ISO im 3eMë
Lange aanloop tot bevel opmars tegen Brussel
(2-12
i'.;:
m
I
-1|
m
BELGEN ZONDER
KRIJGSPLANNEN
TRAAG
TEMPO,
WEINIG
DURF
Omdat de grote mogendheden, die na Napo
leons val het Verenigd Koninkrijk der Nederlan
den hadden bedoeld als buffer tegen Frankrijk,
tijdens en na de Belgische Revolutie van 1830 in
die oorspronkelijke opzet niet langer geïnteres
seerd bleken, maar integendeel besloten de
nieuw gekozen Belgenkoning Leopold I te steu
nen, stond de Nederlandse koning Willem I voor
een dilemma.
Wapenschouwing
Belgische slagorde
Plannen
IA
Marsvaardig
4 augustus
6 augustus
5 augustus
3 augustus
J
rr
- V:;;
Volkeren, die hebben moe
ten lijden onder het geweld dat
tegen hen werd ontketend door
een roofzuchtige agressor,
hechten uiteraard groot belang
aan vredesregelingen die ten
doel hebben een mogelijke
herhaling van dat onheil te
voorkomen. Het is daarom be
grijpelijk dat overwinnaars er
naar streven de ten langen
leste bedwongen overweldiger
voorgoed aan banden te leg
gen: zijn strijdkrachten worden
ontbonden, versterkte posities
geslecht, wapenindustrieën
ontmanteld, grenzen verlegd
naar strategisch ongunstig
terrein en buffers gecreëerd
waartegen eventuele her
nieuwde expansiepogingen
zullen moeten vastlopen.
De geschiedenis kent echter
ook tal van voorbeelden waarin
zulke goed bedoelde maatre
gelen na verloop van tijd toch
bleken averechts te werken.
Zelfvoldane triomfators hebben
lang niet altijd beseft dat een
vernederde overwonnene blijft
hunkeren naar revanche, dat
een verminkte staat verlangt te
worden herenigd met zijn
geamputeerde gebiedsdelen
en ontheemde onderdanen en
dat kunstmatig tot stand ge
brachte bufferstaten veelal de
neiging vertonen uiteen te val
len omdat de innerlijke binding
ontbreekt. Zo werd bij het orga
niseren van een moeizaam be
vochten vrede maar al te vaak
reeds ongewild de kiem gelegd
voor toekomstige nieuwe el
lende.
Na de val van Napoleon
hadden de toenmalige Grote
Vier" - Rusland, Engeland,
Oostenrijk en Pruisen - voor
uitlopende op het Wener Con
gres dat de staatkundige ver
houdingen in Europa moest or
denen, in het Verdrag van
Chaumontopl maart 1814 be
sloten de kort tevoren herop
gerichte Nederlandse staat te
vergroten door daaraan de
door Oostenrijk niet terugbe-
geerde Zuidelijke Nederlanden
toe te voegen en zo een krach
tig bolwerk te vormen aan de
Franse noordgrens. Kortzichti
ge staatslieden, die slechts oog
hadden voor het belang van de
verschillende dynastieën en in
Zijn streven naar eenheid binnen het rijk had schipbreuk
geleden omdat de interne verdeeldheid sterker was dan de
bindende krachten en ondanks zijn duidelijke waarschu
wing dat hij niemand op de troon der Belgen zou dulden die
de zgn. Januariprotocollen - die de mogendheden al had
den voorgeschreven - zou verwerpen, hadden de Belgen
tóch die voorwaarden afgewezen en Leopold ingehuldigd.
Die druppel deed de emmer overlopen en bewoog de koning
zijn strijdkrachten op te dragen een opmars tegen het rebel
lerende zuiden te beginnen, hoewel misschien alleen Ruslands
tsaar Micolaas I bereid zou zijn hem daarin te steunen.
