Kern van probleem is wederzijds vertrouwen EX/EN UITBLAZEN ZONDERLINGE HANDEL REUZENVLAG KWESTIE-DE KLOKKËNBERG binnenland buitenland MET WIM KOCK Talen Rijkdom Ruzie Whisky Onderzoek ■IPTER VOOR UW PEN Rechtmatig Supporter Nieteniet Bespreking Vertrouwen Controle DESTEM VAN ZATERDAG 22 MAART 1980 Op een grote blinde muur, abij Brussel, staat met bijna anshoge letters gekalkt: „De oer Vlaams. België barst! elgië barst, dat is de vloek der -deralisten die niet meer in en België willen geloven en ntkennen dat er Belgen zijn. Nog geen uur nadat ik dat an haat vervulde „België arst!" nog enkele keren heb eiezen, zit ik in wat je de raamkamer van de Belgische laat zou kunnen noemen: de oninklijke Muntschouwburg an Brussel. Daar sloeg, na renlange ontevredenheid ver de Hollandse heerschap- ij en aangeblazen door een -enemende vrijheidsdrang,, lotseling devlamindepan. De voering van de opera La nette de Portici gaf het sein vt een volksoploop tegen de inister van justitie en enkele egeringsgezinde kranten. De genda van de geschiedenis -g open op de datum 25 au- ustus 1830. Nog geen twee aanden later, op 4 oktober, srd de onafhankelijkheid van i zuidelijke gewesten afge- ondigd en 20 dagen later werd huis van Oranje-Nassau voor eeuwig van alle macht en ezag in België vervallen ver- laard". Het is allemaal 150 jaar ge- -den en het moet gevierd wor- en. Vandaar dat we in de isterrijke, historische Munt- houwburg zitten. „Nog altijd n bolwerk van de francofone n conservatieve elite van russel", zegt Paul Staes, een de bekende uit de joumalis- 'iek, maar nu al een paar jaar erkzaam bij de Koning Bou- ewijnstichting, op zoek naar en leefbaarder wereld voor de inderen van heel België en als t kan ook daarbuiten. rins de foyer achter de hoofd- igang herinneren schilderijen lan de opstand. Er staat een aart, versierd met de provin- iewapens en 150 kaarsjes, 'rins Albert heeft zojuist het «nderdvijftigste kaarsje aan- lestoken terwijl de Braban- onne bijna krijgshaftig door de ergulde zaal schalde. Op het podium staat een lan- |e, groene tafel met ernstig kij- iende mannen erachter, één 'oor één Belgen zoals blijkt uit un toespraken. De voorzitter 'an de Belgische Senaat, de 'eer Charles-Ferdinand No- tomb opent de zitting in het lederlands. Ook de eerste preker, de heer Wilfried Mar- ens, Eerste Minister van Bel lis houdt zijn toespraak voor gelijk in het Nederlands. Er volgen meer sprekers, Transtaligen zowel als Vlaam- stafgen. Hoewel ikzelf niet zo k ben in Frans, lijkt het me de Nederlandstaligen het Frans beter, zelfs gemakkelij- pier voorlezen. België heeft - we vergeten dat wel eens - ook nog een Duitssprekende minderheid. Daarover ontfermt zich, behal ve de minister-president, ook de heer Jan Briers, de af gevaardigde-beheerder van het Festival van Vlaanderen, door aan het eind va zijn Ne derlandse speech een zin in het Duits uit te spreken. Zoveel talen in één land lijkt me op zichzelf al moeilijk ge noeg, zonder dat vervelende „België barst!" op schuttingen en muren. Misschien dat er daarom een zekere matheid heerst in de Muntschouwburg. Charles-Ferdinand Nothomb heeft gezegd dat met deze persconferentie, (vast en zeker de plechtigste die ik ooit heb bijgewoond in mijntwintigjaren als journalist) de feestelijkhe den in feite worden geopend. Maar de redevoeringen klinken nogal ingehouden en helemaal niet feestelijk. Alsof de spre kers beseffen dat ze moeten zeggen wat ze zeggen. In een poging tot luchthartige relative