Jan Cartens schrijft boeiend over mensen met desillusies
QuHuatatk
FORUM 79:
AUDIO-VISUEEL
Maria-Rosa Boezem:
„Grenzen verleggen
in beeldende kunst"
CULTURELE MANIFESTATIE IN MIDDELBURG IS EEN BEGRIP GEWORDEN
9 Noordbrabants Museum te boek
De Bloeiende Oranjeboom
De jonge Zeeuw in spiegelbeeld
Veelzijdige schrijfsters
A.M. de Jong op één dag
Negen Rotterdamers in Badhuis
xpositie
°rm
;en woorden als
litsdien en uw
te vervangen door:
iver, daarom en uw
gd: „Wilt u mij
erzoeken contact
manier wordt een
de ambtelijke
cbtig schrijven
int waar de
le schrijfwijze van
hoofdletters waar
overal kleine
alfjaar door de
ïrschijnt binnenkort
en duidelijk
hoopt dr. van
tot betere
niet alleen op
tngoed op de andere
leenten, de
ienst. Dr. van
kanten een grotere
mening hoort daar
ilijker taalgebruik in
BERT KERKHOFFS
Heel vaak zie je een schrijver
I poeien uit korte verhalen.
I Inkt dat, dan wil er wel eens
Ie® roman op volgen. JAN
I WRTENS schreef eerst drie
I tomans en bundelde nu negen
Inhalen in HET KWADE
I HART en andere liefdesver-
1 ™en(uitg. Elsevier-16,90).
I 'och lijkt me dat in het geval
I 'W Jan Cartens geen onlogi-
I sche ontwikkeling. Heeft hij in
1 romans Dat meisje uit Mün-
1 en. De thuiskomst en Vroege
I Herfst opgespaarde verteldrift
I ovor „het verleden" uitge-
I ?®reven, zijn verhalen
^'stalliseren als het ware de
I oteder opgezette romans tot
pen vorm van kleinkunst. De
1 ,erhalen zijn stuk voor stuk
I „''na geconcentreerde romans.
I 1 om met de door Cartens
.""lelijk bewonderde Schu-
1 ert te spreken: Standchens
st de Unvollendete. Zelfs
I ,e,Zo8enaamde brave-burger-
I Jke mentaliteit, die Schuberts
1 Vefi karakteriseerde, speelt
I v? o'n een aanta' verhalen
I J1 artens, maar dan als een
Iïchn'ft' waarvan hiJ zich los"
Jan Cartens
Vorig jaar heeft Jan Cartens
in Hilvarenbeek een boeiende
inleiding gehouden over zijn
jeugd in Brabant; over het
Roosendaal van zijn jonge ja
ren vol roomse wierook en
zonden. „Ik had naar een vi
sioen toegeleefd, dat altijd
bleef wijken, naar verwach
tingen die binnen mijn leven
nooit bewaarheid konden
worden, met de hoop die bin
nen de tijd niet vervuld, geloof
dat binnen de werkelijkheid
niet geopenbaard, liefde die
tussen mensen nooit zuiver
beleefd kon worden. Zou het
zijn, dat daardoor de hoofdfi
guren van mijn romans zich in
de maatschappelijke werke
lijkheid zo slecht op hun plaats
voelen, weglopen, moeilijk de
weg terugvinden, altijd op
nieuw de ontoereikendheid
van hun bestaan onduldbaar
hevig ervaren?" Deze zinsnede
typeert voor een belangrijk
deel de achtergrond, waaruit
hij schrijft.
Een andere achtergrond is
die van zijn literaire vorming.
Zoals wellicht bekend, publi
ceerde deze Bredase Neerlan
dicus in het verleden onder
meer over figuren als Engel
man en Breero. Hij is daarom
geen schrijver vanuit de losse
pols. Zijn verhalen zijn uiterst
zorgvuldig opgebouwd; wer
ken telkens naar een goede
spanning toe; er is duidelijk
aan geschaafd en bijgeslepen.
