Cor Winnips (KPC) vaak treurig over aanbod voor kleuters m y'W^^SSSEÊÊKÊÊÊÈ*' .JBSB CuHuurarfa en JAAR VAN HET KIND 4: KLEUTERBOEK EN OPVOEDING [Walter de Bruyn verdichtte het leed om vaders dood I latuur/iWeerstand lagen een V ïfWi ogenblik". vnj uit I fZr en Keumng voor f 137 50 Majestueus stan- hardwerk over het gebergte der aarde met 600 illustratie. ,BKR-congres op zondag 27 ïu- r^eSoek:wel een ver- oek Tijdschrift als een boek Actualiteit Paul van Ostaijen Nieuws van het Kulturele Front De Franse Nederlanden 1979 Franz Liszt-kring opgericht Boekenkraam doet boekje open Eindredactie: Henk Egbers totale energiever en bij het autorijden le auto slokt 60% Van ale olieverbruik 0pi voor verlichting en tuur vergt „slechts" s en stroom voor ko- In de nog koude rsmaanden van 1979 meeste (semi-) over- stellingen nog aan het :ren hóe duur het >m de verwarming la- laten branden. Want apparatuur voor no- ar wat de burger doet chts te gissen. De auto >g boven de honderd le komende vakantie 'Igens gegevens uit ■per wagen meer dan i kilometer extra 1 gestuurd. Minister- nt Van Agt zal in ber de balans opma ts de vijf procent niet is maar bijvoor- én zal in september en vijftien procent ex- iten worden ingeteerd ns energieverbruik, g kan altijd nog", zei donderdag 5 april, pig heeft het er de van dat regering en and het moeten doen ütiatieven-in-de-mar- arvan een paar voor- Sportfondsenbad orn heeft zijn buiten- 19 mei dicht gehou- cheelt 5500 kubieke aardgas per week. stadhuis van Rotter andere gemeentelijke Iwen in de stad krijgen le beglazing. Kosten: len miljoenen guldens, rgie-ambtenaar H. •s uit Stadskanaal fde kleinere douchek- 1 in gemeentelijke talen. Stook- water- ik tot helft terugge- ïet Limburgse Simpel- ;aan de lantaarns om uur 's nachts in plaats n half één uit. ambtenaren in het igse Leek gaan na een elijk verzoek van de neester fietsen 1 aantal winkels in oorn dooft 's avonds de leverlichting. Het zijn lelden die de mentali- runnen beïnvloeden, er zijn er nog niet veel e geven. De angst voor ide huiskamer, voor de dure benzine is nog hter de horizon. toch naar distribu- Doetetarieven, naar pzezondagenofnaar als een extra ener- lasting-naar- ;kracht JAN HANEE ZATERDAG 26 MEI 1979 Pompeji zien. en te voorschijn, waaron- at van de vrouw des hui- ie prachtige gouden sie- had gedragen. Rond een ïeren wijnreservoir lag chat aan zilveren bekers ebruiksvoorwerpen, als- een leren zak met gouden _en, waarop afbeeldingen le complete reeks keizers :t Romeinse keizerrijk. De :rs hebben hun kostbare st naar Frankrijk ge- keld waar ze werd aan- ;ht door baron Edmond ithschild. Deze heeft haar rhand afgestaan aan het re. Al is het Museo Nazio- in Napels deze vondst elopen, toch zijn ook hier an interessante voorwer- uit Pompeji tentoonge- In Pompeji zelf is boven- ook nog een klein niu- Verbluffend is de vei ling gipsafgietsels. Bij he e voor laagje af graven van errein kwam men enkel :n in de bodem tegen. Men n op het idee hierin een plossing te gieten. Nada gestold was werd de om- ig verder afgegraven- t was de verrassing toe ipsafgietsels overbleven nensen en dieren, zoa z. hebben gezien op he ent dat ze verstikt en vei >ns onder een aslaag °e- rm werden. Hun stoffelijk n zijn in de loop der een vergaan, maar ze liete holte achter die P*ecl omtrekken had omslote afgietsels tonen o.a- e iver liggende J°"? w, een paar dat elkaa snood omstrengelt en e laar