ring heeft de minister-president gezegd: „België voelt dan ook niet d e mi nste behoefte om zich bij gelegenheid van zijn 150ste verjaardag in een zondags pak van zijn beste zijde te tonen". Gelukkig blijkt uit de mede delingen van de vier voorzitters der „Vereniging zonder winst oogmerk (vzw) Nationale Her denkingsfeesten 1980" dat België dit nu juist wel doet want welk pak past België beter dan het kleed van zijn culturele rijk dom? Welnu: dat kleed slaat buurman België deze zomer om wanneer hij zich naar het feest begeeft, zodat er alle re den is voor ons om straks het schouwspel gade te slaan. Dit is de winkel van de 75-jarige Hermann Brüning uit het Westduitse Nartum. ten oosten van Bremen, waar iedere klant kan kiezen uit misschien wel het grootste assortiment schoenen, dat hij ooit gezien heeft. Tussen de tien en twintig duizend paar schoenen in alle maten en vormen heeft Brüning opgeslagen in alle 21 kamers van zijn huisDe klant die het lukt om de juiste linker bij de juiste rechterschoen te vinden, kan dit paar voor een zacht prijsje kopen. Herman Brüning zelf is dit kennelijk niet gelukt, want hij draagt twee verschillende schoenen. We zuller er niet worden be handeld als de oude vijanden van 1830 en de Tiendaagse Veldtocht of als de bombar- deurs van Antwerpen. Spre kend ovet een „cultuur zonder geheugen", waarin de wester se beschaving terecht dreigt te komen, zegt de premier: „Het vergeten van de moeite, de misstappen, de pijn, de over winningen en de nederlagen van ons volk kan de nieuwe ge neratie niet ten goede komen". Toch wordt er door de sprekers met geen woord gerept over de gebeurtenissen in 1830 en de naam van Nederland valt al leen als de landen worden op gesomd waaruit daadwerkelij ke deelname aan het feest wordt verwacht. Op 4 juli, de jaardag van de Amerikaanse onafhankelijkheid, zal bij het Vrijheidsbeeld in New York een Amerikaanse vlag met een oppervlakte van 8.000 vierkante meter en een gewicht van zeven ton worden gehesen. Dit reusachtige dundoek komt in de plaats van de vlag van dezelfde omvang die in 1976 ter gelegenheid van de herden king van het 200-jarig bestaan van de Amerikaanse onafhan kelijkheid was vervaardigd maar die bij een proef niet sterk genoeg bleek te zijn. Aan de nieuwe vlag hebben acht perso neelsleden van een klein bedrijf te Evansville in de staat Indiana zes weken gewerkt. Het geld ervoor hebben organi saties en particulieren bijeengebracht. De vlag zal worden gehesen op de Verrazano-brug, die Brooklyn met Statenei land verbindt. Het is vreemd te beseffen dat ongeveer op hetzelfde tijdstip waarop ik in de Muntschouw burg naar premier Martens zit te luisteren, onze koningin de koning van Spanje meeneemt naar het graf v Willem de Zwij ger in Delft, waar geschreven staat over des konings voorva der FilipsdeTweededathij „de schrik van Europa" was. Maakt het verschil of ruzies 150 jaar geleden of 449 jaar geleden werden uitgevochten? (in 1581 zwoeren wij de koninck va His- paniën af). Hoe dan ook: de Belgen hebben ons blijkbaar vergeving geschonken. Premier Martens wordt toch nog even realist al is hij hier vandaag als feestredenaar: „Met deze noodzakelijke staatshervorming die beant woordt zowel aan de politieke realiteit in ons land als aan het moderne levensgevoel willen wij een einde maken aan de dreiging een schizofreen Bel gië te wprden". Hij heeft de leuzen buiten ook gelezen en tevens de re den aangegeven waarom deze bijeenkomst - ondanks de luister en de