Het leger van Noord-Nederland was nog maar nauwelijks
weer op sterkte gebracht nadat niet alleen de Belgen maar ook
vele Zuidnederlanders eruit waren gedeserteerd om zo uiting
te geven aan hun verbondenheid met de opstandelingen. Bin
nen tien maanden had Prins Frederik evenwel het nagenoeg
lege raamwerk weer opgevuld met vrijwilligers en diens-
plichtigen en in de laatste vier maanden het veldleger ge
bracht van 17.000 op 36.000 man. Voor de doorBelgië opgeëi
ste vestingen Maastricht en Antwerpen, voor de Scheldefor-
ten, voor het omstreden Zeeuwsch-Vlaanderen en het al even
zeer geclaimde Noord-Brabant waren in totaal nog eens
36.000 man beschikbaar alsmede rond 16.000 verdedigers
voor de rest van het land. In de legeropbouw waren de lessen
uit de Napoleontische periode ten dele merkbaar, want het
zwaartepunt lag niet langer uitsluitend op de statische verde
diging; ook een beweeglijk optreden van het veldleger was
'ngecalculeerd.
Op 23 juli inspecteerde de koning, vergezeld van zijn beide
zonen en drie kleinzonen, op de Molenschotse Heide bezuiden
de straatweg Breda-Tilburg het gros van het bij Rijen in een
groot tentenkamp gelegerde veldleger: de le Divisie Infante
rie onder bevel van luitenant-generaal (lgen) baron van Geen,
de 2e Divisie Infanterie van lgen hertog van Saksen-Weimar,
de Divisie Cavalerie onder lgen jhr Trip van Zoudtland en de
artillerie onder commando van kolonel List.
Drie dagen later schouwde de koning ook de rest van het
veldleger - de 3e Divisie Infanterie van lgen Meijer en de
Marsch- of Reservedivisie onder lgen Cort Heijligers - op de
Woenselse Heide bij Eindhoven en in het terrein tussen Ge-
mert en Veghel. En nogmaals drie dagen nadien benoemde hij
de Prins van Oranje tot opperbevelhebber. Dat sterkte het
moreel van de troepen en bood bovendien „de held van Wa
terloo" een welkome gelegenheid zijn populariteit te herstel
len, die wegens zijn solidariteit met de Belgen nogal was
gedaald.
In die kritieke periode kon nog in het geheel niet worden
gesproken van een Belgische legerorganisatie die zich met de
Nederlandse zou kunnen meten. Er waren twee zelfstandige
legers, te weten het ruim 15.000 mantellende Maasleger onder
lgen Daine en het vrijwel even sterk oscheldeleger van lgen de
Tiecken de Terhove. Het Antwerpse garnizoen, dat de Citadel
aan Chassé had moeten laten, telde 4300, het zgn. Leger van
Vlaanderen 6300 en het Leger van Luxemburg bijna 5000
man. Samen met de burgerwachten (gardes civiques) konden
de Belgen tussen 50 en 60.000 man op de been brengen.
Het grote verschil lag vooral in de bevelvoering: de Neder
landse commandanten hadden ervaring in het leiden van
grote eenheden en het beginsel van de eenhoofdige leiding
werd consequent gehanteerd. De Belgen daarentegen dankten
hun rang vaak aan de opstand, de operaties moesten er wor
den geleid door de minister van oorlog die geen enkel militair
inzicht had en de overwinningsroes had de discipline en de
noodzaak tot oefenen naar de achtergrond gedrongen. Een
verdedigingslinie tegen het Noorden was er niet, forten even
min en het tactisch gunstige terrein van Dijle en Demer was
niet ter verdediging voorbereid. Met andere woorden: de Bel
gen vroegen als het ware om verrast te worden en in noodge
vallen rekenden zij op hulp van de grote mogendheden.
