150 loot België Plunderingen in Aardenburg/Eede Kolosiel Ledel hield stand met weinig geweld en veel water Zeeuwsch-Vlamingen 0| de barricade voo behoud rood-wit-blauv 1830 IN WEST-ZEEUWSCH-VLAANDEREN „NOOIT, NOOIT, NOOIT EEN ANDERE VLAG" DE VLAM Bondgenoot Bezetter Zeeuwsch-Vlaanderen bij België, de melkboer in Terneuzen met franks betalen, in Axel geen koninginnedag maar een herdenking van de Gul densporenslag en niet meer voorsorteren op de kruising. Perscampagne Bui NATIONALE MUZIEKAVOND 1 I PROGRAMMA EN TEKST Roeren FEESTMAAL Boekje Aanval Storm achtii Nederlanders die hardnekkig vreugde zoeken in het verzin- ner>, aanhoren en doorvertellen van Bel genmoppen voeren ter verontschuldiging van deze zacht aan het geweten knagende bezigheid veelal het feit aan dat onze zui derburen elkaar toch eveneens proberen te vermaken met grap pen over Nederlan ders. AARDENBURG - Opmerke lijk genoeg vond op vrijdag 2 mei in Aardenburg een concert plaats ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van België. Opmerkelijk omdat Aarden- burg tenslotte Nederlands grondgebied is, en opmerkelijk omdat juist in deze gemeente plunderaars 150 jaar geleden de gemoederen nogal bezig hielden. Nadat de Fransman Grégoire aan het hoofd van zijn min of meer geregelde troepen Aardenburg/Eede was bin nengetrokken werd hij gevolgd door een bende plunderaars van zo'n 1500 man, gewapend en voorzien van de vereiste zakken om het geplunderde in te bergen. Samen met nog een Franse aanvoerder (De Ponté- coulant) trok Grégoire richting Oostburg, waar het tot een treffen kwam met troepen van kolonel Ledel. Dit had een wanordelijke terugtocht tot ge volg waarbij enorm werd ge roofd. Veel deelnemers aan de rooftocht schaamden zich hierover later en vooral de mensen uit Maldegem ontken den hieraan te hebben mee gedaan. Toch was er tussen Aardenburg en Maldegem een kloof ontstaan die jaren on overbrugbaar zou blijven. ,,ln Aardenburg was er toen geen groter belediging dan tegen iemand te zeggen ,,Je bent maar een Maldegemmer", zo zie Aardenburgs burgemees ter drs. W. Lockef eer tijdens de officiële toespraak vooraf gaande aan het jubileumcon cert. Het is allemaal verleden tijd. Aardenburg vormt nu met Kolonel Grégoire, aan voerder Belgische troepen. zijn Belgische nabuurge meenten een hechte band. Regelmatig worden over en weer initiatieven ontwikkeld, waaraan met graagte en ple zier wordt meegewerkt. OOSTBURG - De West-Zeeuwsche Vlaamse centrumgemeente Oost burg houdt hem nog hoog in zijn vaandel. Kolonel J. Le del, de man die in de roerige jaren 1830-1831 het toen malige Vierde District van Zeeland voor Nederland wist te behouden. Oostburg eerde hem door een plein naar hem te noemen, het Ledelpiein, waar ook het Ledeltheater is te vinden. Belgen, die nu met grote regelmaat en in forse aan tallen Oostburg bezoeken, worden als zij parkéren of een (sex)film bezoeken ge confronteerd met de naam van de man, die met weinig geweld en veel overleg West-Zeeuwsch-Vlaande- ren uit handen van de Belgen wist te houden. Wie was Ledel? Hij was, zo blijkt uit verschillende schrifturen, een beroepsmi litair met erg veel (oorlogs) ervaring. Werkzaam in een roerige periode van de Euro pese geschiedenis, had hij gevochten op slagvelden in Pruisen, Rusland en Polen. Hij had krijgshandelingen verricht in Nederland, Suri name en niet te vergeten Ne- derlands-Indië waar hij een 3000 man sterke troepen macht aanvoerde in de strijd tegen Dipo Negoro. Met slechts eenderde hiervan kon hij uiteindelijk - zelf be hoorlijk ziek zijnde - naar Nederland repatriëren. Deze laatste ervaring is er waar schijnlijk de oorzaak van dat hij regelmatig in brieven stelt „diep doordrongen en afke rig te zijn van de oorologsel- lende". Toen LedeLhet bevel in het Vierde district overnam kreeg ij de beschikking over 24 officieren en 860 onderof ficieren en manschappen om het uitgestrekte West-Zeeuwsch-Vlaande ren te verdedigen. Met zijn geweldige ervaring had hij snel door dat die troepen macht ontoereikend was en ontelbaar waren de verzoe ken om extra-mankracht die hij liet uitgaan naar zijn mi litaire superieuren. Deze lieten hem echter letterlijk in de kou staan. „Tijdens een vergadering met notabelen uit het land van Cadzand op 28 oktober 1830 ontrolt een der aanwe zigen een kaart van het Vier de district attent op een na tuurlijke verdedigingslinie: de zogenaamde Passageule", zo staat te lezen in een publi- katie van de Heemkundige Kring West-Zeeuwsch-Vlaande- ren, verschenen in 1975 en Kolonel J. Ledel, zoals hij werd geportretteerd door zijn nazaat Willy Ledel uit Amsterdam. Het portret hangt mo menteel in het Oostburgs stadhuis. geschreven door J. van Amerongen. Waarschijnlijk heeft Ledel zich toen gerea liseerd dat hij een machtig bondgenoot had: het water. Dit natuurlijke element - vijand van al wat leefde in het agrarische Vierde district - zou hij uitbuiten om zich in eerste instantie tegen de aanstormende Belgen staan de te houden en in een latere periode de tegenstander te dwingen zich terug te trek ken. Na snelle informatie wist Ledel - die als geoefend militair van omstandigheden te velde gebruik wist te ma ken - dat de provincies Oost en West-Vlaanderen hun overtollig water loosden via de watergangen van het dis trict dat hij moest controle ren. Echter hij moest dan wel alle sluizen, verlaten en heu len controleren en daarvoor ontbrak hem de mankracht. De Zeeuwse provinciale commandant hield zich ech ter doof voor de smeekbeden van Ledel. Ledel bleef echter op dit aambeeld hameren omdat dat volgens hem de manier was zonder strijd de tegenstander te dwingen het Vierde district te verlaten. Ledel kreeg van de minister van Oorlog officieel toe stemming zonodig inundatie als strijdmiddel te hanteren. Voor het zover zou kunnen komen moest hij echter Sluis aan zijn zijde zien te krijgen, want hier vond Ledel nogal wat tegenstrevers, die zelfs de inundatieplannen trachtten te ondermijnen. Bedoeling van Ledel was dat het Sluise stadsbestuur de grootgrondbezitters in Brug ge er op wees dat hun eigen dommen onder water gezet konden worden als de „vij and" zich niet uit het district terugtrok. Met een krachtig dreigement wist Ledel Sluis aan zijn zijde te krijgen. Nu Aardenburg nog. Le- del's tegenstrever, de Belgi sche commandant Gregoire, had op 31 oktober 1830 een nederlaag geleden bij Oost burg, was ijlings naar Mal degem gevlucht, maar toen hij merkte dat geen Neder landse troepen in Aarden burg gelegerd waren daar weer als bezetter terugge keerd. Ledel wilde Aarden burg terug en wel vór 4 no vember 1830, de dag waarop de grote mogendheden in Londen bijeen zouden komen om het ontstane conflict te regelen. Weer dreigde Ledel met inundatie, wat een schok veroorzaakte onder de groot grondbezitters. Na een zeer hoofse briefwisseling met kolonel Grégoire, kreeg Le del zijn zin. Inmiddels deed Ledel iets wat slechts weinig militairen zich veroorloven. Buiten zijn superieuren om richtte hij zich tot de koning met een verzoek om verster kingen. Een gewaagde „noodsprong" die echter wordt gehonoreerd. Ledel kreeg zijn versterkingen en voerde ijlings wat plannen uit. Hij liet - om zijn vierde district duurzaam te kunnen behouden verschillende inundaties uitvoeren. Moge lijk dat hierdoor Ledel in de vorige eeuw miskend werd, want het onder zout water zetten van