Cor Winnips (KPC)
vaak treurig over
aanbod voor kleuters
m
y'W^^SSSEÊÊKÊÊÊÈ*' .JBSB
CuHuurarfa
en
JAAR VAN HET KIND 4: KLEUTERBOEK EN OPVOEDING
[Walter
de Bruyn verdichtte het leed om vaders dood
I latuur/iWeerstand lagen een
V ïfWi ogenblik".
vnj
uit
I fZr en Keumng voor
f 137 50 Majestueus stan-
hardwerk over het gebergte
der aarde met 600 illustratie.
,BKR-congres op zondag 27
ïu-
r^eSoek:wel een ver-
oek
Tijdschrift als een boek
Actualiteit Paul van Ostaijen
Nieuws van het Kulturele Front
De Franse Nederlanden 1979
Franz Liszt-kring opgericht
Boekenkraam doet boekje open
Eindredactie: Henk Egbers
totale energiever
en bij het autorijden
le auto slokt 60% Van
ale olieverbruik 0pi
voor verlichting en
tuur vergt „slechts"
s en stroom voor ko-
In de nog koude
rsmaanden van 1979
meeste (semi-) over-
stellingen nog aan het
:ren hóe duur het
>m de verwarming la-
laten branden. Want
apparatuur voor no-
ar wat de burger doet
chts te gissen. De auto
>g boven de honderd
le komende vakantie
'Igens gegevens uit
■per wagen meer dan
i kilometer extra
1 gestuurd. Minister-
nt Van Agt zal in
ber de balans opma
ts de vijf procent niet
is maar bijvoor-
én zal in september en
vijftien procent ex-
iten worden ingeteerd
ns energieverbruik,
g kan altijd nog", zei
donderdag 5 april,
pig heeft het er de
van dat regering en
and het moeten doen
ütiatieven-in-de-mar-
arvan een paar voor-
Sportfondsenbad
orn heeft zijn buiten-
19 mei dicht gehou-
cheelt 5500 kubieke
aardgas per week.
stadhuis van Rotter
andere gemeentelijke
Iwen in de stad krijgen
le beglazing. Kosten:
len miljoenen guldens,
rgie-ambtenaar H.
•s uit Stadskanaal
fde kleinere douchek-
1 in gemeentelijke
talen. Stook- water-
ik tot helft terugge-
ïet Limburgse Simpel-
;aan de lantaarns om
uur 's nachts in plaats
n half één uit.
ambtenaren in het
igse Leek gaan na een
elijk verzoek van de
neester fietsen
1 aantal winkels in
oorn dooft 's avonds de
leverlichting. Het zijn
lelden die de mentali-
runnen beïnvloeden,
er zijn er nog niet veel
e geven. De angst voor
ide huiskamer, voor de
dure benzine is nog
hter de horizon.
toch naar distribu-
Doetetarieven, naar
pzezondagenofnaar
als een extra ener-
lasting-naar-
;kracht
JAN HANEE
ZATERDAG 26 MEI 1979
Pompeji zien.
en te voorschijn, waaron-
at van de vrouw des hui-
ie prachtige gouden sie-
had gedragen. Rond een
ïeren wijnreservoir lag
chat aan zilveren bekers
ebruiksvoorwerpen, als-
een leren zak met gouden
_en, waarop afbeeldingen
le complete reeks keizers
:t Romeinse keizerrijk. De
:rs hebben hun kostbare
st naar Frankrijk ge-
keld waar ze werd aan-
;ht door baron Edmond
ithschild. Deze heeft haar
rhand afgestaan aan het
re. Al is het Museo Nazio-
in Napels deze vondst
elopen, toch zijn ook hier
an interessante voorwer-
uit Pompeji tentoonge-
In Pompeji zelf is boven-
ook nog een klein niu-
Verbluffend is de vei
ling gipsafgietsels. Bij he
e voor laagje af graven van
errein kwam men enkel
:n in de bodem tegen. Men
n op het idee hierin een
plossing te gieten. Nada
gestold was werd de om-
ig verder afgegraven-
t was de verrassing toe
ipsafgietsels overbleven
nensen en dieren, zoa z.