gekrompen hond ng uit de bek die aan ng heeft gelegen. De zat naderhand om de g e ■uk. - igentienhonderd i voorbij gegaan. P° is herleeft in de v0 rin het ten onder is g De wereld mag ta een helpende hand teken om te voorkom® Pompeji opnieuw v en dan voorgoed PIET TUMM®® hst 11 1 O WrüTANDS Drama-serie in fise schouwburg en Hot nog: vanavond Sater Stopen, op zondag 27 Centrum met Werk, -.8 1 m Globe met Zobdag; 29 KVS met Een avond in T ier "n NVT met De ra-ringen van de knotse prins 30 mei Area met Oedipoes. t tIC Bral maakte in Roosen- S (Oldway-Windmill) een Nieuwe lp: de derde. Op 13 juh verschijnt die plaat. ,BERGENb°ek va" A1*5®^ Baumgartner verscheen bi] mei om 11 uur m de Rietveld academie in Amsterdam, In- leiders: Jan Delfgaauw Jenrne I Mulder, Iris Gordijn, Paul de Vries, Renze Hettema, Harry Visser Bert Nijk, Otto Valk- I aan. Hoe kan de BKR behou- f den blijven, is de hamvraag. mm Het 32-ste Holland festival, dat wordt gehouden van 1 tot en met 23 juni heeft dit jaar opnieuw minder programma's. Het aantal plaatsen waar de culturele manifestatie zich afspeelt is eveneens geringer. De verschillende programma's worden echter gemiddeld va ker gespeeld, zodat het publiek gemakkelijker een keuze kan maken, zo stelt de directie van het Holland Festival. Wat onze regio betreft: Mid delburg heeft zich terecht de laatste jaren een bescheiden maar wel goede plaats ver overd in dat festival. Breda kan dat niet zeggen, al wordt dit jaar weer eens gedeeld in de geneugten van het feest. „Re gionaal" zoutje het aandeel kunnen noemen van de Zeeuwse-Bredanaar Daan Manneke, wiens oratorium Job integraal prijkt op het pro gramma van het slotconcert van het festival in Den Haag, dat tevens het openingsconcert is van het internationaal koorfestival. Voor Middelburg staan ge programmeerd de totaalthea- terproduktie van Chaim Leva- no. De andere teksten van Kurt Schwitters (9 juni); Laura Dean Dancers en Musicians uit New Vork met minimal dances (16 juni); Gerformance door Takehashi Kosugi (Fluxus in dertijd) en Friends gebaseerd op muzikale improvisaties (21 juni) en de Amerikaanse cellist Frances-Marie Uitti (9 juni). In Breda is op 9 juni een beiaard.- dag, waarop de beiaardiers Jo van Eetvelde (Lokeren), Todd Fair (Philadelphia) en Klaas Kooimans (Amsterdam) spe len, waarna forumbespreking in De Beyerd. Andere plaatsen in ons gebied komen op het programma niet voor. Het programma van het fes tival is dit jaar aanzienlijk duurder uitgevallen dan voor gaande. Het bestuur en de di rectie hebben op vele instellin gen een beroep gedaan voor ektra financiële steun. Holland Festival heeft een~bedrag van minstens een miljoen nodig om de komende tijd door te ko men. De directie, die de finan ciële situatie niet rooskleurig vindt, is bezig met het zoeken naar steun van de zijde van het bedrijfsleven. Er is reeds een bescheiden begin gemaakt met deze „culturele sponsoring", waaraan volgens de directie in de toekomst niet valt te ont komen. De openingsmanifestatie vindt vrijdag 1 juni plaats in het Luxortheater in Rotter dam, met de première van de eerste eigen Holland Festival muziek-theaterproduktie. Te vens zullen beiaardiers in Rotterdam, Schiedam, Delft, Dordrecht en Utrecht tegelij kertijd een concert geven. Het slotconcert, een massale sa menzang, is op zaterdag 23 ju ni in het Nederlands Congres gebouw in Den Haag. Vanwege de beperkte finan ciële middelen zal