itaat centraal
Boer Loos is
Leerlingen Jansenius S.G.:
Derde Wereld en EG
hebben elkaar nodig"
„Terrorisme bedreiging
voor democratie in EG"
99
Optimisme over relatie
EG en Derde Wereld
getemperd na UNCTAD
FBIKVW'fHl
ntator
assenen
Extra-extra
Afzet
RAF
Energie
Derde Wereld
gelijker wil ma-
bijgeleverde foto-
irift vermeld dat
n vooraan niet
doch in functie
de moeilijkheden
haatsplank, de CI-
vakantiewerk en
part het nationaal
schap knikkeren,
ïerjournaal moet
ook leuk zijn om
ijken. Dat doet de
ig, alleen naar mijn
t te veel honden- en
nderjournaal wordt
rkdag uitgezonden,
en zondags dus
an: „Dan is het
mbod soms wat
maar het is vooral
de centen. Zodra je
sseldiensten gaat
verdubbelt het
ensen dat nodig is.
tijdens de school-
uitzendingen, weet
iet. Als we het niet
ebben we vrijwel
ezelfde presentator,
en enorm voordeel,
pt een band".
et ook zij en wat er
een kinderjournaal
rauwe, saaie vader-
'V-boel wat opfleu-
;al ongetwijfeld over
sieerd worden. In de
ers, op straat en in
en. Misschien wordt
naai de dag erna 's
herhaald. Dat kost
lïxtra en dan kan het
|ts besproken worden.
:man tenslotte: „We
>ns gerealiseerd dat,
het goed wordt
[te, veel volwassenen
van het kinderjour-
ïnen opsteken".
WEY1 KUIPERS
e kleuren, maar door zijn
\urig verblijf in Japan en
1er in de boeddhistische
ters waar hij mocht loge-
jn de schilderijen die hi] I
nu volstrekt Oosters
pireerd. Veel is in sumi-
iek geschilderd en onder
oeddhistische invloed,
we op rijstpapier schil-
hij ook op hout, waarbij
nerf van het hout in de
lering laat meespelen en
ibruiksvoorwerpen zoals
ommen, bamboe en kale-
■n. Richard Lethen had
mber 1978 veel succes met
■enmanstentoonstelling in
gemeentemuseum van
o.
zeer zelden voorkomende I
meden uit Osaka zijn lan-
jd in de westerse cultuur
rschat geweest. Op de
yonstelling vindt u pren-
lit zeer bekende seriesbij- I
beeld uit de 36 gezichten I
lount Fuji van Hokusai en I
)0 aanzichten van Edo van
shige.
R 46
- K-
(Van een onzer redacteuren)
BREDA - Vandaag het tweede deel van
de Europa-werkstukken die drie scholen
op uitnodiging van De Stem maakten. Ter
herinnering: het zijn het Gertrudislyceum
uit Roosendaal, het Mollerlyceum uit Ber
gen op Zoom en de Jansenius Scholenge
meenschap uit Hulst. Centraal staat de re
latie tussen Europa, de oude „imperialis
ten", en de arme landen, de oude koloniën.
Leerlingen van het Mollerlyceum zijn
gaan praten met de heer Loos, landbouwer
van beroep. Een logische keus eigenlijk,
want de landbouw is het enige gebied
waarop de EEG al redelijk wat bereikt
heeft, al dient gezegd te worden dat de re
sultaten van de „landbouwmarathons" zo
als de nachtelijke vergaderingen van de
landbouwministers wel genoemd worden,
nogal eens tot felle discussies geleid heb
ben.
handbouwmaatregelen in de EEG: in geval van erg lage prijzen moeten erg grote hoeveelheden
fruit worden doorgedraaid om de opbrengsten op een behoorlijk niveau te houden.
blij met EEG
Het Europees Parlement zal
het resultaat worden van de
grote inspanning om samen
werking op Europees vlak te
bereiken. Hierin hebben de
boeren ook hun aandeel gehad.
Reeds in 1957 werd in het ver
drag van Rome besloten een
gemeenschappelijk land
bouwbeleid te voeren. De sa
menwerking is steeds verder
uitgebreid.
Hoewel de voorlichting mi
nimaal is, en het landbouwbe
leid moeilijk te begrijpen, heb
ben we toch een boer opge
zocht die bereid was zijn me
ning aan ons erover voor te
leggen. Deze boer, de heer
Loos, was van plan te gaan
stemmen om de enige invloed,
die hij kan aanwenden, te laten
gelden. We bespraken met hem
de veranderingen die te ver
wachten zijn, die voor hem zo
wel voor- als nadelen met zich
meebrengen.
Hij vertelde ons dat de boe
ren sterk afhankelijk zijn van
export. In Nederland kunnen
zij goedkoop produceren door
veel nationale samenwerking:
b.v. in onze streken de N.C.B.