hebben gezien op he
ent dat ze verstikt en vei
>ns onder een aslaag °e-
rm werden. Hun stoffelijk
n zijn in de loop der een
vergaan, maar ze liete
holte achter die P*ecl
omtrekken had omslote
afgietsels tonen o.a- e
iver liggende J°"?
w, een paar dat elkaa
snood omstrengelt en e
laar gekrompen hond
ng uit de bek die aan
ng heeft gelegen. De
zat naderhand om de g e
■uk. -
igentienhonderd i
voorbij gegaan. P°
is herleeft in de v0
rin het ten onder is g
De wereld mag ta
een helpende hand
teken om te voorkom®
Pompeji opnieuw v
en dan voorgoed
PIET TUMM®®
hst
11 1 O
WrüTANDS Drama-serie in
fise schouwburg en Hot
nog: vanavond Sater
Stopen, op zondag 27
Centrum met Werk, -.8
1 m Globe met Zobdag; 29
KVS met Een avond in
T ier "n NVT met De
ra-ringen van de knotse prins
30 mei Area met Oedipoes.
t tIC Bral maakte in Roosen-
S (Oldway-Windmill) een
Nieuwe lp: de derde. Op 13 juh
verschijnt die plaat.
,BERGENb°ek va" A1*5®^
Baumgartner verscheen bi]
mei om 11 uur m de Rietveld
academie in Amsterdam, In-
leiders: Jan Delfgaauw Jenrne
I Mulder, Iris Gordijn, Paul de
Vries, Renze Hettema, Harry
Visser Bert Nijk, Otto Valk-
I aan. Hoe kan de BKR behou-
f den blijven, is de hamvraag.
mm
Het 32-ste Holland festival,
dat wordt gehouden van 1 tot
en met 23 juni heeft dit jaar
opnieuw minder programma's.
Het aantal plaatsen waar de
culturele manifestatie zich
afspeelt is eveneens geringer.
De verschillende programma's
worden echter gemiddeld va
ker gespeeld, zodat het publiek
gemakkelijker een keuze kan
maken, zo stelt de directie van
het Holland Festival.
Wat onze regio betreft: Mid
delburg heeft zich terecht de
laatste jaren een bescheiden
maar wel goede plaats ver
overd in dat festival. Breda
kan dat niet zeggen, al wordt
dit jaar weer eens gedeeld in de
geneugten van het feest. „Re
gionaal" zoutje het aandeel
kunnen noemen van de
Zeeuwse-Bredanaar Daan
Manneke, wiens oratorium Job
integraal prijkt op het pro
gramma van het slotconcert
van het festival in Den Haag,
dat tevens het openingsconcert
is van het internationaal
koorfestival.
Voor Middelburg staan ge
programmeerd de totaalthea-
terproduktie van Chaim Leva-
no. De andere teksten van Kurt
Schwitters (9 juni); Laura
Dean Dancers en Musicians uit
New Vork met minimal dances
(16 juni); Gerformance door
Takehashi Kosugi (Fluxus in
dertijd) en Friends gebaseerd
op muzikale improvisaties (21
juni) en de Amerikaanse cellist
Frances-Marie Uitti (9 juni). In
Breda is op 9 juni een beiaard.-
dag, waarop de beiaardiers Jo
van Eetvelde (Lokeren), Todd
Fair (Philadelphia) en Klaas
Kooimans (Amsterdam) spe
len, waarna forumbespreking
in De Beyerd. Andere plaatsen
in ons gebied komen op het
programma niet voor.
Het programma van het fes
tival is dit jaar aanzienlijk
duurder uitgevallen dan voor
gaande. Het bestuur en de di
rectie hebben op vele instellin
gen een beroep gedaan voor
ektra financiële steun. Holland
Festival heeft een~bedrag van
minstens een miljoen nodig om
de komende tijd door te ko
men. De directie, die de finan
ciële situatie niet rooskleurig
vindt, is bezig met het zoeken
naar steun van de zijde van het
bedrijfsleven. Er is reeds een
bescheiden begin gemaakt met
deze „culturele sponsoring",
waaraan volgens de directie in
de toekomst niet valt te ont
komen.