historische bete kenis van de plek- zo'n ingeto gen, bijna sombere sfeer uit straalt. Het ijs breekt pas in de foyers, waar stapels docu mentatie liggen te wachten op de wereldpers en waar naar goed Belgisch gebruik pure whisky wordt geserveerd in dikke limonadeglazen. Zoals gewoonlijk bij feestelijke „persconferenties" blijkt het merendeel van de gasten in het geheel niets van doen te heb ben met de media. In de schit terende foyer boven, waar de vier voorzitters nog vragen van journalisten willen beantwoor den, hangen ze met de benen buiten. Een vriendelijk meisje met een Sabena-achtig pakje aan, verzoekt degenen die geen journalist zijn, op te kras sen. „In de beneden-foyer is ook een receptie aan de gang", zegt ze ter geruststelling. Vijf minuten later is het aantal aan wezigen in de foyer inderdaad met minstens driekwart ver minderd. In het restaurant Casa Ma nuel op de Grote Markt blijkt de Spaanse ober niet alleen Frans maar ook uitstekend Neder lands te spreken. Wat een verrassende stad kan Brussel zijn, zo denk ik wanneer ik huiswaarts rijd. Maar in Erps- Kwerps is iemand die daar weer anders over denkt: „Weg met Brussel!", staat er op de zijgevel van een half ingestorte fabriek. Het zal premier Martens en zijn opvolgers nog niet licht vallen het land te behoeden voor de schizofrenie. Voor velen zal het geheel on duidelijk zijn waarom iedere keer rond de start van de hart- chirurgie in De Klokkenberg zulke enorme stagnaties op treden. Men begrijpt op z'n best dat er een groep specia listen is, de cardiologen, die er regelmatig van worden beticht de andere „partij" de cardio- chirurgen te willen beletten om met hun operaties te star ten en om snel grote aantallen patiënten te gaan opereren. Dat hier de zaken niet zo een voudig liggen wordt naar mijn idee te weinig vanuit de medi sche hoek belicht. Gaarne wil ik, mede vanuit mijn ervaringen proberen een bijidrage te leveren om deze problemen wat scherper te be lichten. Ik wil proberen in dit artikel aan te tonen dat hulp van buitenaf door wie dan ook en door welke goede bedoelin gen dan ook ingegeven niets zal bijdragen aan de oplossing van de problemen rond de Klokkenberg. Omdat het vooral om perso nen gaat begin ik met de vraag Wat is en wat doet een cardio loog? Wel, dat is een hartspe cialist naar wie een patiënt wordt verwezen door zijn huisarts als er klachten zijn die duiden op een gebrekkige functie van het hart of bij af wijkingen aan de bloedvaten. Een cardioloog analyseert deze klachten. Hij is hiervoor dan ook speciaal opgeleid. Na zijn artsenstudie heeft hij 5 jaar lang gewerkt in een speciale opleidingskliniek onder su pervisie van één of meer hoog leraren teneinde inzicht te verwerven in de problematie- ken die samenhangen met hartafwijkingen in de ruimste zin. Aan een groot deel van de ze zogenaamde opleidingskli nieken is tegenwoordig ook een cardiochirurgische afde ling verbonden waardoor de a.s. cardioloog regelmatig wordt geconfronteerd met de mogelijkheden die o.a. dit su perspecialisme biedt voor zijn patiënten. Hij leert door de intensieve samenwerking met deze groep specialisten, de cardiochirurgen, waar de ster ke krachten de bijdrage aan de gezondheid door chirurgische hulp kan liggen, anderzijds leert hij ook welke patiënten geen baat hebben bij een ope ratie en voor welke patiënten een operatie zelfs gevaarlijk of nutteloos kan zijn. Hoe komt een cardioloog nu tot deze genoemde analyse? Wel door een uitgebreid on derzoek uitgaande