betaalt Ti Jaar KERKELIJK SPREKEN OVER SEX EN RELATIES oei VENSTEE Aff uit Veteranen Doelgroepen Feministen Wees OPEEN VERANDERENDE SAMENLEVING Dienst Dwang EFEJV r'ebeeckx heeft dit gevoel pnooige versterking gegeven, j' Was begonnen aan een ™twerk over het huwelijk. 11E'i'e dee' daarvan - een boekwerk zoals bij Schil- jCC~t gebruikelijk - is in- oaad verschenen, maar de Pwnkelijk geplande ver- Lu Z'?n n'ct verschenen n e ?.,niet meer verschij- sehiHebeeckx heeft dit Een op de vier huwelijken eindigt momenteel in een echtscheiding. Onheilsprofeten menen dat de score binnenkort 1:3 zal zijn. Vorig jaar waren er ruim 23.000 echtscheidingen. De gemiddelde levenskans van het huidige huwelijk is nog maar negen jaar. enk ik, dat mijn Ileiner en jonger |t kan niet hele- zijn, want ze Irder langer dan leeftijd van de bgst verandert pig wantrouwen ft en waarneming het besef van leeftijd bij. Zo jiand moet ik in ken opa zijn. De frdt zo groot, dat fel klein moeten neten ze een me- zeventig. Vanaf Intie is het dan 11 moeilijk om te zijn en volge- vriendelijkheid |fs een grote groep ■i meen ik, dat er, lt alles, iets aan de 1 zelf verandert en \l, dat ik bijna van ve generatie zou i treken. Nog nooit op mijn, wat be te, afdeling gym- [zo vriendelijk, ge- Izelfs leergierig ge- was vroeger nau- I voorstelbaar dat ip van meer dan \rlingen geboeid en Ierd zou luisteren 1 uiteenzetting over tgrammatica. Door golf van Spock- ierd dat als een ui- ongezonde, saaie nntge bezigheid be- Nu constateer ik neer een gretigheid IItijd als ideaal heb lu>d, maar waarin ik I niet meer kon gelo- \n geen naam geven verschijnsel, maar dat het te maken et twee dingen. Het !s een nieuwe gevoe- die overal te con is, vooral bij jon- r mannen, en die mis- een gevolg is van het failliet van de stoer- let wordt ook steeds •r stoer te zijn en de it te hangen in een waarin met spier en hard schreeuwen \eer te bereiken itdekking komt wat '.aar daarom is ze niet r welkom, raadsel is waarom se r>eel mensen en zojonj irijwel tegelijk kopt. iudt, denk ik, verban' •en tweede punt, de ;ng zelf en de capGCi' :ich te laten scholen iedereen kan zich ie ve vriendelijkheid Meren en de beer zijn geven. En ondanks redoelingen die pobt'a het onderwijs mogen] en bewerkt de schob"} er ongelijkheid dan ge- eid: de gevoelige", len gevoeliger®j teresseerden geinterts- der en de beren bee<-j iger. Elke ontvsikkt brengt- niveautf" Hen aan het licht e' kt die groter. Opj die niveaux nu lijkt JJ bijna gebannen te Z,J i de gevoeligheid we gelaten. I r kan nu van alles J ren. Ik fantaseer m0\ f De andere nive'»\ inen volgen, ze kunm teren en ze kunnen I ling gaan nemen. Als-j gen, gaan we een m° 1 tegemoet. Als ze all j ar imiteren - iets grote schaal lijkt te 8 1 eren - zullen de 1 fiillen steeds subtiele'^ flangrijken worden. I met de hulp van de <k> er, de leiding gaa en, zullen ze alles P alsen en worden '"""J >rt de gevoelige, g J sseerde en ontwtkf I ensen de gediscrimm underdog. Het zOU,\ >or de eerste keer zijn zschiedenis, maar u" chijnlijk wel voor de te keer, want als de og een keer los komt aat de wereld. CORN. VERHOEV Sombere cijfers. Cijfers waarachter enorm veel leed verscholen gaat. Cijfers die dramatische consequenties hebben. Tienduizenden mannen (en een enkele vrouw) moeten alimentatie betalen. Dat leidt vaak tot bittere armoe, nog meer el lende, vijandschap en le venslange haat. Vrouwen chanteren hun ex-man, hit sen de kinderen tegen hem op, er zijn gescheiden man nen die „trouw" elke maand op de