betaalt Ti Jaar
KERKELIJK SPREKEN OVER SEX EN RELATIES
oei
VENSTEE
Aff
uit
Veteranen
Doelgroepen
Feministen
Wees
OPEEN
VERANDERENDE
SAMENLEVING
Dienst
Dwang
EFEJV
r'ebeeckx heeft dit gevoel
pnooige versterking gegeven,
j' Was begonnen aan een
™twerk over het huwelijk.
11E'i'e dee' daarvan - een
boekwerk zoals bij Schil-
jCC~t gebruikelijk - is in-
oaad verschenen, maar de
Pwnkelijk geplande ver-
Lu Z'?n n'ct verschenen
n e ?.,niet meer verschij-
sehiHebeeckx heeft dit
Een op de vier huwelijken eindigt momenteel in een
echtscheiding. Onheilsprofeten menen dat de score
binnenkort 1:3 zal zijn. Vorig jaar waren er ruim 23.000
echtscheidingen. De gemiddelde levenskans van het
huidige huwelijk is nog maar negen jaar.
enk ik, dat mijn
Ileiner en jonger
|t kan niet hele-
zijn, want ze
Irder langer dan
leeftijd van de
bgst verandert
pig wantrouwen
ft en waarneming
het besef van
leeftijd bij. Zo
jiand moet ik in
ken opa zijn. De
frdt zo groot, dat
fel klein moeten
neten ze een me-
zeventig. Vanaf
Intie is het dan
11 moeilijk om
te zijn en volge-
vriendelijkheid
|fs een grote groep
■i meen ik, dat er,
lt alles, iets aan de
1 zelf verandert en
\l, dat ik bijna van
ve generatie zou i
treken. Nog nooit
op mijn, wat be
te, afdeling gym-
[zo vriendelijk, ge-
Izelfs leergierig ge-
was vroeger nau-
I voorstelbaar dat
ip van meer dan
\rlingen geboeid en
Ierd zou luisteren
1 uiteenzetting over
tgrammatica. Door
golf van Spock-
ierd dat als een ui-
ongezonde, saaie
nntge bezigheid be-
Nu constateer ik
neer een gretigheid
IItijd als ideaal heb
lu>d, maar waarin ik
I niet meer kon gelo-
\n geen naam geven
verschijnsel, maar
dat het te maken
et twee dingen. Het
!s een nieuwe gevoe-
die overal te con
is, vooral bij jon-
r mannen, en die mis-
een gevolg is van het
failliet van de stoer-
let wordt ook steeds
•r stoer te zijn en de
it te hangen in een
waarin met spier
en hard schreeuwen
\eer te bereiken
itdekking komt wat
'.aar daarom is ze niet
r welkom,
raadsel is waarom se
r>eel mensen en zojonj
irijwel tegelijk kopt.
iudt, denk ik, verban'
•en tweede punt, de
;ng zelf en de capGCi'
:ich te laten scholen
iedereen kan zich ie
ve vriendelijkheid
Meren en de beer zijn
geven. En ondanks
redoelingen die pobt'a
het onderwijs mogen]
en bewerkt de schob"}
er ongelijkheid dan ge-
eid: de gevoelige",
len gevoeliger®j
teresseerden geinterts-
der en de beren bee<-j
iger. Elke ontvsikkt
brengt- niveautf"
Hen aan het licht e'
kt die groter. Opj
die niveaux nu lijkt JJ
bijna gebannen te Z,J i
de gevoeligheid we
gelaten. I
r kan nu van alles J
ren. Ik fantaseer m0\
f De andere nive'»\
inen volgen, ze kunm
teren en ze kunnen I
ling gaan nemen. Als-j
gen, gaan we een m° 1
tegemoet. Als ze all j
ar imiteren - iets
grote schaal lijkt te 8 1
eren - zullen de 1
fiillen steeds subtiele'^
flangrijken worden. I
met de hulp van de <k>
er, de leiding gaa
en, zullen ze alles P
alsen en worden '"""J
>rt de gevoelige, g J
sseerde en ontwtkf I
ensen de gediscrimm
underdog. Het zOU,\
>or de eerste keer zijn
zschiedenis, maar u"
chijnlijk wel voor de
te keer, want als de
og een keer los komt
aat de wereld.