Toch is zijn stijl nu veel minder
gemaakt, geconstrueerd dan
bijvoorbeeld in zijn eerste ro
man, die duidelijk de kenmer
ken had van een „officiële"
Neerlandicus die zich op het
populaire pad begaf. Jan Car
tens schrijft nu in een taal, die
iedereen vlot kan lezen; die
echt literair is, omdat ze het
literatuur willen zijn, heeft
overstegen.
De bundel heet „Het kwade
hart" en dit titelverhaal bevat
de ironische geschiedenis van
de man, die zichzelf bedriegt
omdat hij - schijtlaars zeggen
we nu - zich de zuster laat
aansmeren van het meisje,
waarop hij verliefd werd. Ik
zou het boek „Verloren para
dijs" genoemd hebben naar het
openingsverhaal. Dat gaat
over een pas getrouwd stel, dat
zich moet losworstelen uit een
benepen burgerlijk/christelij
ke moraal, maar dan weer
vastloopt op „de openbare ze
delijkheid" van Law and Or
der. Dat is evenwel de theorie
achter een smeuig verteld ver
haal, dat niet voor niets is op
gedragen aan Marnix Gijsen.
„Dit was de wereld waarin ik
met haar zou moeten leven.
Tussen wetten en voorschrif
ten, afspraken en regels, met
overtredingen en wetsschen-
nis, schuld, straf en boete."
Mensen met desillusies be
volken zijn verhalen. In „De
brieven" ontdekt de zoon na de
dood van de moeder op na
vrante manier de achtergrond
van het vastgelopen huwelijk
van zijn ouders. In „De kijker"
werkt een knul zijn mogelijke
stiefmoeder - na de dood van
zijn moeder - hardhandig de
deur uit. Meesterlijk gevonden
vind ik zijn verhaal over
„De telefoonminnaar", waarin
een man zijn vastgelopen hu
welijksrelatie weer nieuw le
ven probeert in te blazen. Hier
functioneert de ironie vanuit
het verhaal zelf, wordt schrij
nender zelfs dan in andere ver-
Kalen, waarin de „aanklacht"
meer doordringt. Ik denk bij
voorbeeld aan „De hel",
waarin een ouderwetse mis
siepater wordt neergezet. Dan
blijken er ook weer méér lite
raire hulpmiddelen nodig te
zijn.
Jan Cartens lijkt met zijn
beide laatste verhalen over het
verleden heen te groeien. In
„Een zaterdag" probeert hij
een facet te belichten van de
omgang van de opgroeiende
jeugd van dit moment en in
„De condor" vertelt hij een
schrijnende geschiedenis uit
het vervolgde Chili. Hij obser
veert erg goed, componeert de
gegevens tot gespannen ver
halen. Etudes voor de toe
komst; voor Cartens als een
andere schrijver?
Omdat Jan Cartens in zijn
verhalen intens met mensen
bezig is, herkenbare milieus
helder karakteriseert en de
lach en de traan daarbij niet
misbruikt, maar trefzeker in
voert, zullen ongetwijfeld ve
len er zich door aangesproken
voelen. Veel van hetgeen on
grijpbaar lijkt tussen mensen
wordt grijpbaar door het her
kenbaar te maken. Dat ge
beurt; hetgeen een verdienste
mag heten.
HENK EGBERS
Diepraah één dag werken met fotografie; Ed van der Elsken
belegeidt één dag audio-visuele projectie en super-8-films; Frans
Zwartjes is er twee dagen voor video; Michel Waisvisz vier dagen
beeldende kunst en laser. Eveneens in de Kuiperpoort zijn verder
de volgende lezingen geprogrammeerd: Frans Zwartjes, die zijn
nieuwe film Pentimento ter discussie stelt; Hans Keller over zin
en onzin van audio-visuele middelen; Ed van der Elsken over
goedkope technieken; Jan de Vries over fotografie in de beelden
de kunst en Josine van Droffelaar over de relatie beeldende kunst
en geluid.