cheque waarmee ze aan hun verplichtingen vol doen een belediging of ha telijkheid schrijven. Een te lange alimentatie, meent prof. dr. G.P. Hoefna gels, hoogleraar criminologie en kinderrecht aan de Rot- terdamse Erasmus Univer siteit, is schadelijk voor de geestelijke gezondheid van man en vrouw. Kernpunt in de discussie is daarom de vraag: hoe lang moet iemand alimentatie betalen Levenslang, of dient er een wettelijke ter mijn te komen Twaalf jaar bijvoorbeeld, of vijf Hier bij moet opgemerkt worden dat de duur van de alimenta tie allereerst een probleem is van de middengroepen. Want wie niets kan betalen, hoeft dat niet, en een medisch spe cialist ligt er wellicht ook niet wakker van. Enkele ver dere cijfers: bijna 54.000 ge scheiden vrouwen, 46 pro cent van het totaal beneden de AO W-leeftijd, krijgen een uitkering van de Bijstand. Aan alimentatie - al of niet aangevuld door de Bijstand - wordt jaarlijks 86 miljoen opgebracht. Steeds meer ge scheiden vrouwen zorgen zelf voor hun onderhoud. Er zijn nu nog enkele tien duizenden zogeheten ali mentatieveteranen, die al meer dan twintig jaar aan alimentatie vastzitten. On zinnig vinden steeds meer mensen. Abnormaal. Maar hoewel de rechter een ter mijn kan bepalen, en dat soms ook doet, is „levens lang" nog steeds mogelijk. En het gebeurt. Deze week deed het Haags Gerechtshof nog een uitspraak in het proefproces-Jongenburger. Comelis Jongenburger (67) uit Weesp betaalt - na een vanaf het begin mislukt hu welijk - nu al 27 jaar ali mentatie. Zijn vrouw heeft AOW plus maandelijks 449,59 van haar ex-man. De zaak van de heer Jon genburger is op de spits ge dreven door de SOGM, de Stichting Organisatie Ge scheiden Mensen. „We willen een principiële uitspraak in deze zaak", zegt mevrouw Sloos, vice-voorzitster van de SOGM. „Komt die er, dan kunnen tientallen van die veteranen er voordeel van hebben. Er is nu nog geen en kele jurisprudentie". De SOGM heeft enige tijd gele den voorgesteld de veteranen via een noodwetje te verlos sen uit hun lijden. De rege ring heeft hierop niet gerea geerd. Wel - laat minister de Ruiter van Justitie steeds duidelijker doorschemeren - wordt er gezwoegd op een wetsvoorstel om de alimen tatie aan banden te leggen. Een grens te stellen, of met een officiële term: limitering. Hoe een dergelijke limitering verwezenlijkt moet worden, is nog een grote vraag. De SOGM bepleit overigens een maximale termijn van twee tot vijf jaar, „voor het ge middelde geval". Lijnrecht hiertegenover staat de Bond van Geschei den Vrouwen Divortium. Een nog duideüjker belangenor ganisatie. Keihard vaak. Di vortium heeft twee deelgroe pen waarvoor gevochten wordt, zegt de presidente mevrouw P. Whitlau-van Buttingha Wichers: Vrouwen met kleine kinderen, en ou dere vrouwen die na een langdurig huwelijk met een scheiding geconfronteerd worden. Vrouwen dus die in een vrij afhankelijke positie verkeren. „Zij hebben alimentatie broodnodig. Als het moet in derdaad levenslang", oor deelt mevr. Whitlau. „Ali mentatie is geen straf, geen boete, maar het voorzie in een behoefte. Blijft die be hoefte bestaan, dan dient er alimentatie betaald te wor den". De strijd om dat „desnoods levenslang" lijkt Dirotium overigens te verliezen. Er is waarschijnlijk een Kamer meerderheid voor limitering. Uiterst belangrijk bij de vraag van de wettelijk vast te stellen termijn(en) is de vraag of en in hoeverre de gescheiden vrouw in haar onderhoud kan voorzien. Volgens minister de Ruiter is het uitgangspunt van de re gering dat