HULST SOO IA AR STAD Reinaertverhaal plaatst Hulst in de belangstelling Clemens-Mavo duikt in Tachtigjarige Oorlog ACTIVITEITEN AGENDA A, Actueel Het verhaal - 31J Prins Maurtis HULST 1180-1980 ^n't oostcnde van Vlaen- Jtren stact een bosch, ertde heet Hulsterloo". Een korte passage uit het beroemde dierenepos van Reinaert de Vos, het paradepaardje van de Nederlandse literatuur geschiedenis. Hulsterloo betekent Hulsterbos of bos van Hulst en dat was voor menig literatuurvorser ge noeg om aan te nemen dat de lotgevallen van Reinaert zich afspelen in de omge ving van Hulst. In het ver haal blijkt dat de schrijver goed op de hoogte is van de omgeving, dat hij waar schijnlijk zelf ook uit de streek afkomstig was. En omdat de stad Hulst het dichtst bij Hulsterloo lag, ligt de conclusie dat de schrijver daar zou hebben gewoond volgens menigeen voor de hand. In de twintiger jaren vonden geleerde Reinaertkonners het wel aardig om. in de streek, waar het Reinaertverhaal waarschijnlijk ontstond, een monument op te richten dat, naast het werk zelf, de herin nering aan Reinaert levendig zou houden. In 1938 werd dat monument (een schepping van de Antwerpse kunstenaar A. Damen) opgericht in Hulst. En daarmee was do bijnaam van „Bemaertstad" voor altijd «lig gesteld. Oorspronkelijk terd Reinaert op de Hout markt neergezet, maar nu staat hij al vele jaren bij de Gentse poort, aan de voet van de oude zesting wal. Hulst heeft zijn naam als Reinaertstad in het nabije verleden gestalte gege ven in de Reinaertstoet en aca demische zittingen over de Reinaert in de burgerzaal van het stadhuis. Hoewel die nu alweer een tijdje tot het verle den behoren, wordt de aan dacht nog ieder jaar op Rei naert gevestigd tijdens het carnavalsgebeuren. Onder het zingen van meedeiners en meestampers trekt de feesten de bevolking naar het Rei- naertmonument om de vos een boerenkiel aan te trekken. Maar wie staat er dan nog stil bij Rcinaerts omzwervingen honderden jaren geleden? De viering van het 800-jarig be staan van de stad Hulst belooft Reinaert dit jaar weer alle eer te geven die hem toekomst. Na lange tijd zal er weer een Rei naertstoet door de Hulster .straten trekken. Op zondag 21 september hoopt Hulst weer grote massa's belangstellen den aan te trekken die dit kleurige schouwspektakel niet willen missen. En dan zal Hulst nogmaals benadrukken dat het de Reinaertstad is en ook altijd zal blijven. Dat het verhaal van Reinaert nog steeds actueel is, blijkt uit de publicaties die er nu nog re gelmatig over de Vos verschij nen. Zo bracht uitgeverij Het Spectrum onlangs nog een boekje van Arjaan van Nim- wegen op de markt waarin on dermeer een vervolg op het originele Reinaertverhaal is opgenomen. In Zeeland ver scheen bij het antiquariaat Merlijn een verzameling oude spreuken en gezegden over de Vos, opgeluisterd met etsen die Reinaert in het beeld van het hedendaagse Oost-Zeeuwsch- Vlaanderen plaatsen. Wat ja ren geleden heeft de Vlaamse schrijver Louis Paul Boon in zijn boek „Wapenbroeders" met succes Reinaert zijn avonturen laten herbeleven in onze moderne tijd. Tenslotte ook is het Reinaertverhaal herschreven tot ccn toneelstuk voor het RO-theater, dat ech ter wegens gebrek aan vol doende voorbereiding niet goed van de grond is gekomen. Een voorstelling die voor het begin van deze maand