken vinden in Frankrijk grote bewondering, maar, zoals gezegd, zijn deze niet Waals. De Vlaams-Waalse conflict situatie verbijstert de Fransen méér dan dat zij zich daarvoor interesseren en hun oordeel is vrijwel altijd summier en in het voordeel van het Franstalige volksgedeelte, waarbij de Flamingantenals fanatieke extremisten, zoniet fascisten aangezien worden. Objectie vere waarnemers erkennen dat de veelal felle reacties van Dein 1978 overleden Belgi sche zanger Jacques Brei: „ingelijfd" door Frankrijk. Vlamingen voor een groot ge deelte het gevolg zijn van een situatie, waarin de Walen tot voor relatief korte tijd hun land genoten uit het noorden als Vlaamse taal bestaat VAN PATRON BERNARD Om over 150 jaar gastronomie in België te schrijven is een heel moeilijke opdracht want het land heeft altijd tussen Frankrijk en Nederland gelegen en heeft daardoor nooit aan een eigen gast ronomie kunnen werken, of beter gezegd nooit een „eigen keu ken" kunnen waarmaken. Ik spreek dan natuurlijk niet over de streekgerechten, die in grootmoeders keuken werden klaarge maakt en van moeder op dochter zijn overgegaan. Nee, de zaak ligt geheel anders: zoals er verdeeldheid is in de taal, zo is er ook een enorme verdeeldheid in de keuken. Wanneer we daarvan wat studie maken dan komen we al zeer snel tot de ontdekking dat de scheiding van het taalgebied ook de grens vormt in de „keuken". In Wallonië treffen we zeeroverheersend de Franse keuken aan, terwijl Vlaanderen sterk aanleunt tegen de Nederlandse keuken. Vlaanderen heeft met Nederland gemeen dat ze gerechten heeft die zeer sterk streekgebonden zijn, zoals bijv. Gentse waterzooi, maar waar ook sterk de Nederlandse keuken in terug te vinden is. Wallonië heeft dat niet zo sterk en is veel meer gericht op de Franse keuken in zijn totaliteit. Ook de smaakge woonten liggen in de beide taalgebieden volkomen anders. Immers: een Antwer penaar houdt van gebonden sauzen, is niet alleen een groot visliefhebber, maar wil evenals de Nederlander een flink stuk vlees op zijn bord hebben, terwijl men in Wallonië meer liquidere sauzen wil en wat het vlees betreft de Franse kant optrekt. Zo ziet u maar dat het land niet alleen zijn verdeeldheid kent in de taal, maar zeker ook in de gastronomie. Beigie telt vele, zeer vele goede en uitstekende restaurants. Het is het enige land buiten Frankrijk dat twee restaurants heeft met drie sterren in de Guide Michelin, maar het is wel typerend dat die twee dan héél toevallig in Brussel gelegen zijn en dat die beide zéér Frans georiënteerd zijn en dat er uitsluitend Frans gesproken wordt. Alleen als ge de rekening in het Vlaams vraagt dan verstaan ze je welDeze twee Belgische driesterren restau rants typeren het grote chauvinisme van de Guide Michelin ten opzichte van zijn Franse instelling. Ik ken restaurants zowel in Nederland als in Vlaanderen die zeker zo goed zijn. Zelfs in Amerika heb ik er ontdekt die beter waren. Helaas laat de taalstrijd zich ook in de gastronomie voelen. Al véle gastronomische verenigingen zijn in de loop van deze 150 jaar in België gesneuveld op de taal. Er gebeuren op dat gebied heel rare dingen om er maar eens een paar te noemen. Franstali- gen die in een Vlaams restaurant binnenkomen en daar een kaart aantreffen die in het Vlaams gesteld is, verlaten verontwaardigd het restaurant. Ik heb dat persoonlijk ondervonden, alsook de volgende voorbeelden die ik u ga vertellen. Gasten komen Vlaams'sprekend het restaurant binnen, worden uiteraard in het Vlaams