Hulplegertje nooit
voor vol aangezien
OC
Koffie goed en verkeerd
.mihWLhlIf.KEffl
Aanzoek van formaat
lanadezen komen terug!
ibouwd.
leet.
meerprijs
160.000?
Jfc I
„Zal ik nog eens een salvo
geven voor het journaal?"
EREND
GOED
;rwossenraet
dubbelglas
ftchalet in
Belgische
krdennen.
tOO f 1. k k.
binnenland
buitenland
roep
;e glashandel b.v.
êv5et 1a/iiv3 kock
Tirade
Soepjurk
Unieke plaats binnen NAVO
Schamper
„Vrijwillig
AVONDJE OORLOG MET DE NATIONALE RESERVE:
Beroeps
W aakhonden"
„Bloedbad"
A 'STEM VAN ZATERDAG 18 AUGUSTUS 1979
■NLEUR
weekbladenover-
van gisteren ontbrak
ïcVIERS MAGAZINE. Het
telle, gewijd aan de in-
Jj van dit blad, sneuvelde
i nachts tijdens het pro-
Lproces van de pagina -
L het massief eiken ge
il van een adverteerder.
Lmen met de veront-
iildigingen die wij de le-
aanbieden voor deze te-
toming, geven we hier
L enkele resultaten
U|t de jaarlijkse EM-
|de boerderij met schuur opl
Inkamer circa 85 m2 met openl
In en originele eikenh. staanJ
1 Keuken, zitkamer, eethoekl
■kamer en ruime zolder.
Itekende verbinding naar RoiJ
pen. Mogelijkheid tot aanleg.l
baan e.d. Uitermate geschiktl
Prijs n.o.t.k.l
KTEN IN WEST-BRABANT.
Ise Eilanden
porstraat 29
i-Beijerland
-"-7555*
Drimmo
Groep
.f Tongp CA il-VC'nttO'OP
btie
lokkostenbesparing
Itot max. f 1200,-).
|fo-keur.
larantie (ook op installatie)
latieop iedere
Pn aluminium schuifpuien,
deuren kunnen wij op
hstalleren.
i envelop zonder postzegel aan
[jnummer 140. 4800 VE Breda,
tie over thermopane/hardhout
Telefoon
■4835 CJ Breda, tel 076-655650
kunt u heerlijk genieten
e prachtige natuur,
elen en in de winter aan
rsport doen (skipistes
ij)-
/ing 3 Slaapkamers
adkamer Elektriciteit
>ek ons expositiêpark
robbendoiik of
g gratis dokumentatie.
.- bezoek aan onze
den in de Ardennen,
k telefonisch' afspraak
koffietest, zoals die zijn ge
publiceerd in het nummer
van deze week.
Oe algemene indruk is dat
de horeca-koffie dit jaar in
het algemeen genomen iets
minder slecht is dan andere
jaren, maar uit de rapporte
ring blijkt dat deze conclusie
betrekkelijk is.
Van de top-vijf bevinden
zich er overigens drie in de
zuidelijke regionen van Ne
derland: namelijk De Swaen
in Oisterwijk, Ville Blanche in
Thom en De Karpendonkse
Hoeve in Eindhoven.
Novotei Breda werd als
volgt beoordeeld: Koffie- een
stop waard. Bediening: in fleu
rig uiterlijk, veel vriendelijkheid.
Servies: zeer simpel wit. En wat
jammer dat de kopjes in een
plas staan. Ambiance: modern.
Opvallend veel bloemen en
planten. Beschaafde achter
grondmuziek.
Sirandhotel Vlissingen
Koffie: net even te dun. Bedie
ning: Traagmans Treuzel
hoven. Servies: zo gaan er wel
veertien in een dozijn. Ambian
ce: Verzorgd en vredig.
Graaf Floris V, Brouwers
haven Koffie: Mijne dames
toch! Houdt U er zélf van? Be
diening: Het kan er niet af. Ser
vies: De witte koppen. Aan ver
vanging toe? Ambiance: On
gezellig en veel radiostoring.
Een algemene conclusie is
ook nog dat in te veel hore
cazaken de rust wordt ver
stoord door de opdringerige
popzender Hilversum 3.