vruchtbare land bouwgrond is niet geëigende manier om grondbezitters en pachters aan je kant te krij gen.. De tijd heelt echter alle wonden en terecht dat Ledel in West-Zeeuwsch-Vlaan- deren blijft voortleven in de naamgeving van een plein in Oostburg. REIN V.D. HELM Tja, zo had het kunnen zijn als de droom van het groot- Belgische rijk in 1919 bewaarheid was geworden. De ge schiedenis pakte anders uit. Eind 1918 stond het kleine 1 ui gewest beneden de Wester- schelde op zijn kop. In Lon den werkten de geallieerden aan een herindeling van Eu ropa en in The Times ver scheen op 16 december een artikel waarin Zeeuwsch- Vlaanderen en Limburg on misbaar werden genoemd voor de nieuwe Belgische staat In België zelf zweepten de kranten de drang tot an nexatie op. Over Zeeuwsch- Vlamingen sprak men van „Belgen zoals wij". D'e Franstalige volksvertegen woordiger Jules Destreé publiceerde op 1 juni 1916 een artikel waarin hij België beschreef als een koninkrijk met de Rijn als noord- en oostgrens dus inclusief Zee land, Noord-Brabant, het Ruhrgebied en het hertog dom Luxemburg. De Belgi sche regering bestempelde die territorium-eisen niet als onzin, integendeel, bleef zwijgen „als een mof" zoals dat toen heette. Dat alleen al gaf de op land beluste media genoeg voedsel om de an nexatiekoorts te verhevigen. De eigenlijke perscampag ne kwam pas na de wapen stilstand op gang. Histori sche argumenten werden aangedragen. Zeeuwsch- Vlaanderen behoorde im mers tot diep in de Tachtig jarige oorlog bij het Graaf schap Vlaanderen. Prins Maurits en de opvolgende Oranjetelgen hadden daarna de handelsroutes naar Gent en Brugge met opzet laten verzanden zo vonden onze zuiderburen. Bovendien lijf den de Fransen het gebied in 1975 in bij de zuidelijke Ne derlanden, een bewijs te meer. Het Wener Congres suggereerde in 1815 al óm Zeeuwsch-Vlaanderen bij België te voegen. Een ge welddadige poging tot an nexatie m oktober 1830, middels een inval in West- Zeeuwsch-Vlaanderen mis lukte, maar de Belgen bleven op de loer liggen. De nieuwe kans kwam in 1918 bij het puinruimen na de Eerste Wereldoorlog. Belgische kranten verweten de Neder landers dat ze in 1914 Duitse troepen doorgang hadden verleend tijdens de opmars naar België. Als boete zou land moeten worden afge staan. In argumentatie ge voed door de eigen media eisten de Belgische af gevaardigden op de vredes conferentie in Londen, (de ministers Hymans, Van den Heuvel en Vandervelden), op 13 februari 1919 officieel het landje van d'Ee tot Honte- nisse op. Zeeuwsch-Vlaanderen zag de bui al een poosje hangen. Al in de herfst van 1918 klom een nog blozende jongeling in Hulst op een kistje om er den volke kond te doen van de dreiging uit het zuiden. Het was A.L.S. Lockefeer, een man die later nog veel van zich zou laten horen. Stu wende kracht achter de anti- annexatiebeweging in Zeeuwsch-Vlaanderen werd echter de Aardenburgse do minee J.N. Pattist. Deze Pat- tist organiseerde tijdens de oorlog öe opvang van tien duizenden Belgische vluch telingen, een ongekende be lasting trouwens voor een gebied waar toen nauwelijks 50.000 mensen woonden. Nog voor 1918 rezen de anti-annexatiecomités als paddestoelen uit de grond. Zeeuwsch-Vlaanderen kwam in actie. Op 16 decem ber kwamen in Schoondijke alle gemeentebesturen uit de streek bij elkaar. In een motie protesteerden de regionale notabelen „irj elk opzicht en uit alle macht tegen h'et on waardig streven" van België en men besloot om zich „met alle macht en met alle ge loofde middelen tegen dit streven te verzetten". Een dag later vergaderde in Axel een aantal mensen om tot oprichting van een plaatse lijk anti-annexatiecomité te komen. Het „Wien Neer- ladsch Bloed" werd er met volle borst gezongen. De eerste spreker, een zekere F. Dekker, stelde dat het doel van de Belgen was om de Schelde in eigen beheer te krijgen. Hij zei verder te re- Zeeuwse deelnemers aan een anti-annexatiebetoging in Den Haag op zaterdag 13 septwl ber 1919. - t GROOTE TE TER NEUZEN als protest tegen annexatie van Zeeuwsch-Vlaanderen. II O- - II I VAN DE UITVOERING OP DINSDAG 4, WOENSDAG 5 en VRIJDAG 7 FEBRUARI 1919, des avonds ten 8 ure, in het gebouw van de R.K. Militairen-Vereeniging, met welwillende medewerking van EEN GEMENGD- EN MANNENKOOR, bestaande uit 200 Dames en Heeren, onder leiding van den Heer Dr. H. Ten Bruggen Cale EEN ORKEST, bestaande uit 40 Musici, onder leiding van de Heeren Léon Goudstikker en J. J. Bierlé EEN DUBBEL-MANNENKWARTET, onder leiding van den WclEenv. Heer R. de Bic. kenen op de directe steun van de Amerikaanse president Wilson alsof die er wel voor zou zorgen dat er bij Koe wacht geen grenspaal verzet zou worden. Ook vanuit deze bijeenkomst ging een bood schap naar ministerraad en koningin. „Wat ook moog wijken of wisselen of vlieên we blijven trouw aan Ne derland biên. Het vaderland getrouw, getrouw tot in den dood", zo eindigde deze noodkreet. En terwijl Pattist begint met het opstellen van een lijst van vaderlandslievende ver trouwensmannen beginnen ook de regionaal verschij nende krantjes zich duchtig te roeren. Onder de kop „De stormklok luidt" schrijft de Zeeuwsche Koerier op 18 de cember: „Een aanslag tegen ons rood-wit-blauw. Die vlag hier uit Zeeuwsch- Vlaamse bodem rukken, rukken met ruw geweld. Luidt klokke, harder. Luidt niet tevergeefs. Wij komen, wij alle mannen alle vrouwen van Zeeuwsch-Vlaanderen. Boven de zware noodstem- men uit uw dreunenden trans klinkjt de roep van het te hoop gelopen Zeeuwsch-Vlaamse volk: Hoog het rood-wit- blauw, nooit, nooit een an dere vlag". Begin 1919 raken de ont wikkelingen in een soort stroomversnelling. De Bel gische perscampagne wordt feller en in Zeeuwsch- Vlaanderen start een hand tekeningenactie die uitein delijk 33401 betuigingen van vaderlandsliefde oplevert. Er worden plannen gemaakt voor een demonstratie in De Haag. Pattist verblijft begin februari in hotel Pomena in Den Haag, organiseert, ver stuurt en ontvangt tele grammen. Er komen anti- annexatiecommités in Rot terdam en in Hilversum. Pattist, inmiddels voorzitter van het protestcomité Zee land, bereidt een zangavond voor in het gebouw van Kunsten en Wetenschappen naar het voorbeeld van de anti-België muziekavonden, gehouden in Terneuzen. Ko ningin Wilhelmina zal erbij aanwezig zijn en „een adres" ontvangen. Pattist krijgt daartoe een telegram van de particulier secretaris van hare majesteit. Protesten, allemaal goed en wel, maar zo bericht de secretaris: „Voor alle zekerheid wil ik uw aandacht erop vestigen dat geen van de meisjes van de deputatie in aanraking is geweest met mazelen, griep of besmettelijke ziekten". spijt dat ruim 99 procent niets wil weten van inlijving en dat de Telegraaf hier al lerminst een gewild blad is". Op 7 februari 1919, kort nadat België Zeeuwsch- Vlaanderen officieel opeiste, speelde Pattist een grote troef uit. Hij zond een brief aan president Wilson, op richter van de Volkenbond, vergezeld met de handteke ningenlijst. Helaas voor Pat tist, het initiatief strandde bij de VS-ambassadeur in Den Haag. Hij retourneerde de hele handel aan minister Karnebeek van Buitenlandse Zaken met de opmerking: „dit past niet in mijn in structies". De lokale acties tegen de geplande landroof gaan on dertussen rustig door. Schoolhoofd Dekkers van de bijzondere school in Spui dicht het lied „Zeeuwsch- Vlaanderen, sta