elke meerderjari ge voor zichzelf kan en moet zorgen. Dat lukt niet altijd van de ene dag op de andere dag. Speciaal de doelgroepen van Divortium kunnen het moeilijk hebben: vrouwen met kinderen, vrouwen die door haar huwelijk kansloos geworden zijn. Een extra handicap is dat er weinig werk is voor gescheiden en oudere vrouwen. Maar het is niet reëel - menen velen - mannen langdurig vanwege deze laatste, geheel los van het staande situatie te laten betalen. Er dient dus - daar bestaat weinig twijfel over - in een aantal gevallen alimentatie opgelegd te worden. En dat is, merkte minister De Ruiter onlangs op „een tamelijk geïndividualiseerde bezig heid. Alle begrenzingen heb ben een te grof karakter. Ze kunnen echter nodig zijn". Het is dan ook niet aanneme lijk dat er een, voor alle ge vallen geldende termijn komt. Dat wil bijvoorbeeld D'66: een maximum van hooguit zeven jaar. Minister de Ruiter speelt geregeld met het idee van een verlengingstermijn van tel kens vijf jaar; na elke termijn zou het recht op alimentatie dan getoetst moeten worden, door de rechter. Dat betekent dat de vrouw - want de man „zal wel wijzer wezen", hij heeft er weinig belang bij - telkens naar de rechter moet. Niet erg bevorderlijk voor het verwerken van de schei ding. Mevrouw Sloos van de SOGM: „Dat willen weonder geen voorwaarde. We willen dat mensen die elkaar willen vergeten, dat ook kunnen. Dan moet je niet telkens met elkaar geconfronteerd wor den. Man en vrouw moeten Een niet te beantwoorden vraag bij dit alles is hoeveel vrouwen in de toekomst om alimentatie zullen vragen. Waarschijnlijk steeds min der. Door de betere opleiding en scholing van vrouwen, door veranderde opvattingen over huwelijk en gezin en over de rolverdeling tussen man en vrouw. Mevrouw Whitlau van Divortium: „Als ik goed om me heen kijk, denk ik dat het probleem Alimentatie desnoods levenslang.. vanaf het allereerste begin weten hoelang een eventuele alimentatie duurt". Kamer lid mevrouw mr. Wessel- Tuinstra van D'66: „Dat be tekent, als de alimentatie om de vijf jaar heroverwogen wordt, en dus door kan gaan, dat de emancipatie van vrouw en man belemmerd wordt. Voor de geestelijke gezondheid van beiden is het wenselijk dat ze vrij van el kaar staan, in elk opzicht". Een man - meent ze - moet zijn ex-vrouw op weg helpen, „maar niet meer: hij moet daarna vrij zijn", geruisloos opgelost wordt. Ik kom wel eens op vergaderin gen van feministen of Rooie Vrouwen, daar word ik uit gejouwd. Die meiden willen geen stuiver van een kerel. Ze doppen hun eigen boontjes". Wordt deze tendens regel, of komt er een strakke limi tering, dan valt de nadruk op de alimentatie voor de kin deren, meent mevrouw Whitlau w „Ons nieuwe werkterrein". Dat is nu een vrij ver waarloosd terrein. Wat ge scheiden mannen voor on derhoud en opvoeding van hun kinderen betalen is vaak weinig meer dan zakgeld. De verklaring hiervoor ligt in de belastingsfeer: aan de ex- vrouw betaalde alimentatie Mevrouw Sloos, Organi satie Gescheiden Mensen. is fiscaal aftrekbaar, die voor kinderen niet. Het komt er dus op neer dat een geschei den vrouw mede van haar alimentatie de kinderen moet verzorgen. Wordt aan dit systeem gemorreld, dan ver schijnt onmiddellijk de le vensgrote vraag: wat kosten kinderen Kleding, school boeken, cadeautjes en con tributies zijn makkelijk te becijferen. Eten is wat moei lijker, maar moeten ook huur en de kosten van verwar ming, water en licht tussen moeder en kinderen verdeeld worden Mits er uiteraard iets te verdelen