150 loot België
Plunderingen in
Aardenburg/Eede
Kolosiel Ledel hield
stand met weinig
geweld en veel water
Zeeuwsch-Vlamingen 0|
de barricade voo
behoud rood-wit-blauv
1830
IN WEST-ZEEUWSCH-VLAANDEREN
„NOOIT,
NOOIT,
NOOIT
EEN ANDERE
VLAG"
DE VLAM
Bondgenoot
Bezetter
Zeeuwsch-Vlaanderen bij België, de melkboer
in Terneuzen met franks betalen, in Axel geen
koninginnedag maar een herdenking van de Gul
densporenslag en niet meer voorsorteren op de
kruising.
Perscampagne
Bui
NATIONALE MUZIEKAVOND
1 I
PROGRAMMA EN TEKST
Roeren
FEESTMAAL
Boekje
Aanval
Storm achtii
Nederlanders die
hardnekkig vreugde
zoeken in het verzin-
ner>, aanhoren en
doorvertellen van Bel
genmoppen voeren ter
verontschuldiging van
deze zacht aan het
geweten knagende
bezigheid veelal het
feit aan dat onze zui
derburen elkaar toch
eveneens proberen te
vermaken met grap
pen over Nederlan
ders.
AARDENBURG - Opmerke
lijk genoeg vond op vrijdag 2
mei in Aardenburg een concert
plaats ter gelegenheid van het
150-jarig bestaan van België.
Opmerkelijk omdat Aarden-
burg tenslotte Nederlands
grondgebied is, en opmerkelijk
omdat juist in deze gemeente
plunderaars 150 jaar geleden
de gemoederen nogal bezig
hielden. Nadat de Fransman
Grégoire aan het hoofd van zijn
min of meer geregelde troepen
Aardenburg/Eede was bin
nengetrokken werd hij gevolgd
door een bende plunderaars
van zo'n 1500 man, gewapend
en voorzien van de vereiste
zakken om het geplunderde in
te bergen. Samen met nog een
Franse aanvoerder (De Ponté-
coulant) trok Grégoire richting
Oostburg, waar het tot een
treffen kwam met troepen van
kolonel Ledel. Dit had een
wanordelijke terugtocht tot ge
volg waarbij enorm werd ge
roofd. Veel deelnemers aan de
rooftocht schaamden zich
hierover later en vooral de
mensen uit Maldegem ontken
den hieraan te hebben mee
gedaan. Toch was er tussen
Aardenburg en Maldegem een
kloof ontstaan die jaren on
overbrugbaar zou blijven. ,,ln
Aardenburg was er toen geen
groter belediging dan tegen
iemand te zeggen ,,Je bent
maar een Maldegemmer", zo
zie Aardenburgs burgemees
ter drs. W. Lockef eer tijdens de
officiële toespraak vooraf
gaande aan het jubileumcon
cert. Het is allemaal verleden
tijd. Aardenburg vormt nu met
Kolonel Grégoire, aan
voerder Belgische troepen.
zijn Belgische nabuurge
meenten een hechte band.
Regelmatig worden over en
weer initiatieven ontwikkeld,
waaraan met graagte en ple
zier wordt meegewerkt.
OOSTBURG - De
West-Zeeuwsche Vlaamse
centrumgemeente Oost
burg houdt hem nog hoog in
zijn vaandel. Kolonel J. Le
del, de man die in de roerige
jaren 1830-1831 het toen
malige Vierde District van
Zeeland voor Nederland
wist te behouden. Oostburg
eerde hem door een plein
naar hem te noemen, het
Ledelpiein, waar ook het
Ledeltheater is te vinden.
Belgen, die nu met grote
regelmaat en in forse aan
tallen Oostburg bezoeken,
worden als zij parkéren of
een (sex)film bezoeken ge
confronteerd met de naam
van de man, die met weinig
geweld en veel overleg
West-Zeeuwsch-Vlaande-
ren uit handen van de Belgen
wist te houden.
