Mandement scheidde
geloof en politiek
We worden elke
dag herinnerd
aan
Matheid
VAN D
W,
vri]
Or. J. G. H. Tans blikt terug
Afwisseling
Uit
Averechts
He
Preekstoel
Net op tijd
Suggestief
Toppunt
frans wijnands
pieter jan dekkers
CORN.l
VERHOEVEN
M
:.v i-. -j;,
LINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
NGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILING
EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEh
VAN ZATERDAG 5 MEI
F AAR 't ons - katholieken binnen de Partij van de
Arbeid - feitelijk om ging, was het streven naar geestelijke
vrijheid. Om de inzichten en de stem van ons geweten te
kunnen volgen", maar om dat te kunnen moest je volgens
dr. Tans „voldoende kennis kunnen nemen van alle an
dere stromingen binnen en buiten de kerk, in de politiek, in
het maatschappelijk leven". Dat stukje vrijheid hebben de
katholieken van de toen opduikende „doorbraak-ge-
dachte" veroverd, ten koste van o.a. populariteit binnen
de katholieke geloofsgemeenschap.
„Och, het leven is me in die
jaren nooit écht zuur gemaakt.
Waar je onder leed waren de
onophoudelijke aanvallen in
de slaafse katholieke pers. Je
werd openlijk gemeden en je
hoefde absoluut niet op 'n be
moedigend woord te rekenen.
Je kreeg géén steun. Van geen
■mens. Je bestond nauwelijks,
'en dat in een tóch al sterk gei-
soleerde regio als (Zuid-)Lim-
burg". „Alleen binnen ons ge-
'zin was er begrip. Bij m'n
jongste broer, nu hoogleraar in
'Groningen, en bij m'n moeder.
Ze is op latere leeftijd nog lid
van de PvdA geworden. En on
derschat dat niet. Ik weet nog
hoe moeilijk ik het zélf heb ge
had, toen ik bij de eerste ver
kiezingen na de oorlog dat an
dere hokje rood maakte, 'n an
der hokje dan wat je tot dan toe
zo gewend was". Voor Sjeng
Tans is het allemaal een alles
zins acceptabele prijs geweest,
die hij en zijn geestesverwan
ten hebben moeten betalen
voor de doorbraak die bereikt
werd.
„Het Mandement heeft ave
rechts gewerkt, althans vanuit
de bisschoppelijke visie.
Het wierp niet de beoogde
dam op die de uittocht van
katholieken moest tegenhou
den". Integendeel, want het
mandement werkte al spoedig
als een opengetrokken sluis,
omdat de teksten ook anderen
de ogen openden en daarbij
eerder verzet opriepen dan de
bedoelde gehoorzaamheid.
In een uitvoerig „Tijd"-dos-
sier van het gelijknamige
weekblad wordt een treffende
passage aangehaald uit de
geestelijke nalatenschap van
prof. dr. L. Rogier, die in 1973
schreef, dat „zelden een bis
schoppelijke leidraad voor het
openbare leven zo spoedig
door de evoluties van de tijd
achterhaald en - om zo te zeg
gen - weggespoeld zal zijn als
het Mandement van 1954".
„Daarom verbaast het me
eigenlijk ook dat de katholieke
kerk het Mandement tot op he
den nooit officieel herroepen
of teruggetrokken heeft", al
dus dr. Tans. Als praktiserend
katholiek, maar dan wèl met
een afkeer van de kerk als or
ganisatorisch instituut, blijft
het voor Tans een doorlopende
teleurstelling dat de kerk nog
steeds de maatschappelijke
ontwikkelingen ontloopt, er
zich van terugtrekt en er zich
in een aantal gevallen zelfs te
gen verzet.
De huidige, wat hij noemt
„restauratiepogingen" van
kerkelijke zijde vindt hij niet
verontrustend; eerder passend
in het beleid van actie en reac
tie. Ze raken volgens hem niet
aan de mondiale tendens van
deconfessionalisering, van
groeiende oecumene en van het
opheffen van het soms zo aan
trekkelijke isolement.
Tans groeide op binnen de
vanzelfsprekende katholieke
sfeer die voor de oorlog in
Limburg heerste.
„Alles was katholiek. Van de
kleuterschool tot de dansles,
van de vakbond tot de to
neelclub".'n Keuze zoals voor
de SDAP betekende onvoor
waardelijk de kerk uitge
schopt te worden en dus bleef
je in uitermate volgzame ge
hoorzaamheid en omdat je ei
genlijk niet anders wist, deel
uitmaken van dat isolement,
„beschermd" tegen de vijandi
ge en gevaarlijke buitenwe
reld.