Tijdens Forum zal de Amerikaanse Conny Becley in de Vlees
hal een geluids performance verzorgen. En op het Damplein zal
Vito Acconci een geluidsobject - met behulp van een auto -
plaatsen, waarvan het programma drie dagen zal wisselen. Ac
conci die enkele maanden geleden in het Stedelijk Museum in
Amsterdam exposeerde heeft contacten met Middelburg in ver
band met het Podio del arte mondo van Marinus Boezem. Zijn
geluidsobject wordt tijdens Forum gerealiseerd in samenwer
king met De Appel in Amsterdam. Van Abbemuseum in Eindho
ven, Boymans- Van Beuningen museum in Rotterdam en Corps
de Garde in Groningen.
Deelname aan workshops en lezingen staat dus voor iedereen
open en de prijs voor die deelname is niet hoog; gemiddeld zo'n
5,- per keer. CRM, de gemeente Middelburg, de provincie Zee
land en het Anjerfonds dragen samen bijna 40.000 bij om de
kosten te dekken. Wie er meer over wil weten of zich wil opgeven:
Maria-Rosa Boezem, Bellinkstraat 25, Middelburg (tel.
01180-28301). Het zou best eens de moeite waard kunnen zijn om
ook eens naar Middelburg te gaan, waar geregeld cultureel nogal
opvallende projecten tot stand komen.
HENK EGBERS
VAN ZATERDAG 5 MEI 1979
Een vrouw op leeftijd staat voor „Trappe
lende baby" een aquarel van Jan Sluyters en
concludeert: „Een oeroude baby". Hoewel de
typering slechts op dit portret sloeg kun je de
opmerking wel vrij algemeen laten gelden
voor de expositie „Het kind in honderd jaar
Nederlandse kunst", die tot 5 juni in het ge
meentemuseum De Wieger in Deurne te zien
is. De tentoonstelling geeft een beeld van 'wat
schilders van het midden van de vorige eeuw
tot ongeveer de begin jaren zestig met het the
ma kind gedaan hebben.
Nadruk ligt daarbij op geschilderde por
tretten. Er staan nog geen tien beelden en
beeldjes. Sterk vertegenwoordigd op deze
tentoonstelling zijn de romantische en natu
ralistische schilders. De periode 1850 tot 1900
krijgt daarmee tè veel aandacht. Als je over de
expositie rondloopt is een van de eerste ge
dachten die bij je opkomen: zou het kind de
kunstenaar tegenwoordig niets meer te ver
tellen hebben? Dat is natuurlijk wel zo, maar
de samenstellers van deze expositie hebben
naar mijn indruk zeer nadrukkelijk lopen zoe
ken naar vooral aardige prentjes van kinde
ren.
Wat daarmee bedoeld is maken schilders als
J. Neuhuys en B.J. Blommers duidelijk. Tech
nisch heel aardig geschilderde kinderhoofdjes
en tafereeltjes van spelende kinderen, die
daarbij al of niet door hun ouders in de gaten
worden gehouden. Het is pure portretkunst,
maar ook niet meer. Daar is op zichzelf niets
tegen natuurlijk (de opdrachtgevers zullen er
ruim een eeuw geleden mee verguld zijn ge
weest), maar het houdt geen belofte in. Het
maakt ook duidelijk dat genoemde schilders
naar die kinderen gekeken hebben met het oog
op de mythe. De mythe van het lieve kind, dat
geen kwaad kan doen.