De openingsmanifestatie
vindt vrijdag 1 juni plaats in
het Luxortheater in Rotter
dam, met de première van de
eerste eigen Holland Festival
muziek-theaterproduktie. Te
vens zullen beiaardiers in
Rotterdam, Schiedam, Delft,
Dordrecht en Utrecht tegelij
kertijd een concert geven. Het
slotconcert, een massale sa
menzang, is op zaterdag 23 ju
ni in het Nederlands Congres
gebouw in Den Haag.
Vanwege de beperkte finan
ciële middelen zal de Neder
landse operastichting slechts
met één produktie, Wagner's
Tristan und Isolde, een bijdra
ge aan het Holland Festival le
veren. Het muziekprogramma
van de grote Nederlandse or
kesten beweegt zich voorna
melijk rond de oude muziek en
het repertoire uit de 20-ste
eeuw. Uit New York komen
drie dansgroepen en uit Lon
den één als aanvulling op het
optreden van het Nationaal
Ballet en het Nederlands
Danstheater. De niet-westerse
danskunst, die een vaste plaats
in het festival heeft gekregen,
wordt uitgevoerd door groepen
uit Mali, Madagascar en Nige-
Het grootste gedeelte van het
festival speelt zich af in Am
sterdam, waar ruim honderd
voorstellingen worden gege
ven. Daarna volgen Den Haag
(56), Rotterdam (43) en Utrecht
(23). Andere steden, waar ma
nifestaties plaats vinden, zijn
Maastricht, Nijmegen, Eind
hoven, Haarlem, Groningen,
Arnhem, Middelburg, Breda,
Emmen, Hilversum en Tiel.
Verdere informatie:
020-722245/723320 of
070-558700.
as
-
1 J»*.::Jif l.
MS
.f* W
tVoorlezen aan kinderen is méér dan zoethcruden.
„Een boek speelt uiteindelijk toch maar een kleine rol in het
I spel van de opvoeding. Het is maar één factor daaruit. Het gaat er
lom wat je als opvoeder met een boek doet; als je dat goed doet kan
I zo'n boek wel héél belangrijk worden. Boeken zijn voor kinderen
I san onschatbare waarde, het feit dat je een boodschap, een stel
I ideeën van iemand kunt doorgeven aan jonge kinderen is toch
iets unieks".
Liefdevol praat Co Winnips (52) over de functie van jeugdboe-
I ken. Hij maakt voor het KPC (Katholiek Pedagogisch Centrum)
I in Den Bosch (samen met B. Groenhagen) ieder jaar een selectie
Ivan boeken voor de allerjongste kinderen. Die selectie wordt
I gebruikt in het katholieke kleuter- en basisonderwijs, bibliothe-
I ken en wijkcentra in den lande. Met die boekenselectie hoopt hij
I iets te doen aan boekpromoting. „Je maakt mensen attent op wat
1 er zoal te koop is en hoopt door de presentatie van die selectie
I mensen in het onderwijs op het spoor te zetten van een actief
I gebruik van het boek".
We praten over de inhoudelijke kant van het kinderboek. In
I hoeverremag een kinderboek een vooringenomen standpunt uit-
n, en wordt een kind met zo'n boek niet in een richting
geduwd, zijn vragen die ik aan Winnips voorleg.
„Het woord booschap klinkt natuurlijk vreselijk negatief,
I maar dat heeft niets met indoctrineren te maken. Als je de Kuifje-
I boeken bekijkt waarin negers nooit normaal Nederlands spre
uken, dan zit daar een vooroordeel in. Het wordt pas kwalijk als je
I alsopvoeder niet de andere kant van het verhaal verteltbijvoor-
I beeld over dat Surinaamse meisje dat bij je in de klas zit, waar je
I toch goed mee overweg kunt", zegt Winnips.