van het ge wone lichamelijke onderzoek tot en met zeer uitgebreide specialistische hulpmethoden. Een zeer belangrijk onderdeel van het onderzoek (ook een tijdrovend onderzoek vaak) is de hartcatheterisatie waarbij via een slagader een slangetje in het hart wordt opgevoerd en via röntgenfilms een duidelijk beeld wordt verkregen van de kransslagaderen, dat zijn de slagaderen die de hartspier van bloed voorzien. Dit laatste onderzoek op de röntgenkamer doet de cardioloog zelf. Tijdens mijn observatieperiode in het Ignatius Ziekenhuis (rond de jaarwisseling) begonnen ook de eerste hartoperaties in De Klokkenberg. Ik begreep dat op de cardiologen een drin gend beroep werd gedaan om operatiepatiënten te gaan be geleiden. Deze uitbreiding van --LEZERS REAGEREN OP DE STEM/ALGEMEEN N VOOR DE?F pUBR,EK VOLLED|G ondertekenen GEEN BRIEVEN OP RIJM UBIXATIE BETEKENT NIET DAT DE REDACTIE HET AUTOMATISCH MET UWMEf eert, e'verbazing las ik het ar- over de kritiek van het directie van De W Chris Meerman "^e Stem-directie -at v°or ons niet zo te J e onrechtmatige po- staking), dat behoeft ',en met maar dat doen 3 Irectie én lezers.... "We asjeblieft? De NVV terl,fi!Ch op de (foutieve) "elfi ^spraak om ■i. e tochtvaardigen, dat t, AMniarmzaüg argu" is",'s,de krant van ieder- taNv„Chns zegt' waar »etNVV't recht vandaan °P°nS te wreken, als tolDri r?mmerli anders tam? s'aat t00*1 als lek i 1een varken? Socio at j. iers weekblad 'jker u betreft. heel wat uiL schrijft: Grieze- se ?raak van Amster- President: Het sta- toecht i Ïis 'n ons land is niet !regeld, d.w.z. in de een soort stakings- ind gekomen op ba sis van jurisprudentie die is opgebouwd uit korte gedingen en uitspraken van Hof en Hoge Raad. Die gegroeide stakmgs- opvattingen zijn volledig op de tocht komen te staan door de even verrassende als onthut sende uitspraak van de presi dent van de A'damse recht bank, mr. Borgerhoff Mulder in het kort geding van de orga nisatie van metaalwerkgevers (FMF) tegen de Industriebond FNV. Ga maar rustig door met staken, luidt het advies, ook als 't een actie is tegen het rege ringsbeleid. Wordt door deze uitspraak de onderneming „vogelvrij verklaard" voor el ke willekeurige groepering die het niet met 't regeringsbeleid eens is? Mr. Borgerhoff Mulder redeneert als volgt: door de re geringsmaatregelen dreigen de vakbondsleden schade te lij den aan hun inkomen. Dat is een acute bedreiging van de belangen van de betrokken werknemers. In dat geval is het grijpen naar 't uiterste middel, de proteststaking, ge rechtvaardigd. Dat werkge vers door die actie schade lij den mag niet doorslaggevend zijn, want stakingen kunnen zich nu eenmaal alleen afspe len op het terrein van de on dernemingen. Wim Kok zou het niet beter hebben kunnen verwoorden! Hij toonde zich danookzeeringenomenmet de uitspraak die de vakbeweging carte blanche geeft om elke re geringsmaatregel die een ne gatieve invloed heeft op de in komenspositie van de werk nemers (b.v. hogere belasting, hoge sociale premies) te dwarsbomen met 't lamleggen van ondernemingen. Of werk gevers die daar part noch deel aan hebben, daardoor schade lijden, mag kennelijk „niet doorslaggevend zijn", een buitengewoon griezelige uit spraak....!! Hoe griezelig, blijkt uit het volgende voor beeld. Een werkgever ontslaat uit protest tegen een prijs maatregel van de regering een aantal werknemers. Een kort geding, aangespannen door de industriebond tegen dat ont slag, zal dan aan mr. Borger hoff Mulder, indien