Wie was Ledel? Hij was, zo
blijkt uit verschillende
schrifturen, een beroepsmi
litair met erg veel (oorlogs)
ervaring. Werkzaam in een
roerige periode van de Euro
pese geschiedenis, had hij
gevochten op slagvelden in
Pruisen, Rusland en Polen.
Hij had krijgshandelingen
verricht in Nederland, Suri
name en niet te vergeten Ne-
derlands-Indië waar hij een
3000 man sterke troepen
macht aanvoerde in de strijd
tegen Dipo Negoro. Met
slechts eenderde hiervan kon
hij uiteindelijk - zelf be
hoorlijk ziek zijnde - naar
Nederland repatriëren. Deze
laatste ervaring is er waar
schijnlijk de oorzaak van dat
hij regelmatig in brieven stelt
„diep doordrongen en afke
rig te zijn van de oorologsel-
lende".
Toen LedeLhet bevel in het
Vierde district overnam
kreeg ij de beschikking over
24 officieren en 860 onderof
ficieren en manschappen om
het uitgestrekte
West-Zeeuwsch-Vlaande
ren te verdedigen. Met zijn
geweldige ervaring had hij
snel door dat die troepen
macht ontoereikend was en
ontelbaar waren de verzoe
ken om extra-mankracht die
hij liet uitgaan naar zijn mi
litaire superieuren. Deze
lieten hem echter letterlijk in
de kou staan.
„Tijdens een vergadering
met notabelen uit het land
van Cadzand op 28 oktober
1830 ontrolt een der aanwe
zigen een kaart van het Vier
de district attent op een na
tuurlijke verdedigingslinie:
de zogenaamde Passageule",
zo staat te lezen in een publi-
katie van de Heemkundige
Kring
West-Zeeuwsch-Vlaande-
ren, verschenen in 1975 en
Kolonel J. Ledel, zoals hij werd geportretteerd door zijn
nazaat Willy Ledel uit Amsterdam. Het portret hangt mo
menteel in het Oostburgs stadhuis.
geschreven door J. van
Amerongen. Waarschijnlijk
heeft Ledel zich toen gerea
liseerd dat hij een machtig
bondgenoot had: het water.
Dit natuurlijke element -
vijand van al wat leefde in
het agrarische Vierde district
- zou hij uitbuiten om zich in
eerste instantie tegen de
aanstormende Belgen staan
de te houden en in een latere
periode de tegenstander te
dwingen zich terug te trek
ken. Na snelle informatie
wist Ledel - die als geoefend
militair van omstandigheden
te velde gebruik wist te ma
ken - dat de provincies Oost
en West-Vlaanderen hun
overtollig water loosden via
de watergangen van het dis
trict dat hij moest controle
ren. Echter hij moest dan wel
alle sluizen, verlaten en heu
len controleren en daarvoor
ontbrak hem de mankracht.
De Zeeuwse provinciale
commandant hield zich ech
ter doof voor de smeekbeden
van Ledel. Ledel bleef echter
op dit aambeeld hameren
omdat dat volgens hem de
manier was zonder strijd de
tegenstander te dwingen het
Vierde district te verlaten.
Ledel kreeg van de minister
van Oorlog officieel toe
stemming zonodig inundatie
als strijdmiddel te hanteren.
Voor het zover zou kunnen
komen moest hij echter Sluis
aan zijn zijde zien te krijgen,
want hier vond Ledel nogal
wat tegenstrevers, die zelfs
de inundatieplannen
trachtten te ondermijnen.
Bedoeling van Ledel was dat
het Sluise stadsbestuur de
grootgrondbezitters in Brug
ge er op wees dat hun eigen
dommen onder water gezet
konden worden als de „vij
and" zich niet uit het district
terugtrok. Met een krachtig
dreigement wist Ledel Sluis
aan zijn zijde te krijgen.