CORN. VERHOEV
Sombere cijfers. Cijfers
waarachter enorm veel leed
verscholen gaat. Cijfers die
dramatische consequenties
hebben. Tienduizenden
mannen (en een enkele
vrouw) moeten alimentatie
betalen. Dat leidt vaak tot
bittere armoe, nog meer el
lende, vijandschap en le
venslange haat. Vrouwen
chanteren hun ex-man, hit
sen de kinderen tegen hem
op, er zijn gescheiden man
nen die „trouw" elke maand
op de cheque waarmee ze
aan hun verplichtingen vol
doen een belediging of ha
telijkheid schrijven.
Een te lange alimentatie,
meent prof. dr. G.P. Hoefna
gels, hoogleraar criminologie
en kinderrecht aan de Rot-
terdamse Erasmus Univer
siteit, is schadelijk voor de
geestelijke gezondheid van
man en vrouw.
Kernpunt in de discussie is
daarom de vraag: hoe lang
moet iemand alimentatie
betalen Levenslang, of
dient er een wettelijke ter
mijn te komen Twaalf jaar
bijvoorbeeld, of vijf Hier
bij moet opgemerkt worden
dat de duur van de alimenta
tie allereerst een probleem is
van de middengroepen. Want
wie niets kan betalen, hoeft
dat niet, en een medisch spe
cialist ligt er wellicht ook
niet wakker van. Enkele ver
dere cijfers: bijna 54.000 ge
scheiden vrouwen, 46 pro
cent van het totaal beneden
de AO W-leeftijd, krijgen een
uitkering van de Bijstand.
Aan alimentatie - al of niet
aangevuld door de Bijstand -
wordt jaarlijks 86 miljoen
opgebracht. Steeds meer ge
scheiden vrouwen zorgen
zelf voor hun onderhoud.
Er zijn nu nog enkele tien
duizenden zogeheten ali
mentatieveteranen, die al
meer dan twintig jaar aan
alimentatie vastzitten. On
zinnig vinden steeds meer
mensen. Abnormaal. Maar
hoewel de rechter een ter
mijn kan bepalen, en dat
soms ook doet, is „levens
lang" nog steeds mogelijk.
En het gebeurt. Deze week
deed het Haags Gerechtshof
nog een uitspraak in het
proefproces-Jongenburger.
Comelis Jongenburger (67)
uit Weesp betaalt - na een
vanaf het begin mislukt hu
welijk - nu al 27 jaar ali
mentatie. Zijn vrouw heeft
AOW plus maandelijks
449,59 van haar ex-man.
De zaak van de heer Jon
genburger is op de spits ge
dreven door de SOGM, de
Stichting Organisatie Ge
scheiden Mensen. „We willen
een principiële uitspraak in
deze zaak", zegt mevrouw
Sloos, vice-voorzitster van
de SOGM. „Komt die er, dan
kunnen tientallen van die
veteranen er voordeel van
hebben. Er is nu nog geen en
kele jurisprudentie". De
SOGM heeft enige tijd gele
den voorgesteld de veteranen
via een noodwetje te verlos
sen uit hun lijden. De rege
ring heeft hierop niet gerea
geerd. Wel - laat minister de
Ruiter van Justitie steeds
duidelijker doorschemeren -
wordt er gezwoegd op een
wetsvoorstel om de alimen
tatie aan banden te leggen.
Een grens te stellen, of met
een officiële term: limitering.
Hoe een dergelijke limitering
verwezenlijkt moet worden,
is nog een grote vraag. De
SOGM bepleit overigens een
maximale termijn van twee
tot vijf jaar, „voor het ge
middelde geval".
Lijnrecht hiertegenover
staat de Bond van Geschei
den Vrouwen Divortium. Een
nog duideüjker belangenor
ganisatie. Keihard vaak. Di
vortium heeft twee deelgroe
pen waarvoor gevochten
wordt, zegt de presidente
mevrouw P. Whitlau-van
Buttingha Wichers: Vrouwen
met kleine kinderen, en ou
dere vrouwen die na een
langdurig huwelijk met een
scheiding geconfronteerd
worden. Vrouwen dus die in
een vrij afhankelijke positie
verkeren.
„Zij hebben alimentatie
broodnodig. Als het moet in
derdaad levenslang", oor
deelt mevr. Whitlau. „Ali
mentatie is geen straf, geen
boete, maar het voorzie in
een behoefte. Blijft die be
hoefte bestaan, dan dient er
alimentatie betaald te wor
den".