Waar niet eigenlijk?
|iet hinderlijkste van Ne-
mders is dat het zwart-wit-
ptos en -praters zijn. Dat
ent het hele jaar door al on-
samenleving en mensen die
eens willen ontvluchten
veen paar weken, zijn niet
Lm op ontmoetingen met
lenwijze mede-vaderlanders
(thuis alles toch veel beter
jen en dat bovendien te
mer de inwoners van het
stland niet onder stoelen of
jten steken", aldus een
(afschrijver uit Rilland Bath,
jerend op het artikel „Hoe
bilanders andere Neder-
{jers weten te ontwijken" in
Uitblazen van vorige
|ek donderdag.
(lil meer reacties blijkt dat
lauvinistische eigenwijs-
rende „onwil om ander
sgewoonten te aanvaar -
I"«oor Nederlanders stenen
((aanstoots zijn wanneer zij
liet buitenland landgenoten
beten.
Een typisch voorbeeld daar-
ji maakte ik eens zelf mee.
a paar jaar geleden zat ik
[leen groep collega's in een
Mandshotel in Engeland.
I waren daar voor een re-
iage. Een van ons vroeg al
|de eerste avond de beste
(„Hollands Bier". Dat had de
(ardniet, evenmin als „pils",
ar het was een aardige man
1de volgende avond liet hij
J trots een voorraad flesjes
«eken zien. Mijn collega
uitbundig:
{..Hollands Bier"! Maar hij
(zijn eerste slok nauwelijks
«en ot hij zei: „wat is dit
Het is Lager", zei ik.
kennen ze geen pils".
„Het is troep", zei hij
„Hier
„Nou probeer dan een Bitter
of een Guiness, ook heel lekker
en sterk genoeg om op te sla
pen", probeerde ik.
Lager is inderdaad lichter
dan pils. Het smaakt vlakker
ook, maar het is best te drinken.
Het is bovendien het enige bier
dat in een Engelse pub gekoeld
wordt getapt.
Mijn collega dronk het uitein
delijk wel, de hele week lang
zelfs en hij werd er ook behoor
lijk aangeschoten van.
Maar hij bleef onophoudelijk
beweren dat het rommel was
en dat de echte Hollandse pils—
„dié moesten die Engelsen
eens proeven, dan zouden ze
na twee glazen al op hun kop
staan"! - yeel beter was. In het
begin vonden de Engelse gas
ten zijn tirades wel leuk en met
graagte gingen ze in op de
kwestie of Nederlands bier nu
beter was dan Engels. Engel
sen houden wel van gesprek
ken met mensen die een an
dere mening koesteren dan zij
zelf. Maar op de duur begon het
ze natuurlijk te vervelen.
Wat mijn collega maar niet
kon opbrengen was de erken
ning dat pok andere dranken of
gerechten (hij kankerde ook
voordurend over de Engelse
bereidingswijze van rundvlees)
dan zijn favoriete, op zichzelf
heel goed en zelfs lekker kon
den zijn. Wat bier heette moest
Brian BongkerBit het Amerikaanse Baltimore heeft er geen geheim van gemaakt dat hij graag
met Shirley Lawrence wilde trouwen. Hij schreeuwde het bij wijze van spreken van de daken door
een groot bord op te richten op de plek waar hij met haar had afgesproken.
naar pils smaken, anders was
het rotzooi.
„Begrijpen en aanpassen is
hCanadezen die bijna 35 jaar geleden -
3 het vrouwelijk deel van Nederland be-
F-rain of meer de show van de bevrijding
p, komen terug. Dezelfde Canadezen
verstaan.
«Eens gaan we terug", hebben duizenden
«•soldaten ontelbare keren gezegd, want
"logen indruk gemaakt hebben op onze
hrnalige meisjes; het omgekeerde was
toet geval: „De Canadezen hadden het
Wijk goed in Holland", schrijft een oud-
laat in een Canadese krant die ons dezer
^bereikte vla mevrouw R. Wartena uit
™die het knipsel weer kreeg van haar
th'w in Halifax.
toderlanders waren altijd graag be
am ons te helpen de Duitsers terug te
■^5
rijken in Goor.
infocentrum vindt u makettes
;ningen van alle woningen
m show van alle keuze-
jkheden Dagelijks open (oo
ig) van 10 tot 17 uur Ieder®
dag zelfs tot 21 uur
ns'
r Infocentrum,
/B Goor.
mm wheedwarsweg 14 0001
Tel 05470-4848.
slaan. Een fantastisch, trots en dapper
volk".