Ik denk dat het voldoende zegt over de in
tenties van de samenstellers van deze exposi
tie dat van de 76 getoonde werken er ruim 45
FIETER EGGEN
In de serie Nederlandse Musea kwam uit als deel vijf van een
serie museumboeken bij Joh. Enschedé en Zonen: „Noordbra
bants Museum". Het werd samengesteld door Margriet van Bo
ven, Jan van Laarhoven, Maureen Trappeniers en drs W. Ver-
wers. Het boek dient als handleiding bij de vaste collectie van het
museum en kost 16,-. Je kunt het zien als een bezoekersboek
dat het midden houdt tussen de geijkte catalogus en een mu-
seumgids. De tekst is in hetzelfde boek in het Nederlands èn
Engels afgedrukt. Geschetst wordt de geschiedenis van het hui
dige museumgebouw en het ontstaan van de collectie in relatie
met het Provinciaal Genootschap. Hoewel het collectioneren en
daarmee samenhangend museumbeleid eerst laat op gang geko
men is en derhalve het museale bezit nogal onsamenhangend is
pretendeerde het Genootschap in 1926 al de gehele provincie
Noord-Brabant te willen betrekken bij zjjn museum. De be
staande collectie is voornamelijk archeologisch van aard, terwijl
er verder sprake is van een munt- en penningenkabinet, schilder
en beeldhouwkunst, prenten en tekeningen, toegepaste kunst en
volkskunst. Zestig goede afbeeldingen in kleur en daarbij horen
de beschrijvingen geven een indruk van de de voornaamste be
zittingen en bruiklenen. Een handzaam goed boek dat geen uit
puttend verslag geeft, maar een prettige introductie is op het
huidige museum.
De Oranjes hebben in het
verleden, dichters geïnspi
reerd hun dichterlijke aderen
te laten vloeien. Roland Holst
heeft dat in onze dagen ook nog
gedaan, maar het naoorlogse
Oranjetijdperk heeft niet zo
veel poëten nog geïnspireerd.
Dat rond de zeventigste ver
jaardag van koningin Juliana
er weer een poëtisch stormpje
zou opsteken lag voor de hand.
Dat de van origine Hongaarse
Erzsébet Kisjókai gedichten
over het leven van koningin
Juliana zou bundelen onzer de
titel „De Bloeiende Oranje
boom" lag niet zo voor de
hand, ook al schreef zij veertig
boeken, toneelstukken, e.d. In
1945 kwam ze uit Hongarije en
werd in '49 echtgenote van de
kantonrechter mr. A. van As
sendorp. Ze heeft bij foto's van
Juliana, vanaf 1909, teksten op
rijm geschreven die het leven
van Juliana heten te volgen.
„Er zingt in mij de rijkdom van
de aard: /het klotsen van de
branding aan de kust,/ het
ruisen van de meiregen, de
gracht die. sluimert 's nachts
door schaduw toegedekt, het
Koningin Juliana
glinsterende sterrenbeeld...."
etcetera. Goede bedoelde rij
men die alleen Oranjeklanten
zullen treffen. Uitgeverij Per
spectief uit Voorburg stelt het
voor 8,90 beschikbaar.
Als het om dichten gaat is het interessanter om je het bundeltje
„Spiegelbeelden" van Willem de Mérode aan te schaffen (Else
vier-Manteau-10,90). Op 22 mei is het veertig jaar geleden dat
deze „protestantse dichter" op 52-jarige leeftijd in Eerbeek
stierf. Een jaar vóór zijn dood schreef hij in vijf weken eenenze
ventig gedichten. „Daarna was hij kapotgeschreven en dood
ziek" zo deelt Hans Werkman in dit bundeltje mee. Deze gedich
ten, waarvan hij er zelf nog veertig selecteerde onder het motto
„Spiegelbeelden", werden nooit uitgegeven; enkele ervan ver
schenen verspreid. In zekere zin is dit bundeltje dat zijn werk
afrondt dus uniek. „Meedogenloos, scherp waar stelt ge ons
voor ogen, wat wij opsierden, bogen, wat eerlijk is èn naar". Zo
dicht hij als opening in De Spiegel. Wat zwaarmoedig-calvinis-
tisch zoekend naar de kern van het menszijn, betrekt hij velen in
zijn wereld: „O wezens vol zonden, hoe gevaarlijk is 't gevecht
op de rand uwer afgronden". De Mérode vocht op het scherp van
de snede tussen goed en kwaad, tussen genieten en verwerpen.
Het gedicht De jonge Zeeuw heeft als aanhef: „Hij is een boer,
maar hij is mooi./ In al zijn jeugdige ouderwetsheid is er geen
zweem van vaag- of fletsheid, want alles is van't best allooi....".
En dat is toch mooi....!