de Neder landse operastichting slechts met één produktie, Wagner's Tristan und Isolde, een bijdra ge aan het Holland Festival le veren. Het muziekprogramma van de grote Nederlandse or kesten beweegt zich voorna melijk rond de oude muziek en het repertoire uit de 20-ste eeuw. Uit New York komen drie dansgroepen en uit Lon den één als aanvulling op het optreden van het Nationaal Ballet en het Nederlands Danstheater. De niet-westerse danskunst, die een vaste plaats in het festival heeft gekregen, wordt uitgevoerd door groepen uit Mali, Madagascar en Nige- Het grootste gedeelte van het festival speelt zich af in Am sterdam, waar ruim honderd voorstellingen worden gege ven. Daarna volgen Den Haag (56), Rotterdam (43) en Utrecht (23). Andere steden, waar ma nifestaties plaats vinden, zijn Maastricht, Nijmegen, Eind hoven, Haarlem, Groningen, Arnhem, Middelburg, Breda, Emmen, Hilversum en Tiel. Verdere informatie: 020-722245/723320 of 070-558700. as - 1 J»*.::Jif l. MS .f* W tVoorlezen aan kinderen is méér dan zoethcruden. „Een boek speelt uiteindelijk toch maar een kleine rol in het I spel van de opvoeding. Het is maar één factor daaruit. Het gaat er lom wat je als opvoeder met een boek doet; als je dat goed doet kan I zo'n boek wel héél belangrijk worden. Boeken zijn voor kinderen I san onschatbare waarde, het feit dat je een boodschap, een stel I ideeën van iemand kunt doorgeven aan jonge kinderen is toch iets unieks". Liefdevol praat Co Winnips (52) over de functie van jeugdboe- I ken. Hij maakt voor het KPC (Katholiek Pedagogisch Centrum) I in Den Bosch (samen met B. Groenhagen) ieder jaar een selectie Ivan boeken voor de allerjongste kinderen. Die selectie wordt I gebruikt in het katholieke kleuter- en basisonderwijs, bibliothe- I ken en wijkcentra in den lande. Met die boekenselectie hoopt hij I iets te doen aan boekpromoting. „Je maakt mensen attent op wat 1 er zoal te koop is en hoopt door de presentatie van die selectie I mensen in het onderwijs op het spoor te zetten van een actief I gebruik van het boek". We praten over de inhoudelijke kant van het kinderboek. In I hoeverremag een kinderboek een vooringenomen standpunt uit- n, en wordt een kind met zo'n boek niet in een richting geduwd, zijn vragen die ik aan Winnips voorleg. „Het woord booschap klinkt natuurlijk vreselijk negatief, I maar dat heeft niets met indoctrineren te maken. Als je de Kuifje- I boeken bekijkt waarin negers nooit normaal Nederlands spre uken, dan zit daar een vooroordeel in. Het wordt pas kwalijk als je I alsopvoeder niet de andere kant van het verhaal verteltbijvoor- I beeld over dat Surinaamse meisje dat bij je in de klas zit, waar je I toch goed mee overweg kunt", zegt Winnips. 1 Met de selectie van kleuterboeken („ik spreek liever van pren- I tenboeken, want dat zijn het bijna allemaal") komt Winnips I nogal wat verschil in de kleuterlectuur tegen. Uit de ongeveer I nonderd prentenboeken die jaarlijks op de markt verschijnen I pikt hij er zo'n tachtig uit, die in de selectie terecht komen. De I rest wordt terzijde geschoven omdat het niet aan de norm vol- I doet. Winnips legt uit dat die norm vooral in zo praktisch moge- I b]ke zaken wordt gezocht. „De realiteitswaarde is een ding. als je met zwaar verouderde voorstellingen komt moet je daar vraagte- I tens bij plaatsen. Als ik verder een boek tegen kom dat over een I onderwerp gaat dat al honderd keer net zo goed