in Hulst gepland was, werd daarom af gelast. Het Reinaertverhaal stamt uit de tweede helft van de 12e eeuw. Naar algemeen wordt aangenomen is bet geschreven door een zekere Willem. Over deze Willem lopen de menin gen nogal uiteen. Een aantal literatuurvorsers meent dat Willem een monnik uit een abdij nabij Gent is ge weest. Als dat zo is dan zal hij wei niet rondgebazuind heb ben dat hij de auteur van het Reinaertverhaal was, want daarin wordt vaak fors de spot gedreven met de geestelijkheid van die dagen. Volgens ande ren was Willem een beroeps verteller, die in gezelschap van een groepje jongleurs de Vlaamse markten afreisde om aan de kost te komen. Het Reinaertverhaal is op gebouwd als een middeleeuws Germaans proces. De verteller laat het verhaal beginnen op een pinksterdag, als koning Nobel (de leeuw) zijn hofdag bijeenroept. Reinaert laat zijn gezicht daar niet zien en een aantal mededieren ziet de kans schoon om Reinaert nu einde lijk eens betaald te zetten voor alle misselijke streken die hij hen heeft geleverd. Overigens, zo laat de vertel ler doorschemeren, is het met die aanklagers ook geen zui vere koffie. Zoals het oen mid deleeuws proces betaamd wordt Reinaert driemaal voor het gerecht gedaagd. Daarbij weet hij zijn tegenstanders op een hartveroverende manier in te pakken en na een schijnhei lige biecht tegenover de weinig geloofwaardige zedepreker Grimbeert de das heeft Rei naert althans bij de lezer, het pleit gewonnen. Als hij dan toch aan het hof verschijnt wordt het een moeilijke zaak. Nadat hij zich na zijn snelle terdoodveroordeling even uit het veld laat slaan, neemt zijn zelfvertrouwen ook even snel weer toe. Hij speelt grandioos in op de hebzucht van koning Nobel en lepelt een verhaal op over een verborgen schat, dat uiteindelijk ontaard in een beschuldiging tegen de dieren die hem hadden aangeklaagd. Na dit koekje van eigen deeg, waarbij hij dikke maatjes wordt met de koning, maakt hij zich rap uit de voeten, voordat duidelijk wordt dat Reinaert iedereen weer gran dioos heeft beetgenomen. De karakters van Reinaert en de andere dieren die door de verteller ten tonele worden ge voerd, worden uitstekend be schreven in een onlangs ver schenen boekje van Arjaan van Nimwcgen. Hoezeer het Reinaertverhaal nog tot de verbeelding spreekt blijkt uit deze ets, afgedrukt in een der jongste uitgaven van het antiquariaat Merlijn, die de historische held uit de literatuur tegen een hedendaagse achtergrond plaatst. De auteur geeft daarin ook een overzicht van de invloeden uit Frankrijk die „Willem" heeft gebruikt om zijn Rei naertverhaal te schrijven. Naast het originele midde leeuwse verhaal is in het boekje ook een moderne Ne derlandse versie daarvan op genomen en het vervolg op het originele verhaal. Dit vervolg staat bekend als Rcinaerts Historie of ook wel Reinaert II. Dit geschrift is vervaardigd door een onbekende 14e-eeu- wer en is, volgens literatuur- kundigen, een slap aftreksel van het origineel. Het verhaal is, zoals alle verhalen uit die tijd, sterk moraliserend. Ove rigens hebben in de loop der eeuwen vele vertalingen en bewerkingen hun weg gevon den naar de lezers. Niemand heeft echter het origineel ook maar in de verste verte wat kwaliteit betreft kunnen be naderen. Ook niet Arjaan van Nimwegen, de meest recente verteller en bewerker