De strijd om dat „desnoods
levenslang" lijkt Dirotium
overigens te verliezen. Er is
waarschijnlijk een Kamer
meerderheid voor limitering.
Uiterst belangrijk bij de
vraag van de wettelijk vast te
stellen termijn(en) is de
vraag of en in hoeverre de
gescheiden vrouw in haar
onderhoud kan voorzien.
Volgens minister de Ruiter is
het uitgangspunt van de re
gering dat elke meerderjari
ge voor zichzelf kan en moet
zorgen. Dat lukt niet altijd
van de ene dag op de andere
dag. Speciaal de doelgroepen
van Divortium kunnen het
moeilijk hebben: vrouwen
met kinderen, vrouwen die
door haar huwelijk kansloos
geworden zijn. Een extra
handicap is dat er weinig
werk is voor gescheiden en
oudere vrouwen. Maar het is
niet reëel - menen velen -
mannen langdurig vanwege
deze laatste, geheel los van
het staande situatie te laten
betalen.
Er dient dus - daar bestaat
weinig twijfel over - in een
aantal gevallen alimentatie
opgelegd te worden. En dat
is, merkte minister De Ruiter
onlangs op „een tamelijk
geïndividualiseerde bezig
heid. Alle begrenzingen heb
ben een te grof karakter. Ze
kunnen echter nodig zijn".
Het is dan ook niet aanneme
lijk dat er een, voor alle ge
vallen geldende termijn
komt. Dat wil bijvoorbeeld
D'66: een maximum van
hooguit zeven jaar.
Minister de Ruiter speelt
geregeld met het idee van een
verlengingstermijn van tel
kens vijf jaar; na elke termijn
zou het recht op alimentatie
dan getoetst moeten worden,
door de rechter. Dat betekent
dat de vrouw - want de man
„zal wel wijzer wezen", hij
heeft er weinig belang bij -
telkens naar de rechter moet.
Niet erg bevorderlijk voor
het verwerken van de schei
ding. Mevrouw Sloos van de
SOGM: „Dat willen weonder
geen voorwaarde. We willen
dat mensen die elkaar willen
vergeten, dat ook kunnen.
Dan moet je niet telkens met
elkaar geconfronteerd wor
den. Man en vrouw moeten
Een niet te beantwoorden
vraag bij dit alles is hoeveel
vrouwen in de toekomst om
alimentatie zullen vragen.
Waarschijnlijk steeds min
der. Door de betere opleiding
en scholing van vrouwen,
door veranderde opvattingen
over huwelijk en gezin en
over de rolverdeling tussen
man en vrouw. Mevrouw
Whitlau van Divortium: „Als
ik goed om me heen kijk,
denk ik dat het probleem
Alimentatie
desnoods
levenslang..
vanaf het allereerste begin
weten hoelang een eventuele
alimentatie duurt". Kamer
lid mevrouw mr. Wessel-
Tuinstra van D'66: „Dat be
tekent, als de alimentatie om
de vijf jaar heroverwogen
wordt, en dus door kan gaan,
dat de emancipatie van
vrouw en man belemmerd
wordt. Voor de geestelijke
gezondheid van beiden is het
wenselijk dat ze vrij van el
kaar staan, in elk opzicht".
Een man - meent ze - moet
zijn ex-vrouw op weg helpen,
„maar niet meer: hij moet
daarna vrij zijn",
geruisloos opgelost wordt. Ik
kom wel eens op vergaderin
gen van feministen of Rooie
Vrouwen, daar word ik uit
gejouwd. Die meiden willen
geen stuiver van een kerel. Ze
doppen hun eigen boontjes".
Wordt deze tendens regel,
of komt er een strakke limi
tering, dan valt de nadruk op
de alimentatie voor de kin
deren, meent mevrouw
Whitlau w „Ons nieuwe
werkterrein".