Leuk om te lezen in een Canadese krant
natuurlijk. Maar je houdt je hart vast als je
verder leest dat duizenden Canadese oud
soldaten volgend jaar Nederland willen ko
men. Zal die hernieuwde kennismaking niet
tegenvallen?
De Canadezen gaan logeren bij particu
liere gezinnen die hebben ingehaakt bij de
actie „Come and see us", het Nederlandse
antwoord op de Canadese actie „We do re
member". Een comité van die naam, be
staande uit oud-strijders heeft voor de Ca
nadese ex-soldaten voordelige reisvoor-
waarden weten te scheppen. De belangstel
ling is groot.
er niet bij", schrijft de heer B. uit
Tilburg, als mode-expert veel
vuldig op pad in hpt buitenland.
„Nederlanders gedragen zich
vaak zeer onbehouwen, pas
sen zich slecht aan en houden
totaal geen rekening met de
gevoelens van anderen. De
doorsnee-Nederlander schijnt
het ingebouwde fatsoen te
missen dat Fransen en Duit
sers wel hebben. Regelmatig
erger ik mij aan landgenoten
die restaurants binnenstappen,
gekleed in gerafelde spijker
broeken, soepjurken en sma
keloze combinaties die werke
lijk alle perken te buiten gaan.
Dan vinden ze het gek dat ze
niet of met tegenzin bediend
worden. Ze maken deining,
maar trekken met een nood-
vaart aan het kortste eind.
Nederlanders klagen over de
contactloosheid van de Fran
sen. Niet de taalbarrière is de
oorzaak want de Nederlanders
over wie ik het heb, spreken
meestal Frans. Wat ze niet be
grijpen is dat de Fransman zich
afzet tegen een sooirt „copine-
rie" die je hoogstens mag ver
wachten in een „Biergarten",
waar je op één avond honderd
„vrienden" maakt die je de vol
gende dag niet meer kennen.
Zulke oppervlakkige contacten
kent men in Nederland zeer
goed, maar in Frankrijk niet",
aldus de heer B.
In een kort briefje laat een
mevoruw uit Bavel weten dat ze
zowel goede als slechte erva
ringen heeft met Nederlanders
in de vreemde. „Ook wij heb
ben ons meerdere malen ge
schaamd", schrijft zij. „Som
mige Nederlanders plegen
zeer luid te spreken, meestal
over het weer of over geld".
Tot zover een aantal reacties
waarin de oorzaak van de af
keer van ontmoetingen met
Nederlanders vooral gezocht
wordt in „de anderen".
Interessant zijn echter ook
de reacties van mensen die bij
zichzelf proberen na te gaan
waarom zij liever geen Neder
landers ontmoeten. Daarover
een volgend keer.
De Nationale Reserve is nooit voor vol aangezien. Vanaf de oprichting (15 april 1948) is tTop dit
„schild van het eerste uur" neergekeken. De bedoeling was zo nobel: geen herhaling van de
verraderlijke Duitse inval van mei 1940. Directe aanleiding vormde de communistische overweldi
ging van Tsjecho-Slowakije in detente van 1948. Vlak daarvoor hadden „low-and-order"- landge
noten, verenigd in „Steunt Wettig Gezag", op de noodzaak van een vrijwilligersleger gewezen.
Toch liep de werving niet
synchroon met de angst voor
het „rode gevaar". Want een
jaar na oprichting telde het
hulpleger slechts 7000 man;
nog niet de helft van het streef
getal 16.000. Ook niet na de ra
dio-waarschuwing van mr.
Fockema-Andreae, toentertijd
staatssecretaris van oorlog,
voor een „mentaliteit van ge
zapige rust" liet herrjzend Ne
derland zich massaal in het
geweer roepen.
1957 achter dit advies. Alleen
de CPN was - uitaard - tegen.
Nog wist Staf zich geen raad.