1 Met de selectie van kleuterboeken („ik spreek liever van pren-
I tenboeken, want dat zijn het bijna allemaal") komt Winnips
I nogal wat verschil in de kleuterlectuur tegen. Uit de ongeveer
I nonderd prentenboeken die jaarlijks op de markt verschijnen
I pikt hij er zo'n tachtig uit, die in de selectie terecht komen. De
I rest wordt terzijde geschoven omdat het niet aan de norm vol-
I doet. Winnips legt uit dat die norm vooral in zo praktisch moge-
I b]ke zaken wordt gezocht. „De realiteitswaarde is een ding. als je
met zwaar verouderde voorstellingen komt moet je daar vraagte-
I tens bij plaatsen. Als ik verder een boek tegen kom dat over een
I onderwerp gaat dat al honderd keer net zo goed behandeld is leg
1 -k het opzij. En ook: is er in dat geval een nieuwe beleving
I d'if 6n ^oe staat bet met de illustraties Het boek wordt
I didactisch onhanteerbaar als er te weinig plaatjes in staan. En de
slotvraag: slaan de illustraties wel op de tekst",
feze min of meer praktische criteria laten natuurlijk ook vra-
Sfflopen Moet alles nu wel zo realistisch zijn in een boek, mag
I ?,,™d niet wegdromen
I '1!niPs: »Dat wegdromen is prima maar ik kom vaak in
II gdiectuur tegen dat schrijvers op hol slaan in de meest fantas
tische beelden om de aandacht van de kinderen vast te houden.
Ook wordt er nogal eens met gevoelig liggende zaken op een
onechte manier omgesprongen. Als er in een kinderboek over een
echtscheiding wordt gesproken is dat naar mijn smaak heel juist.
Kinderen ontmoeten die zaken ook, maar ik ken geen boek
waarin te lezen valt hoe kinderen zelf dat specifieke probleem
verwerken. Ik denk dat die schrijvers het er zelf veel te moeilijk
mee hebben. Is dat zo dan moet je het maar weglaten, anders
wordt het zo onecht".
Winnips hanteert naast de eerder genoemde praktische nor
men bij de beoordeling het een boek ook duidelijk inhoudelijke
maatstaven. Als de boodschap in een boek te nadrukkelijk ge
steld is moet je goed uitkijken wat je met het werkje doet. „Bou-
man heeft twee boeken over vervuiling gemaakt, heel aardig
onderwerp, maar als je ziet welke onvoorstelbare hoeveelheden
troep er in zijn boeken voorkomen is dat overdreven. Daar heb ik
het wel moeilijk mee, hoewel die boeken wel in mijn selectie
komen".
„Het gaat er dan alleen maar om wat de kleuterleidster met dat
boek doet. Leest ze het alleen maar voor, of maakt ze een projekt
over de natuur waarin ze dat boek past. In het tweede geval zeg
ik: oké".
Over het inhoudelijke aspect van de selectie waarmee Winnips
bezig is valt meer te zeggen. Hij is werkzaam bij het KPC, een
advies- en ideeënbank voor het katholieke onderwijs, dat als
emancipatie-instrument vanuit de vakbeweging (NKV) na de
Tweede Wereldoorlog is opgezet. Het levensbeschouwelijke ele
ment dat aan het KPC derhalve kleeft blijkt niet direct meer
aantoonbaar. Winnips: „Ik denk wel <Jat ik als christen doe wat ik
belangrijk vindt. Je komt dan uit op het respect voor het leven
van de ander, maar of dat specifiek christelijk is betwijfel ik. Als
ik de keuze voor een boek moest laten vallen op een bijbelverhaal
voor kinderen of een profanere bewerking van eenzelfde verhaal
zou ik wel voor het tweede kiezen".
Moeilijk te verteren kleuterboeken komt Winnips zelden tegen.
Het maatschappelijke engagement van de schrijvers is nogal
zacht. Het uit zich meer in algemene meningen als respect voor de
ander, samen sterk en lichte kritiek op misstanden als milieuver
ontreiniging en armoede in de Derde Wereld, en hier en daar valt
een wat nostalgische toon. De heftig moraliserende boekjes die
de jeugd tot voor twintig jaar nog in groten getale kreeg voorge
schoteld zijn verdwenen. De twijfel aan goed en kwaad heeft ook
de kleuter- en kinderboekenschrijvers aangevreten.
Winnips: „Wat zeker blijft is dat kinderen spannende verhalen
willen. Dat het daarbij af en toe nogal cru wordt vind ik geen
bezwaar. Ik heb nog nooit gehoord dat kinderen slapeloze nach
ten gehad hebben van een spannend boek. Van een kleuterleid
ster weet ik dat ze eens een boek met monsters voorgelezen had.