onthaald. Zittend aan de tafel vragen zij of er ook Frans gesproken wordt. Mijn vrouw antwoordt van ja én men verzoekt haar om de conversatie verder in het Frans te volgen. Goed, zij neemt de bestelling van de aperitieven op, geeft de Vlaamse kaart (we hebben geen andere) en maakt de aperitieven klaar. Er verder niet meer aan denkend zegt zij bij het presenteren van de aperitieven: alstublieft. De mensen staan verontwaardigd op en verlaten het restaurant. Bij een controle van de belastingen maakte ik het mee dat de inspecteur, mijn kaart doorlezende, zegt tegen zijn controleur: „Hier moeten we iets extra's doen, want de patron is een Flamingant". Ja, België is een verdeeld land, helaas ook op gastronomisch gebied. Gelukkig trekken de goede koks zich daar maar bitter weinig van aan, maar er zou juist bij een nauwere samenwerking veel meer gedaan kunnen worden. Een Vlaamse week in het buitenland organiseren met medewerking van het ministerie van cultuur is onmogelijk, want er zijn twee ministers van cultuur, een Vlaams en een Waals. Wil men dus subsidie voor de organisatie dan wordt dat niet gegeven omdat de twee ministers het niet met elkander eens zijn. Ik heb dat persoonlijk ook weer meegemaakt, toen we uitgenodigd werden enkele jaren geleden om in Perzië een Vlaamse gastronomische week te organiseren op verzoek van een belangrijke industriële groep die aldaar gevestigd was. De gehele organisatie struikelde over het,,nee" van de Walen. Ik ben ervan overtuigd dat ik de gastronomie te veel verweef met de taalstrijd maar helaas is het nu eenmaal zo, want op alle gebied gaat dit land ten gronde aan zijn taalstrijd en graaft het zijn eigen graf I In mijn studie over 150 jaar Belgische gastronomie heb ik niet kunnen ontdekken dat in die 150 jaar ook maar ergens een „ei gen" Belgische gastronomie geboren is. Al hetgeen we thans nog terugvinden en hebben stamt uit de tijden dat een gedeelte bij Nederland hoorde en het andere bij Frankrijk. Met het zoeken naar een koning en die uit Duitsland te halen is er echt geen geboorte gekomen van een eigen gastronomie of Belgische keu ken. Wel tracht men er iets aan te doen. In België kent men de vereniging van de „33 Meesterkoks van België", die daar sterk aan werkt en baanbrekend werk verzet, maar die ik toch ook weer het verwijt moet maken dat men zeer Frans gericht is. Volgens mijn bescheiden mening zullen wè in België altijd wel de trek blijven houden van een Nederlands gedeelte en een Frans ge deelte. En dit zeer zeker wanneer dit land staatkundig geschei den gaat worden. Maar zonder dialekt kun je door het leven komen, en zonder ABN niet. Als je moet schrijven, dan kan dat bijna alleen in het ABN; buiten je provincie verstaan ze je dialekt niet eens; daar moet je dus in elk geval dat ABN ook spreken. Goed dat we op school netjes leren spreken en schrijven. Meestal besteden ze daar geen aandacht aan het Brabants en Zeeuws. Toch is er een wetenschap die zich over de dialekten ont fermt: de dialektkunde. Het Amsterdams Dialektenburo stuurt regelmatig lijsten met ABN-woorden (of tekenin gen) rond naar goeie dia- lektsprekers, en vraagt dan: „Hoe zegt u dat in uw dia lekt?" In de Middeleeuwen be stond het ABN nog niet; toen spraken de mensen op de hele wereld trouwens enkel dia lekt. Dialekten zijn dus vaak veel ouder als het ABN, dat overigens uit Hollandse, Brabantse en Vlaamse dia lekten ontstaan is. Op zijn beurt heeft het veel dialekten verdrongen (vooral in Hol land). Maar ook in andere provincies zijn de dialekten op