Op zaterdag 15 september wordt in Nieuw-Vossemeer door het
Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in
Noord-Brabant een themadag gehouden rond de militante so
cialist A.M. de Jong. Prof dr. M. de Jong houdt een inleiding met
discussie. Dan is er nog een „talk-show" onder leiding van Jan
S tarink. Verder is er een kunstmarkt, een oude A.M. de Jongfilm,
voor het toneel bewerkte scènes uit de boeken van De Jong,
poppenspel en andere attractieve zaken.
Viermaal twaalf dagen zullen in Kunstcentrum Badhuis in
Gorinchem één jaargang afgestudeerden van de Kunstacademie
Rotterdam laten zien hoe ze nu bezig zijn. Het zijn allen leerlin
gen van o.a. Krijn Giezen, Gust Romijn, Sjoerd Buisman en
Ewerdt Hilgermann. Van 5-17 mei: Dick Postema met objecten
en performance en Lex Rijhout, schilderijen en tekeningen. Van
19-31 mei: Paul Jansen met licht/schaduwobjecten en Peter
Rotmeijer, schilderijen. Van 2-14 juni: Chris van Mulligen, na
tuurprocessen en Herman Schöder, systeemstructuur. Van 16-28
juni: Nick Bezemer, handelingen, Lydia Bremer, grafische reek
sen en Roberto Schmidt, lichaamsculpturen.
|feSt fe fe
VROUW en Film is thema
van zomerweek - 2 tot en met 5
juli - in Kerk en Wereld te
Driebergen. Ook mannen en
eventueel kinderen toegang.
Informatie 03438-2241 (toestel
128).
FOLK 79 te Rotterdam op 5,
6 en 7 juli. Groepen uit
Luxemburg, Belgiè, Schot
land, Ierland, Denemarken,
Duitsland, Frankrijk, Amerika
en Nederland zingen in De
Doelen.
HOLLANDS Drama; twee
weken Nederlandstalig toneel
in Den Haag. Festival met lan
delijke betekenis van 19-31
roei.
t HONGERJAAR 1566, mu-
ziektheaterproduktie in relatie
met Unie-van-Utrecht-her-
denking wordt op vrijdag 11
mei gespeeld in schouwburg
Tilburg.
i WILLEM, cartoons, op
werkdagen voor iedereen te
zien in gebouw hogeschool
Tilburg (aula); tot en met 28
mei.
CHABOT, Hendrik de be-
j licnde kunstschilder
(1894-1949) wordt geèerd met
een tentoonstelling bij kunst
handel Louis Dijkstra in
Waalwijk; tot en met 26 mei.
KUNST en ambachten van
Nieuw-Zeeland is een ten
toonstelling die door Anne
Vondeling op 7 mei in Madu-
rodam geopend wordt.
B.J. Blommers: Snotneusje
thuishoren in de hierboven aangegeven cate
gorie. De mevrouw die de baby van Sluyters
een oeroude baby noemde had dat op de expo
sitie dus ruim 45 keer kunnen doen.
Blijft over dat je al met al een (zeer beperkt)
beeld kunt krijgen van hoe Nederlandse schil
ders tegen een bepaald onderwerp hebben
aangekeken. Daar zitten grote namen bij, zo
als Piet Mondriaan, van wie enkele jeugdwer
ken, zeer naturalistische portretten hangen en
Toorop van wie er een potloodtekening is. De
wandeling langs de doeken en vitrines levert
wel enkele hoogtepunten op. Van Mathijs Ma-
ris bijvoorbeeld een krijttekening, van Titus
Leeser een paar zeer fraaie bronzen, van
Charlotte van Pallandt een robuust, in rode
graniet uitgevoerde „Moeder en kind" en van
Henk Wiegersma een jongensportret, dat
schitterend „wegvoerend proza" geworden is.
Otto van Rees, Hendrik Chabot, Jozef Israels,
Kees Verwey, Johannes Radecker, Mari An-
driessen en Paul Breitner... het hangt en staat
er allemaal. Het zijn kopstukken van de va
derlandse kunstgeschiedenis, al leven er van
dit rijtje nog wel een paar. Maar nieuwere
schilders en beeldhouwers dan dit gezelschap
hebben de samenstellers niet kunnen (of wil
len?) vinden.