Dat is nu een vrij ver
waarloosd terrein. Wat ge
scheiden mannen voor on
derhoud en opvoeding van
hun kinderen betalen is vaak
weinig meer dan zakgeld. De
verklaring hiervoor ligt in de
belastingsfeer: aan de ex-
vrouw betaalde alimentatie
Mevrouw Sloos, Organi
satie Gescheiden Mensen.
is fiscaal aftrekbaar, die voor
kinderen niet. Het komt er
dus op neer dat een geschei
den vrouw mede van haar
alimentatie de kinderen moet
verzorgen. Wordt aan dit
systeem gemorreld, dan ver
schijnt onmiddellijk de le
vensgrote vraag: wat kosten
kinderen Kleding, school
boeken, cadeautjes en con
tributies zijn makkelijk te
becijferen. Eten is wat moei
lijker, maar moeten ook huur
en de kosten van verwar
ming, water en licht tussen
moeder en kinderen verdeeld
worden
Mits er uiteraard iets te
verdelen valt. Minister De
Ruiter: „Veelal is er zo wei
nig geld beschikbaar, wan
neer we kijken naar de
draagkracht van de man, dat
de verdeling een zodanige
subtiele bezigheid wordt, dat
de schrik je om het hart
slaag", er Geldt overigens als
vuistregel dat de man genoeg
geld moet overhouden om te
kunnen leven. „Niemand",
zo zei de minister, „kan of
hoeft te betalen boven zijn
draagkracht, ten opzichte
van wie dan ook"..
Een oplossing is dan de
Bijstand. De gemeenschap
draagt een steen bij. Maar
kan dan de gemeenschap niet
alle alimentaties overne
men Via een soort volks
verzekering tegen echtschei
ding, evenals de AOW, WW
en WAO Vrijwel niemand
bleek daar enthousiast over.
De PPR suggereert: geef aan
elk hoofd van een onvolledig
gezin, dus ook een geschei
den vrouw of man, een uit
kering die overeenkomt met
het huidige weduwenpen-
Dergelijke regelingen
echter - roept men in koor -
geven de gescheiden vrouw
geen enkele prikkel om te
gaan werken, op eigen benen
te staan. De emancipatie
wordt eerder gedwarsboomd
dan bevorderd. Maar wie
durft hardop te zeggen dat
een gescheiden vrouw die
geen werk kan vinden dat ze
leuk vindt, dan maar we's
moet gaan schrobben
WIM KUIPERS
r-mp' uil
„Wat heeft deze vrouw nou van haar leven ge
maakt? Alleen maar haat gekweekt bij haar dochter
en schoonzoon, haar kostbare tijd verknald om ons
het leven te vergallen".
Bittere woorden van mevrouw Jongenburger uit
Weesp, de tweede echtgenote van de zogeheten ali
mentatieveteraan C. Jongenburger (67). Die betaalt al
27 jaar alimentatie aan zijn ex-vrouw, met wie hij in feite
nog geen acht jaar samenwoonde.
Hij is door de SOGM (Stichting organisatie gescheiden
mensen) uitgekozen voor het proefproces van afgelopen
week. Doel: de levenslange alimentatie af te schaffen. Het
verhaal van Jongenboer is illustratief voor vele echtschei
dingen, die uitgemond zijn in haat en eindeloos getreiter.
De feiten zijn overigens niet zo erg belangrijk. Mede gezien
het feit dat zijn ex-vrouw elk weerwoord weigert. Ze
spreekt uitsluitend via haar dochter of advocaat.
Cornells Jongenburger trouwde in '36. Zonder erg veel
verwachtingen, vertelt hij nu, want hij had de verloving
willen verbreken. Zij dreigde echter zich dan van kant te
zullen maken. Ze was eenzaam, zielig, een wees. Daarom
trouwde hij haar maar. Een huwelijk mede uit medelijden.
Het was dan ook vanaf de eerste maanden een flop
Maarzij zag het allemaal anders. Dacht „binnen" te zijn.
Want - schrijft haar advocaat zwart op wit - „de positie
van haar man ten tijde de huwelijkssluiting (directeur van
een steenfabriek) was zodanig dat ze op voortzetting van
een redelijk welvaartsniveau mocht rekenen".
Jongenburger: „Dat heeft me enorm verdriet gedaan.
Het is op het ANP geweest, over de radio: ik sta nou te kijk
als een stinkend rijke directeur die geen cent kan missen
voor zijn arme ex-vrouw. Maar ik heb niets. Ik had in de
crisistijd een failliet gegaan steenfabriekje gekocht, ik was
dus geen directeur, maar eigenaar, en ik heb het niet kun
nen rukken. Toch moet ik daar nu nog voor bloeden". Want
de Haagse rechtbank overwoog dat mensen die toen
trouwden andere opvattingen over het huwelijk hadden
dan heden ten dage gelden. Een levenslange verzorging
bijvoorbeeld.