Daarna mochten de kinderen zich als monsters verkleden. Dat is
de manier om zo'n boek levend te maken en eventuele angsten
weg te nemen".
Winnips kan vaak treurig worden van het aanbod van kleuter
boeken op de markt. „Die markt loop heel slecht omdat ouders,
maar vaak ook scholen, vinden dat de boekjes te duur zijn". Maar
ook de uitgevers treft blaam: „Zeventig percent van wat hier
verschijnt komt uit het buitenland en dan vooral uit Duitsland,
Oostenrijk en de Scandinavische landen. Veel van die boeken zijn
internationale coöproducties omdat een kleuterboek zeer kost
baar is. Om zo'nproduktdanin alle landen, waar het verschijnen
gaat te laten slagen, moet je de illustraties losmaken van het land
waar het geschreven is. Een Franse politieagent wordt niet als
zodanig in Nederland herkent. Dus met je een algemeen herken
bare politieagent maken. Dat beeld werkt in alles door, waardoor
veel van de boekjes enorm aan kracht inboeten. Die uitgever kijkt
dan alleen nog maar naar de haalbaarheid van de uitgave, zonder
zich ook maar een moment te bekommeren om de hanteerbaar
heid van dat werkje. En omdat die coöprodukties het goed doen
wordt de binnenlandse vraag naar schrijvers en illustrators van
kinderboeken de nek omgedraaid. Die mensen zijn er wel, maar
ze komen niet aan de bak. Aan kinderboekenschrijvers hebben
we hier geen gebrek, maar het aantal auteurs van kleuterboeken
is zeer klein.
Winnips zit namens het KPC in de integratiecommissie voor
kleuter- en basisonderwijs, en ook vanuit die achtergrond maakt
hij zich wel eens kwaad over het kunstmatige verschil wat er
bestaat tussen kleuter- en kinderboeken. „Waar moet je van het
een op het ander overschakelen. Ik weet gewoon dat je kleuter
boeken in de eerste klas van de lagere school uitstekend als
leesboeken kan gebruiken. Dat gebeurt nog veel te weinig, terwijl
je de kinderen op die manier een goede overgang van kleuter naar
basisonderwijs zou kunnen bieden. Kinderen beginnen pas in de
loop van de lagere school naar meer realistische voorstellingen te
vragen. De roep om bet fantastische neemt dan af, maar die
overgang vindt niet van de ene op de andere dag plaats. Je zou
kinderen van de eeTste klas lagere school nog wat moeten laten
ronddarren in de fantasiewereld van de kleuterschool, met als
enig verschil dat ze de verhalen die ze al eens gehoord hebben
opnieuw beleven door ze zelf te lezen".
PIETER EGGEN
Met de dood weten we nog
Ireds geen goede raad; zeker
I; nu raeeste mensen er
cm nWt' zoals onze v°°rou-
I «soiwoorwaanjeiijk in ge-
I Mij. an °ver kunnen geven.
iispM M <^reiët me dezer
tó rm nt®l'PPen' Het is als-
Lordt j60Ist de navelstreng
doorgesneden. Ik voel
voor Noord Limburg, in zijn
dagelijks praktijk van kunst
beschouwer, steun heeft ge
vonden bij beelden die de
schilderijen van enkele grote
meesters op kunnen roepen. Er
zijn momenten tussen leven en
IftEBRrvv St0nd HALTER
|«2 ,Nmachteloosblihet
lantwttan ZI)n vader
l(s» eeuu, dat is niet:
Van ziin j atste woorden
_JTER nrge^htenreeks PIE-
DErt m„v °0CH SCHIL-
■IVOESTni VADER IN DE
SW 'ln b°ekvorm uit-
door uitgeverij Corrie
n Pevpowf1111 Pr°keert hij
I vader met de dood van
tJenezend uit te zeg-
l'eie ander het en ik denk
I'm te i, 0" ook- Geen boek
lleiiin !nJee,nkunstredacteur
I ^achter Ho ^J'.om de teksten
P6 omslat, ®eldende titel op
l^ogele?U>an W
^JPelijk dat lS wel be"
I s facteur u r de Bru7n-
van het Dagblad
Walter de Bruyn
dood dat, wat voor „gewone
taal" doorgaat, nauwelijks nog
functioneert. „Woorden/ wa
ren toch al moeilijk/ nooit be
grepen/ altijd fout/ spreken is
geen zilver/ maar ontwrichten/
zwijgen is geen goud/ maar
wildgroei/ van kankerende/
weefsels rond het hart",
schrijft hij.