(Nederlandse Christelijke
Boerenbond). Dit is niet het
geval in Frankrijk en Italië, die
een duurder produktie-proces
hebben. De grote toevoer van
goedkope Nederlandse pro-
dukten naar het buitenland
wordt nu nog verhinderd door
de verschillende percentages
B.T.W. Als het Europees Par
lement meer invloed krijgt, zal
geprobeerd worden de per
centages over heel Europa ge
lijk te trekken.
Hierdoor kunnen de Neder
landse boeren hun goedkope
produkten makkelijker in het
buitenland afzetten, waardoor
hun inkomen zal stijgen. Maar
de buitenlandse boeren zijn
daar de dupe van, en zullen
ertegen protesteren. Het is nu
al enigszins te merken in de
acties an de Franse boeren te
gen onze varkensexport. Zo
blijkt dat niet iedereen streeft
naar een Verenigd Europa.
Ook de Franse wijn zal nu
met minder problemen uitge
voerd kunnen worden. Als de
Franse boeren zich nu toeleg
gen op het produceren van
wijn en de Nederlandse op
veeteelt, dan zou er minder
concurrentie zijn. Er zal dan
een situatie ontstaan zoals het
geval is in de grote mogendhe
den zoals de Verenigde Staten
en Rusland (kolchozen). Maar
van zulke idealen zijn we nog
ver verwijderd, omdat het
Europees Parlement ook nu na
de verkiezingen nog te weinig
macht heeft voor zulke radi
cale veranderingen.
De invloed van de overheid
op het landbouwbeleid zal
groter worden. De heer Loos
zag hierin het voordeel dat zij
de overschotten (b.v. zuivel)
beter zouden kunnen wegwer
ken. Dit kan bereikt worden
door b.v. het aantal stuks vee
per boer vast te leggen, waar
door de melk- en vleesproduk-
tie beter in de hand gehouden
kunnen worden. Als men te
veel produceert moet men een
boete betalen. Dit zien de
boeren als voordeel omdat de
produktie dan constant blijft
en er dus niet te veel schom
melingen in de prijzen zijn. Zij
zien graag een goede stabiele
prijs, waardoor zij ook in de
toekomst verzekerd kunnen
zijn van een goede prijs voor
hun produkten.
Daartegenover zal de vrij
heid van zijn vak steeds min
der worden. Hij kan niet meer
uitbreiden om daarmee zijn fi
nanciële moeilijkheden kwijt
te raken, die veroorzaakt wa
ren door prijsdalingen. Maar
die zal men niet meer kennen.
Uit ons gesprek met de heer
Loos bleek dat de landbouw in
ons land meer vooruitgang dan
achteruitgang zal ondervinden
in een Verenigd Europa.
H. VAN NDNATTEN,
J. LOOS VAN HET
MOLLERLYCEUM
„Niet alleen hebben de
ontwikkelingslanden ons
nodig, maar wij hebben ook
de ontwikkelingslanden no
dig. De welvaart van Europa
is broos. Zij hangt af van de
grondstoffen die wij kunnen
kopen in andere landen om ze
hier te bewerken tot pro
dukten die elders in de we
reld gevraagd worden. Voor
onszelf produceren volstaat
niet. Om zijn levensstan
daard te handhaven moet
Europa uitvoeren, maar dan
moeten aan de andere kant
klanten staan die geld heb
ben om de afgewerkte pro
dukten te kopen.
Dat schrijven Marie-Thé-
rèse Naessens en Lilian Menu
van de Jansenius S.G. uit
Hulst in hun werkstuk over
de relatie tussen de Europese
Gemeenschap en de Derde
Wereld. Zij zijn van mening
dat Europa meer dan welk
ander machtsblok dan ook
afhankelijk is van de import
van energie:
„De invoer uit de Derde
Wereld, op de eerste plaats
uit het nabije Oosten, verte
genwoordigt negentig pro
cent van het verbruik van de
Europese Gemeenschap. De
ingevoerde olie dekt zowat
de helft van de totale (Euro
pese) energiebehoeften. Hoe
Europa zich ook inspant om
alternatieve bronnen te ont
wikkelen, gedurende nog
tientallen jaren blijft olie de
hoeksteen van de energie
voorziening. Gezien hun af
hankelijkheid blijft de in
dustrielanden geen andere
keus over dan samen te wer
ken met de Derde Wereld.
Bekijkt men de afhankelijk
heid van Europa op het ge
bied van andere grondstof
fen, dan moet men een on
derscheid maken tussen voe
dingswaren en industriële
grondstoffen.