behandeld is leg 1 -k het opzij. En ook: is er in dat geval een nieuwe beleving I d'if 6n ^oe staat bet met de illustraties Het boek wordt I didactisch onhanteerbaar als er te weinig plaatjes in staan. En de slotvraag: slaan de illustraties wel op de tekst", feze min of meer praktische criteria laten natuurlijk ook vra- Sfflopen Moet alles nu wel zo realistisch zijn in een boek, mag I ?,,™d niet wegdromen I '1!niPs: »Dat wegdromen is prima maar ik kom vaak in II gdiectuur tegen dat schrijvers op hol slaan in de meest fantas tische beelden om de aandacht van de kinderen vast te houden. Ook wordt er nogal eens met gevoelig liggende zaken op een onechte manier omgesprongen. Als er in een kinderboek over een echtscheiding wordt gesproken is dat naar mijn smaak heel juist. Kinderen ontmoeten die zaken ook, maar ik ken geen boek waarin te lezen valt hoe kinderen zelf dat specifieke probleem verwerken. Ik denk dat die schrijvers het er zelf veel te moeilijk mee hebben. Is dat zo dan moet je het maar weglaten, anders wordt het zo onecht". Winnips hanteert naast de eerder genoemde praktische nor men bij de beoordeling het een boek ook duidelijk inhoudelijke maatstaven. Als de boodschap in een boek te nadrukkelijk ge steld is moet je goed uitkijken wat je met het werkje doet. „Bou- man heeft twee boeken over vervuiling gemaakt, heel aardig onderwerp, maar als je ziet welke onvoorstelbare hoeveelheden troep er in zijn boeken voorkomen is dat overdreven. Daar heb ik het wel moeilijk mee, hoewel die boeken wel in mijn selectie komen". „Het gaat er dan alleen maar om wat de kleuterleidster met dat boek doet. Leest ze het alleen maar voor, of maakt ze een projekt over de natuur waarin ze dat boek past. In het tweede geval zeg ik: oké". Over het inhoudelijke aspect van de selectie waarmee Winnips bezig is valt meer te zeggen. Hij is werkzaam bij het KPC, een advies- en ideeënbank voor het katholieke onderwijs, dat als emancipatie-instrument vanuit de vakbeweging (NKV) na de Tweede Wereldoorlog is opgezet. Het levensbeschouwelijke ele ment dat aan het KPC derhalve kleeft blijkt niet direct meer aantoonbaar. Winnips: „Ik denk wel <Jat ik als christen doe wat ik belangrijk vindt. Je komt dan uit op het respect voor het leven van de ander, maar of dat specifiek christelijk is betwijfel ik. Als ik de keuze voor een boek moest laten vallen op een bijbelverhaal voor kinderen of een profanere bewerking van eenzelfde verhaal zou ik wel voor het tweede kiezen". Moeilijk te verteren kleuterboeken komt Winnips zelden tegen. Het maatschappelijke engagement van de schrijvers is nogal zacht. Het uit zich meer in algemene meningen als respect voor de ander, samen sterk en lichte kritiek op misstanden als milieuver ontreiniging en armoede in de Derde Wereld, en hier en daar valt een wat nostalgische toon. De heftig moraliserende boekjes die de jeugd tot voor twintig jaar nog in groten getale kreeg voorge schoteld zijn verdwenen. De twijfel aan goed en kwaad heeft ook de kleuter- en kinderboekenschrijvers aangevreten. Winnips: „Wat zeker blijft is dat kinderen spannende verhalen willen. Dat het daarbij af en toe nogal cru wordt vind ik geen bezwaar. Ik heb nog nooit gehoord dat kinderen slapeloze nach ten gehad hebben van een spannend boek. Van een kleuterleid ster weet ik dat ze eens een boek met monsters voorgelezen had. Daarna mochten de kinderen zich als monsters verkleden. Dat