in de lange rij. En daar is hij zich ook van bewust, want voor hij zijn eigenlijke boek laat beginnen schrijft hij: „Dat de geestes kinderen van Willem en zijn veelgesmade bewerker, waar de vertaler bepaald ook „Die- ken omme Waecte", er in hun 20ste-eeuwse kostuum niet al te onherkenbaar bijlopen, dat bidde ic u tenslotte. Ellick treek hem aen dat hem toe hoort. De hofdag kan begin- EUGÈNE VERSTRAETEN Film Vrijdag I februari: In gemeenschapscentrum Den Dullaert: filmvoorstelling Kiekkot „Pastoraal Verstoppertje" van Shuji Terayano. Aanvang: 20.00 uur. RADIO Dinsdag 5 februari: In gemeenschapscentrum Den Dullaert: „De-tien-om Kindershow", Tros-radioprogramma. Aanvang: 16.00 uur. Vrijdag 8 februari: In gemeenschapscentrum Den Dullaert: karnavalsbal R.K. Bejaardenbond. Aanvang: 19.30 uur. POSTZEGELOCHTEND Zondag 10 februuri: In hal gemeenschapscentrum Den Dullaert: postzegeltentoonstelling en internationale ruilbeurs. Gratis toegankelijk. Verkrijgbaar: speciale herdenkingsenvelop, uitgegeven t.g.v. 800 jaar Hulst, voorzien van special afstempeling. Van 9.30 tot 17.00 uur. TENTOONSTELLING 16 februari - 11 maart: In galerie van Geyt, Steenstraat 20 te Hulst: tentoonstelling Jeanne Bieruma Oosting; schilderijen, aquarellen en grafiek. CARNAVAL Zaterdug 16 februari: Carnavalsoptochten Clinge, Graauw, Nieuw-Namen en St.-Jansteen. Zondag 17 februari: Carnavalsoptocht te Hulst. Aanvang: 14.30 uur Vissersbruiloft te Nieuw Namen 16.00 uur. BOERENBRUILOFT Dinsdag 19 februari: Boerenbruiloft te Huist, te 14.30 uur. VOLLEYBAL Zaterdag 23 februari: In gemeenschapscentrum Den Dullaert: 10e Dullaert-volleybaltoernooi. Aanvang: 10.00 uur. Georganiseerd door de Bedrijfsvolleybalbond te Hulst. ATLETIEK Zondag 24 februari: Nederlandse Veldloopkampioenschappen. Georganiseerd door de Hulsterse atletiekvereniging R.K. H.A.V. 13.00 uur: officiële opening door Burgemeester P.J.G. Molthoff. 13.15 uur: start meisjes B afstand 2180 meter. 13.00 uur: start meisjes Aafstand 3230 meter. 13.50 uur: start jongens B afstand 4460 meter. 14.15 uur: start dames afstand 4460 meter. 14.40 uur: start jongens A afstand 7370 meter. 15.15 uur: start heren afstand 11670 meter. 18.00 uur: prijsuitreiking clubkampioenschappen in Den Dullaert. «s». v it ■- '~«it j«.-• 9». "3TI«*?U8 TT I '.V. 4-W-. «rviv?* tl - 08 a. V -i,v Bulft A Beeld van de uittocht van het verslagen Spaanse garnizoen, dat in 1645 door prins Frederik Hendrik uit Hulst verdreven werd. Sinds die tijd hoort Hulst tot de Nederlandse gemeenschap. De tekening laat zien hoe de soldaten zich uit Hulst terugtrekken. In het midden, te paard, prins Frederik Hendrik, die de uittocht van de overwonnene gadeslaat. Op de achtergrond de stad Hulst (rechts), Sint Jansteen (links) en de Gentsevaart. in de vijftiende eeuw «oni Hulst bekend als een van stl'rkste vestigingen in Milderen. Toch werd de Jste in de loop der eeuwen '"'Snaai door belegeraars '"genomen. Vooral tijdens de "ent'gjarige Oorlog was het «'Igrumoer er niet van de c't. In (je strjj(j tussen de jNianse koning en de nieuwe "Publiek der Verenigde Ne tlanden was Hulst voor bei- e Partijen een bcgerenswaar- i bezit. Pas in 1645 kon prins «denk Hendrik Hulst defi- k.'j ln Noordnederlandse 'n brengen. Vanaf dat nl!ment z'in de Hulstcnaars in ,„j's van Vlamingen Neder- ,''r; geworden, al had het Vin 1 j van dc banden met '«anderen aanvankelijk des- hanHo?6 g,evo!