Nu Aardenburg nog. Le-
del's tegenstrever, de Belgi
sche commandant Gregoire,
had op 31 oktober 1830 een
nederlaag geleden bij Oost
burg, was ijlings naar Mal
degem gevlucht, maar toen
hij merkte dat geen Neder
landse troepen in Aarden
burg gelegerd waren daar
weer als bezetter terugge
keerd. Ledel wilde Aarden
burg terug en wel vór 4 no
vember 1830, de dag waarop
de grote mogendheden in
Londen bijeen zouden komen
om het ontstane conflict te
regelen. Weer dreigde Ledel
met inundatie, wat een schok
veroorzaakte onder de groot
grondbezitters. Na een zeer
hoofse briefwisseling met
kolonel Grégoire, kreeg Le
del zijn zin. Inmiddels deed
Ledel iets wat slechts weinig
militairen zich veroorloven.
Buiten zijn superieuren om
richtte hij zich tot de koning
met een verzoek om verster
kingen. Een gewaagde
„noodsprong" die echter
wordt gehonoreerd. Ledel
kreeg zijn versterkingen en
voerde ijlings wat plannen
uit. Hij liet - om zijn vierde
district duurzaam te kunnen
behouden verschillende
inundaties uitvoeren. Moge
lijk dat hierdoor Ledel in de
vorige eeuw miskend werd,
want het onder zout water
zetten van vruchtbare land
bouwgrond is niet geëigende
manier om grondbezitters en
pachters aan je kant te krij
gen..
De tijd heelt echter alle
wonden en terecht dat Ledel
in West-Zeeuwsch-Vlaan-
deren blijft voortleven in de
naamgeving van een plein
in Oostburg.
REIN V.D. HELM
Tja, zo had het kunnen zijn als de droom van het groot-
Belgische rijk in 1919 bewaarheid was geworden. De ge
schiedenis pakte anders uit.
Eind 1918 stond het kleine 1 ui
gewest beneden de Wester-
schelde op zijn kop. In Lon
den werkten de geallieerden
aan een herindeling van Eu
ropa en in The Times ver
scheen op 16 december een
artikel waarin Zeeuwsch-
Vlaanderen en Limburg on
misbaar werden genoemd
voor de nieuwe Belgische
staat
In België zelf zweepten de
kranten de drang tot an
nexatie op. Over Zeeuwsch-
Vlamingen sprak men van
„Belgen zoals wij". D'e
Franstalige volksvertegen
woordiger Jules Destreé
publiceerde op 1 juni 1916
een artikel waarin hij België
beschreef als een koninkrijk
met de Rijn als noord- en
oostgrens dus inclusief Zee
land, Noord-Brabant, het
Ruhrgebied en het hertog
dom Luxemburg. De Belgi
sche regering bestempelde
die territorium-eisen niet als
onzin, integendeel, bleef
zwijgen „als een mof" zoals
dat toen heette. Dat alleen al
gaf de op land beluste media
genoeg voedsel om de an
nexatiekoorts te verhevigen.
De eigenlijke perscampag
ne kwam pas na de wapen
stilstand op gang. Histori
sche argumenten werden
aangedragen. Zeeuwsch-
Vlaanderen behoorde im
mers tot diep in de Tachtig
jarige oorlog bij het Graaf
schap Vlaanderen. Prins
Maurits en de opvolgende
Oranjetelgen hadden daarna
de handelsroutes naar Gent
en Brugge met opzet laten
verzanden zo vonden onze
zuiderburen. Bovendien lijf
den de Fransen het gebied in
1975 in bij de zuidelijke Ne
derlanden, een bewijs te
meer. Het Wener Congres
suggereerde in 1815 al óm
Zeeuwsch-Vlaanderen bij
België te voegen. Een ge
welddadige poging tot an
nexatie m oktober 1830,
middels een inval in West-
Zeeuwsch-Vlaanderen mis
lukte, maar de Belgen bleven
op de loer liggen. De nieuwe
kans kwam in 1918 bij het
puinruimen na de Eerste
Wereldoorlog. Belgische
kranten verweten de Neder
landers dat ze in 1914 Duitse
troepen doorgang hadden
verleend tijdens de opmars
naar België. Als boete zou
land moeten worden afge
staan. In argumentatie ge
voed door de eigen media
eisten de Belgische af
gevaardigden op de vredes
conferentie in Londen, (de
ministers Hymans, Van den
Heuvel en Vandervelden), op
13 februari 1919 officieel het
landje van d'Ee tot Honte-
nisse op.