Van de ingevoerde voe
dingswaren betrekt de Ge
meenschap 46% uit de ont
wikkelingslanden. De tro
pische produkten (koffie,
thee, cacao, bananen) wor
den allemaal ingevoerd en
bijna uitsluitend uit de arme
landen. De Derde Wereld is
daarnaast ook de belang
rijkste uitvoerder van rub
ber, sisal, jute, tin, bauxiet,
katoen, mangaan en koper.
De twee leerlingen wijzen
erop dat de arme landen ook
een belangrijke functie
(kunnen) hebben als afzet
markt:
„Europa hangt niet alleen
voor een vitaal deel van ener-
-J!
Oliewinning in Saoedi-Arabië. De grondstof die de hoeksteen vormt van ons produktiesysteem en onze welvaart.
gie en grondstoffen af van de
Derde Wereld, het leeft ook
van de uitvoer naar die lan
den.
Het aandeel van de ont
wikkelingslanden in de uit
voer van de EEG is van 1973
tot 1977 opgelopen van 28,5
tot 37,6%.
De toename komt
in de eerste plaats voor reke
ning van de olielanden. In
drie jaar tijd is hun invoer uit
de EG verdrievoudigd. Van
de hele EG-uitvoer nemen ze
in 1977 zeventien procent
van de niet-olieproduceren-
de ontwikkelingslanden is
blijven schommelen rond
twintig procent". „De EEG
en de ontwikkelingslanden
hebben elkaar nodig, anders
kan de wereldeconomie in
elkaar storten.
De arme lan
den hebben ons hard nodig
maar wij kunnen ook niet
zonder hen", zo besluiten zij.
STERDAM Fodor. Keizersgracht; 9* I
eaankcpen 78(3 9epterrber). f
.FT TTC Tentoonstellingscentrum th. Ka-1
jg 4. Vuurtorens (overgenomen van R'jk5" I
jm Amsterdam); dagelijks 10-17 uur, te'
zon-feestdagen (6 sept
STERDAM; Print Gallery P.eter Brattrga
ngracht 628 Emmet Willams. 13 grafische j
ten. werkdagen 13-17 uur (20 juli).
ORN Westfries museum; Herman Gouwe i
oordeling in het zuiden en Mysteries md I
en draad (Noordhollandse doaken) Dage. I
0-17 uur en zondags 12-17 uur (7 juli-101
ERSDIJK (Nd Beveland): galerie 't Oud® I
iltje, de kunstschilders W Vaarzou Morel8' I
woensdag, vrijdag en zaterdag na 11 uur (2° I
Leerlingen van het Mollerly
ceum uit Bergen op Zoom gin
gen praten met Ed Nypels, lid
van de Tweede Kamer voor de
WD. Onderwerp: het terro
risme in Europa. In het werk
stuk, dat zij naar aanleiding
van dat gesprek maakten,
vermelden zij het volgende:
Het aantal terroristische
groeperingen in de wereld is
zeergroot: in 1978 telde men er
al 140, verdeeld over vijftig
landen. De bekendste organi
saties zijn de Rode Brigades uit
Italië, een extreem linkse club,
de Eta, zoals bekend de Bas-
kische afscheidingsbeweging
en de IRA, die aansluiting van
Noord-Ierland bij de Ierse re
publiek nastreeft. Ook in eigen
land kennen we problemen
met terroristische activiteiten.
Jonge fanatieke Zuidmoluk-
kers zijn niet te beroerd om
hun eisen (erkenning van een
vrije Zuidmolukse staat) met
gewelddadige acties kracht bij
te zetten.
Van een heel ander soort ex
tremisme is de RAF, die veel
internationaler te werk gaat
dan voornoemde groeperin
gen. Het werkstuk: „De RAF-
ideologie is opgebouwd uit on
derdelen van meerdere, hoofd
zakelijk communistische
theorieën van Marx tot Mao.
De RAF vindt dat West-
Duitsland naar de pijpen van
de Verenigde Staten danst. Dit
komt er volgens hen op neer,
dat West-Duitsland het optre
den van de VS in Vietnam
steunde en de Amerikaanse
imperialistische beleidsvoe-
nng t.o.v. de Derde Wereld
landen en de daarmee gepaard
gaande onderdrukking van die
landen steunde en zich daar-
/|/lom/L èWÈhlD MÈ- lS D£ VADBR
i P*
door daaraan medeschuldig
maakte. Alleen het gewapend
verzet kan aan zulk een on
recht een einde maken, aldus
de RAF De Rote Armee stuurt
het volgens de auteurs erop
aan om te komen tot een poli
tiestaat, zodat er voldo'ende
excuus is om een gewapende
strijd te kunnen voeren.
Bij de bestrijding van het
terrorisme mag een regering
nooit zwichten voor de eisen
van de kapers of gijzelaars,
vinden de schrijvers: „Het lijkt
ons dat je dan nieuwe acties
uitlokt."