hij conse quent is, de volgende uitspraak ontlokken: „Door de prijs maatregelen lijdt de onderne ming schade aan zijn reële in komen. Dat levert een acute bedreiging op voor de belan gen van de ondernemer. Grij pen naar 't uiterste middel van ontslag is daarom ge rechtvaardigd. Dat de werk nemers schade lijden door de actie van de werkgever mag niet doorslaggevend zijn, want ontslag speelt zich nu eenmaal af op het terrein van de onder neming." Een schertsvoor- beeld natuurlijk. In het voor komende geval tovert de presi dent van de A'damse recht bank ongetwijfeld een andere' kronkelredenering uit de hoge hoed om de bestaande rechts regels overhoop te gooien. Hulst Anita Sandkuyl-Iskes Het kabinet van Agt heeft een supporter in zijn gelederen die blind vaart op de door zijn verstrekte gegevens. Bedoeld kabinet beweert dat t.g.v. de loonmaatregel de koopkracht van het modale inkomen - i.e. 32.500,- bruto per jaar - met ongeveer 1% zal verminderen. Bedoelde supporter - de heer J.P. van de Drift Bergen op Zoom - had als „enkeling" de moeite genomen de door Wim Kok becijferde koopkracht vermindering ad 1.000,- bruto per jaar naar het rijk der fabelen te verwijzen (zie Pa pier voor uw Pen d.d. 20 maart 1980). Volgens zijn berekening zal Jan Modaal „slechts" 325,- bruto per jaar hoeven in te leveren. M.i. had de heer Drift er beter aan gedaan de door het kabinet verstrekte ge gevens wat kritischer in ogen schouw te nemen. Laat ik één en ander toelichten: We mogen er wel van uit gaan dat Jan Modaal zijn netto inkomen van ongeveer 1.500,- per maand in zijn gheel zal consumeren. Het prijspeil zal dit jaar met mini maal 6% stijgen. (Hierbij ver wijs ik naar een publikatie in de Stem van enkele weken ge leden waarin vermeld stond dat de prijzen in één maand tijd 1% gestegen waren, dit is op jaarbasis 12%!!!). Uitgaande van een prijsstij ging van 6% betekent dat dat de modale inkomen 6% van 1.500,- 90,- moeten inle veren. T.g.v. de loonmaatregel krijgen ze hiervoor een com pensatie van 26,50 bruto per maand, dit is ongeveer 14,- netto alsmede een belasting vermindering van 100,- per jaar, dit is 8,33 netto per maand. Dit betekent derhalve een achteruitgang van onge veer 68,-netto per maand. Uit gedrukt in een percentage van het netto loon betekent dit een netto-koopkrachtverminde- ring van 4,5% per maand voor Jan Modaal. Waarschijnlijk zal Van Agt deze uitkomst ook wel becijferd hebben, maar in de wetenschap dat de modale CDA'er na het vernemen van een dergelijk cijfer, zich be hoorlijk op zijn pik getrapt zou voelen, tot een leugentje om bestwil hebben besloten. Dat een CDA-er gelovig is blijkt wel uit de goedgelovigheid van de heer v.d. Drift. BREDA J.R.A. DENEER. Als niet komt tot iet, dan kent iet zichzelve niet! Welnu, dit is overduidelijk aan de hand met Wim Kok cum suis! Iemand die op een dergelijk fanatieke manier de volks massa opzweept, die het ver keer probeert lam te leggen (maar voor zichzelf alle bus vervoer opeist), die voor tien tallen miljoenen - zo we al geen nul te weinig zeggen -, de eco nomie benadeelt en van de da ken schreeuwt dat 'n ander daarvan de schuld is, die het woord arbeidsvrede op de lip pen heeft, maar de onvrede en ontevredenheid predikt, enzo voorts, dan moet je je toch wel afvragen: Op welke schans zijn we aan 't afdalen! Het zal het Nederlandse volk duidelijk zijn (of worden), dat we in een chaos terechtkomen. Dat zal die iet-nieten een zorg zijn; dat tonen zij duidelijk aan. En zij hebben