Zeeuwsch-Vlaanderen zag
de bui al een poosje hangen.
Al in de herfst van 1918 klom
een nog blozende jongeling in
Hulst op een kistje om er den
volke kond te doen van de
dreiging uit het zuiden. Het
was A.L.S. Lockefeer, een
man die later nog veel van
zich zou laten horen. Stu
wende kracht achter de anti-
annexatiebeweging in
Zeeuwsch-Vlaanderen werd
echter de Aardenburgse do
minee J.N. Pattist. Deze Pat-
tist organiseerde tijdens de
oorlog öe opvang van tien
duizenden Belgische vluch
telingen, een ongekende be
lasting trouwens voor een
gebied waar toen nauwelijks
50.000 mensen woonden.
Nog voor 1918 rezen de
anti-annexatiecomités als
paddestoelen uit de grond.
Zeeuwsch-Vlaanderen
kwam in actie. Op 16 decem
ber kwamen in Schoondijke
alle gemeentebesturen uit de
streek bij elkaar. In een motie
protesteerden de regionale
notabelen „irj elk opzicht en
uit alle macht tegen h'et on
waardig streven" van België
en men besloot om zich „met
alle macht en met alle ge
loofde middelen tegen dit
streven te verzetten". Een
dag later vergaderde in Axel
een aantal mensen om tot
oprichting van een plaatse
lijk anti-annexatiecomité te
komen. Het „Wien Neer-
ladsch Bloed" werd er met
volle borst gezongen. De
eerste spreker, een zekere F.
Dekker, stelde dat het doel
van de Belgen was om de
Schelde in eigen beheer te
krijgen. Hij zei verder te re-
Zeeuwse deelnemers aan een anti-annexatiebetoging in Den Haag op zaterdag 13 septwl
ber 1919.
- t
GROOTE
TE TER NEUZEN
als protest tegen annexatie van Zeeuwsch-Vlaanderen.
II O- -
II I
VAN DE UITVOERING OP
DINSDAG 4, WOENSDAG 5 en VRIJDAG 7 FEBRUARI 1919,
des avonds ten 8 ure,
in het gebouw
van de R.K. Militairen-Vereeniging,
met welwillende medewerking van
EEN GEMENGD- EN MANNENKOOR,
bestaande uit 200 Dames en Heeren,
onder leiding van den Heer Dr. H. Ten Bruggen Cale
EEN ORKEST, bestaande uit 40 Musici,
onder leiding
van de Heeren Léon Goudstikker en J. J. Bierlé
EEN DUBBEL-MANNENKWARTET,
onder leiding van den WclEenv. Heer R. de Bic.
kenen op de directe steun van
de Amerikaanse president
Wilson alsof die er wel voor
zou zorgen dat er bij Koe
wacht geen grenspaal verzet
zou worden. Ook vanuit deze
bijeenkomst ging een bood
schap naar ministerraad en
koningin. „Wat ook moog
wijken of wisselen of vlieên
we blijven trouw aan Ne
derland biên. Het vaderland
getrouw, getrouw tot in den
dood", zo eindigde deze
noodkreet.
En terwijl Pattist begint
met het opstellen van een lijst
van vaderlandslievende ver
trouwensmannen beginnen
ook de regionaal verschij
nende krantjes zich duchtig
te roeren. Onder de kop „De
stormklok luidt" schrijft de
Zeeuwsche Koerier op 18 de
cember: „Een aanslag tegen
ons rood-wit-blauw. Die
vlag hier uit Zeeuwsch-
Vlaamse bodem rukken,
rukken met ruw geweld.