is de manier om zo'n boek levend te maken en eventuele angsten weg te nemen". Winnips kan vaak treurig worden van het aanbod van kleuter boeken op de markt. „Die markt loop heel slecht omdat ouders, maar vaak ook scholen, vinden dat de boekjes te duur zijn". Maar ook de uitgevers treft blaam: „Zeventig percent van wat hier verschijnt komt uit het buitenland en dan vooral uit Duitsland, Oostenrijk en de Scandinavische landen. Veel van die boeken zijn internationale coöproducties omdat een kleuterboek zeer kost baar is. Om zo'nproduktdanin alle landen, waar het verschijnen gaat te laten slagen, moet je de illustraties losmaken van het land waar het geschreven is. Een Franse politieagent wordt niet als zodanig in Nederland herkent. Dus met je een algemeen herken bare politieagent maken. Dat beeld werkt in alles door, waardoor veel van de boekjes enorm aan kracht inboeten. Die uitgever kijkt dan alleen nog maar naar de haalbaarheid van de uitgave, zonder zich ook maar een moment te bekommeren om de hanteerbaar heid van dat werkje. En omdat die coöprodukties het goed doen wordt de binnenlandse vraag naar schrijvers en illustrators van kinderboeken de nek omgedraaid. Die mensen zijn er wel, maar ze komen niet aan de bak. Aan kinderboekenschrijvers hebben we hier geen gebrek, maar het aantal auteurs van kleuterboeken is zeer klein. Winnips zit namens het KPC in de integratiecommissie voor kleuter- en basisonderwijs, en ook vanuit die achtergrond maakt hij zich wel eens kwaad over het kunstmatige verschil wat er bestaat tussen kleuter- en kinderboeken. „Waar moet je van het een op het ander overschakelen. Ik weet gewoon dat je kleuter boeken in de eerste klas van de lagere school uitstekend als leesboeken kan gebruiken. Dat gebeurt nog veel te weinig, terwijl je de kinderen op die manier een goede overgang van kleuter naar basisonderwijs zou kunnen bieden. Kinderen beginnen pas in de loop van de lagere school naar meer realistische voorstellingen te vragen. De roep om bet fantastische neemt dan af, maar die overgang vindt niet van de ene op de andere dag plaats. Je zou kinderen van de eeTste klas lagere school nog wat moeten laten ronddarren in de fantasiewereld van de kleuterschool, met als enig verschil dat ze de verhalen die ze al eens gehoord hebben opnieuw beleven door ze zelf te lezen". PIETER EGGEN Met de dood weten we nog Ireds geen goede raad; zeker I; nu raeeste mensen er cm nWt' zoals onze v°°rou- I «soiwoorwaanjeiijk in ge- I Mij. an °ver kunnen geven. iispM M <^reiët me dezer tó rm nt®l'PPen' Het is als- Lordt j60Ist de navelstreng doorgesneden. Ik voel voor Noord Limburg, in zijn dagelijks praktijk van kunst beschouwer, steun heeft ge vonden bij beelden die de schilderijen van enkele grote meesters op kunnen roepen. Er zijn momenten tussen leven en IftEBRrvv St0nd HALTER |«2 ,Nmachteloosblihet lantwttan ZI)n vader l(s» eeuu, dat is niet: Van ziin j atste woorden _JTER nrge^htenreeks PIE- DErt m„v °0CH SCHIL- ■IVOESTni VADER IN DE SW 'ln b°ekvorm uit- door uitgeverij Corrie n Pevpowf1111 Pr°keert hij I vader met de dood van tJenezend uit te zeg- l'eie ander het en ik denk I'm te i, 0" ook- Geen boek lleiiin !nJee,nkunstredacteur I ^achter Ho ^J'.om de teksten P6 omslat, ®eldende titel op l^ogele?U>an W ^JPelijk dat lS wel be" I s facteur u r de Bru7n- van het Dagblad Walter de Bruyn dood dat, wat voor „gewone taal" doorgaat, nauwelijks nog