valt. Minister De Ruiter: „Veelal is er zo wei nig geld beschikbaar, wan neer we kijken naar de draagkracht van de man, dat de verdeling een zodanige subtiele bezigheid wordt, dat de schrik je om het hart slaag", er Geldt overigens als vuistregel dat de man genoeg geld moet overhouden om te kunnen leven. „Niemand", zo zei de minister, „kan of hoeft te betalen boven zijn draagkracht, ten opzichte van wie dan ook".. Een oplossing is dan de Bijstand. De gemeenschap draagt een steen bij. Maar kan dan de gemeenschap niet alle alimentaties overne men Via een soort volks verzekering tegen echtschei ding, evenals de AOW, WW en WAO Vrijwel niemand bleek daar enthousiast over. De PPR suggereert: geef aan elk hoofd van een onvolledig gezin, dus ook een geschei den vrouw of man, een uit kering die overeenkomt met het huidige weduwenpen- Dergelijke regelingen echter - roept men in koor - geven de gescheiden vrouw geen enkele prikkel om te gaan werken, op eigen benen te staan. De emancipatie wordt eerder gedwarsboomd dan bevorderd. Maar wie durft hardop te zeggen dat een gescheiden vrouw die geen werk kan vinden dat ze leuk vindt, dan maar we's moet gaan schrobben WIM KUIPERS r-mp' uil „Wat heeft deze vrouw nou van haar leven ge maakt? Alleen maar haat gekweekt bij haar dochter en schoonzoon, haar kostbare tijd verknald om ons het leven te vergallen". Bittere woorden van mevrouw Jongenburger uit Weesp, de tweede echtgenote van de zogeheten ali mentatieveteraan C. Jongenburger (67). Die betaalt al 27 jaar alimentatie aan zijn ex-vrouw, met wie hij in feite nog geen acht jaar samenwoonde. Hij is door de SOGM (Stichting organisatie gescheiden mensen) uitgekozen voor het proefproces van afgelopen week. Doel: de levenslange alimentatie af te schaffen. Het verhaal van Jongenboer is illustratief voor vele echtschei dingen, die uitgemond zijn in haat en eindeloos getreiter. De feiten zijn overigens niet zo erg belangrijk. Mede gezien het feit dat zijn ex-vrouw elk weerwoord weigert. Ze spreekt uitsluitend via haar dochter of advocaat. Cornells Jongenburger trouwde in '36. Zonder erg veel verwachtingen, vertelt hij nu, want hij had de verloving willen verbreken. Zij dreigde echter zich dan van kant te zullen maken. Ze was eenzaam, zielig, een wees. Daarom trouwde hij haar maar. Een huwelijk mede uit medelijden. Het was dan ook vanaf de eerste maanden een flop Maarzij zag het allemaal anders. Dacht „binnen" te zijn. Want - schrijft haar advocaat zwart op wit - „de positie van haar man ten tijde de huwelijkssluiting (directeur van een steenfabriek) was zodanig dat ze op voortzetting van een redelijk welvaartsniveau mocht rekenen". Jongenburger: „Dat heeft me enorm verdriet gedaan. Het is op het ANP geweest, over de radio: ik sta nou te kijk als een stinkend rijke directeur die geen cent kan missen voor zijn arme ex-vrouw. Maar ik heb niets. Ik had in de crisistijd een failliet gegaan steenfabriekje gekocht, ik was dus geen directeur, maar eigenaar, en ik heb het niet kun nen rukken. Toch moet ik daar nu nog voor bloeden". Want de Haagse rechtbank overwoog dat mensen die toen trouwden andere opvattingen over het huwelijk hadden dan heden ten dage gelden. Een levenslange verzorging bijvoorbeeld. De grootste grief van Jongenburger, die na zijn avontuur als fabrikant naar Indië ging, omdat hij geen werk had en later terug in Nederland een nederig kantoorbaantje ver vulde, is dat hij van zijn AOW en „een schijntje van een pensioen" zoveel moet missen, terwijl zijn al bijna