De algemene opzet van de Nederlandse „strafexpeditie"
was pas in de loop van juni ontworpen door de chef van de staf
van de opperbevelhebber, generaal-majoor (genmaj) de Con
stant Rebecque. Het operatieplan beoogde een diepe door
stoot over Diest om de bestaande scheiding tussen het Maas
leger - met stafkwartier te Hasselt - en het Schel deleger - met
stafkwartier te Mechelen- te accentueren en daarna stuk voor
stuk de beide legers te verslaan, te beginnen met het Maasle
ger. Verwacht werd dat de vernietiging daarvan een opstand
van de Orangisten in Luik en omgeving zou ontketenen die
het geheel geen rekening hiel
den met hetgeen onder de be
trokken bevolkingen leefde,
decreteerden aldus de samen
voeging van gewesten die zich
in de loop van verscheidene
eeuwen langs totaal verschil
lende lijnen hadden ontwikkeld
en waar de gedeeltelijke taal
verwantschap als bindend
element allerminst opwoog te
gen de splijtzwamwerking van
afwijkende opvattingen over
godsdienstvrijheid, onderwijs,
perswezen en centralisatie van
bestuur. Wie de interne ver
houdingen binnen de samen
stellende delen van deze ge
construeerde bufferstaat ken
de, kon gemakkelijk voorspel
len hoe de afloop zou zijn als
het aangehechte Zuiden zich
niet zou willen schikken in een
achterstelling die vanzelfspre
kend was geworden voor heel
het territorium „beneden de ri
vieren". Een duurzame bin
ding, zoals de grote mogend
heden die hadden voorzien -
„innig en volledig" - bleek der
halve een illusie die ook door
een Belgischgezinde koning
niet kon worden verwezenlijkt.
In 1830 kwam het tot de on
vermijdelijke breuk. De rege
ring in Den Haag, doof geble
ven voor talloze Belgische ver
zoeken waarin een andere be
nadering werd bepleit, sloeg de
plank mis na een lichtelijk uit de
hand gelopen demonstratie
van het Zuidelijke misnoegen in
Brussel en stuurde daarheen
een legerkorps onder bevel van
's konings tweede zoon, Prins
Frederik, om de roerige bevol
king met enig militair vertoon tot
orde te manen. Dat stimuleerde
evenwel het tot dan toe zeker
niet op afscheiding gerichte
verzet, dat zich nu ging bunde
len en al snel uitgroeide tot een
echte revolutie: op 25 septem
ber werd het Voorlopig Bewind
gevormd, dat op 4 oktober
1830 de onafhankelijkheid uit
riep als levend bewijs dat een
door buitenstaanders ineen-
geflanst staatsverband niet bij
machte is een volk zijn zelfbe
schikkingsrecht te ontnemen.
Omdat Frankrijk inmiddels
alweer was aanvaard als vol
waardig lid van de volkeren
gemeenschap hadden zijn
vroegere tegenstanders ook
weinig behoefte meer aan de
door henzelf ontworpen buffer
staat. Het beroep om steun en
advies, dat Willem I - die geen
heil zag in wapengeweld tegen
zijn rebellerende onderdanen -
terecht deed op de geestelijke
vaders van zijn Verenigd Ko
ninkrijk der Nederlanden, was
dan ook aan dovemansoor ge
preekt. Op hun Conferentie van
Londen, waaraan ook Frankrijk
deelnam, erkenden de mo
gendheden de Belgische onaf
hankelijkheid (20 dec. 1830) en
legden, een maand later, aan
beide partijen de voorwaarden
op waaronder de liquidatie van
het koninkrijk diende te ge
schieden: 16/31 van de staats
schuld voor Belgische reke
ning, Luxemburg blijft aan Ko
ning Willem I, België houdt vrije
vaart op Nederlandse water
wegen en koloniën, géén ver
want van de regerende dynas
tieën der vijf mogendheden zal
Koning der Belgen mogen wor
den. Deze zgn. Januariproto
collen werden in medio februari
door de Nederlandse vorst
aanvaard, maar de mogend
heden die hun eigen beslissin
gen als „fundamenteel en on
herroepelijk" betitelden en ver
kondigden dat die absoluut
moesten worden onderschre
ven door wie Koning der Bel
gen zou willen worden, konden
de Belgen niet bewegen - on
danks een gesteld ultimatum -
de protocollen vóór 1 juni te ac
cepteren. Integendeel, nadat
de Belgen eendrachtig met hun
op 4 juni gekozen Koning Leo
pold van Saksen-Coburg in
hun afwijzing bleven volhar
den, negeerden de vijf mo
gendheden Willem's waar
schuwing dat hij de Belgische
soeverein die de Januariproto-
colien zou verwerpen als zijn
vijand zou beschouwen: op 24
juni 1831 vaardigden zij zonder
blikken of blozen een nieuwe
akte van scheiding uit-de zgn.