functioneert. „Woorden/ wa ren toch al moeilijk/ nooit be grepen/ altijd fout/ spreken is geen zilver/ maar ontwrichten/ zwijgen is geen goud/ maar wildgroei/ van kankerende/ weefsels rond het hart", schrijft hij. De bedenker van het Hol landse binnen huisje op het doel, Pieter de Hooch - tijdge noot van die andere Delftenaar Johannes Vermeer - stond Walter de Bruyn voor ogen toen hij worstelde met de beel den van zijn stervende vader. Bij hem kan je je veilig voelen; de schijnbaar goedmoedige rust straalt van zijn schilderij en. Het land waar het leven goed is. Onverstoorbaar geluk lijkt zijn kamers, keukens en binneplaatsjes te beheersen. „Leve Pieter De Hooch/ zijn binnen huisjes/ zijn de hemel/ er gaat geen tijd/ daaraan voorbij/ mijn vader/ zit er stil te peinzen/ al eeuwen/ dat is mijn geheim". Maar ideaalbeelden worden verstoord wensdromen wor den ondergraven door een rea liteit, die we liever uit de weg gaan. Ik denk dat óók daarom de meeste mensen de idyllische taferelen van De Hooch „mooier" vinden dan de vaak wat weerzinwekkende beelden van een hedendaags kunste naar als Francis Bacon. Zijn schoonheid aanvretende de formaties waardeer je alleen maar als alles je goed gaat in het leven; als je vader niet op sterven ligt. Met de dichter zul je de verstoring die zijn doeken teweeg brengen in een Pieter De Hooch-gevoel onderken nen: „Maar onraad/ dient zich aan/ Francis Bacon/ verstoort de ruimte vormen worden vreemd/ mensen vloeien weg/ en ik vlucht/ de zonverlichte tuin in/ achter mij/ stort het huis ineen/ balken en tegels/ büjken schijn". Óp een plastische manier noteert hij in korte zinnen, als ademstoten van een stervende of een door angst benauwd mens, de gebeurtenissen in de ziekenhuiskamer. „De land kaarten van zijn leven/ vlakt grenzen uit/ veroorzaakt niets/ dan onherkenbaar land". Maar herinneringsbeelden dringen zich op: vader werkend in de tuin. Het verleden wordt tijd loos. Pieter de Hooch kijkt over zijn schouder mee en begint zelfs te schilderen aan dit vre dige tafereel; een kolfje naar zijn hand. „Maar wind steekt op/ zand waait op het palet/ verf klontert en verhardt/ ge zichten blijven leeg". Het wordt een boze droom. De groene moestuin wordt een woestijn. Zijn dromen wel be drog? De beelden uit de tijd, zo schrijft hij elders, dat zijn va der hem nog voorlas uit de lij vige boeken van „sir James Jeans, spatten uiteen. De wer kelijke vader-zoon relatie komt in deze gedichten niet tot uitdrukking. Toch voel je het zelfde als wat ik eerder noem de het doorsnijden van de na velstreng bij een stervende moeder. De zoon die lijfelijk afstand moet doen van zijn va der, ontdekt dat hij het voor taan alléén moet doen; hetgeen een schockerende ervaring kan zijn. En die is niet erg aan leef tijd gebonden. Je wilt daar niet aan Je probeert je vader in geïdeali- seerede beelden - hier via de taferelen van Pieter de Hooch- vast te houden. Maar Bacon haalt er de absurde kwast overheen. Walter; „Francis Bacon/ opent mijn schedel/ Pieter de Hooch/ werpt een blik/ naar binnen:/ twee inte rieurs/ ziet hij/ gescheiden/ door niemandsland". Zoals de absurditeit van een Bacon kan leiden tot een nieuwe esthe tiek, zo biedt dat niemands land-zonder vader - doorheen de pijn nieuwe ruimte. Op dat punt aangekomen eindigt zijn gedicht met de woorden: „want wat hij leek/ dat is hij niet:/ een eeuwigdurend ogenblik". Toch; denk ik. Het beeld - met zijn