de terugtocht; dat is ook een internationaal ver schijnsel. De kleine eenheden zijn onbruikbaar geworden: de el, de duim, het gemet en de Rijnlandse daalder zijn vervangen door standaard- maten: soms internationaal (de meter), soms nationaal (de gulden). De grenzen van de Neder landse staat kennen we alle maal van de kaarten wel. Maar er is nog een ander Ne derland: dat is moeilijker te vinden want op school heb ben ze daar helaas veel te weinig over gesproken. Breda ligt in Brabant, offi cieel in Noord-Brabant. Als op Noord-Holland Zuid- Holland volgt, dan moet Zuid-Brabant toch ook be staan. Natuurlijk ergens in dat witte land van de grote wandkaart op school. Laten we het es groen toveren: wat komt er dan te voorschijn? Een rijke oogst: wie één pro vincie verwacht had, vindt er twee. Eerst komt Mid den-Brabant nog ofwel Antwerpen, en daaronder Zuid-Brabant of gewoon Brabant (net als bij ons dus). Anders gezegd: ons hele taal gebied heeft geen grotere provincie als Brabant dat al in drie provincies verdeeld moest worden ver vóór Wie gel geboren werd. Bewesten dat grote Bra bant liggen de provincies Zeeland en Vlaanderen. De laatste was ook een flink lapje grond, en werd dus ook gesplitst. Twee stukjes vielen al sinds 1830 buiten België, n.l. Zeeuwsch-Vlaanderen (Nederlands) en Frans- Vlaanderen, de streek rond Duinkerke (zonder nl!) in Frankrijk, waar een deel van de mensen het oude Neder landse dialekt is blijven spreken. Beoosten dat grote Bra- Begin 1962 zorgde prof. dr. P.C. Paarde- kooper voor grote consternatie bij met name onze Waalse zuiderburen met zes causerieën voor de KRO-radio onder de titel „Er zijn geen Belgen." Hij is sindsdien krachtig voortgegaan met het spuien van zijn eigen ideeën over de verhoudin gen tussen Vlamingen en Walen, hun taalge bruik en de plaats die het Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN) dient in te nemen ten op zichte van de Vlaamse dialecten. Opereerde hij vroeger vanuit Nederland, tegenwoordig be vindt hij zich in het hol van de leeuw als hoogle raar taalkunde aan de universiteit van Leuven Bijgaand verhaal toont aan, dat hij nog even strijdbaar is als vroeger. GUIDO GEZELLE .mengtaal bant ligt de provincie Lim burg, ook al in tweeën ver deeld: Oost-Limburg ligt in Nederland en West-Limburg in België. Denk nu even de staatsgrenzen weg. Dan krijg je bezuiden Holland en Gel derland vier Nederlandse provincies: behalve Zeeland zijn dat Vlaanderen, Brabant en Limburg. Dwars door die drie pro vincies loopt de Nederlands- Belgische grens, - helemaal willekeurig overigens, want het is een oude frontlinie tussen de bezette Spaanse Nederlanden en de Vrije Ne derlanden. Op die kaart ziet u dus Nederland zoals het normaal had moeten zijn: zó ziet ons taal- en cultuurge bied er uit. Over dit gebied gaat ook de Nederlandse ge schiedenis. Soms is zelfs Wallonië er nog bij: kijk de kaartjes uit uw geschied kundige atlas er maar op na. STIJN STREUVELS .mengtaal HUGO CLAUS .mengtaal Bij de worsteling tussen de grote wereldmachten zijn de Koreanen getroffen door een ramp: een toevallige frontli nie die dwars door hun land liep, is de grens geworden tussen de kommunistische en de niet-kommunistische in vloedssfeer: er zijn twee Ko rea's ontstaan. De Duitsers hebben een zelfde lot (maar door Hitier z'n schuld): hier is in een oorlog een vertikale frontlinie de grens tussen twee Duitslanden geworden. Datzelfde is ons dus al eerder overkomen: Nederland zou eigenlijk Noord-Nederland moeten heten en BelgiëZuiei- Nederland. Weet