verge ten ex-echtgenote („ik ken haar nauwelijks meer terug") dat bedrag bovenop de AOW krijgt. Jongenburger: „Voor dien werd haar alimentatie aangevuld tot bijstandsniveau. Dat was minder dan de AOW. Ze is dus een enorme sprong vooruitgegaan". Commentaar van de Bond- van Gescheiden Vrouwen: „Mag dat dan niet? Dat mens heeft steeds op de rand van de armoe geleefd, als dochter van een sigarenfabrikant". Cabaretier Fons Jansen, voor wie het kerkelijk bedrijf als ispiratiebron aanvankelijk onuitputtelijk leek, kon in die tijd het [weede Vaticaanse Concilie uiteraard niet ongemoeid laten, lij zei daarover in een van zijn shows eens iets in deze geest: concilie is ook een mooie bedoening; zitten daar meer dan 'ee duizend verstokte vrijgezellen te discussiëren over het lelijk om na maanden tot deze ene conclusie te komen: leoorloofde middelen zijn verboden. 2>in uitspraak had het nodi- succes, omdat hij inspeelde fP ten steeds sterker wordend poel van enerzijds verwon- fcting en anderzijds ook erge- Fj. dat celibatairen zich zo pvoerig en voorschrijvend ''tig hielden met zaken van et huwelijk; zaken die ze voor elf „taboe" hadden ge lakt. Niet, dat men de ker- F'lke leiders het recht zou p 0#'zeggen zich over za pt'het huwelijk betreffende, te laten, maar het gevoel j nodige terughoudend- f' gezien hun eigen levens- ij gepast zou zijn, ging «os sterker leven. De Nij- fjSe theoloog Edward licit k 6 gelegd en in het (en k te'evis'eprogramma lzt' van..." heeft hij een verklaring voor gege- L»' WfS tot rïe overtuiging JOfflen dat het hem als celi- fen PaStC Verder te .V ,'n sommige perioden I».,. geschiedenis one- h 'f Sr°te - belangstelling L ,e kerkelijk leergezag ouwelijk en sexualiteit lit n,onze dagen toch een boemerangeffect te weeggebracht. Kerkelijke uitspraken op dit terrein vin den, zeker na Humanae Vitae, niet meer de weerklank van weleer in de kring van de gelo vigen. Geschriften uit kerke lijke hoek over huwelijk en sexualiteit ontmoeten veeleer een groot stuk onverschillig heid. Monseigneur E. de Smedt, de bisschop van Brug ge, heeft zich echter niet laten ontmoedigen en een brochure geschreven onder de titel „Ontmoeten" met als onderti tel „Een brief aan jongeren en hun tochtgenoten over relatie vorming, liefde en sexualiteit". Het oktobernummer van het jongeren maandblad „Jonge Kerk" onder redactie van Hans Bijmans S.J. is ook geheel ge wijd aan het onderwerp sex en relaties. Vergelijking van bei de publikaties is nagenoeg on ontkoombaar. Het grondstra- mien van beide geschriften is ontegenzeggelijk gelijk, maar de uitwerking vertoont de verschillen die typerend ge noemd kunnen worden voorde fase waarin de huwelijksmo raal terecht is gekomen, al thans in de beleving van vele „gewone" gelovigen. In beide publikaties is een onderdeeltje gewijd aan de sexuele zelfbe vrediging. Dit onderdeel leent zich vrij goed voor een nadere vergelijking. Eerst het woord aan de bis schop van Brugge: „Beminnen is steeds een beetje jezelf ver geten. Naar anderen toegaan. En, volgens een vreemde logi ca, veel meer terug ontvangen. Maar we zitten met zoveel ve zels aan onszelf vast. Als het allemaal weer eens tegenslaat, plooi je terug op jezelf. En je neemt wat je krijgen kunt. Luiken en deuren dicht. Ik ben voor niemand thuis. We leven in een wereld van „zelfbevre diging", waar zovelen op zo veel niveaus met spijzen, drank, drugs of geld zichzelf in alles bevredigen. Ook op sexu- eel vlak leven mensen vandaag onder druk om bij zichzelf be vrediging te zoeken. Jonge