Jan Cartens schrijft boeiend over mensen met desillusies QuHuatatk FORUM 79: AUDIO-VISUEEL Maria-Rosa Boezem: „Grenzen verleggen in beeldende kunst" CULTURELE MANIFESTATIE IN MIDDELBURG IS EEN BEGRIP GEWORDEN 9 Noordbrabants Museum te boek De Bloeiende Oranjeboom De jonge Zeeuw in spiegelbeeld Veelzijdige schrijfsters A.M. de Jong op één dag Negen Rotterdamers in Badhuis xpositie °rm ;en woorden als litsdien en uw te vervangen door: iver, daarom en uw gd: „Wilt u mij erzoeken contact manier wordt een de ambtelijke cbtig schrijven int waar de le schrijfwijze van hoofdletters waar overal kleine alfjaar door de ïrschijnt binnenkort en duidelijk hoopt dr. van tot betere niet alleen op tngoed op de andere leenten, de ienst. Dr. van kanten een grotere mening hoort daar ilijker taalgebruik in BERT KERKHOFFS Heel vaak zie je een schrijver I poeien uit korte verhalen. I Inkt dat, dan wil er wel eens Ie® roman op volgen. JAN I WRTENS schreef eerst drie I tomans en bundelde nu negen Inhalen in HET KWADE I HART en andere liefdesver- 1 ™en(uitg. Elsevier-16,90). I 'och lijkt me dat in het geval I 'W Jan Cartens geen onlogi- I sche ontwikkeling. Heeft hij in 1 romans Dat meisje uit Mün- 1 en. De thuiskomst en Vroege I Herfst opgespaarde verteldrift I ovor „het verleden" uitge- I ?®reven, zijn verhalen ^'stalliseren als het ware de I oteder opgezette romans tot pen vorm van kleinkunst. De 1 ,erhalen zijn stuk voor stuk I „''na geconcentreerde romans. I 1 om met de door Cartens .""lelijk bewonderde Schu- 1 ert te spreken: Standchens st de Unvollendete. Zelfs I ,e,Zo8enaamde brave-burger- I Jke mentaliteit, die Schuberts 1 Vefi karakteriseerde, speelt I v? o'n een aanta' verhalen I J1 artens, maar dan als een Iïchn'ft' waarvan hiJ zich los" Jan Cartens Vorig jaar heeft Jan Cartens in Hilvarenbeek een boeiende inleiding gehouden over zijn jeugd in Brabant; over het Roosendaal van zijn jonge ja ren vol roomse wierook en zonden. „Ik had naar een vi sioen toegeleefd, dat altijd bleef wijken, naar verwach tingen die binnen mijn leven nooit bewaarheid konden worden, met de hoop die bin nen de tijd niet vervuld, geloof dat binnen de werkelijkheid niet geopenbaard, liefde die tussen mensen nooit zuiver beleefd kon worden. Zou het zijn, dat daardoor de hoofdfi guren van mijn romans zich in de maatschappelijke werke lijkheid zo slecht op hun plaats voelen, weglopen, moeilijk de weg terugvinden, altijd op nieuw de ontoereikendheid van hun bestaan onduldbaar hevig ervaren?" Deze zinsnede typeert voor een belangrijk deel de achtergrond, waaruit hij schrijft. Een andere achtergrond is die van zijn literaire vorming. Zoals wellicht bekend, publi ceerde deze Bredase Neerlan dicus in het verleden onder meer over figuren als Engel man en Breero. Hij is daarom geen schrijver vanuit de losse pols. Zijn verhalen zijn uiterst zorgvuldig opgebouwd; wer ken telkens naar een goede spanning toe; er is duidelijk aan geschaafd en bijgeslepen. Toch is zijn stijl nu veel minder gemaakt, geconstrueerd dan bijvoorbeeld in zijn eerste ro man, die duidelijk de kenmer ken had van een „officiële" Neerlandicus die zich op het populaire pad begaf. Jan Car tens schrijft nu in een taal, die iedereen vlot kan lezen; die echt literair is, omdat ze het literatuur willen zijn, heeft overstegen. De bundel heet „Het kwade hart" en dit titelverhaal bevat de ironische geschiedenis van de man, die zichzelf bedriegt omdat hij - schijtlaars zeggen we nu - zich de zuster laat aansmeren van het meisje, waarop hij verliefd werd. Ik zou het boek „Verloren para dijs" genoemd hebben naar het openingsverhaal. Dat gaat over een pas getrouwd stel, dat zich moet losworstelen uit een benepen burgerlijk/christelij ke moraal, maar dan weer vastloopt op „de openbare ze delijkheid" van Law and Or der. Dat is evenwel de theorie achter een smeuig verteld ver haal, dat