Militair gezien bleef de Natio
nale Reserve steken op het sol
dateske niveau van „Daar ko
men de Schutters". Aan de an
dere kant keurde hij een ver
hoging van hun soldij goed:
van drie kwartjes naar twee
gulden en een kwartje per oe
fenavond. (Thans is de wedde:
3,20 voor een oefening kor
ter dan vijf uur, en 7,60 voor
een periode vijf tot vieren
twintig uur).
Het bleef kwakkelen. Zowel
met de sterkte als met de
geoefendheid. Veelzeggend
voor de versukkeling zijn de
tweeslachtige pogingen van
Oorlogsminister ir. C. Staf.
Eind 1955 dreigde de be
windsman met opheffing van
de Nationale Reserve als de
paraatheid niet werd opge
krikt van amper honderd oefe
nuren per jaar tot minstens 250
oefenuren. „Want een nog een
voudiger taak dan het bewa
ken van belangrijke objecten
heb ik echt niet", verzuchtte de
bewindsman. Op 4 april 1956
merkte het socialistisch ka
merlid de Dreu dan ook
schamper op: „De minister is
net een schrijver van een strip
verhaal, die de afloop niet
kent". Dat liet Staf zich niet
zeggen. Bijna een jaar later
deelde hij resoluut mede de
vrijwilligers naar huis te stu
ren. Maar op 10 mei 1957 (geen
toevallige datum) overhandig
de sergeant Van Donselaar
20.000 handtekeningen aan
minister Staf met het advies:
„Handen af van onze Reser
visten". Met de Hongaarse op
stand van eind 1956 nog vers in
het geheugen schaarde de
Tweede Kamer zich op 21 mei
Op 13 februari 1958, vlak
voor het tienjarig bestaan van
de Nationale Reserve, joeg mi
nister Staf de kogel door de
kerk: weg met de oude opzet,
lang leve de nieuwe Natreus
(afkorting voor Nationale Re
serve). De Natres werd gere
gionaliseerd door de te vormen
peletons uitsluitend binnen de
eigen regio te laten opereren.
Met de vrijwilligheid als basis
meende men zo een razendsnel
te mobiliseren legertje te heb
ben geformeerd. Maar met de
hooggeroemde vrijwilligheid
werd in die tijd stevig de hand
gelicht. Op voorlichtingsavon
den werd de burgerij voor de
keuze gesteld: of vrijwillig bij
de Natres of verplicht bij de BB
of de reserve-politie. Tot het
zilveren jubileum (15 april
1973) bleef de Natres buiten
schot. Niemand stoorde zich
openlijk aan de beneden peil
blijvende sterkte. Noch strui
kelde men over de gemiddelde
leeftijd van 40 jaar van de Na
tres. Op de vooravond van het
jubileum laaide er in de Twee
de Kamer wat twist op over het
voortbestaan van het hulple
gertje. De KVP cs gedoogde de
reservisten. De linkervleugel
wees met nadruk op het voor
deel van opheffing; een bespa
ring van 2,5 miljoen. Als
doekje voor het bloeden kreeg
de zilveren Natres eindelijk
een eigen vaandel.
Anno 1979 lijkt er geen vuil
tje meer aan de lucht. Want op
de wervingscampagnes heb
ben reeds 3000 landgenoten
gereageerd met een verzoek om
meer informatie. „Ik ben dan
ook aangenaam verrast", zegt
brigade-generaal J. Voskui,
plaatsvervangend Nationaal
Territoriaal Commandant, ge
kazerneerd in Gouda. De cam
pagne, die overigens over drie
jaar is uitgesmeerd, is nodig
om de sterkte op te voeren tot
4500, zijnde ruim honderd pe
letons. Generaal Voskuil re
kent tevens op een verjonging
van de Natres: „Hopelijk ko
men we dan los van ons daar-
komen-de Schutters-image".
Niet iedereen tussen de 19 en
55 jaar is welkom. Een mili
taire opleiding is gewenst. Bo
vendien wordt zoals gebruike
lijk je doopceel gelicht door de
Contra-Inlichtingen Dienst
(CXD). Over de motivatie wordt
de aspirant-vrijwilliger niet
doorgezaagd. „Je gaat er niet
bij als je een hekel hebt aan
militaire dienst", verzekert
generaal Voskuil. Vrijwilligers
verbinden zich voor vier jaar
aan de Natres. Tot slot: binnen
de NAVO neemt de Natres een
unieke plaats in. Afgezien dat
de meeste NAVO-partners het
zonder zo'n hulplegertje moe
ten doen, is de Natres de enige
militaire eenheid, 'die zonder
overleg vooral met het NAVO-
opperbevel kan worden opge
trommeld. Een N-telegram is
voldoende voor de mannen
achter het „schild van het eer
ste uur".