Luidt klokke, harder. Luidt
niet tevergeefs. Wij komen,
wij alle mannen alle vrouwen
van Zeeuwsch-Vlaanderen.
Boven de zware noodstem-
men uit uw dreunenden trans
klinkjt de roep van het te hoop
gelopen Zeeuwsch-Vlaamse
volk: Hoog het rood-wit-
blauw, nooit, nooit een an
dere vlag".
Begin 1919 raken de ont
wikkelingen in een soort
stroomversnelling. De Bel
gische perscampagne wordt
feller en in Zeeuwsch-
Vlaanderen start een hand
tekeningenactie die uitein
delijk 33401 betuigingen van
vaderlandsliefde oplevert. Er
worden plannen gemaakt
voor een demonstratie in De
Haag. Pattist verblijft begin
februari in hotel Pomena in
Den Haag, organiseert, ver
stuurt en ontvangt tele
grammen. Er komen anti-
annexatiecommités in Rot
terdam en in Hilversum.
Pattist, inmiddels voorzitter
van het protestcomité Zee
land, bereidt een zangavond
voor in het gebouw van
Kunsten en Wetenschappen
naar het voorbeeld van de
anti-België muziekavonden,
gehouden in Terneuzen. Ko
ningin Wilhelmina zal erbij
aanwezig zijn en „een adres"
ontvangen. Pattist krijgt
daartoe een telegram van de
particulier secretaris van
hare majesteit. Protesten,
allemaal goed en wel, maar
zo bericht de secretaris:
„Voor alle zekerheid wil ik
uw aandacht erop vestigen
dat geen van de meisjes van
de deputatie in aanraking is
geweest met mazelen, griep
of besmettelijke ziekten".
spijt dat ruim 99 procent
niets wil weten van inlijving
en dat de Telegraaf hier al
lerminst een gewild blad is".
Op 7 februari 1919, kort
nadat België Zeeuwsch-
Vlaanderen officieel opeiste,
speelde Pattist een grote
troef uit. Hij zond een brief
aan president Wilson, op
richter van de Volkenbond,
vergezeld met de handteke
ningenlijst. Helaas voor Pat
tist, het initiatief strandde
bij de VS-ambassadeur in
Den Haag. Hij retourneerde
de hele handel aan minister
Karnebeek van Buitenlandse
Zaken met de opmerking:
„dit past niet in mijn in
structies".
De lokale acties tegen de
geplande landroof gaan on
dertussen rustig door.
Schoolhoofd Dekkers van de
bijzondere school in Spui
dicht het lied „Zeeuwsch-
Vlaanderen, sta pal". Een
speciaal gevormd gemengd
koor van 2 00 leden brengt het
ten gehore in Terneuzen. Ook
een a eapella gezongen „bede
voor het vaderland" van Va
lerius staan op het repertoire,
immers het vaderland is in
nood. IJzendijke doet dat
voorjaar z'n intrede in de in
ternationale politiek door
middel van een anti-an
nexatiemotie van de plaatse
lijke „toneelvereniging", en
ook de Roomsche Werklie-
denvereenigingen van Groe-
de, Oostburg en Schoondijke
gaan op de barricaden met
telegrammen aan de konin
gin.
fi&'v l»|
aangeboden door den heer J. Th. Henoiikü
ter herdenking van zijn
TACHTIGSTEN JAARDAG,
aan zijne medeleden van het anti-annuiit I
Comité, in Hotel Aerts te IJzendijke dto I
9 September 1919.
ROOD-WIT-BLAUW
KONINOINNESOEP
MONDJEVOL UIT NEUZEN'S KANAAL
SCHELDE-VISCH
CAOSANDSCHE AARDAPPELEN
ORANJEilli
ZEEUWSCH VLAAMSCH OSSENVLEESCH
LIMBURGSCH KALFSVLEESCH
bmrenbrouccm
ANTI-ANNEXIONISTISCHE patrijzen
pattistsals
DEPUTATIEVRUCHTEN.
VRLDESTAART
EENDRAChTSKOITPIE.