niet voor niets is op gedragen aan Marnix Gijsen. „Dit was de wereld waarin ik met haar zou moeten leven. Tussen wetten en voorschrif ten, afspraken en regels, met overtredingen en wetsschen- nis, schuld, straf en boete." Mensen met desillusies be volken zijn verhalen. In „De brieven" ontdekt de zoon na de dood van de moeder op na vrante manier de achtergrond van het vastgelopen huwelijk van zijn ouders. In „De kijker" werkt een knul zijn mogelijke stiefmoeder - na de dood van zijn moeder - hardhandig de deur uit. Meesterlijk gevonden vind ik zijn verhaal over „De telefoonminnaar", waarin een man zijn vastgelopen hu welijksrelatie weer nieuw le ven probeert in te blazen. Hier functioneert de ironie vanuit het verhaal zelf, wordt schrij nender zelfs dan in andere ver- Kalen, waarin de „aanklacht" meer doordringt. Ik denk bij voorbeeld aan „De hel", waarin een ouderwetse mis siepater wordt neergezet. Dan blijken er ook weer méér lite raire hulpmiddelen nodig te zijn. Jan Cartens lijkt met zijn beide laatste verhalen over het verleden heen te groeien. In „Een zaterdag" probeert hij een facet te belichten van de omgang van de opgroeiende jeugd van dit moment en in „De condor" vertelt hij een schrijnende geschiedenis uit het vervolgde Chili. Hij obser veert erg goed, componeert de gegevens tot gespannen ver halen. Etudes voor de toe komst; voor Cartens als een andere schrijver? Omdat Jan Cartens in zijn verhalen intens met mensen bezig is, herkenbare milieus helder karakteriseert en de lach en de traan daarbij niet misbruikt, maar trefzeker in voert, zullen ongetwijfeld ve len er zich door aangesproken voelen. Veel van hetgeen on grijpbaar lijkt tussen mensen wordt grijpbaar door het her kenbaar te maken. Dat ge beurt; hetgeen een verdienste mag heten. HENK EGBERS Diepraah één dag werken met fotografie; Ed van der Elsken belegeidt één dag audio-visuele projectie en super-8-films; Frans Zwartjes is er twee dagen voor video; Michel Waisvisz vier dagen beeldende kunst en laser. Eveneens in de Kuiperpoort zijn verder de volgende lezingen geprogrammeerd: Frans Zwartjes, die zijn nieuwe film Pentimento ter discussie stelt; Hans Keller over zin en onzin van audio-visuele middelen; Ed van der Elsken over goedkope technieken; Jan de Vries over fotografie in de beelden de kunst en Josine van Droffelaar over de relatie beeldende kunst en geluid. Tijdens Forum zal de Amerikaanse Conny Becley in de Vlees hal een geluids performance verzorgen. En op het Damplein zal Vito Acconci een geluidsobject - met behulp van een auto - plaatsen, waarvan het programma drie dagen zal wisselen. Ac conci die enkele maanden geleden in het Stedelijk Museum in Amsterdam exposeerde heeft contacten met Middelburg in ver band met het Podio del arte mondo van Marinus Boezem. Zijn geluidsobject wordt tijdens Forum gerealiseerd in samenwer king met De Appel in Amsterdam. Van Abbemuseum in Eindho ven, Boymans- Van Beuningen museum in Rotterdam en Corps de Garde in Groningen. Deelname aan workshops en lezingen staat dus voor iedereen open en de prijs voor die deelname is niet hoog; gemiddeld zo'n 5,- per keer. CRM, de gemeente Middelburg, de provincie Zee land en het Anjerfonds dragen samen bijna 40.000 bij om de kosten te dekken. Wie er meer over wil weten of zich wil opgeven: Maria-Rosa Boezem, Bellinkstraat 25, Middelburg (tel. 01180-28301). Het zou best eens de moeite waard kunnen zijn om ook eens naar Middelburg te gaan, waar geregeld cultureel nogal opvallende projecten tot stand komen. HENK EGBERS VAN ZATERDAG 5 MEI 1979 Een vrouw op leeftijd staat voor „Trappe lende baby" een aquarel van Jan Sluyters en concludeert: „Een oeroude baby". Hoewel de typering slechts op dit portret sloeg kun je de opmerking wel vrij algemeen laten gelden voor de expositie „Het kind in honderd jaar Nederlandse kunst", die tot 5 juni in het ge