invloed- van een goede (of slechte) vader raak je nooit meer kwijt; zelfs niet in het niemandsland. Walter de Bruyn heeft geko zen voor het noteren van zijn gevoelens in een soort ritmisch proza (parlando poëzie). Soms dacht ik bij het lezen: ik zou willen dat hij een novelle ge schreven had over deze ge beurtenis in zijn leven. Mis schien komt deze gedachte voort uit mijn behoefte om te praten over dood en leven, ge loof en ongeloof, vader-zoon relatie, tijd en eeuwigheid et cetera. Deze problemen liggen nu verborgen onder de huid van deze gedichten, onder de beeldende taal van dit „schil derij". Noch De Hooch, noch Bacon schilderde het, maar Walter de Bruyn, met angst en twijfel. Daarom is het een menselijk zelfportret, waarin ongetwijfeld velen zich zullen herkennen. HENK EGBERS AAAAH.ook nummer 9 van het tijdschrift in boekvorm RASTER is weer schitterend en diepzinnig. Dat staat op de flap. Voor 21.50 krijg jein de boekhahdel de 160 pagina's om jezelf daarvan te overtuigen. Het eerste deel bestaat vooral uit vertaal werk. Genet's stuk over Giacometti met onder anderen de uit spraak „Giacometti werkt niet voor zijn tijdgenoten, nog voor de komende generaties: hij maakt standbeelden die uiteindelijk de doden in verrukking brengen". Verder prozafragmenten van Ferron, Breetenbach (uit binnenkort te verschijnen boek), Bar- thelme (brief aan een zielknijper: „zetelt de hoop in de psycho analyse, of veeleer in de piano?") en Per Olof Sundman. De essays in het tweede deel openen met een stuk van Hella Haasse over Vrouwenliteratuur in de loop der tijden. Anthony Mertens stelde een Panoptikum samen uit de literaire journalistiek met zijn voorkeur voor de gekwelde schrijver. Cyrill Offermans neemt vaar aanleiding van Verdaasdonks artikelen in De Revisor de litaratuurwetenschap de korrel: „Hier is sprake van partijdig heid die elke evidentie mist". De Winter, Vogelaar en Bernlef reageren persoonlijk op Hanke's boek „De last van de wereld" en Hamelink noemt de Nederlandse poëziekritiek een drogbeeld. Gaat dat zien, gaat dat zien! „Het lijkt een groteske van Van Ostaijen over een man die, naarmate hij méér begraven werd, méér tot leven kwam", aldus Gerrit Borgers ter inleiding van het Paul van Ostaijen-nummer van het tijdschrift BZZLLETIN (nummer 66 - 17,50). Zelfs na zijn derde graf zal Van Ostaijen niet gedacht hebben dat bij na zijn dood zoveel belangstelling zou krijgen. Dit nummer van 166 pagina's is bijna uitputtend. Voor wie het nog niet mocht weten vertelt Borgers nog eens wie die Vlaamse dichter met een vader uit Steenbergen was. Verder zijn er eerder verschenen, en dik wijls moeilijk nog te acbterhaalbare, bijdragen bijeengebracht van onder anderen: Paul Joostens, Jozef Muls, Frans Coenen, H. Marsman, JJ Overstegen, Albert Helman; terwijl nieuwe artike len werden geschreven door onder meer W.F. Hermans, Wiel Kusters, Paul Harderman, G. Kazemier, Peter Berger, Paul de Vree en Brandt Corstius. Alie Blokhuis betoogt in „De fatasma- tische wereld van Paul van Ostaijen", dat zijn kunstopvatting geen samenraapsel van bestaande theorieën was. Voor de moder ne literatuurwetenschap wint de poëtica van Van Ostaijen aan actualiteit, meent Anne Marie Misschoot in „Het modernisme van Ostaijen in het Licht van de Literatuurwetenschap". Kort om: er is nog nauwelijks ander Licht te bedenken dan wat in dit nummer op Van Ostaijen geworpen is. Voor wat specialistische