pal". Een speciaal gevormd gemengd koor van 2 00 leden brengt het ten gehore in Terneuzen. Ook een a eapella gezongen „bede voor het vaderland" van Va lerius staan op het repertoire, immers het vaderland is in nood. IJzendijke doet dat voorjaar z'n intrede in de in ternationale politiek door middel van een anti-an nexatiemotie van de plaatse lijke „toneelvereniging", en ook de Roomsche Werklie- denvereenigingen van Groe- de, Oostburg en Schoondijke gaan op de barricaden met telegrammen aan de konin gin. fi&'v l»| aangeboden door den heer J. Th. Henoiikü ter herdenking van zijn TACHTIGSTEN JAARDAG, aan zijne medeleden van het anti-annuiit I Comité, in Hotel Aerts te IJzendijke dto I 9 September 1919. ROOD-WIT-BLAUW KONINOINNESOEP MONDJEVOL UIT NEUZEN'S KANAAL SCHELDE-VISCH CAOSANDSCHE AARDAPPELEN ORANJEilli ZEEUWSCH VLAAMSCH OSSENVLEESCH LIMBURGSCH KALFSVLEESCH bmrenbrouccm ANTI-ANNEXIONISTISCHE patrijzen pattistsals DEPUTATIEVRUCHTEN. VRLDESTAART EENDRAChTSKOITPIE. De in Hulst uitgegeven krant „Zelandia" doet in die dagen een felle aanval op het landelijk dagblad „De Tele graaf". Het blad wordt ervan beschuldigd de groot-Belgi sche gedachte aan te hangen. „De Telegraaf zond een harer redacteuren naar Zeeuwsch- Vlaanderen met het doel om gegevens te verkrijgen welke zouden pleiten voor inlijving van ons gebied bij België. Bijna overal waar hij zich meldde werd hij netjes de deur gewezen. Tot zijn grote Van de hand van dr. A.A. Beekman verschijnt begin 1919 een boekje getiteld: Ne- derlandsch of Belgisch De schrijver zegt een ware toe dracht der historische feiten te geven om te bewijzen dat beweringen van de Belgen berusten op „grove onkun de" en uitlatingen van „ver blinde annexionisten". Dat Zeeuwsch-Vlaanderen in 1839 van België is afgerukt is naar zijn mening een vol strekte leugen, simpel omdat er voor die tijd nooit een Bel gië bestond. Ook Pattist grijpt de pen en gaat terug tot de tijd van 922 toen de eilan den van het huidige Zeeuwsch-Vlaanderen met het graafschap Holland wer den geregeerd door Karei de Eenvoudige. In België klonken sinds de cember 1919 al enkele valse tonen in het annexatiekoor van perstemmen. Een ervan was het Laatste Nieuws. De commentator van dit blad vindt dat Belgen de Hollan ders geen stank voor dank moeten geven „een volk dat ons hielp en België's goed recht steeds verdedigde". Een andere dissidente krant, de in Gent verschijnende „Ons Vaderland" werd al op 10 december 1918 door de justitie het zwijgen opgelegd na een huiszoeking. „Voge laars met zoet gefluit" noemt een wantrouwig Zelandiafl] beide bladen. Eind februari lijkt hettijl keren. Op 5 maart komtki ningin Wilhelmina op bezoel in Zeeuwsch-Vlaanderes voor de tweede keer binn» een half jaar. „Niets kan® verhinderen de tocht o| hare majesteit tot een z tocht te maken", zo roef Pattist de Zeeuwsch-Vli mingen in een advertentieop De ontvangst is stormadilj Een vaderlandslievende J«j spoelt over het gewest. A climax zet Reuter vijf daj later het bericht dat de L j dense conferentie heeft bij sloten Zeeuwsch-VlaandiJ ren bij Nederland te laten,o, de internationale telexvsl bindingen. De strijd is streden. Het is opnieuw fw in het landje onder de W® terschelde. Per dorp wor® er volksfeesten gehoudifl ter viering van het heugljfl feit, dat we deel zullen MjJ ven uitmaken van onsg de Nederland", zo I de affiches aan. En dominee schrijft: „Moesten de® keren nog eens gep|a8ii worden op de aardbodenj dan zou de breede Sc»; demonding een natuw aangewezen grensscne ding vormen tusschen" derland en België", mee'" voegt hij eraan toe ,fie^ tonaliteit van een stff wordt nu eenmaal bepa door andere en door i wichtiger