De grootste grief van Jongenburger, die na zijn avontuur
als fabrikant naar Indië ging, omdat hij geen werk had en
later terug in Nederland een nederig kantoorbaantje ver
vulde, is dat hij van zijn AOW en „een schijntje van een
pensioen" zoveel moet missen, terwijl zijn al bijna verge
ten ex-echtgenote („ik ken haar nauwelijks meer terug")
dat bedrag bovenop de AOW krijgt. Jongenburger: „Voor
dien werd haar alimentatie aangevuld tot bijstandsniveau.
Dat was minder dan de AOW. Ze is dus een enorme sprong
vooruitgegaan".
Commentaar van de Bond- van Gescheiden Vrouwen:
„Mag dat dan niet? Dat mens heeft steeds op de rand van de
armoe geleefd, als dochter van een sigarenfabrikant".
Cabaretier Fons Jansen, voor wie het kerkelijk bedrijf als
ispiratiebron aanvankelijk onuitputtelijk leek, kon in die tijd het
[weede Vaticaanse Concilie uiteraard niet ongemoeid laten,
lij zei daarover in een van zijn shows eens iets in deze geest:
concilie is ook een mooie bedoening; zitten daar meer dan
'ee duizend verstokte vrijgezellen te discussiëren over het
lelijk om na maanden tot deze ene conclusie te komen:
leoorloofde middelen zijn verboden.
2>in uitspraak had het nodi-
succes, omdat hij inspeelde
fP ten steeds sterker wordend
poel van enerzijds verwon-
fcting en anderzijds ook erge-
Fj. dat celibatairen zich zo
pvoerig en voorschrijvend
''tig hielden met zaken van
et huwelijk; zaken die ze voor
elf „taboe" hadden ge
lakt. Niet, dat men de ker-
F'lke leiders het recht zou
p 0#'zeggen zich over za
pt'het huwelijk betreffende,
te laten, maar het gevoel
j nodige terughoudend-
f' gezien hun eigen levens-
ij gepast zou zijn, ging
«os sterker leven. De Nij-
fjSe theoloog Edward
licit k 6 gelegd en in het
(en k te'evis'eprogramma
lzt' van..." heeft hij
een verklaring voor gege-
L»' WfS tot rïe overtuiging
JOfflen dat het hem als celi-
fen PaStC Verder te
.V ,'n sommige perioden
I».,. geschiedenis one-
h 'f Sr°te - belangstelling
L ,e kerkelijk leergezag
ouwelijk en sexualiteit
lit n,onze dagen toch een
boemerangeffect te
weeggebracht. Kerkelijke
uitspraken op dit terrein vin
den, zeker na Humanae Vitae,
niet meer de weerklank van
weleer in de kring van de gelo
vigen. Geschriften uit kerke
lijke hoek over huwelijk en
sexualiteit ontmoeten veeleer
een groot stuk onverschillig
heid. Monseigneur E. de
Smedt, de bisschop van Brug
ge, heeft zich echter niet laten
ontmoedigen en een brochure
geschreven onder de titel
„Ontmoeten" met als onderti
tel „Een brief aan jongeren en
hun tochtgenoten over relatie
vorming, liefde en sexualiteit".
Het oktobernummer van het
jongeren maandblad „Jonge
Kerk" onder redactie van Hans
Bijmans S.J. is ook geheel ge
wijd aan het onderwerp sex en
relaties. Vergelijking van bei
de publikaties is nagenoeg on
ontkoombaar. Het grondstra-
mien van beide geschriften is
ontegenzeggelijk gelijk, maar
de uitwerking vertoont de
verschillen die typerend ge
noemd kunnen worden voorde
fase waarin de huwelijksmo
raal terecht is gekomen, al
thans in de beleving van vele
„gewone" gelovigen. In beide
publikaties is een onderdeeltje
gewijd aan de sexuele zelfbe
vrediging. Dit onderdeel leent
zich vrij goed voor een nadere
vergelijking.
Eerst het woord aan de bis
schop van Brugge: „Beminnen
is steeds een beetje jezelf ver
geten. Naar anderen toegaan.
En, volgens een vreemde logi
ca, veel meer terug ontvangen.
Maar we zitten met zoveel ve
zels aan onszelf vast. Als het
allemaal weer eens tegenslaat,
plooi je terug op jezelf. En je
neemt wat je krijgen kunt.