De bedenker van het Hol
landse binnen huisje op het
doel, Pieter de Hooch - tijdge
noot van die andere Delftenaar
Johannes Vermeer - stond
Walter de Bruyn voor ogen
toen hij worstelde met de beel
den van zijn stervende vader.
Bij hem kan je je veilig voelen;
de schijnbaar goedmoedige
rust straalt van zijn schilderij
en. Het land waar het leven
goed is. Onverstoorbaar geluk
lijkt zijn kamers, keukens en
binneplaatsjes te beheersen.
„Leve Pieter De Hooch/ zijn
binnen huisjes/ zijn de hemel/
er gaat geen tijd/ daaraan
voorbij/ mijn vader/ zit er stil
te peinzen/ al eeuwen/ dat is
mijn geheim".
Maar ideaalbeelden worden
verstoord wensdromen wor
den ondergraven door een rea
liteit, die we liever uit de weg
gaan. Ik denk dat óók daarom
de meeste mensen de idyllische
taferelen van De Hooch
„mooier" vinden dan de vaak
wat weerzinwekkende beelden
van een hedendaags kunste
naar als Francis Bacon. Zijn
schoonheid aanvretende de
formaties waardeer je alleen
maar als alles je goed gaat in
het leven; als je vader niet op
sterven ligt. Met de dichter zul
je de verstoring die zijn doeken
teweeg brengen in een Pieter
De Hooch-gevoel onderken
nen: „Maar onraad/ dient zich
aan/ Francis Bacon/ verstoort
de ruimte vormen worden
vreemd/ mensen vloeien weg/
en ik vlucht/ de zonverlichte
tuin in/ achter mij/ stort het
huis ineen/ balken en tegels/
büjken schijn".
Óp een plastische manier
noteert hij in korte zinnen, als
ademstoten van een stervende
of een door angst benauwd
mens, de gebeurtenissen in de
ziekenhuiskamer. „De land
kaarten van zijn leven/ vlakt
grenzen uit/ veroorzaakt niets/
dan onherkenbaar land". Maar
herinneringsbeelden dringen
zich op: vader werkend in de
tuin. Het verleden wordt tijd
loos. Pieter de Hooch kijkt over
zijn schouder mee en begint
zelfs te schilderen aan dit vre
dige tafereel; een kolfje naar
zijn hand. „Maar wind steekt
op/ zand waait op het palet/
verf klontert en verhardt/ ge
zichten blijven leeg". Het
wordt een boze droom. De
groene moestuin wordt een
woestijn. Zijn dromen wel be
drog?
De beelden uit de tijd, zo
schrijft hij elders, dat zijn va
der hem nog voorlas uit de lij
vige boeken van „sir James
Jeans, spatten uiteen. De wer
kelijke vader-zoon relatie
komt in deze gedichten niet tot
uitdrukking. Toch voel je het
zelfde als wat ik eerder noem
de het doorsnijden van de na
velstreng bij een stervende
moeder. De zoon die lijfelijk
afstand moet doen van zijn va
der, ontdekt dat hij het voor
taan alléén moet doen; hetgeen
een schockerende ervaring kan
zijn. En die is niet erg aan leef
tijd gebonden.
Je wilt daar niet aan Je
probeert je vader in geïdeali-
seerede beelden - hier via de
taferelen van Pieter de Hooch-
vast te houden. Maar Bacon
haalt er de absurde kwast
overheen. Walter; „Francis
Bacon/ opent mijn schedel/
Pieter de Hooch/ werpt een
blik/ naar binnen:/ twee inte
rieurs/ ziet hij/ gescheiden/
door niemandsland". Zoals de
absurditeit van een Bacon kan
leiden tot een nieuwe esthe
tiek, zo biedt dat niemands
land-zonder vader - doorheen
de pijn nieuwe ruimte. Op dat
punt aangekomen eindigt zijn
gedicht met de woorden:
„want wat hij leek/ dat is hij
niet:/ een eeuwigdurend
ogenblik". Toch; denk ik. Het
beeld - met zijn invloed- van
een goede (of slechte) vader
raak je nooit meer kwijt; zelfs
niet in het niemandsland.