meentemuseum De Wieger in Deurne te zien is. De tentoonstelling geeft een beeld van 'wat schilders van het midden van de vorige eeuw tot ongeveer de begin jaren zestig met het the ma kind gedaan hebben. Nadruk ligt daarbij op geschilderde por tretten. Er staan nog geen tien beelden en beeldjes. Sterk vertegenwoordigd op deze tentoonstelling zijn de romantische en natu ralistische schilders. De periode 1850 tot 1900 krijgt daarmee tè veel aandacht. Als je over de expositie rondloopt is een van de eerste ge dachten die bij je opkomen: zou het kind de kunstenaar tegenwoordig niets meer te ver tellen hebben? Dat is natuurlijk wel zo, maar de samenstellers van deze expositie hebben naar mijn indruk zeer nadrukkelijk lopen zoe ken naar vooral aardige prentjes van kinde ren. Wat daarmee bedoeld is maken schilders als J. Neuhuys en B.J. Blommers duidelijk. Tech nisch heel aardig geschilderde kinderhoofdjes en tafereeltjes van spelende kinderen, die daarbij al of niet door hun ouders in de gaten worden gehouden. Het is pure portretkunst, maar ook niet meer. Daar is op zichzelf niets tegen natuurlijk (de opdrachtgevers zullen er ruim een eeuw geleden mee verguld zijn ge weest), maar het houdt geen belofte in. Het maakt ook duidelijk dat genoemde schilders naar die kinderen gekeken hebben met het oog op de mythe. De mythe van het lieve kind, dat geen kwaad kan doen. Ik denk dat het voldoende zegt over de in tenties van de samenstellers van deze exposi tie dat van de 76 getoonde werken er ruim 45 FIETER EGGEN In de serie Nederlandse Musea kwam uit als deel vijf van een serie museumboeken bij Joh. Enschedé en Zonen: „Noordbra bants Museum". Het werd samengesteld door Margriet van Bo ven, Jan van Laarhoven, Maureen Trappeniers en drs W. Ver- wers. Het boek dient als handleiding bij de vaste collectie van het museum en kost 16,-. Je kunt het zien als een bezoekersboek dat het midden houdt tussen de geijkte catalogus en een mu- seumgids. De tekst is in hetzelfde boek in het Nederlands èn Engels afgedrukt. Geschetst wordt de geschiedenis van het hui dige museumgebouw en het ontstaan van de collectie in relatie met het Provinciaal Genootschap. Hoewel het collectioneren en daarmee samenhangend museumbeleid eerst laat op gang geko men is en derhalve het museale bezit nogal onsamenhangend is pretendeerde het Genootschap in 1926 al de gehele provincie Noord-Brabant te willen betrekken bij zjjn museum. De be staande collectie is voornamelijk archeologisch van aard, terwijl er verder sprake is van een munt- en penningenkabinet, schilder en beeldhouwkunst, prenten en tekeningen, toegepaste kunst en volkskunst. Zestig goede afbeeldingen in kleur en daarbij horen de beschrijvingen geven een indruk van de de voornaamste be zittingen en bruiklenen. Een handzaam goed boek dat geen uit puttend verslag geeft, maar een prettige introductie is op het huidige museum. De Oranjes hebben in het verleden, dichters geïnspi reerd hun dichterlijke aderen te laten vloeien. Roland Holst heeft dat in onze dagen ook nog gedaan, maar het naoorlogse Oranjetijdperk heeft niet zo veel poëten nog geïnspireerd. Dat rond de zeventigste ver jaardag van koningin Juliana er weer een poëtisch stormpje zou opsteken lag voor de hand. Dat de van origine Hongaarse Erzsébet Kisjókai gedichten over het leven van koningin Juliana zou bundelen onzer de titel „De Bloeiende Oranje boom" lag niet zo voor de hand, ook al schreef zij veertig boeken, toneelstukken, e.d. In 1945 kwam ze uit Hongarije en werd in '49 echtgenote van de kantonrechter mr. A. van As sendorp. Ze heeft bij foto's van Juliana, vanaf 1909, teksten op rijm geschreven die het leven van Juliana heten te volgen. „Er zingt in mij de rijkdom van de aard: /het klotsen van de branding aan de kust,/ het ruisen van de meiregen, de gracht die. sluimert 's nachts door schaduw toegedekt, het Koningin