mensen staan voor zoveel nieuwe dingen, zoveel won dere krachten in him lichaam. Hoe moet je daarmee allemaal overweg? Je ziet de weg van de liefde, die zich langzaam uit tekent. Maar het is allemaal zo ver weg. Wanneer kom ik bij iemand thuis? En er is een zaamheid en bedrogen worden en ontgoocheling. Je weet dat je sexualitiet niet tot je privé- voldoening mag gebruiken. Ze is door God bestemd als een geschenk voor een ander en als dienst aan het leven. Elk men senleven is vallen en opstaan. Het is hier niet erger dan el ders. Zolang je „vallen" niet „opstaan" gaat noemen en „opstaan' niet verwart met „vallen" of „blijven liggen". Een kat een kat blijven noe men. En eerlijk trachten te zijn met jezelf. Zo vermijd je dat zelfbevrediging een diep spoor gaat slijpen in je persoonlijk heid. Het is een gemakkelijke vorm van sexualiteit: je hoeft aan niemand „toelating" te vragen en je hebt niemand no dig. Daarom wen je er snel aan. Op den duur heb je steeds ster kere prikkels nodig en nog meer gedurfde beelden in je fantasie. Het wordt een moei lijk straatje als je je neerlegt bij gewoontemastrubatie. Maar anderzijds is ook angst een slechte leermeester. Zelfbe vrediging roept angst op en spijt: „Het wordt nooit beter, ik heb het toch weer gedaan". Uit angst en wanhoop gebeurt het opnieuw. Zo lijkt het alsof zelfbevrediging iets is wat aan je vrijheid ontsnapt. Dat hoeft niet. Mastrubatie is geen fatali- tieit die absoluut iedereen overkomt en waaraan je niet meer kunt doen. Het is een menselijk gebaar. Het heeft dus een betekenis. Tracht bij jezelf te ontdekken wat je in zelfbevrediging zoekt (en niet vindt natuurlijk). Waarom doe ik het eigenlijk? Is dat een goe de weg naar de liefde? Groei ik op die manier open naar an dere mensen? Wil ik blijven le ven „luiken en deuren dicht"? Wil ik mijn vuistjes toegekne pen houden? Neen. Ik wü naast mensen leren staan. Lief en leed met hen delen. Ik wil niet vluchten in mezelf als het leven me kwetst". Monseigneur De Smedt geeft de jongeren dan nog het advies open te spreken met een vertrouwenspersoon om deze vragen voor zichzelf te beantwoorden en om te ont dekken in hoeverre het in het individuele geval gaat om zon de of om een voorbijgaand moment in de groei naar diep ere relatievorming. Tenslotte zegt de bisschop van Brugge nog: „Soms wordt zelfbevredi ging voorgesteld als een alter natieve vorm van sexualiteit: je doet maar wat je wilt, waar je in zin hebt, alleen of met an deren. Als je het zo ziet, blok keer je jezelf in een over gangssituatie. Iedere vorm van sexualiteit moet in het kader van de groei naar volwassen liefde tot anderen geplaatst en geduid worden". Het maandblad Jonge Kerk begint met de vaststelling dat zelfbevrediging lang is ver zwegen alsof het niet zou be staan. „Maar in feite doet bijna driekwart van de jongens en de helft van de meisjes aan zelf bevrediging. Het maakt ken nelijk deel uit van het suxuele leven van menig jongere die het eigen lichaam meer en meer ontdekt en ervan geniet. Of niet? Je leeftijdgenoten doen - naar buiten - meestal smalend over zelfbevrediging: „Zoiets doe je alleen als je niks anders kunt krijgen". En wie zal dat erkennen? Een andere mening is: als je vaak zo op je eentje speelt met jezelf, zou je ongeschikt worden voor het sxuele contact met je latere partner. Ook dit is natuurlijk zwaar overdreven. Zelfbevrediging kan een ui ting zijn van (gezonde) eigen liefde, het afreageren van spanning - soms half bewust een vervanging van iets waar voor de tijd nog