u hoe je het woord Nederland in het Latijn ver taalt? Met Belgica. Daarvan is inderdaad het woord Bel gië afgeleid. België beteent gewoon „Nederland". Ne derland grenst dus in het zuiden aan...Nederland. Tussen 1815 en 1830 is het echte Nederland inderdaad ook één staat geweest. Maar door een stel domme om standigheden is die jonge Nederlandse staat in het. rampjaar 1830 uiteengeval len, en dat droevige feit her denken we nu na 15 0 j a ar met grote rouw. In 1830 werden de Walen de baas in België. Dat werd een ramp voor de Nederlan ders die in die zuidelijke pro vincies achtergebleven wa ren. Want onder Franstali- gen bestaat een vorm van achterlijkheid: taaldiskri- minatie (Om eerlijk te zijn: ook veel Nederlanders heb ben er last van. Ze vinden het Frans namelijk een „mooie" taal en het Nederlands „le lijk". Van rasgelijkheid heb ben ze wel gehoord, maar taaigelijkheid is voor hun nog een onbekend begrip). Taaldiskriminatie is een ernstig misbruik. Hoogmoed en eigenwaan hebben zeker bij Franstaligen dikwijls ge leid tot gewelddadige onder drukking van anderstaligen. Die moesten „bekeerd" wor den tot de alleenzaligmaken de en heilige Franse kuituur (wijlen de Gaulle moest toen nog geboren worden!). Zon der wat voor skrupels ook werkten staat en kerk in Bel gië na 1830 samen aan de ge welddadige verfransing van het Nederlands-sprekende gebied (de beruchte Kardi naal Mercier is nog niet ver geten). Het recept is overbe kend: verfransing van het onderwijs. Hoger, middel baar en lager onderwijs wer den in heel Vlaanderen Frans, de staat erkende al leen die taal en ook de bis schoppen deden dapper mee. Zo ontstond er een kleine groep onsociale franstaligen in de meeste Vlaamse plaat sen: de z.g. franskiljons. Op hun beurt hielpen dié de verfransing een handje via het zakenleven. Wie geen Frans sprak kon geen ge sprek met de grote baas heb ben, wie geen Frans sprak kon niet promoveren en telde niet mee. Intussen had in Nederland het ABN als bijpassende kuituurtaai z'n normale plaats in het onderwijs en het bestuur gekregen. Dat ABN kon maar slecht of niet tot Vlaanderen doordringen, omdat daar Frans de tegen natuurlijke onderwijstaal was. Tegen de gewelddadige verfransing ontstond een demokratisch verzet: de Vlaamse Beweging. In het begin boekte die weinig tweede-rangs burgers behan delden. De moeizame co-ha- bitatie van beide volksdelen lijkt vele Fransen op de duur tot een uiteenvallen van België te moeten leiden, waarbij zij evenwel degenen onder de extremistische Walen die aan sluiting bij Frankrijk zouden willen zoeken, doorgaans diep teleurstellen: bitter weinig Fransen lijken bereid een eventuele erfenis van deze aard te aanvaarden, waarbij Frankrijk niets te winnen, maar veel te verliezen zou hebben. De relatief talrijke Belgen (waaronder evenwel naar ver houding meer Vlamingen dan Walen) die zich in Frankrijk ge vestigd of daar vakantieverblij ven gekocht hebben, worden aanzienlijk beter „verdragen" dan vele andere nationalitei ten. Deels omdat hun aanpas- singsvermogen groter is, deels omdat zij door een zekere gul- heid de plaatselijke economie bevorderen. JAN DRUMMEN De taalkwestie in België leidt steeds opnieuw tot bloedige •cohfrontaties. Zo had Nederland, gemeten naar taal, cultuur en geschiede nis, er uit kunnen zien. winst, maar geleidelijk aan ging dat beter en beter: taal wetten moesten met geweld het geweld van de ondemo- kratische verfransing keren. De universiteiten werden vernederlandst (de katolieke het laatst), zo ook