XVIII Artikelen - waarin de oor
spronkelijke regeling drastisch
ten gunste van de recalcitrante
Belgen werd gewijzigd. Belgiës
aandeel in de staatsschuld
werd verkleind, Maastricht
werd hen min of meer in uitzicht
gesteld en over Luxemburg -
dat notabene door het Wener
Congres nadrukkelijk was toe
gewezen aan de Koning per
soonlijk als vergoeding voor
zijn verloren erfgoed in Nassau
- zou nog nader worden be
slist. Dat de nieuwe Koning der
Belgen indertijd tot Engelsman
was genaturaliseerd, wei
naar was van een voor tn
opvolging bestemde Em
prinses en nu voomemeïs
hertrouwen met een dor
van de Franse koning, zal
lig niet vreemd zijn ge^,
aan de opmerkelijke koers»
ziging van de Londense C9
ferentie.
Maar voor de ontgoocte
Nederlandse monarch was
maat meer dan vol. Nadai
Belgen de XVIII Artikelen
den aanvaard en hun kot
ingehuldigd (21 juli 1831re
Willem I niets anders dan
woord gestand te doen en
soeverein die de Januaripr
collen had verworpen nuu
metterdaad als zijn vijand
behandelen. En dus gafhiji
vel tot de opmars tegen Be'
wetende dat Frankrijk en
geland op Leopolds hand;;
den zijn terwijl Pruisen
Oostenrijk elders werden
ziggehouden, maar rekener
op de welwillende
steun van Ruslands tsaar
colaas I, de zwager van kn
prins Willem.
m
De vrijwillige Jagers van de Leid
igen Meijer, commandant van de 3d
DE TIENDAAGSVEL
Wapenschouwing in het Kamp te Rijen.
dan over heel België zou doorwerken. Om het Scheldeleger
bezig te houden, zouden mobiele colonnes uit Zeeuwsch-
Vlaanderen, Bergen op Zoom, Roosendaal en Breda prikacties
ondernemen om „de tegenstander te verontrusten". De zich
veilig wanende Belgen hadden in het geheel geen plan.
Op 1 augustus stond het veldleger in de startblokken, de
Prins van Oranje in zijn hoofdkwartier te Breda, de voorhoe
des voor de hoof dstoot ten zuiden van Ginneken en Tilburg, de
le en 2e Divisie marsvaardig in het Kamp van Rijen, de 3e
Divisie bezuiden Eindhoven en de Reservedivisie gereed bij
Son.
De aanval begon in de vroege ochtend van 2 augustus. De
bindingsacties uit Zeeuwsch-Vlaanderen en Westelijk
Noord-Brabant deden het Scheldeleger zijn aandacht daarop
richten, uit Maastricht bereikte een uitval in de richting van
Tongeren hetzelfde resultaat bij het Maasleger. En in het
centrum ging de opmars van het gros op weg om de wig naar
Diest te gaan verwezenlijken. Het overschrijden van de grens
leverde geen enkel probleem op; alleen een lichte schermutse
ling bij de Zondereigense brug, ten zuidwesten van Baarle-
Nassau, waar de jagers uit de voorhoede van de le Divisie
ongeveer 400 man van het le bataljon Tirailleurs de l'Escaut
verdreven en een voorhoedegevecht op de marsweg van de 2e
Divisie waar Ravels pas kon worden genomen nadat daar de
Belgische jagers van de brigade van genmaj Niëllon met een
bajonetaanval waren verjaagd.
Toen diezelfde brigadecommandant daarop van de com
mandant van het Scheldeleger bevel kreeg ook het knooppunt
Turnhout te ontruimen, kwam de weg naar Brussel al aan
stonds voor de Nederlanders open te liggen; de Belgische lijn
lag daarna over Gierle naar Oost- en Westmalle, kennelijk
met de bedoeling een verwachte aanval naar Antwerpen te
weerstaan.