Minister Gardeniers stelde bij de opening,
dat het toch wel aardig is om eens een dergelij
ke selectie van Nederlandse werken over het
kind bijeen te zien. Bij de Wieger zullen ze het
ook wel leuk vinden, de expositie trekt nogal
wat publiek. Een serieuze tentoonstelling over
het thema kind kun je dit niet noemen. Wel
zijn er een aantal geheide namen met aardige
prentjes; een stelletje oeroude baby's dus,
waar niemand zich een buil aan kan vallen. De
idylle van het lieve kind, zoals je dat bij alle
activiteiten rond het Jaar van het Kind, ont
moet, blijft op die manier in tact.
erts wordt geëx-
of waar dat in re-
noeveelheden in de
it. Het uranium werd
as in 1789 ontdekt,
t geen hout zou snij-
:e denken dat de pri-
Bretonse bevolking
2 belangstelling voor
ir hen waardeloze
lerts aan de dag zou
De conclusie van
em luidt dat bezoe-
een andere wereld
nium op aarde zijn
nalen. Ónze voorou-
rben als slaven voor
rerkt door met man
erts te transporteren
ien die door menhirs
aangegeven. Daar-
iu men volgens Mare
s nog het erts hebben
In verband met de
inge gevaren die daar
bonden waren (men
aan radioactiviteit)
en onder de deskun-
ding van de buiten-
de dolmens gebouwd
nensen tegen straling
beschermen.
et al een theorie die
archeologen se-
;ullen nemen. Mis-
zou het echter toch
>ede zaak zijn als
Ien hierop eens
zouden gaan stu-
want zolang deze
e niet met bewijzen
igd is, zou het alle-
best waar kunnen
EUGÈNE
VERSTRAETEN.
Daarom bespreken
lie uitgegaan zijn.
erop dat een
:n geschetste
irden door het
e van het feit" net
rden. Dat komt
Hella Haasse heeft een
bloemlezing samengesteld met
fragmenten proza en poëzie
van enkel vrouwelijke auteurs.
De titel van de bundel is „Veel
zijdig"; bevat op 256 pagina's
werk van 33 vrouwelijke au
teurs na 1918. Vroom en
Dreesmann brengt het boek
voor slechts 9,75 in de han
del. In de verantwoording zegt
Hella Haasse onder meer dat ze
over het algemeen gekozen
heeft voor werk dat misschien
niet zo gemakkelijk onder de
aandacht van een groter le
zerspubliek komt, omdat het
geruime tijd geleden versche
nen en (nog) niet herdrukt of
niet in een andere bloemlezing
opgenomen is. Ze heeft verder
geen indelingen gemaakt maar
haar schrijfsters alfabetisch
gerangschikt, zodat het boek
begint met Elisabeth Augustin
en José Boyens en eindigt met
Ellen Warmond en Elisabeth
Zernike. Daartussen staan
schrijfsters als Carry van
Bruggen, Marg. Ferguson, Ida
Gerhardt, F. Ten Harmsen,
Van der Beek, Liddy van Ma-
rissing, Hannes Meinkema,
Neeltje Maria Min, Ankie Pey-
pers, M. Vasalis e.a. Het is geen
feministisch boek is de zin van
strijdbare literatuur. Waarom
dan vrouwen in een getto bij
elkaar gezet? Om aan te tonen
dat in de voorbije periode
vrouwen even goed als mannen
Hella Haasse
kwalitatief schrijfwerk heb
ben geleverd; werkstukken die
niet al te gemakkelijk als
vrouwenpraat aan de kant ge
schoven kunnen worden. Voor
lezers die „de" literatuur een
beetje volgen moet dat allang
duidelijk zijn. Maar deze
„volksuitgave" mikt dan ook
op mensen die denken dat
vrouwen en „vrouwenbladen"
(in de clichématige ouderwetse
zin) nog identiek zijn. De ruim
vijftig jaren van deze eeuw, die
in de gekozen stukken ook
enigszins gekarakteriseerd
worden, hebben méér opgele
verd dan in dit boek bij een-
staat. Maar de selectie is best
aardig en daardoor het boek
ook.