De in Hulst uitgegeven
krant „Zelandia" doet in die
dagen een felle aanval op het
landelijk dagblad „De Tele
graaf". Het blad wordt ervan
beschuldigd de groot-Belgi
sche gedachte aan te hangen.
„De Telegraaf zond een harer
redacteuren naar Zeeuwsch-
Vlaanderen met het doel om
gegevens te verkrijgen welke
zouden pleiten voor inlijving
van ons gebied bij België.
Bijna overal waar hij zich
meldde werd hij netjes de
deur gewezen. Tot zijn grote
Van de hand van dr. A.A.
Beekman verschijnt begin
1919 een boekje getiteld: Ne-
derlandsch of Belgisch De
schrijver zegt een ware toe
dracht der historische feiten
te geven om te bewijzen dat
beweringen van de Belgen
berusten op „grove onkun
de" en uitlatingen van „ver
blinde annexionisten". Dat
Zeeuwsch-Vlaanderen in
1839 van België is afgerukt is
naar zijn mening een vol
strekte leugen, simpel omdat
er voor die tijd nooit een Bel
gië bestond. Ook Pattist
grijpt de pen en gaat terug tot
de tijd van 922 toen de eilan
den van het huidige
Zeeuwsch-Vlaanderen met
het graafschap Holland wer
den geregeerd door Karei de
Eenvoudige.
In België klonken sinds de
cember 1919 al enkele valse
tonen in het annexatiekoor
van perstemmen. Een ervan
was het Laatste Nieuws. De
commentator van dit blad
vindt dat Belgen de Hollan
ders geen stank voor dank
moeten geven „een volk dat
ons hielp en België's goed
recht steeds verdedigde".
Een andere dissidente krant,
de in Gent verschijnende
„Ons Vaderland" werd al op
10 december 1918 door de
justitie het zwijgen opgelegd
na een huiszoeking. „Voge
laars met zoet gefluit" noemt
een wantrouwig Zelandiafl]
beide bladen.
Eind februari lijkt hettijl
keren. Op 5 maart komtki
ningin Wilhelmina op bezoel
in Zeeuwsch-Vlaanderes
voor de tweede keer binn»
een half jaar. „Niets kan®
verhinderen de tocht o|
hare majesteit tot een z
tocht te maken", zo roef
Pattist de Zeeuwsch-Vli
mingen in een advertentieop
De ontvangst is stormadilj
Een vaderlandslievende J«j
spoelt over het gewest. A
climax zet Reuter vijf daj
later het bericht dat de L j
dense conferentie heeft bij
sloten Zeeuwsch-VlaandiJ
ren bij Nederland te laten,o,
de internationale telexvsl
bindingen. De strijd is
streden. Het is opnieuw fw
in het landje onder de W®
terschelde. Per dorp wor®
er volksfeesten gehoudifl
ter viering van het heugljfl
feit, dat we deel zullen MjJ
ven uitmaken van onsg
de Nederland", zo I
de affiches aan.
En dominee
schrijft: „Moesten de®
keren nog eens gep|a8ii
worden op de aardbodenj
dan zou de breede Sc»;
demonding een natuw
aangewezen grensscne
ding vormen tusschen"
derland en België", mee'"
voegt hij eraan toe ,fie^
tonaliteit van een stff
wordt nu eenmaal bepa
door andere en door i
wichtiger factoren dan®!
de ligging alleen, zeden
gewoonten, volkskara»!
maar bovenal v0'IJ
geerten. Dat is de onve^
delijke les der historie en
is zeker de onverbidd#
eisch van alle ware de
cratie".