Luiken en deuren dicht. Ik ben
voor niemand thuis. We leven
in een wereld van „zelfbevre
diging", waar zovelen op zo
veel niveaus met spijzen,
drank, drugs of geld zichzelf in
alles bevredigen. Ook op sexu-
eel vlak leven mensen vandaag
onder druk om bij zichzelf be
vrediging te zoeken. Jonge
mensen staan voor zoveel
nieuwe dingen, zoveel won
dere krachten in him lichaam.
Hoe moet je daarmee allemaal
overweg? Je ziet de weg van de
liefde, die zich langzaam uit
tekent. Maar het is allemaal zo
ver weg. Wanneer kom ik bij
iemand thuis? En er is een
zaamheid en bedrogen worden
en ontgoocheling. Je weet dat
je sexualitiet niet tot je privé-
voldoening mag gebruiken. Ze
is door God bestemd als een
geschenk voor een ander en als
dienst aan het leven. Elk men
senleven is vallen en opstaan.
Het is hier niet erger dan el
ders. Zolang je „vallen" niet
„opstaan" gaat noemen en
„opstaan' niet verwart met
„vallen" of „blijven liggen".
Een kat een kat blijven noe
men. En eerlijk trachten te zijn
met jezelf. Zo vermijd je dat
zelfbevrediging een diep spoor
gaat slijpen in je persoonlijk
heid. Het is een gemakkelijke
vorm van sexualiteit: je hoeft
aan niemand „toelating" te
vragen en je hebt niemand no
dig. Daarom wen je er snel aan.
Op den duur heb je steeds ster
kere prikkels nodig en nog
meer gedurfde beelden in je
fantasie. Het wordt een moei
lijk straatje als je je neerlegt bij
gewoontemastrubatie. Maar
anderzijds is ook angst een
slechte leermeester. Zelfbe
vrediging roept angst op en
spijt: „Het wordt nooit beter,
ik heb het toch weer gedaan".
Uit angst en wanhoop gebeurt
het opnieuw. Zo lijkt het alsof
zelfbevrediging iets is wat aan
je vrijheid ontsnapt. Dat hoeft
niet.
Mastrubatie is geen fatali-
tieit die absoluut iedereen
overkomt en waaraan je niet
meer kunt doen. Het is een
menselijk gebaar. Het heeft
dus een betekenis. Tracht bij
jezelf te ontdekken wat je in
zelfbevrediging zoekt (en niet
vindt natuurlijk). Waarom doe
ik het eigenlijk? Is dat een goe
de weg naar de liefde? Groei ik
op die manier open naar an
dere mensen? Wil ik blijven le
ven „luiken en deuren dicht"?
Wil ik mijn vuistjes toegekne
pen houden? Neen. Ik wü naast
mensen leren staan. Lief en
leed met hen delen. Ik wil niet
vluchten in mezelf als het leven
me kwetst". Monseigneur De
Smedt geeft de jongeren dan
nog het advies open te spreken
met een vertrouwenspersoon
om deze vragen voor zichzelf te
beantwoorden en om te ont
dekken in hoeverre het in het
individuele geval gaat om zon
de of om een voorbijgaand
moment in de groei naar diep
ere relatievorming. Tenslotte
zegt de bisschop van Brugge
nog: „Soms wordt zelfbevredi
ging voorgesteld als een alter
natieve vorm van sexualiteit:
je doet maar wat je wilt, waar
je in zin hebt, alleen of met an
deren. Als je het zo ziet, blok
keer je jezelf in een over
gangssituatie. Iedere vorm van
sexualiteit moet in het kader
van de groei naar volwassen
liefde tot anderen geplaatst en
geduid worden".
Het maandblad Jonge Kerk
begint met de vaststelling dat
zelfbevrediging lang is ver
zwegen alsof het niet zou be
staan. „Maar in feite doet bijna
driekwart van de jongens en de
helft van de meisjes aan zelf
bevrediging. Het maakt ken
nelijk deel uit van het suxuele
leven van menig jongere die
het eigen lichaam meer en
meer ontdekt en ervan geniet.
Of niet? Je leeftijdgenoten
doen - naar buiten - meestal
smalend over zelfbevrediging:
„Zoiets doe je alleen als je niks
anders kunt krijgen". En wie
zal dat erkennen? Een andere
mening is: als je vaak zo op je
eentje speelt met jezelf, zou je
ongeschikt worden voor het
sxuele contact met je latere
partner. Ook dit is natuurlijk
zwaar overdreven.