Juliana glinsterende sterrenbeeld...." etcetera. Goede bedoelde rij men die alleen Oranjeklanten zullen treffen. Uitgeverij Per spectief uit Voorburg stelt het voor 8,90 beschikbaar. Als het om dichten gaat is het interessanter om je het bundeltje „Spiegelbeelden" van Willem de Mérode aan te schaffen (Else vier-Manteau-10,90). Op 22 mei is het veertig jaar geleden dat deze „protestantse dichter" op 52-jarige leeftijd in Eerbeek stierf. Een jaar vóór zijn dood schreef hij in vijf weken eenenze ventig gedichten. „Daarna was hij kapotgeschreven en dood ziek" zo deelt Hans Werkman in dit bundeltje mee. Deze gedich ten, waarvan hij er zelf nog veertig selecteerde onder het motto „Spiegelbeelden", werden nooit uitgegeven; enkele ervan ver schenen verspreid. In zekere zin is dit bundeltje dat zijn werk afrondt dus uniek. „Meedogenloos, scherp waar stelt ge ons voor ogen, wat wij opsierden, bogen, wat eerlijk is èn naar". Zo dicht hij als opening in De Spiegel. Wat zwaarmoedig-calvinis- tisch zoekend naar de kern van het menszijn, betrekt hij velen in zijn wereld: „O wezens vol zonden, hoe gevaarlijk is 't gevecht op de rand uwer afgronden". De Mérode vocht op het scherp van de snede tussen goed en kwaad, tussen genieten en verwerpen. Het gedicht De jonge Zeeuw heeft als aanhef: „Hij is een boer, maar hij is mooi./ In al zijn jeugdige ouderwetsheid is er geen zweem van vaag- of fletsheid, want alles is van't best allooi....". En dat is toch mooi....! Op zaterdag 15 september wordt in Nieuw-Vossemeer door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant een themadag gehouden rond de militante so cialist A.M. de Jong. Prof dr. M. de Jong houdt een inleiding met discussie. Dan is er nog een „talk-show" onder leiding van Jan S tarink. Verder is er een kunstmarkt, een oude A.M. de Jongfilm, voor het toneel bewerkte scènes uit de boeken van De Jong, poppenspel en andere attractieve zaken. Viermaal twaalf dagen zullen in Kunstcentrum Badhuis in Gorinchem één jaargang afgestudeerden van de Kunstacademie Rotterdam laten zien hoe ze nu bezig zijn. Het zijn allen leerlin gen van o.a. Krijn Giezen, Gust Romijn, Sjoerd Buisman en Ewerdt Hilgermann. Van 5-17 mei: Dick Postema met objecten en performance en Lex Rijhout, schilderijen en tekeningen. Van 19-31 mei: Paul Jansen met licht/schaduwobjecten en Peter Rotmeijer, schilderijen. Van 2-14 juni: Chris van Mulligen, na tuurprocessen en Herman Schöder, systeemstructuur. Van 16-28 juni: Nick Bezemer, handelingen, Lydia Bremer, grafische reek sen en Roberto Schmidt, lichaamsculpturen. |feSt fe fe VROUW en Film is thema van zomerweek - 2 tot en met 5 juli - in Kerk en Wereld te Driebergen. Ook mannen en eventueel kinderen toegang. Informatie 03438-2241 (toestel 128). FOLK 79 te Rotterdam op 5, 6 en 7 juli. Groepen uit Luxemburg, Belgiè, Schot land, Ierland, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Amerika en Nederland zingen in De Doelen. HOLLANDS Drama; twee weken Nederlandstalig toneel in Den Haag. Festival met lan delijke betekenis van 19-31 roei. t HONGERJAAR 1566, mu- ziektheaterproduktie in relatie met Unie-van-Utrecht-her- denking wordt op vrijdag 11 mei gespeeld in schouwburg Tilburg. i WILLEM, cartoons, op werkdagen voor iedereen te zien in gebouw hogeschool Tilburg (aula); tot en met 28 mei. CHABOT, Hendrik de be- j licnde kunstschilder (1894-1949) wordt geèerd met een tentoonstelling bij kunst handel Louis Dijkstra in Waalwijk; tot en met 26 mei. KUNST en ambachten van Nieuw-Zeeland is een ten toonstelling die door Anne Vondeling op 7 mei in Madu- rodam geopend wordt. B.J. Blommers: Snotneusje thuishoren in de hierboven aangegeven cate gorie. De mevrouw die de baby van Sluyters een oeroude baby noemde had dat op de expo sitie dus ruim 45 keer kunnen doen. Blijft over dat je al met al een (zeer beperkt) beeld kunt krijgen van hoe