«en voor de e' «n de cultuur. teede"derdeel Van het ge" „.voortgezet onderwijs in st-pj. iaar aandacht be- ia "an de viering van 800 klaJ 1 stad> zijn de tweede van de St. Clemens ln de Tachtigjarige Oor "nisproject, waarmee log gedoken. Door ijverig in bibliotheekboeken te studeren hebben ze de gebeurtenissen uit die periode rondom de veste Hulst gereconstrueerd. Lucien de Blok, Coen de Cock en Luc Ferket geven in hun werkstuk een beeld van de strijd, die Frederik Hendrik in 1645 vijfentwintig dagen lang heeft gevoerd om de Spanjaar den definitief te verdrijven. De belegering begon met 285 compagnieën voetvolk, die de aanvallen concentreerden op de zuidzijde en op de bult waaronder de kapotte „Kel dermanspoort" bedolven was. Verder waren 20 compagnieën ruiterij te St. Jansteen gele gerd. De strijd begon met het maken van naderingsloopgra ven tegen de buitenwerken van de stad. Enkele dagen later was een eerste batterij geïn stalleerd. „Steeds meer ka nonnen werden opgesteld en de mortieren begonnen met brandende granaten de stad te beschieten" zo. schrijven de leerlingen. Er werd heftig te genstand geboden, „zodat aan beide zijden velen vielen". Aan de zuidzijde moest eerst de buitenvest door middel van biesbruggen genomen worden. Via de aanleg van galderijen (beschermde bruggen) en een stuk reijsdam kwamen de be legeraars tot aan de voet van de wallen, waar de mineurs het bolwerk begonnen te onder mijnen. „Prins Frederik Hen drik" zond nu 'n trompetter naar de gouverneur om de ves ting op te eisen. Maar deze heeft zeer beleefd geweigerd. Na dit antwoord werd alles gereed gemaakt voor de stormloop", aldus de scholie ren. Drie dagen later, nadat men ook met enkele compag nieën uit het oostelijke Moer- schans kwam opzetten, vonden de gouverneur, 't stadsbestuur en de geestelijken de tijd ge komen om met de „vijand" over de overgave te praten en werd tot capitulatie besloten. Verschillende leerlingen van de Clemens Mavo maken dui delijk, dat deHulstenaars in de periode van de Tachtigjarige Oorlog weinig ingenomen waren met het strijdgewoel en de aanwezigheid van de sol daten van de Spaanse koning. Al tijdt-ns de aanloop van de Tachtigjarige Oorlog waren de Spanjaarden erop berekend, dat de noordelijke Nederlan den Hulst als strategisch be langrijke stad aan hun in vloedssfeer zouden willen onttrekken. De vesting werd versterkt en er werden steeds meer soldaten gelegerd. Volgens Alexander Mast en Luc van de Bergen was het stadsbestuur niet erg gesteld op de uitbreiding van het gar nizoen, al bood de aanwezig heid van de soldaten ook be scherming tegen de watergeu zen, die het met hun aanvallen op Noord-Vlaanderen vooral gemunt hadden op de verte genwoordigers en bezittingen van de r.k. kerk. Volgens de scholieren was het stadsbe stuur met name gekant tegen de hoge kosten, die de legering van de soldaten voor de stad met zich meebrachten. „Men reisde naar Brussel om hierte gen te protesteren. Zonder ge volg echter" zo melden zij. An- nelies Hamelink en Christian- ne Bertram maken in hun werkstuk duidelijk, dat men in Hulst ook angst had voor de komst van steeds meer solda ten. „In 1567", zo schrijven ze, „zou een compagnie Spaanse ruiters naar Hulst komen, ke rels die in lange tijd geen