Zelfbevrediging kan een ui
ting zijn van (gezonde) eigen
liefde, het afreageren van
spanning - soms half bewust
een vervanging van iets waar
voor de tijd nog niet is aange
broken. Is het alleen maar lek
ker en fijn? Nooit een vuiltje
aan de lucht? Ook hierin kun je
overdrijven. Het kan je teveel
bezig houden, bijna dwang
matig, en je afsluiten voor an
deren. Dan moet je er iets aan
doen. Er zijn overigens nog
vele andere vormen om teder te
zijn met jezelf: heerlijk luie
ren, een boeiend boek en mu
ziek, fijn eten, zwemmen, zon
nen, een klus die je echt vol
doening geeft, de sfeer van je
eigen kamer. Nee, alleen-zijn
hoeft geen hel te zijn".
Hoe anders is de sfeer en de
benadering van monseigneur
De Smedt en van Jonge Kerk.
Maar hoe roerend is de over
stemming op één punt: het zit
niet goed wanneer zelfbevre
diging (maar nog duizend an
dere dingen ook, zegt Jonge
Kerk mijns inziens terecht) een
uiting is van opgesloten zitten
in jezelf, van louter ik-betrok-
kenheid.
Het is gemakkelijk om te
constateren dat de bisschop
van Brugge in feite nog hele
maal zit op de lijn van een
moraal die voor velen verleden
tijd is en dat Jonge Kerk de ou
de moraal overwonnen blijkt
te hebben. Monseigneur De
Smedt begint zijn publikatie
echter met het begrip „bevrij
ding" en het alom aanwijsbare
diepe verlangen naar echte
ontmoeting. Wat de Brugse
bisschop daarover zegt, ook
vanuit de bijbel, kun je hele
maal beamen. Ook hoe hij dit
meermalen toepast op sexuele
zaken. Maar menigeen zal zich
toch niet kunnen onttrekken
aan het gevoel, dat de bisschop
de bevrijding waarover hij
spreekt, bij voorbaat heeft in
geperkt en de gehele materie
niet frank en vrij tegemoet is
getreden. Zijn toekomst stond
tevoren al vast.
Het is gemakkelijk de publi
katie van monseigneur De
Smedt af te doen met de con
statering dat hij de kerkelijke
moraal die zijn wortels heeft in
het Victoriaanse tijdperk wat
dit terrein van het menselijk
leven tenminste aangaat, toch
weer in alle volheid de jongere
generatie heeft willen inpren
ten. Toch zitten er openingen
in het „getuigenis" van de
bisschop van Brugge.
jviet name waar nij wijst op
de fundamenten waarop een
zinvolle benadering gestoeld
moet zijn. De bisschop van
Brugge zegt in zijn brochure
ergens ook: „We hebben de
eeuwen door van de sexualiteit
beurtelings een Afgod en het
grootste Verbod gemaakt, de
roes van de Wellust en de
grootste Zonde. In het evange
lie gaat het eerst en vooral over
de liefde. De sexualiteit wordt
daardoor gerelativeerd, d.w.z.
op zijn juiste plaats gezet met
betrekking tot andere dingen"
Jonge Kerk zegt hetzelfde,
maar op een profane manier:
„Sex en relatie moet je niet on
derschatten, maar ook niet
overdrijven".
Je zou de bisschop van Brug
ge in het hoofdstuk zelfbevre
diging een stekelige vraag
kunnen stellen. Waar hij stelt
„Je weet dat je sexualiteit niet
tot je privé-voldoening mag
gebruiken..", zou je hem kun
nen vragen: „En wat dan, als
de ander waarmee ik een diepe
en duurzame relatie heb, mij
deze eigenliefde van harte gunt
en toestaat?" Met andere
woorden, bepalen beide niet de
grenzen en mogelijkheden tot
beider geluk en wanneer ze
daarin in harmonie slagen, wat
is daar dan fout aan?
Men kan over sexualiteit wel
enkele algemene principes
verkondigen, maar veel meer
moet overgelaten worden aan
de betrokkenen zelf. Juist
vanwege het zeer persoonlijke
in intieme karakter van de
sexualiteit past het mijns in
ziens ook de kerkleiders een
gepaste distantie te bewaren,
maar het zal nog een heie tijd
duren voordat de overtuiging
van theoloog Schillebeeckx
gemeengoed is in kerkenland.
JAN BOUWMANS