PAUL DE SCHIP#*
Brot"t
Dossier J.NPf,
Rijksarchief
O schoone stroom
'hoe glanst g'in 't stille manelic
als eene zilveren slang
tjoorkronklend Vlaandrens bee
(uit het oratorium De Schelde
In naam van Oranje fort
zen op 6 april 1572 de toec
kapers beheersten ze nu
De dupe werd Antwerpen, he
gondische hertogen. Het in kc
delsimperium berustte op drie p
gal, laken uit Engeland en katoe
De Spanjaarden, met wie de rel
waren, zonden in 1573 een ooi
straffen. Ze leed in het Slaak ee
tegen de pasbenoemde geuzer
Toen in 1576 bij de Pacificatie v
zich verzoenden met de overige
Antwerpen al geweken. Zijn econ
in 1583 raasden de troepen van Fr
Furie" over de stad en kort daa
Spaanse landvoogd Parma, het oc
steden Rupelmonde, Brugge en Ge
de nu zijn vertrouweling Filips M;
tot buitenburgemeester van de Scl
machte om de enige maatregel t
redden:.het doorsteken van de Ca
culiere belangen van de slagers,
lieten grazen, gaven Parma de 11
Schelde te laten bouwen en Antwe
te sluiten. Marnix werd vervolger
redenen een pleitbezorger van de1
nam Parma de stad in; de grote u|
voornaamste bestemming begon.
Toch is de dramatische uitspraal
armoede verviel, onjuist. De landr
de binnenvaart, maar bovenal: vd
handelen een kwestie van leven
vijand was lucratief. Niet alleen v
smokkelmethodes groot, maar de
handen gevallen, Antwerpen werd
De Admiraliteit van Zeeland rich
aan de Braakman en te Lillo-Liefk
verplicht overlaadhavens in en plg
het innen van de befaamde Konvo
aanvankelijk respectievelijk gelde
van handelsschepen door oorlogst
de negotie met de vijand konder
tijden evolueerden ze tot in- en 1
sluiting van de Schelde zo weinig 1
sen, Spanjaarden en Genuezen de
zoeken, voelde Antwerpen zich va
ontplooiing ernstig geremd. Toet
twaalf jaar werd gestaakt, probe
Albertus en Isabella tevergeefs d
Republiek te vermurwen om de sl(
golven te werpen. Bij de vredesoni
in 1647 en 1648 was de Republiek
De worgartikelen 14 en 15 lever
aan Amsterdam, hoewel de Zeeu
Artikel 14 luidt: „De Riviere De Sc
van het Sas Swyn en andere zeegaa
sullen van de zijde van de heeren I
gehouden. „Volgens artikel 15
Vlaamse havens verlieten" op dezef
die uit Antwerpen wegvoeren. Zode
Zuidelijken niet verplaatst worden
immers buiten de controle lag van
Groningen, die geen profijt trokkei
ken er schande van. Ze achtten de
ongehoord en gevaarlij k voor de toe
niet aan hun zijde hadden, bleek in
(1652-1654), toen Cromwell de sluii
ven aanvoerde om de Republiek af 1
Albion de Schelde bleef vinden 8
Dover in 1670 (le traité de made
Engeland Walcheren, Cadzand en
stelden. Indien 1672 voorde Repub
jaar was geweest, maar bovendien
geluid, zou Engeland voortaan n
Schelde hebben gerammeld. Toen
cessie-oorlog eindigde, kwamen d<
aan Oostenrijk, dat door de overige
gedwongen werd om de gewraakte
Elkaar
„.^at 's natuurlijk een excuus
"jks. De toevallige om-
zifn 9hbid dat Belgen dom
I en Nederlanders gierig
dien*3'de laals,en aan onver-
maar zeer riante voor-
d a/s het erom 9sat wie
we» t ,er het meest belachelijk
«'e maken. Stupiditeit is
bro„ een onuitputtelijke
aer,.van humor, vooral omdat
nJtrne die ermee bedeeld is
rtrn. verantwoordelijkheid
ties 2, voor de k°ddige situa-
2mJ aarin hij verzeild raakt.
oeiJL 0 daarentegen is
°°n een slechte eigen-
scha
gele
oord
gred
valle
De
gen,
is, ht
putte
ke N
Belg
een
sel
anek
lande
gene
Va
dach
dat
even
te pre
kope
den?
voch
de gi
Een
eeni
ze in
hun
grone
weer