niet is aange broken. Is het alleen maar lek ker en fijn? Nooit een vuiltje aan de lucht? Ook hierin kun je overdrijven. Het kan je teveel bezig houden, bijna dwang matig, en je afsluiten voor an deren. Dan moet je er iets aan doen. Er zijn overigens nog vele andere vormen om teder te zijn met jezelf: heerlijk luie ren, een boeiend boek en mu ziek, fijn eten, zwemmen, zon nen, een klus die je echt vol doening geeft, de sfeer van je eigen kamer. Nee, alleen-zijn hoeft geen hel te zijn". Hoe anders is de sfeer en de benadering van monseigneur De Smedt en van Jonge Kerk. Maar hoe roerend is de over stemming op één punt: het zit niet goed wanneer zelfbevre diging (maar nog duizend an dere dingen ook, zegt Jonge Kerk mijns inziens terecht) een uiting is van opgesloten zitten in jezelf, van louter ik-betrok- kenheid. Het is gemakkelijk om te constateren dat de bisschop van Brugge in feite nog hele maal zit op de lijn van een moraal die voor velen verleden tijd is en dat Jonge Kerk de ou de moraal overwonnen blijkt te hebben. Monseigneur De Smedt begint zijn publikatie echter met het begrip „bevrij ding" en het alom aanwijsbare diepe verlangen naar echte ontmoeting. Wat de Brugse bisschop daarover zegt, ook vanuit de bijbel, kun je hele maal beamen. Ook hoe hij dit meermalen toepast op sexuele zaken. Maar menigeen zal zich toch niet kunnen onttrekken aan het gevoel, dat de bisschop de bevrijding waarover hij spreekt, bij voorbaat heeft in geperkt en de gehele materie niet frank en vrij tegemoet is getreden. Zijn toekomst stond tevoren al vast. Het is gemakkelijk de publi katie van monseigneur De Smedt af te doen met de con statering dat hij de kerkelijke moraal die zijn wortels heeft in het Victoriaanse tijdperk wat dit terrein van het menselijk leven tenminste aangaat, toch weer in alle volheid de jongere generatie heeft willen inpren ten. Toch zitten er openingen in het „getuigenis" van de bisschop van Brugge. jviet name waar nij wijst op de fundamenten waarop een zinvolle benadering gestoeld moet zijn. De bisschop van Brugge zegt in zijn brochure ergens ook: „We hebben de eeuwen door van de sexualiteit beurtelings een Afgod en het grootste Verbod gemaakt, de roes van de Wellust en de grootste Zonde. In het evange lie gaat het eerst en vooral over de liefde. De sexualiteit wordt daardoor gerelativeerd, d.w.z. op zijn juiste plaats gezet met betrekking tot andere dingen" Jonge Kerk zegt hetzelfde, maar op een profane manier: „Sex en relatie moet je niet on derschatten, maar ook niet overdrijven". Je zou de bisschop van Brug ge in het hoofdstuk zelfbevre diging een stekelige vraag kunnen stellen. Waar hij stelt „Je weet dat je sexualiteit niet tot je privé-voldoening mag gebruiken..", zou je hem kun nen vragen: „En wat dan, als de ander waarmee ik een diepe en duurzame relatie heb, mij deze eigenliefde van harte gunt en toestaat?" Met andere woorden, bepalen beide niet de grenzen en mogelijkheden tot beider geluk en wanneer ze daarin in harmonie slagen, wat is daar dan fout aan? Men kan over sexualiteit wel enkele algemene principes verkondigen, maar veel meer moet overgelaten worden aan de betrokkenen zelf. Juist vanwege het zeer persoonlijke in intieme karakter van de sexualiteit past het mijns in ziens ook de kerkleiders een gepaste distantie te bewaren, maar het zal nog een heie tijd duren voordat de overtuiging van theoloog Schillebeeckx gemeengoed is in kerkenland. JAN BOUWMANS

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1979 | | pagina 31