Intussen was de 3e Divisie uit het gebied bij Eindhoven over
Bergeijk en Wilrijt op weg naar Postel en Arendonk om zich
bij Turnhout aan te sluiten bij de 2e Divisie, hoewel het beter
zou zijn geweest over Retie naar Kasterlee te trekken en het
Belgische terugtrekken af te snijden. Maar afstanden die in
onze dagen in enkele minuten worden afgelegd, vergden in die
tijd vele uren: op de eerste aanvalsdag legden de eenheden
gemiddeld zo'n 15 km af en het tempo was vooral traag door
dat te weinig gebruik werd gemaakt van de ruiterij, die toch
gemakkelijk had kunnen verkennen waar de tegenpartij zich
precies bevond.
Brigadegeneraal der infan
terie b.d. W. Walthuis,
schrijver van bijgaand arti
kel, is hoofdredacteur van
de Militaire Spectator en
bestuurslid van de Konink
lijke Vereniging ter Beoefe
ning van de Krijgsweten
schap. In de jaren '50 en '60
heeft hij aan de KMA eerst
tactiek en infanteriepraktijk,
later strategie en krijgsge
schiedenis gedoceerd.
Koning Leopold had zich laten inlichten over de slechts
minimale kansen van zijn legers bij een krachtmeting in het
open veld. Dat inzicht noopte hem onverwijld de hulp in te
roepen van Frankrijk en Engeland, zij het onder het voorbe
houd dat de Franse troepen pas voet op Belgische bodem
zouden zetten als hij dat zelf zou vragen. Ook riep hij heel het
volk op tot de strijd en als gevolg daarvan vloeiden vele ver
sterkingen de burgerwachten toe. Maar anderzijds vergat hij
zijn minister van oorlog in te lichten en bevel te geven dat het
Maasleger moest worden samengetrokken bij Diest, waar
heen de Nederlanders toch duidelijk op weg waren. De com
mandant van dat leger, Daine, had dan ook nog steeds geen
nieuwe opdracht; de oude luidde dat hij niets mocht doen dat
kon provoceren!
Die dag schoven de 2e, 3e en Reservedivisies door naar het
zuiden. De Prins vestigde zijn hoofdkwartier in Turnhout en
beide partijen hadden maar weinig idee over wat de ander nu
eigenlijk precies van plan kon zijn. Geen wonder ook, want
berichten over waargenomen vijand moesten of te voet of door
ordonnansen te paard worden overgebracht.
Overzicht van het operatiegeb'm
Op diezelfde dag misleidde de Franse gezant Belliarditl
Antwerpen de commandant van de Citadel, lgen Chassé,
op eigen initiatief de stad onder Franse bescherming
plaatsen en te dreigen met Franse interventie. Daardoor to
nu het Scheldeleger de handen vrij om zich naar het oostenK|
richten en het veldleger in flanken en rug aan te vallen.
Inmiddels hadden de Belgen de benarde situatie wel doof
gekregen. Maar de leiding zag geen kans de operaties tecoó'j
dineren: zo droeg de minister van oorlog op een en dezelMl
dag 's morgens het Maasleger op in de richting van het Schel-I
deleger te trekken en 's middags op te rukken naar het nootj
den om de dreiging tegen Venlo tegen te gaan. Daine voerdo|
dat laatste bevel uit en concentreerde nu zijn troepen
Winterslag, noordoost van Hasselt en vergrootte zo het i
met het Scheldeleger. In de daarop volgende nacht droeg O-I
koning hem weer wat anders op: Diest en Zichem te bezette:.!
en op 7 augustus contact te maken met het Scheldeleger l"®|
benoorden Diest, bij Westerlo!
Het innemen van Turnhout kostte geen moeite. Maar ook
daarna gingen de Nederlanders slechts behoedzaam voor
waarts: er werden geen pogingen ondernomen om de Belgen
bij Gierle via Vosselaar in de tang te nemen en van het Schel
deleger af te snijden en evenmin werden verkenners uitgezon
den om poolshoogte te nemen bij het Maasleger dat toch het
eerste doel zou zijn. In de loop van die tweede dag bereikte de
2e Divisie Geel, de 3e Divisie bezette Mol en stuurde zijn
voorhoede verder tot aan de Grote Nethe, de Cavaleriebrigade
werd nog verder naar voren gezonden, maar niet ver genoeg
om nuttig te kunnen verkennen en de Reservedivisie tenslotte
hield zich nog wat op de achtergrond bij Lommei en Overpelt.