Walter de Bruyn heeft geko
zen voor het noteren van zijn
gevoelens in een soort ritmisch
proza (parlando poëzie). Soms
dacht ik bij het lezen: ik zou
willen dat hij een novelle ge
schreven had over deze ge
beurtenis in zijn leven. Mis
schien komt deze gedachte
voort uit mijn behoefte om te
praten over dood en leven, ge
loof en ongeloof, vader-zoon
relatie, tijd en eeuwigheid et
cetera. Deze problemen liggen
nu verborgen onder de huid
van deze gedichten, onder de
beeldende taal van dit „schil
derij". Noch De Hooch, noch
Bacon schilderde het, maar
Walter de Bruyn, met angst en
twijfel. Daarom is het een
menselijk zelfportret, waarin
ongetwijfeld velen zich zullen
herkennen.
HENK EGBERS
AAAAH.ook nummer 9 van het tijdschrift in boekvorm
RASTER is weer schitterend en diepzinnig. Dat staat op de flap.
Voor 21.50 krijg jein de boekhahdel de 160 pagina's om jezelf
daarvan te overtuigen. Het eerste deel bestaat vooral uit vertaal
werk. Genet's stuk over Giacometti met onder anderen de uit
spraak „Giacometti werkt niet voor zijn tijdgenoten, nog voor de
komende generaties: hij maakt standbeelden die uiteindelijk de
doden in verrukking brengen". Verder prozafragmenten van
Ferron, Breetenbach (uit binnenkort te verschijnen boek), Bar-
thelme (brief aan een zielknijper: „zetelt de hoop in de psycho
analyse, of veeleer in de piano?") en Per Olof Sundman. De essays
in het tweede deel openen met een stuk van Hella Haasse over
Vrouwenliteratuur in de loop der tijden. Anthony Mertens stelde
een Panoptikum samen uit de literaire journalistiek met zijn
voorkeur voor de gekwelde schrijver. Cyrill Offermans neemt
vaar aanleiding van Verdaasdonks artikelen in De Revisor de
litaratuurwetenschap de korrel: „Hier is sprake van partijdig
heid die elke evidentie mist". De Winter, Vogelaar en Bernlef
reageren persoonlijk op Hanke's boek „De last van de wereld" en
Hamelink noemt de Nederlandse poëziekritiek een drogbeeld.
Gaat dat zien, gaat dat zien!
„Het lijkt een groteske van Van Ostaijen over een man die,
naarmate hij méér begraven werd, méér tot leven kwam", aldus
Gerrit Borgers ter inleiding van het Paul van Ostaijen-nummer
van het tijdschrift BZZLLETIN (nummer 66 - 17,50). Zelfs na
zijn derde graf zal Van Ostaijen niet gedacht hebben dat bij na
zijn dood zoveel belangstelling zou krijgen. Dit nummer van 166
pagina's is bijna uitputtend. Voor wie het nog niet mocht weten
vertelt Borgers nog eens wie die Vlaamse dichter met een vader
uit Steenbergen was. Verder zijn er eerder verschenen, en dik
wijls moeilijk nog te acbterhaalbare, bijdragen bijeengebracht
van onder anderen: Paul Joostens, Jozef Muls, Frans Coenen, H.
Marsman, JJ Overstegen, Albert Helman; terwijl nieuwe artike
len werden geschreven door onder meer W.F. Hermans, Wiel
Kusters, Paul Harderman, G. Kazemier, Peter Berger, Paul de
Vree en Brandt Corstius. Alie Blokhuis betoogt in „De fatasma-
tische wereld van Paul van Ostaijen", dat zijn kunstopvatting
geen samenraapsel van bestaande theorieën was. Voor de moder
ne literatuurwetenschap wint de poëtica van Van Ostaijen aan
actualiteit, meent Anne Marie Misschoot in „Het modernisme
van Ostaijen in het Licht van de Literatuurwetenschap". Kort
om: er is nog nauwelijks ander Licht te bedenken dan wat in dit
nummer op Van Ostaijen geworpen is. Voor wat specialistische
interesse.