het mid delbaar en het lager onder wijs. Onderwijzers en leraren moesten nu i.p.v. in het Frans in het Nederlands les geven. Maar ABN hadden ze na tuurlijk nooit geleerd. Dus namen ze hun toevlucht tot zuiver dialekt of tot een mengtaaltje van dialekt en wat boekentaal; zijt gij tans weder geheel hersteld in plaats van ben je nu weer he-, lemaal beter, zoals je dat in het ABN zegt. Ouderwetse mensen noe men Nederland wel es Hol land, ofschoon dat enkel één provincie van Nederland is. Hollands is ook enkel een groep dialekten, waaronder het foeilelijke Amsterdams met z'n schraperige g: c/ioeie c/ienade, ken u nie wat meer chaife? (Eigenlijk is dat Am sterdams niet eens een dia lekt, maar een keelziekte). Net zo is ook het Vlaams en kel een groep dialekten. Na tuurlijk die van West- en Oost-Vlaanderen. Een Westvlaming verstaat een Oostvlaming meestal niet eens. Ook een Zuidbraban der (die Brabants en geen Vlaams spreekt), verstaat de dialekten van andere provin cies niet. Stief koet is Westvlaams, vrieë kaat is Brabants en errech kaat is Limburgs voor ABN erg koud. Eigenlijk zouden we ook Noord-België niet Vlaande ren mogen noemen, omdat dat enkel de naam van één provincie is. En eigenlijk is een Roermondenaar geen Hollander, en een Maaseike naar (uit West-Limburg) geen Vlaming. Het zijn alle bei Limburgers, en boven dien allebei Nederlanders. Het is een dom misver stand bij sommige Nederlan ders om te denken dat alle Vlamingen eenzelfde taal spreken (Vlaams). Hun dia lekten verschillen even sterk als die in de rest van Neder land, en ze hebben net als de andere Nederlanders dus even sterk een behoefte aan onze eenheidstaal: het ABN. (De Walen hebben iets der gelijks al veel eerder inge zien: die hanteren het AB- Frans al sinds lang uitste kend). Een niet al te slim Jantje uit een Noordbrabants dorp kent enkel dialekt en moet nu op school ABN leren. Edde dè bumke gezien is fout, zegt de meester. Dat moet zijn: heb je dat boompje gezien. Maar dat is Jantje een beetje te mach tig. Hij neemt zijn toevlucht tot een mengtaaltje en brengt het nooit verder als hedde de boomke gezien. Het is geen Brabants en geen ABN, maar iets van allebei. Gazelle, Streuvels, Tim mermans en zoveel andere Nederlandse schrijvers uit het bezette gebied, hadden op school weinig of geen ABN geleerd; dus schreven ze ook in zo'n mengtaaltje. Bij Gezelle vind je daar grote brokken Westvlaams in, bij Timmermans grote brokken Brabants. Geleidelijk aan werd het percentage dialekt in die tussentaaltjes gelukkig kleiner, maar iemand als wijlen Boon doorspekt z'n romans nog met vette brok ken Aalsters, en ook bij Claus vind je nog veel tussentaal helaas. Een uitgever met zelfres- pekt heeft zeker in Vlaande ren dan ook een goeie ABN- spreker in dienst, die ro manteksten eerst zuivert van dialekt vóór ze gedrukt wor den. Een Nederlandse uitge ver met zelfrespekt zou im mers ook nooit brokken Hollands dialekt af laten drukken, zoals in hij hep z'n .eige er nie bij neer kenne leg- ge. Afgezien van streekro mans vind je in de letterkun de bij mijn weten in geen en kel land nog romans of poëzie in mengtaaltjes. Met enige overdrijving kun je zeggen: afgezien van West- Limburg zijn er in Vlaande ren evenveel tussentaaltjes als Vlamingen. Natuurlijk is dat een noodtoestand. Zelfs in Zwitserland spreken de jon ge intellektuelen zover ik weet, tegenwoordig AB- Duits; ze kunnen het altans. Maar jonge intellektuele Vlamingen zijn helaas nog lang niet zover (alweer: West-Limburg uitgezon derd). Hoe komt