De Ie Divisie, die in de namiddag van de eerste dag over
Merksplas tot Beerse was gevorderd, was daar ook op de
tweede dag gebleven om de indruk te versterken dat Antwer
pen het feitelijke doel zou zijn.
In de loop van deze vierde oorlogsdag bereikte de 2e Divisie
Diest, waar in het geheel geen verdediging bleek te zijn. Ui
teraard werd dit strategische punt, dat de scheiding tussen
Maasleger en Scheldeleger beheerste, direct naar alle zijden
beveiligd tegen een te verwachten tegenaanval, maar die bleef
uit.
Aansluitend bezette de le Divisie nu Geel, Kasterlee en
Lichtaart, om eventuele acties van het Scheldeleger uit Ant
werpen en Lier te kunnen opvangen en zo nodig bij Diest te
kunnen helpen. Verder naar het oosten schoof de Reservedi
visie op de weg naar Hasselt verder op naar Hechtel. En
terzelfdertijd verplaatste de 3e Divisie zich van Mol naar
Beringen, gevolgd door de Cavaleriebrigade die Beverlo be
reikte. Tijdens die mars werd de kermisvreugde van het Bel
gische bataljon dat Beringen bezet hield, wreed verstoord
door de aankomst van de Nederlandse voorhoede, Leidse Ja
gers; de aftocht naar Lummen werd nog verhaast toen zij
botsten op een Nederlands peloton dat bij vergissing een
kortere weg was ingeslagen.
Al waren de troepen bepaald nog niet vermoeid, toch h
stemde de opperbevelhebber deze dag als rustdag. Wel W®
de reservedivisie naar de voorste lijn aangetrokken om de®!
daarop te kunnen meedoen aan de aanval op het Maasleg'j
Bij die verplaatsing moest de le Brigade zich vechtend vij
Houthalen meester maken, waarna de voorhoede stuitte opC:
Tirailleurs de la Meuse die behoorden tot Daine's zojuist vc-
tooide concentraties op de Winterslagse Heide. Die TirailW]
vielen onmiddellijk aan, sterk in de wetenschap dat ach
hen het gros van het Maasleger stond met 7300 man, 1'
paarden en 16 vuurmonden. Maar gelukkig was Daine'sp'
tie wel voor de verdediging, maar minder voor de aan»
geschikt en bovendien veronderstelde die legercommanffl'j
dat hij twee complete divisies tegenover zich had. De 2eBnj
gade loste daarop de le af en de Nederlandse artillerie begf
een dapper duel met de Belgische. De troepen van lgen
Heijligers hielden stand toen zij 's middags door twee b
jons langs de straatweg werden aangevallen, maar moes!fj
daarna toch geleidelijk terrein prijsgeven waarna GeUeIq
schutters de aanval tot staan brachten en de invallende#
ternis het gevecht beëindigde.
Inderdaad mocht de reservedivisie van geluk spreken
Daine geen grootscheepse aanval had ingezet; want de reseh
moest de voorste divisies zo nodig helpen, niet omgek# J
Wel was de uitslag van het gevecht een pluim op de h°e ,J
de Nederlandse schuttersbataljons die de Belgische lito l
gimenten- die als beter bewapend en beter geoefend ,E
hadden weerstaan. Voor de dageraad maakte de reserve® J
sie zich los van de vijand en begaf zich naar Beringen op,
om de komende dag bij Heusden te rusten. Ook Daine'
Col
De wig tussen de Belgische legers v
breven. De 2e Divisie, in Diest afgelost
paar St.-Truiden en Stuurde verkenne
Hasselt, Tongeren en Leuven. De 3e D
lijd op te dringen naar het zuiden, zoi
pat het Maasleger inmiddels hetzelfdi
Kermt, ten westen van Hasselt, stuitte
feenmaj Boreel's lichte Cavaleriebriga
Ee Brigade op de voorhoede van Dai
Jerckenrode ging bezetten. Gewaarsi
fiers wist een regiment huzaren de vij;
|ragen tot de infanterie zich in Kern
ngericht. Pas tegen zeven uur 's avor
hder inzet van negen infanteriebatal;
Irons, de Nederlanders uit het dorp te
Be verloor daar 25 doden, 139 gewone
pergroepeerde zich daarna bij Beerbr
telende hoe tegenover hem de kaart
jctie ondernam die hem gemakkelijk
brengen en het opgedragen contact m<
pebben mogelijk gemaakt.