Overigens vindt men wel,
dat de inlichtingendienst een
belangrijke taak kan hebben:
„De computers van de inlich
tingendienst in Duitsland zit
ten vol met dossiers van ver
dachte personen. Ook hiervan
zijn onschuldige burgers het
slachtoffer geworden. De po
litie moest echter zeer voor
zichtig zijn, omdat terrorisme
de democratie aantast. Overi
gens spelen de inlichtingen
diensten een kleine rol bij de
bestrijding van het terrorisme.
Het is maargoed, dat je niet het
gevoel hebt voortdurend ge
controleerd te worden. In de
niet-Westerse landen gebeurt
dat wel en daar hadden wij
vast geen kans gehad dit arti
kel te schrijven," zo menen de
leerlingen.
Aan het einde schrijven de
auteurs nog het volgende: „Na
dit alles zal u duidelijk gewor
den zijn dat wij tegen de idea
len van de terreurorganisaties
zijn. Ook wijzen wij het terro
risme af, omdat geweld geweld
oproept en omdat een wereld
vol geweld geen wereld is om
goed in te leven. Onze rechts
staat zal waarschijnlijk nooit
een einde kunnen maken aan
terrorisme, omdat daarvoor
een sterke politiemacht nodig
is, die net zoals in de commu
nistische staten, iedere burger
op kan pakken."
„We zullen dus moeten leren
leven met het terrorisme. We
kunnen alleen hopen dat het
niet nog monsterlijker wordt
dan het nu is. Ook kunnen we
proberen het terrorisme in te
perken door goede wetten en
een goede samenwerking. Het
nieuwe Europese parlement
zal daarvoor een kader moeten
scheppen."
Klas 4C 4 van het Gertrudis heeft zich be
ziggehouden met de programma's van de
politieke partijen die meededen aan de re
cente Europese verkiezingen. Optimisme
genoeg in deze groep: „Slechts een vol
doende sterk, verenigd Europa kan de vrij
heid en solidariteit, vrede en rechtvaardig
heid voor alle volkeren ter wereld bevor
deren.
Slechts een verenigd Europa kan een
doeltreffende bijdrage leveren aan de tot
standbrenging van een nieuwe wereldorde
die aan de vooruitgang en internationale
sociale rechtvaardigheid beantwoordt".
Toch even naar de school gebeld of er na
de UNCTAD nog steeds zo over die stellin
gen gedacht wordt. „Neen, ik geloof dat ze
daar wel wat op teruggekomen zijn", zegt
maatschappijleraar Meeuwisse. Vervol
gens komt er een zeer overzichtelijke sa
menvattingvan de partijprogramma's. Ge
zien de ruimte en het feit dat de politici niet
nagelaten hebben om ons over dit onder
werp uitvoerig voor te lichten, zullen we op
dit overigens goed leesbare stuk niet verder
ingaan.
In het werkstuk over energie in Europa
worden vrijwel uitputtelijk alle soorten
van energiebronnen besproken. Over de
energie-behoefte merkt men op: „De
reclame speelt hierin een belangrijke rol.
Via de reclame worden de mensen steeds
meer gestimuleerd om energieverbruiken-
de apparaten te kopen. Het gemak dient de
mens maar over een tijdje zitten we wel met
de brokken". Over de alternatieven voor
kernenergie wordt gezegd: „Men zal voor
Europa verschillende nieuwe energiebron
nen die zich aahdienen, naar hun bijdrage
tot de energievoorziening moeten beoor
delen en vervolgens nagaan op welke wijze
wij de verscheidene vormen van energie-
produkten ruimtelijk kunnen ordenen",
Centraal in de belangstelling staat ook de
relatie tussen de EEG en de Derde Wereld.
Ineen werkstuk wordt de ontwikkeling van
de kolonie tot Derde Wereldland beschre
ven. Men is gematigd over de ACP-over-
eenkomst, waardoor een groot aantal ont
wikkelingslanden voordelen krijgen. Soms
ligt de nadruk zelfs wel erg sterk op de
nadelen die Europa door deze overeen
komst zou krijgen. Positief is men over de
financiële hulp die de ACP-landen ontvan
gen: „Deze landen hebben die hard nodig
voor de verbetering van de economie en de
opbouw van het land. Of deze steun nu echt
wel zoveel helpt zullen we in de toekomst
kunnen zien want als het geld alleen bij de
grote bedrijven terecht komt heeft men er
weinig aan".
De voedselhulp heeft niet zoveel effect:
„Het is eigenlijk een druppel op de gloeien
de plaat. Europa moet zorgen dat de men
sen zelf hun voedselvoorziening kunnen
regelen".