niet eens in de gaten dat ze uiteindelijk „mooi" hun eigen graf staan te spitten. Zij matigen zich een recht aan - gesteund door de rechter - dat zij niet bezitten. Als ze nu maar eens naar hun plichten wilden kijken; want uiteindelijk is de juiste volgorde: „Eerst plich ten en dén pas rechten". BREDA J. DUYNSTEE. Dr. W. J. Wielinga is als algemeen chirurg verbonden aan het St. Jozef - ziekenhuis in Oosterhout. Onlangs werd hij getroffen door een hartaanval en behandeld door de cardiologen van het Ignatiusziekenhuis te Breda, een behandeling die uitmondde in een open hart-operatie in het Antonius-ziekenhuis te Utrecht. Als medicus heeft hij uiteraard een beter inzicht dan een buiten staander in de verhoudingen in de wereld van de hartchirurgie. Hierbij zijn analyse van de problemen rond De Klokkenberg in Breda. hun dagtaak was op dit mo ment echter nog niet geregeld, met name niet wat betreft de tijd en de mankracht. Een van de voordelen voor hen zou kunnen zijn dat ze niet meer zoals vroeger, als ze een ziek tegeval hadden geanalyseerd en meenden dat deze patiënt voor een hartoperatie in aan merking kwam, ermee naar een ander ziekenhuis hoefden b.v. in Rotterdam of Utrecht. Toen ik begin februari moest worden overgeplaatst naar Utrecht heb ik, hoewel ik het eigenlijk al moest weten, pas ervaren hoe nauw zo'n samen werking kan zijn en ten bate van de patiënt dient te zijn tussen cardiologen en hart chirurgen. In het St. Antoniuszieken- huis worden per dag 5 open hartoperaties verricht. Iedere dag is er een bespreking van de problemen rond de geopereer de patiënten. Dagelijks is hier over een intensief contact tus sen cardiologen, chirurgen, anesthesisten, verpleegkundi gen en fysiotherapeuten. En kele malen per week worden uitvoerige besprekingen ge houden over de te opereren patiënten voor de komende dagen. De betreffende dossiers worden dan uitvoerig bekeken en besproken, en wel door een team van 7 cardiologen (+15 assistenten) en 5 hartchirurgen met assistenten en de groep anesthesisten. Uit deze be sprekingen volgt dan een ad vies: nog een tijd voorbehan- delen, opereren, al of niet snel en: welke operatie! In tegen stelling tot wat wel eens wordt beweerd zijn deze specialisten er zeker niet op uit hun wacht lijsten te vergroten, maar wer ken ze tegen de klippen op om deze achterstand in te halen. Toch worden er elke week nog enkele gevallen tussen gescho ven die urgent zijn en dus niet kunnen wachten. Dan nog is de wachttijd bij het grote St. An- toniusziekenhuis ongeveer 9 maanden, bij alle andere kli nieken in Nederland ongeveer 3 maanden. De operatie wordt vervolgens verricht door de cardiochirurg. Er zijn natuur lijk veel gelijksoortige geval len en een hartchirurg die da gelijks dat werk doet weet heus wel waarover hij praat en heeft ook een eigen beleid. Ook laat de zaak zich „in natura" wel eens anders aanzien dan - on danks alle uitvoerige vooron derzoeken - gedacht was. Een hartchirurg moet dan een ze kere vrijheid van handelen hebben en hij heeft dat na tuurlijk ook. Omdat de situatie vaak overeenkomt met wat ge dacht en besproken was zullen er, als de samenwerking en overdracht goed functioneert niet veel problemen zijn. Dit hele samenspel is grotendeels gebaseerd op vertrouwen en regelmatig contact tussen car dioloog en cardiochirurg. En hier nu ligt de kern van de hele problematiek. In bestaan de ziekenhuizen waar deze ontwikkelingen geleidelijk zijn ontstaan is er dit weder zijds vertrouwen, dat