Dat Scheldeleger deed overigens no
ijk moest Daine alles alleen opknapp
love meende dat de Nederlanders aai
plagen en wilde nu die terugtocht in de
Vt zijn Brigades Niëllon en Clump, ti
leger op afstand bleef. Dat deed de k<
leiding over te nemen: hij concentreer
laarschot met 15.500 man en 21 vuur
jaarmee op weg om Daine te gaan bi
lan diens veronderstelde successen,
prarhtgn de Franse gezant te zegge:
boontjes nog wel kon doppen.
De opperbevelhebber verwachtte
►astklampen aan Hasselt, maar zijn cl
Rant Rebecque nam aan dat het Maas
luiden zou willen terugtrekken en dat
F 2e Divisie naar St.-Truiden te sture
le sn'jden. De prins hakte die knooj
portere lus om Hasselt te leggen me
pi-Lambrechts Herk naar Wimmert
poost dan van de kant van Diest opruk
peservedivisie zich opstellen tussen Z
poreel's Lichte Brigade moest dan bij
lag de aanval op Hasselt inzetten. Int1
E van de le Divisie de driehoek Die
r™em blijven bezetten om ingrijpen
f inderen, terwijl de le Brigade ten
gereedstaan als algemene reserve.
I Dat was een goed plan, maar helaas 1
Bh ?^>eve'en te veel tijd. Daardoor k
f bad besloten zijn opgedragen aanval
T Verder voort te zetten, uit de opge
PPPen er> de terugtocht op Luik uitvc
Irrl r 'cwam voor het Maasleger nu d
Bat j VerPlaatsing had moeten zijn
P i ondercommandanten niet wisten
u orje werd nog vergroot toen de be:
|en 0 bataljons ontijdig hun positie
T s,naar Luik op weg begaven, maa:
luirl 8n onderschept door Boreel's Ca\
en van Hasselt op verkenning la
Ls„,mebtingen toevallig de welgemoe
Bon f ataii°ns °P zijn weg vond.
■Lu» ^uirie zijn plaats aan de kop
lect ifn en ze^ ^et opstellen van ee
t hng te gaan leiden. Hij vormde
Itra tussen Kortessem en Mersenl
In n naar Itet zuiden, met vijf bat
terwijl de meest bedreigt
lisrif i met eskadrons cavalerie
|en 'e v'ucht van de oorspronkelijke a
|V(h °mdat Boreel zijn ruiterij hadlati
f°eti d°S boekje" de achtervolging
landt an 0°k vervolgens het voorste es
L c®valerie op de grendelstelling v
Bad ajleger al.niet meer in gevaa
1 Onh verzuimd de opperbevelhebb
fer Poeen °P eigen initiatief door de IV
fcarr^ nmaJ Dibbets bevolen uitval va
L oen. 1500 man infanterie met tw
en trok naar Hasselt. Maar weer verzuimden beide p<
verkenners te gebruiken om eikaars bewegingen te
gadeslaan.
blij1'111
F' acht
J --"wijucn, uaciMc wo lui]
'e g®,Ustus' maar te laat om Daine
Ban b ^gisc^e verliezen op deze dag
Faslen en' te welnig om te kunn
lesProb Vo^§ens plan was vernietigd,
e allei4,n van een eohte veldslag bij Hl
'sont 'nst doortastend was uitgevot
fan 2i"sProngen dankte hij dan ook me
tegenstanders dan aan eigen 1