soldij hadden gekregen en dus de no dige onrust meebrachten. Met de augustusjaarmarkt in het verschiet en om ongeregeldhe den te voorkomen stond het stadsbestuur erop, dat de sol daten tijdens de jaarmarkt buiten de stad zouden blijven". De stad kwam snel in finan ciële nood, niet alleen omdat de soldaten moesten eten en drinken, maar ook omdat bij gedragen moest worden in de versteviging van de vesting werken. Ondanks al die voorzorgs maatregelen slaagde prins Maurits er in 1591 in de stad te veroveren en in Noordnedcr- landse handen te brengen. Daarover schrijven Petra van Ecker en Maricta Bogaert. „Wegens het niet regelmatig betalen van de soldij was er onrust onder het garnizoen en waren de Hulstenaars de Spaanse bezetting moe" zo vertellen ze. „Op 18 september 1591 kwam Maurits ten noordwesten van Pcrkpolder aan land. In de nacht van 24 september kon de verovering beginnen. De forten in het land van Hulst waren toen al geno men. De verdediging moest zich snel gewonnen geven. De Spaanse gouverneur werd op 11 oktober 1591 in het kastceel van Antwerpen onthoofd". Volgens de scholieren bedroeg de schade in Hulst 6000 gul den, die de Hulstenaars zelf moesten betalen. Maurits liet de stad verder versterken. Zo werden linies gebouwd die de forten Mocrschans, Raap, Zandberg en Nassau ononder broken met de stad verbonden. Het stadsbestuur moest een speciale belasting heffen om de vestigingswerken te kunnen betalen. De bezetting door prins Maurits was echter van korte duur. Ruim vier jaar later slaagde Albertus van Oosten rijk er met een grote leger macht in Hulst te heroveren. De strijd duurde zes weken en kostte duizenden het leven. Marcel de Bruin en Harold Hamelink beschrijven in hun werkstuk hoe een deel van de Staatse troepen met een list naar Breda werden gelokt. De strijd speelde zich in het moe rassige zuiden af, terwijl de verdediging bijna al het gebied rond Hulst onder water had gezet. Als eerste bruggehoofd werd het fort De Rape ver overd. „Voordat de schild wachten alarm sloegen waren al 350 man door het onder wa ter gezette gebied getrokken en bezetten op 8 juli het fort", zo schrijven de scholieren. „Op 19 juli viel Moerschans. Op 28 juli werden er meer dan 1000 ka nonskogels op Hulst afge vuurd, op 2 augustus meer dan 1700. Op 16 augustus begon een stormaanval, die Hulst niet kon weerstaan. De strijd had voor een totale verwoesting van de stad gezorgd". Twee jaar later sloten de Noordelijke Nederlanden en de Spanjaarden een 12-jarig bestand. Etiennë van der Vee ken en Johan van Damme be schrijven de kortstondige eco nomische opleving en een ze ker cultureel herstel van Hulst tijdens de wapenstilstand. „Toen het 12-jarig bestand be gon konden de beurtschippers weer naar Holland en door Zeeland varen", vertellen ze. Hulst liet toen een „trageldijk" maken naar de Moervaart, waarmee men bij de schepen kon geraken. Na het Twaalfjarig Bestand probeerden de Noordelijke Nederlanders nog een viertal aanslagen op Hulst, echter zonder resultaat. Hulst was weer herschapen in een geheel nieuwe vesting met 9 bolwer ken, 5 ravelijnen en drie poor ten, die nu nog geheel intact zijn. Uiteindelijk gelukte het prins Frederik Hendrik in 1645 de stad definitief in Neder landse handen te krijgen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1980 | | pagina 19