dat? Allereerst is dat de schuld van de Nederlanders, hoe gek dat mag klinken. De taalver zorging staat in het algemeen in Nederland op een heel laag peil. Ook daar is een taal- min-kompleks de oorzaak. De zuivere uitspraak van vreemde talen vinden de mensen belangrijk, die van het Nederlands „komt er niet zo op aan". Als je mekaar maar verstaat. In uw luie stoel voor uw tv kunt u kon- troleren wat ik zeg. Noteer alle ontspoorde zinnen in improvisaties van Nederlan ders, van Duitsers enz. Neem gelijksoortige mensen, dus b.v. politici of letterkundi gen. U zult zien dat ook zulke Nederlanders bijna geen zin kunnen vormen die goed loopt, terwijl ontsporingen bij mensen in andere talen uiterst zeldzaam zijn. Datzelfde taal-min-kom- pleks hebben de Vlaamse Nederlanders helaas ook, maar het goeie voorbeeld op de Nederlandse tv zou veel navolging kunnen vinden. En ik zei het al: Hollandse dia- lektklanken klinken op de tv even vulgair als daarbuiten Ok het plus-kompleks van veel Nederlanders tegenvoer Vlamingen zet hier veel kwaad bloed. Ik ben zelf ge tuige geweest van arrogant gedrag van Nederlanders in Vlaanderen: Vlaanderen is blijkbaar het enige Europese buitenland waar Nederlan ders zich niet de mindere voelen. Aan de andere kant uit het Vlaamse min-lompleks te genover Nederlanders zich soms in afkeer en zelfs haat. Daarentegen voelen de Vla mingen zich onderdanig te genover de Franstaligen. Er zijn wel Hollander- en Bel genmoppen, maar geen Fransman- of Walenmop- pen! Het ABN-onderwijs is op veel Vlaamse scholen heel primitief (de beste niet te na gesproken). Veel Vlaamse onderwijzers leren de kin deren ernstige fouten. Bijna al m'n studenten zeggen als ze hier aankomen op de uni versiteit hut huis i.p.v ut huis; indien, reeds, echter en slechts omdat de meester ze gezegd of gesuggereerd heeft dat als, al, maar en enkel geen ABN zouden zijn! De Vlaamse tv weigert om ABN- kursussen te laten geven. Een leidende Vlaamse krant als de Standaard met honderd duizenden abonnees had ja ren lang een ABN-rubriek. Maar toen de schrijver ervan stierf, heeft de redaktie die rubriek geruisloos opgehe ven. Blijkbaar is alles nu in orde! Het domme van die taai verwaarlozing in Vlaanderen is vooral dat die de verfran sing in de hand werkt. Een goedwillende Waal of Brus selaar die de noodzaak inziet om ABN te spreken, en een kursus wil volgen, komt keer op keer in kon takt met Vla mingen die enkel een tus- sentaaltje spreken. Als Brusselse Vlamingen dertig jaar geleden hun anti-Ne derlandse kompleksen had den kunnen overwinnen, en ABN waren gaan spreken i.p.v. een tussentaal, dan had die taal eer bied afgedwongen bij de Franstaligen en dan was de verfransing van Brussel lang niet zo ver gevorderd als nu. Hoe zou u reageren als uw leraar Duits niks beters kon spreken als een mengsel van ABDuits en Rijnlands of van ABDuits en Beiers? Zo zal ie dereen begrijpen dat de ge zondmaking van de verhou ding tussen de twee taalge meenschappen in België al lereerst een krachtige bevor dering eist van het ABN-ge- bruik daar. Daarbij is zeker een har telijke vriendschap van be lang, tussen Vlaamse en andere Nederlanders Goeie persoonlijke verhou dingen doen oneindig ?eei meer als dorre leerboekjes Als de herdenking van 1® jaar Belgische ramp dót ge volg heeft dat 20 miljoen Nederlanders zich hun een heid beter bewust worden dan is dót kwaad na lange tijd tenminste nog in i®ls goeds veranderd! P.C. paardekoopep

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1980 | | pagina 32