e
Beeld uit workshop Forum 78
inkomen. Een bakker die brood wil verkopen moet een diploma
hebben. Het aantal mensen dat een kwast vasthoudt en schilder
achtige produkten verkoopt groeit met de dag. De professionals
kunnen in de steun....". „Dat probleem ligt buiten Forum", zegt
Maria-Rosa. „Onze ervaringen op de beide vorige forums is juist
dat beroepskunstenaars en amateurs elkaar uitstekend vinden;
elkaar stimuleren in plaats van bedreigen". In het visuele- eva
luatie-rapport '78, dat dezer dagen verscheen staan kreten als:
Een gebeuren op hoog internationaal niveau; De reacties waren
overwegend positief; De publiekonderschatting speelde ook bij
de lezingen van dit jaar weer danig parten; Voor mij 'n warrige,
inspirerende week..." etcetera.
„Aanvankelijk werd Forum bewust in Zeeland georganiseerd,
opdat in deze provincie ook iets zou gebeuren wat elders al bezig
was", zegt Maria-Rosa Boezem. „We hebben niet voorzien dat er
zoveel belangstelling van elders zou komen; tot uit het buiten
land toe. Gelukkig is het nu ook zo dat bewoners van Zeeland zelf
ook evenredig vertegenwoordigd zijn op Forum. Het is een zeer
uiteenlopend publiek. Het interessante vanForum is dan ook, dat
niet iedereen alles even goed vindt, maar dat je zoveel meningen
naast elkaar krijgt".
„Het komende Forum brengt dus beeldende kunst in relatie
met de uitdrukkingsvormen video, fotografie, film, geluid, thea
ter en televisie. Er zijn workshops en lezingen waarop men geheel
of ten dele kan inschrijven. Voor de workshops kom Willem
„Beeldende kunstenaars zijn op dit moment nogal intens bezig
met audiovisuele middelen; met film, video en geluid. Maar ook
de niet-kunstenaar; iedereen heeft wel een fototoestel of een
filmapparaat. Daarom heeft ons derde FORUM in Middelburg
als thema Audio-visueel", vertelt Maria-Rosa Boezem, coördi
nator van dit creatieve gebeuren. In '77 en '78 trokForum met de
thema's beeldende kunst en theater telkens honderden belang
stellenden uit het gehele land. „Het thema wordt zeer breed
geïnterpreteerd, zodat de grenzen in de beeldende kunsten zoveel
mogelijk verlegd kunnen worden". Van 23 tot en met 26 mei a.s.
worden er weer series workshops en lezingen gegeven, waaraan
onder meer medewerking wordt verleend door Frans Zwartjes,
Ed van der Elsken, Josine van Droffelaar, Hans Keiler, Willem
Diepraam, Michel Waisvisz en de groep Kreon. Conny Beckly
geeft een performance en de Amerikaan Vito Acconci komt met
een geluidsproject op het Middelburgse Damplein.
„De aanleiding tot het organiseren van Forum ging indertijd
uit van het Zeeuws Instituut voor Kunstzinnige Vorming. Kwa
liteit opkrikken was het doel. Ideeën van kunstenaars en hun
werkwijze omzetten in programma's waarmee anderen - profes
sionals en puur geïnteresseerden - zouden kunnen werken door
middel van workshops en discussies zou de methode zijn". Ma-
tie-Rosa Boezem beklemtoont dat de daarvoor gekozen thema's
zo breed mogelijk worden uitgelegd, zodat scheidingen worden
opgeheven en duidelijk wordt hoe grensverleggende kunstenaars
•en anderen - bezig kunnen zijn. „Als het thema theater is komen
daarbij bijvoorbeeld Michel Waisvisz en Moniek Toebosch met
muziektheater".
Ik heb de indruk dat er op dit moment, vooral bij de professio
nals, een afkeer groeit van bepaalde grensvervagingen; met name
met de amateurs. Dat heeft dan weer te maken met markt en
i