groeit in de loop van de jaren. In de door de ziekenhuisbesturen (mede onder invloed van politiek haastwerk) opgelegde samen werking tussen de cardiologen van het Ignatiusziekenhuis en de Klokkenberg was dit ver trouwen er aanvankelijk he lemaal niet (omdat men elkaar niet kende) en moest dit sa menspel dus groeien. Natuur lijk zijn beide groeperingen in het begin heel erg kritisch. Het gaat tenslotte om patiënten die zich via een huisarts aan een specialist hebben gebonden en waarvoor de specialist zich verantwoordelijk voelt. In de zaak van De Klokkenberg is de problematiek nog ingewikkel der. Omdat men geen eigen cardiologisch centrum heeft in De Klokkenberg (en het is ook de vraag of deze enorme in vesteringen op zijn plaats zijn) worden de operatiepatiënten ook „toegeleverd" door andere cardiologen uit den lande. Voor deze patiënten die soms wel, soms niet volledig zijn vooronderzocht kregen nu de cardiologen uit het Ignatius ziekenhuis ineens ook verant- woordelijheid. Als er namelijk na de operatie iets niet naar wens ging werden ze erbij ge haald. Het is logisch dat ze dan de ziektegeschiedenis van de geopereerde patiënt wilden zien al was het alleen maar om b.v. te weten hoe hoog voor de operatie de bloeddruk was. Daarbij kwam dan soms de vraag naar voren: had deze patiënt in deze omstandighe den wel geopereerd moeten worden? Zouden zij daar ver antwoordelijkheid voor heb ben genomen? Maar doordat ze nu opdracht kregen moesten ze wel naar zo'n patiënt kijken en droegen alleen daardoor toch ook medeverantwoordelijk heid. Deze medeverantwoor delijkheid wordt pas goed aangevoeld als zo'n patiënt de operatie niet overleeft. Wel, over deze medeverantwoorde lijkheid wordt m.i. veel te ge makkelijk geoordeeld door de buitenstaander. Daarom wil len de cardiologen terecht van iedere operatiepatiënt voor de operatie inzage hebben in hun ziektegeschiedenissen en mee overleggen öf en welke opera tie dient te worden uitgevoerd (overigens net zoals b.v. in Utrecht gebeurt). Tenslotte: de cardiochirurg is belangrijk. Hij is het die dan toch maar het werk doet en het is niet onbegrijpelijk dat de patiënt zich daardoor enorm aan deze medicus gebonden voelt. Maar wat gebeurt er twee weken na de operatie? Dan staat de patiënt weer op straat. Hij blijft patiënt. Het eerste halfjaar zal hij op ge zette tijden ter controle ko men. Bij wie? Niet bij de chi rurg, tenzij er iets met zijn wondgenezing aan de hand is. Nee, bij blijft terugkomen bij de cardioloog die zijn klachten aanhoort, medicijnen voor schrijft, leefregels met hem uitstippelt etc. Deze cardio loog zal hem zelfs te zijner tijd misschien opnieuw een opera tie moeten adviseren. Ik hoop met deze uiteenzetting iets meer begrip te hebben ge kweekt voor de achtergronden van de problemen in de Klok kenberg. Het is misschien ook iets duidelijker hoe het komt dat je maar niet zo één, twee, drie een aantal specialisten bij elkaar kunt plaatsen of een be paalde groep specialisten zo maar met de verantwoorde lijkheid voor een berg werk kunt opzadelen. Deze fout, waartegen in een veel vroeger stadium mijn collega Karthaus een overduidelijke waarschu wing liet horen is de besturen van deze inrichtingen nu zwaar opgebroken. Slechts met veel toewijding, heel veel voorzichtigheid en een grote mate van zelfbeheersing zal het nog mogelijk zijn dit kas plantje „Klokkenberg" te la ten groeien. DR. W.J. WIELINGA

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1980 | | pagina 5