In de kantine na afloop van het „oorlogje spelen" heerst al gauw de sfeer van „ouwe-jongens
krentenbrood".
I "is verschijnt er een zonne-of ficier in de deuropening van
I waal van de Sectie Voorlichting, legerplaats Oirschot.
a"< Aben schiet in de houding en roept: „Mijne he
te" t?e' ^ac'1 de Bère..En schenkt dan schielijk een bakske
td R 'onc' 's de baas over dertien Natres-polotons on in
rabant. Drie daarvan, met de rugnummers 413, 418 en
l avond oorlog. Voordat de aanwezige pers naar het
j K'' de kolonel graag kwijt, dat de uitbundige gestarte
Sscampagne „iet aan Brabant is besteed. „Ach, ik zit maar
«t onder de sterkte. Ik moet 550 reservisten hebben. We
'iet al
laren met pakweg 487 man", snoeft hij minzaam.
i'.fi toe dat de Natres op leeftijd raakt. „We zitten ruim in
'Passers, Die ouder kern willen we langzaam maar zeker
Wel zo tactvol mogelijk. Want juist die ouderen zijn
toj en amper weg te branden". Over het fijne van het
L de zonne-officier zich in duisternis. Zijn reserve-
V Mirandolle leidt de strijd. Maar die zit al in het
"«M 51 West-Eindhoven".
iau't?1 omvat een vervallen nissenhut aan de rand van de
[hm.,, e„'Vanuit de nabijgelegen camping annex manege
|'ft n!pi'er De „vijand", het Eindhovense peloton 413,
(tjujp zii,n- Want die is zich aan het ingraven rondom de
lanp ÜS'eep k?mt gierend tot stilstand. Luitenant Miran-
„Komen ze haast", vraagt de cameraman, „anders heb ik straks
niet genoeg licht". „Ze" is peloton 420 uit Veldhoven, de club van
de nerveuze luit. Zijn jongens moeten de „vijand" bij de nissen-
hut opsporen en uitschakelen. „De vijand staat onder commando
van adjudant D. Schat, een baardige boom van een vent. Net als
zijn tegenstander Mirandolle werkt hij overdag bij Philips Eind
hoven. Beiden zijn bekeerde „ouwe stompen". De luit is al 18 jaar
bij de Nationale Reserve. IJeeft voor zijn nummer gediend als
sergeant bij de veldartillerie. En meldde zich in 1961 bij de
Natres, omdat hij niks voelde voor de verplichte BB. Ook de toen
nog heersende „koude oorlog" tussen Amerika en Rusland heeft
hem niet onberoerd gelaten.
grijs en vijftig, stapt uit. Salueert voor kolonel Lach en
itt v*<fert zich voor zijn escorte, de rondborstige Luva-
'Mdj11 ®®e'' Haar papa heeft zich met zijn peloton 418
(ets j"1 f60 °ude toren, verscholen in de bossen rond Mid-
lid'i e kolonel: „De Nationale Reserve wordt gemengd. In
bijreeds één reserviste. Zij had zich aangemeld omdat ze
!'efs aar man w"de zijn"- Luitenant Mirandolle probeert
lfaafrfen ontsPannen indruk te maken op de onverwacht,
llalu,e;!?Urna'isten' Vooral dd fotografen en het NOS-
a ten vol ongeduld op het uitbreken van de oorlog.
Adjudant Schat was beroepssergeant bij de Genie. „Men heeft
mij gevraagd", zegt hij trots. Dan neemt zijn tegenstander en
Philips-collega hem bij de moum en fluistert: „Mijn jongens
komen straks uit die bosrand Dat is spectaculairder voor de
televisie, snap je..." Zijn „vijand" grijnst: „Dan leg ik mijn bren-
schutter achter dat heuveltje. Zo'n knallende bren lijkt me ook
een mooie gezicht". Een ruiter in burger stuurt zijn bonkende
paard door de linie. Als horzels duiken de fotografen er op af.