interesse. Dat cultuur/kunst geen vrijblijvende zaak is, maar politiek engagement veronderstelt, wordt de laatste tien jaar door steeds meer theatergroepen in praktijk gebracht. „Strijdcultuur: kunst die niet afleidt, maar bewust maakt, oproept voor socialisme en feminisme", zo staat gedrukt op de achterzijde van het eerste nummer van een nieuw tijdschrift dat KULTUREEL FRONT- NIEUWS heet. In dit eerste nummer wodt een overzichtgegeven van produkties van alle politieke toneel-, film- en muziekgroe pen, aangesloten bij het Kultureel Front. Het blad is bedoeld voor vormingscentra, club- en buurthuizen, open jongerencentra, scholen, vakbond, vrouwenorganisaties, werklozencomitees et cetera. Wie er meer over wil weten: Een gebied in Noord Frankrijk - globaal gesproken rond Rijsel - wordt door velen gezien als onderdeel van het Nederlandstalige cultuurgebied. Voor de vierde keer heeft de stichting Ons Erfdeel daarover nu een jaarboek uitgegeven, dat zoals gebruikelijk dubbeltalig (Frans/Nederlands) is ssamamengesteld. Het bevat weer een vijtiental wetenschappelijke artikelen over het cultu reel, sociaal en maatschappelijk leven in de Franse Nederlanden. Zo schrijft bijvoorbeeld prof. dr. Herman Balthazar over de „Betrekkingen tussen het socialisme in Vlaanderen en Noord- Frankrijk". In het artikel „Le mouvement ultamontain septen trional au XIX siecle" van de Rijselse Yves-Marie Hilaire in de grensgebieden. We treffen verder bijdragen aan over de beeld houwkunst der middeleeuwen in Noord-Frankrijk; de wissel werking tussen Germaans en Romaans; de houding van de Franse veiligheidsdiensten tegenover het regionalisme in de Franse Nederlanden. Het boekwerk van 256 pagina's, waarop wij nader hopen terug te komen, kost 40,-(postrek. 108.41.98, Ons Erfdeel, Rijvoortshoef 265, Raamsdonksveer). De hang naar Romantiek in onze dagen kan weer gevoed wor den uit een herwaardering voor de romantische virtuoos Liszt, want een aantal Nederlandse musici en muziekliefhebbers heeft een kring opgericht. Die kring vindt dat Liszt veel te weinig aandacht krijgt, terwijl elders in de wereld overal sprake is van een Liszt-renaissance. De Liszt-kringstichting wil in Nederland Liszt gaan progapageren door middel van conserten, studie-op- drachten, tentoonstellingen, grammofoonplaten uitbrengen, heruitgeven van partituren, een Liszt-nieuwsbulletin, een Liszt- tijdschrift etcetera. Het bestuur wordt gevormd door Ton Creyghton, voorzitter; Ad de Roy, secretaris, Toos Onderden wijngaard, Sas Bunge, Koos Groen, Max Halensleben, Luc van Hasselt en Mynko Geerink-Bakker. Inlichtingen bij de secreta ris, Mgr. van de Weteringstraat 29, Utrecht (030-310888). Het tijdschrift „De Boekenkraam" is een uitgave van de stich ting Boekwinkel op school: die stichting waarover onlangs op deze pagina werd geschreven en waarvan de onbekendheid in onze regio geconstateerd werd. Dit blad is het eerste puur infor matieve blad in Nederland over kinder- en jeugdboeken. In deze eerste Boekenkraam - die drie keer per jaar zal verschijnen - wordt onder meer informatie gegeven over deze niet op winstbe jag beluste onderneming. En dat maak je tegenwoordig nog zel den mee. Vaste rubrieken zijn: Veldwerk; Ik vind; Kijk es hier en boekbesprekingen. Wilt u er meer over weten: Jojanneke Claassen, Pieter Pauwstraat 10, Amsterdam (020-231902).

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1979 | | pagina 35