factoren dan®! de ligging alleen, zeden gewoonten, volkskara»! maar bovenal v0'IJ geerten. Dat is de onve^ delijke les der historie en is zeker de onverbidd# eisch van alle ware de cratie". PAUL DE SCHIP#* Brot"t Dossier J.NPf, Rijksarchief O schoone stroom 'hoe glanst g'in 't stille manelic als eene zilveren slang tjoorkronklend Vlaandrens bee (uit het oratorium De Schelde In naam van Oranje fort zen op 6 april 1572 de toec kapers beheersten ze nu De dupe werd Antwerpen, he gondische hertogen. Het in kc delsimperium berustte op drie p gal, laken uit Engeland en katoe De Spanjaarden, met wie de rel waren, zonden in 1573 een ooi straffen. Ze leed in het Slaak ee tegen de pasbenoemde geuzer Toen in 1576 bij de Pacificatie v zich verzoenden met de overige Antwerpen al geweken. Zijn econ in 1583 raasden de troepen van Fr Furie" over de stad en kort daa Spaanse landvoogd Parma, het oc steden Rupelmonde, Brugge en Ge de nu zijn vertrouweling Filips M; tot buitenburgemeester van de Scl machte om de enige maatregel t redden:.het doorsteken van de Ca culiere belangen van de slagers, lieten grazen, gaven Parma de 11 Schelde te laten bouwen en Antwe te sluiten. Marnix werd vervolger redenen een pleitbezorger van de1 nam Parma de stad in; de grote u| voornaamste bestemming begon. Toch is de dramatische uitspraal armoede verviel, onjuist. De landr de binnenvaart, maar bovenal: vd handelen een kwestie van leven vijand was lucratief. Niet alleen v smokkelmethodes groot, maar de handen gevallen, Antwerpen werd De Admiraliteit van Zeeland rich aan de Braakman en te Lillo-Liefk verplicht overlaadhavens in en plg het innen van de befaamde Konvo aanvankelijk respectievelijk gelde van handelsschepen door oorlogst de negotie met de vijand konder tijden evolueerden ze tot in- en 1 sluiting van de Schelde zo weinig 1 sen, Spanjaarden en Genuezen de zoeken, voelde Antwerpen zich va ontplooiing ernstig geremd. Toet twaalf jaar werd gestaakt, probe Albertus en Isabella tevergeefs d Republiek te vermurwen om de sl( golven te werpen. Bij de vredesoni in 1647 en 1648 was de Republiek De worgartikelen 14 en 15 lever aan Amsterdam, hoewel de Zeeu Artikel 14 luidt: „De Riviere De Sc van het Sas Swyn en andere zeegaa sullen van de zijde van de heeren I gehouden. „Volgens artikel 15 Vlaamse havens verlieten" op dezef die uit Antwerpen wegvoeren. Zode Zuidelijken niet verplaatst worden immers buiten de controle lag van Groningen, die geen profijt trokkei ken er schande van. Ze achtten de ongehoord en gevaarlij k voor de toe niet aan hun zijde hadden, bleek in (1652-1654), toen Cromwell de sluii ven aanvoerde om de Republiek af 1 Albion de Schelde bleef vinden 8 Dover in 1670 (le traité de made Engeland Walcheren, Cadzand en stelden. Indien 1672 voorde Repub jaar was geweest, maar bovendien geluid, zou Engeland voortaan n Schelde hebben gerammeld. Toen cessie-oorlog eindigde, kwamen d< aan Oostenrijk, dat door de overige gedwongen werd om de gewraakte Elkaar „.^at 's natuurlijk een excuus "jks. De toevallige om- zifn 9hbid dat Belgen dom I en Nederlanders gierig dien*3'de laals,en aan onver- maar zeer riante voor- d a/s het erom 9sat wie we» t ,er het meest belachelijk «'e maken. Stupiditeit is bro„ een onuitputtelijke aer,.van humor, vooral omdat nJtrne die ermee bedeeld is rtrn. verantwoordelijkheid ties 2, voor de k°ddige situa- 2mJ aarin hij verzeild raakt. oeiJL 0 daarentegen is °°n een slechte eigen- scha gele oord gred valle De gen, is, ht putte ke N Belg een sel anek lande gene Va dach dat even te pre kope den? voch de gi Een eeni ze in hun grone weer

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1980 | | pagina 30