Want zolang het nog licht is.... De oorlog laat lang op zich wach
ten. Luitenant Van Dijk staat gespannen uit te kijken. Vanavond
is hij toeschouwer. Zijn peloton woont in Helmond e.o. en hoett
pas in september op oefening. Overdag is Van Dijk administra
teur bij een klein bedrijf in Helmond. Ook hij heeft als dienst
plichtig wachtmeester gediend: „Ik kon kiezen tussen de BB of
vrijwillig bij de Nationale Reserve. Ik ben liever militair dan
EHBO'er", verduidelijkt hij zijn keuze. Luitenant-administra
teur Van Dijk ontpopt zich als een fanatieke reservist. Dat hij
opgeklommen is tot de rang van reserve-luitenant verbaasd me
niets. „Het „Je Maintiendrai" straalt van zijn uiterlijk: plooivrij
eerste grijd, waarop het „hijgrijzer" (MLV-speld) schittert. Bo
ven de borstzak een geelgroen gekleurd lintje met een 3 erop. Hij
heeft drie keer de Vierdaagse uitgelopen. Onder zijn baret gaat
gemillimeterd haar schuil.
„Allereerst staat de vergoeding van 3,20 in geen verhouding
met de inzet van de Natres. En verder deugt de campagne niet. Je
moet juist werven op de kazernes. En vooral bij die jongens, die
op punt van afzwaaien staan", moppert de luit luidkeels. En trekt
de aandacht van de „waakhonden" van de legervoorlichtings-
dienst. Nee, dan had hij de werving anders aangepakt. Gewoon
naar het stadhuis van Helmond stappen. Even aankloppen bij de
afdeling Militaire Zaken voor een kijkje in dè kaartenbak van
alle jongemannen van het bouwjaar 1948. „Zo heb ik 200 niets
vermoedende jongens aangeschreven. Dertig man hield ik er voor
de Natres aan over. Wat mij lukte, mocht helaas niet lukken bi]
mijn collega in Eindhoven. Daar weigerde men op het gemeente
huis de kaartenbakken te laten lichten". Een legervoorlichter
merkt verontwaardigd op: „Toch logisch.. De burger heeft nu
eenmaal recht op privacy". En neemt vervolgens mij terzijde voor
het verzoek hierover niets in de krant te vermelden. „Die luit was
wat te fanatiek. Hij had de officiële weg moeten bewandelen.
Namelijk via onze computeruitdraailijstten. Daarop staan ook
de namen van alle afzwaaiers". Voor de rest van de „oorlog" blijft
de voorlichter binnen hoor-afstand van de Helmondse luit. Ook
als hij later afgeeft op oud-defensie-minister Vredeling vanwege
diens uitlating, dat de Natres uit louter rechtse rakkers bestaat,
staart de voorlichter gekwetst over de nog altijd vredige heide.
De oorlog lijkt te naderen, want luitenant Mirandolle stopt zijn
tegenstander Schat tien donderslagen in de hand. „Wel allemaal
gebruiken als mijn jongens komen aanstormen", beveelt hij.
„Jaag ze maar gauw hierheen. We moeten ook nog een toren bij
Middelbeers bestormen", smeekt adjudant Schat. Opeens be
weegt de heide. In het schemerdonker rent peloton 420 op de
nissenhut af. Hun UZI's vlammen. De bren achtei de heuvel
braakt driftig. Niemand sneuvelt. Als men met hei en eikenioof
opgetuigde peloton 420 hijgend door het front struikelt,
schreeuwt adjudant Schat: „Staakt het vurèèn". Zijn bren-
schutter smeekt: „Zal ik nog eens een salvo geven voor het jour
naal...."
Iets voor middernacht ontaardt de bestorming van de toren in
de bossen bij Middelbeers in een „bloedbad". Een van de aan
vallende soldaten laat per ongeluk zijn UZI reutelen. Alle „om
trekkende bewegingen" ten spijt gaat peloton 420 door de ge
haktmolen. Terug in de kantine heerst al gauw de uitgelaten sfeer
van „ouwe-jongens-krentenbrood". Pilje voor en na. Aan de bar
stoot een beroepsmajoor me aan: „Mooi hè, dat soldaatje spelen".
HANS TOONEN