Nederlandse schil ders tegen een bepaald onderwerp hebben aangekeken. Daar zitten grote namen bij, zo als Piet Mondriaan, van wie enkele jeugdwer ken, zeer naturalistische portretten hangen en Toorop van wie er een potloodtekening is. De wandeling langs de doeken en vitrines levert wel enkele hoogtepunten op. Van Mathijs Ma- ris bijvoorbeeld een krijttekening, van Titus Leeser een paar zeer fraaie bronzen, van Charlotte van Pallandt een robuust, in rode graniet uitgevoerde „Moeder en kind" en van Henk Wiegersma een jongensportret, dat schitterend „wegvoerend proza" geworden is. Otto van Rees, Hendrik Chabot, Jozef Israels, Kees Verwey, Johannes Radecker, Mari An- driessen en Paul Breitner... het hangt en staat er allemaal. Het zijn kopstukken van de va derlandse kunstgeschiedenis, al leven er van dit rijtje nog wel een paar. Maar nieuwere schilders en beeldhouwers dan dit gezelschap hebben de samenstellers niet kunnen (of wil len?) vinden. Minister Gardeniers stelde bij de opening, dat het toch wel aardig is om eens een dergelij ke selectie van Nederlandse werken over het kind bijeen te zien. Bij de Wieger zullen ze het ook wel leuk vinden, de expositie trekt nogal wat publiek. Een serieuze tentoonstelling over het thema kind kun je dit niet noemen. Wel zijn er een aantal geheide namen met aardige prentjes; een stelletje oeroude baby's dus, waar niemand zich een buil aan kan vallen. De idylle van het lieve kind, zoals je dat bij alle activiteiten rond het Jaar van het Kind, ont moet, blijft op die manier in tact. erts wordt geëx- of waar dat in re- noeveelheden in de it. Het uranium werd as in 1789 ontdekt, t geen hout zou snij- :e denken dat de pri- Bretonse bevolking 2 belangstelling voor ir hen waardeloze lerts aan de dag zou De conclusie van em luidt dat bezoe- een andere wereld nium op aarde zijn nalen. Ónze voorou- rben als slaven voor rerkt door met man erts te transporteren ien die door menhirs aangegeven. Daar- iu men volgens Mare s nog het erts hebben In verband met de inge gevaren die daar bonden waren (men aan radioactiviteit) en onder de deskun- ding van de buiten- de dolmens gebouwd nensen tegen straling beschermen. et al een theorie die archeologen se- ;ullen nemen. Mis- zou het echter toch >ede zaak zijn als Ien hierop eens zouden gaan stu- want zolang deze e niet met bewijzen igd is, zou het alle- best waar kunnen EUGÈNE VERSTRAETEN. Daarom bespreken lie uitgegaan zijn. erop dat een :n geschetste irden door het e van het feit" net rden. Dat komt Hella Haasse heeft een bloemlezing samengesteld met fragmenten proza en poëzie van enkel vrouwelijke auteurs. De titel van de bundel is „Veel zijdig"; bevat op 256 pagina's werk van 33 vrouwelijke au teurs na 1918. Vroom en Dreesmann brengt het boek voor slechts 9,75 in de han del. In de verantwoording zegt Hella Haasse onder meer dat ze over het algemeen gekozen heeft voor werk dat misschien niet zo gemakkelijk onder de aandacht van een groter le zerspubliek komt, omdat het geruime tijd geleden versche nen en (nog) niet herdrukt of niet in een andere bloemlezing opgenomen is. Ze heeft verder geen indelingen gemaakt maar haar schrijfsters alfabetisch gerangschikt, zodat het boek begint met Elisabeth Augustin en José Boyens en eindigt met Ellen Warmond en Elisabeth Zernike. Daartussen staan schrijfsters als Carry van Bruggen, Marg. Ferguson, Ida Gerhardt, F. Ten Harmsen, Van der Beek, Liddy van Ma- rissing, Hannes Meinkema, Neeltje Maria Min, Ankie Pey- pers, M. Vasalis e.a. Het is geen feministisch boek is de zin van strijdbare literatuur. Waarom dan vrouwen in een getto bij elkaar gezet? Om aan te tonen dat in de voorbije periode vrouwen even goed als mannen Hella Haasse kwalitatief schrijfwerk heb ben geleverd; werkstukken die niet al te gemakkelijk als vrouwenpraat aan de kant ge schoven kunnen worden. Voor lezers die „de" literatuur een beetje volgen moet dat allang duidelijk zijn. Maar deze „volksuitgave" mikt dan ook op mensen die denken dat vrouwen en „vrouwenbladen" (in de clichématige ouderwetse zin) nog identiek zijn. De ruim vijftig jaren van deze eeuw, die in de gekozen stukken ook enigszins gekarakteriseerd worden, hebben méér opgele verd dan in dit boek bij een- staat. Maar de selectie is best aardig en daardoor het boek ook. e Beeld uit workshop Forum 78 inkomen. Een bakker die brood wil verkopen moet een diploma hebben. Het aantal mensen dat een kwast vasthoudt en schilder achtige produkten verkoopt groeit met de dag. De professionals kunnen in de steun....". „Dat probleem ligt buiten Forum", zegt Maria-Rosa. „Onze ervaringen op de beide vorige forums is juist dat beroepskunstenaars en amateurs elkaar uitstekend vinden; elkaar stimuleren in plaats van bedreigen". In het visuele- eva luatie-rapport '78, dat dezer dagen verscheen staan kreten als: Een gebeuren op hoog internationaal niveau; De reacties waren overwegend positief; De publiekonderschatting speelde ook bij de lezingen van dit jaar weer danig parten; Voor mij 'n warrige, inspirerende week..." etcetera. „Aanvankelijk werd Forum bewust in Zeeland georganiseerd, opdat in deze provincie ook iets zou gebeuren wat elders al bezig was", zegt Maria-Rosa Boezem. „We hebben niet voorzien dat er zoveel belangstelling van elders zou komen; tot uit het buiten land toe. Gelukkig is het nu ook zo dat bewoners van Zeeland zelf ook evenredig vertegenwoordigd zijn op Forum. Het is een zeer uiteenlopend publiek. Het interessante vanForum is dan ook, dat niet iedereen alles even goed vindt, maar dat je zoveel meningen naast elkaar krijgt". „Het komende Forum brengt dus beeldende kunst in relatie met de uitdrukkingsvormen video, fotografie, film, geluid, thea ter en televisie. Er zijn workshops en lezingen waarop men geheel of ten dele kan inschrijven. Voor de workshops kom Willem „Beeldende kunstenaars zijn op dit moment nogal intens bezig met audiovisuele middelen; met film, video en geluid. Maar ook de niet-kunstenaar; iedereen heeft wel een fototoestel of een filmapparaat. Daarom heeft ons derde FORUM in Middelburg als thema Audio-visueel", vertelt Maria-Rosa Boezem, coördi nator van dit creatieve gebeuren. In '77 en '78 trokForum met de thema's beeldende kunst en theater telkens honderden belang stellenden uit het gehele land. „Het thema wordt zeer breed geïnterpreteerd, zodat de grenzen in de beeldende kunsten zoveel mogelijk verlegd kunnen worden". Van 23 tot en met 26 mei a.s. worden er weer series workshops en lezingen gegeven, waaraan onder meer medewerking wordt verleend door Frans Zwartjes, Ed van der Elsken, Josine van Droffelaar, Hans Keiler, Willem Diepraam, Michel Waisvisz en de groep Kreon. Conny Beckly geeft een performance en de Amerikaan Vito Acconci komt met een geluidsproject op het Middelburgse Damplein. „De aanleiding tot het organiseren van Forum ging indertijd uit van het Zeeuws Instituut voor Kunstzinnige Vorming. Kwa liteit opkrikken was het doel. Ideeën van kunstenaars en hun werkwijze omzetten in programma's waarmee anderen - profes sionals en puur geïnteresseerden - zouden kunnen werken door middel van workshops en discussies zou de methode zijn". Ma- tie-Rosa Boezem beklemtoont dat de daarvoor gekozen thema's zo breed mogelijk worden uitgelegd, zodat scheidingen worden opgeheven en duidelijk wordt hoe grensverleggende kunstenaars •en anderen - bezig kunnen zijn. „Als het thema theater is komen daarbij bijvoorbeeld Michel Waisvisz en Moniek Toebosch met muziektheater". Ik heb de indruk dat er op dit moment, vooral bij de professio nals, een afkeer groeit van bepaalde grensvervagingen; met name met de amateurs. Dat heeft dan weer te maken met markt en i

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1979 | | pagina 33