Dat cultuur/kunst geen vrijblijvende zaak is, maar politiek
engagement veronderstelt, wordt de laatste tien jaar door steeds
meer theatergroepen in praktijk gebracht. „Strijdcultuur: kunst
die niet afleidt, maar bewust maakt, oproept voor socialisme en
feminisme", zo staat gedrukt op de achterzijde van het eerste
nummer van een nieuw tijdschrift dat KULTUREEL FRONT-
NIEUWS heet. In dit eerste nummer wodt een overzichtgegeven
van produkties van alle politieke toneel-, film- en muziekgroe
pen, aangesloten bij het Kultureel Front. Het blad is bedoeld voor
vormingscentra, club- en buurthuizen, open jongerencentra,
scholen, vakbond, vrouwenorganisaties, werklozencomitees et
cetera. Wie er meer over wil weten:
Een gebied in Noord Frankrijk - globaal gesproken rond Rijsel
- wordt door velen gezien als onderdeel van het Nederlandstalige
cultuurgebied. Voor de vierde keer heeft de stichting Ons Erfdeel
daarover nu een jaarboek uitgegeven, dat zoals gebruikelijk
dubbeltalig (Frans/Nederlands) is ssamamengesteld. Het bevat
weer een vijtiental wetenschappelijke artikelen over het cultu
reel, sociaal en maatschappelijk leven in de Franse Nederlanden.
Zo schrijft bijvoorbeeld prof. dr. Herman Balthazar over de
„Betrekkingen tussen het socialisme in Vlaanderen en Noord-
Frankrijk". In het artikel „Le mouvement ultamontain septen
trional au XIX siecle" van de Rijselse Yves-Marie Hilaire in de
grensgebieden. We treffen verder bijdragen aan over de beeld
houwkunst der middeleeuwen in Noord-Frankrijk; de wissel
werking tussen Germaans en Romaans; de houding van de
Franse veiligheidsdiensten tegenover het regionalisme in de
Franse Nederlanden. Het boekwerk van 256 pagina's, waarop wij
nader hopen terug te komen, kost 40,-(postrek. 108.41.98, Ons
Erfdeel, Rijvoortshoef 265, Raamsdonksveer).
De hang naar Romantiek in onze dagen kan weer gevoed wor
den uit een herwaardering voor de romantische virtuoos Liszt,
want een aantal Nederlandse musici en muziekliefhebbers heeft
een kring opgericht. Die kring vindt dat Liszt veel te weinig
aandacht krijgt, terwijl elders in de wereld overal sprake is van
een Liszt-renaissance. De Liszt-kringstichting wil in Nederland
Liszt gaan progapageren door middel van conserten, studie-op-
drachten, tentoonstellingen, grammofoonplaten uitbrengen,
heruitgeven van partituren, een Liszt-nieuwsbulletin, een Liszt-
tijdschrift etcetera. Het bestuur wordt gevormd door Ton
Creyghton, voorzitter; Ad de Roy, secretaris, Toos Onderden
wijngaard, Sas Bunge, Koos Groen, Max Halensleben, Luc van
Hasselt en Mynko Geerink-Bakker. Inlichtingen bij de secreta
ris, Mgr. van de Weteringstraat 29, Utrecht (030-310888).
Het tijdschrift „De Boekenkraam" is een uitgave van de stich
ting Boekwinkel op school: die stichting waarover onlangs op
deze pagina werd geschreven en waarvan de onbekendheid in
onze regio geconstateerd werd. Dit blad is het eerste puur infor
matieve blad in Nederland over kinder- en jeugdboeken. In deze
eerste Boekenkraam - die drie keer per jaar zal verschijnen -
wordt onder meer informatie gegeven over deze niet op winstbe
jag beluste onderneming. En dat maak je tegenwoordig nog zel
den mee. Vaste rubrieken zijn: Veldwerk; Ik vind; Kijk es hier
en boekbesprekingen. Wilt u er meer over weten: Jojanneke
Claassen, Pieter Pauwstraat 10, Amsterdam (020-231902).