De oorlog betekende voor
Tans verandering van klimaat.
„Ik leerde via het verzet hu
manisten kennen, protestan-
Dc
'eze maand is het 25 jaar geleden dat de Nederlandse
bisschoppen hun Mandement „De Katholiek in het open
bare leven van deze tijd" publiceerden. Een schokkend
document, waarin onverbiddelijke grenzen werden getrok
ken: het moest uit zijn met de actieve sympathie voor alles
wat niet duidelijk herkenbaar in het katholiek patroon paste,
het socialistische kamp in het bijzonder. Zélfs passieve
adhesie werd afgekeurd, al werden b.v. aan het lidmaat
schap van de P.v.d.A. niet die harde sancties verbonden
zoals aan het lidmaatschap van socialistische verenigin
gen. Duidelijke grenzen, die evenwel genegeerd werden
door de katholieken die zich via de Katholieke Werkge
meenschap (KWG) binnen de Partij van de Arbeid mani
festeerden. Een „rebelse, afvallige groep", waartoe óók 'n
aantal zuiderlingen behoorde.
Een van hen is dr. J.G.H. Tans, oud-kamerlid (voor de
P.v.d.A.) en oud-partijvoorzitter.
Dr. Tans
ten, atheïsten, socialisten en ik
begon literatuur te lezen".
Het was voor iemand als
Tans een verademing, maar de
nationale eenheid tegen de
Duitse overheersing betekende
na de bevrijding niet automa
tisch een eenheid in nieuwe le
vensopvattingen, maatschap
pijverhoudingen en idealen.
„Alles bleef bij het oude, ter
wijl ik ervaren had dat niet al
leen katholieken per definitie
uit liefde leven. Later leerde ik
óók dat je geduld moet hebben.
Dat er zelden iets fundamen
teels in één enkele generatie
kan veranderen, maar dat een
revolutie, 'n doorbraak, wèl de
aanzetten tot geleidelijke ver
andering moeten zijn".
In 1946 richtte hij - als enige
Limburger - mee de PvdA op
en werd er lid van, ongehin
derd door kerkelijke verboden.
Die golden immers de SDAP;
welke partij formeel was op
geheven.
Het waren de jaren dat vanaf
de preekstoelen werd geha
merd op de plicht van elke ka
tholiek op de KVP te stemmen.
Wie een andere kleur bekende
en zéker het rood, lag eruit;
hoorde er niet meer bij. Tans,
gaf als docent Nederlands les
aan een Maastrichtse middel
bare school waar vrijwel ie
dereen katholiek was.
„Waar ook aanmatigend
over „ons Indië" gepraat werd,
maar waar ik toen al belang
stelling bij m'n leerlingen
wakker riep als ik een afwij
kend geluid liet horen", herin
nert Tans zich. Zoals hij zich
óók hdrinnert dat hij dag in,
dag uit op eieren liep, uiterst
voorzichtig moest manoeu
vreren. „Ook al heb ik er zel
den wakker van gelegen, het
was een slopende tijd, ook voor
m'n gezin".
„Achteraf krijg je 'n stuk
voldoening terug als oude „te
genstanders" nu nog wel eens
opmerken: Jij hebt toen al ge
lijk gehad"of „Hoe heb ik ooit
zulke stomme argumenten in
die discussie met jou kunnen
gebruiken".
Tans is nooit verbitterd ge
raakt. Hij bleef binnen de kerk,
óók nadat hij een uit de tijd
geraakte uitbrander van de
toenmalige Roermondse bis
schop had gekregen. „Het was
•het eerste symptoom dat er iets
tegen ons in de maak was. Kort
daarop bleek dat het Mande
ment te zijn, geschreven door
kerkelijke gezagsdragers die
de ontwikkeling de rug toe
keerden en met het gezicht
naar het verleden gingen
staan".
In menselijk opzicht - en
Tans ontkent dat niet - kwam
het Mandement voor hem als
het ware net op tijd. „Ik werd
gedwongen tot een keuze en ik
was opgelucht dat ik, samen
met m'n katholieke vrienden
binnen de partij, openlijk kon
zeggen dat we het Mandement
naast ons neerlegden".
Het kostte hem zijn leraars-
baan,, maar hij werd door de
partij op een toevallig openge
vallen Kamerzetel gezet. Tans
bleef evenwel in Limburg wo
nen. „Bewust, omdat ik vóór
alles de regionale zaak wilde
dienen".
„Dus tóch als pion in het op
zieltjeswinst gerichte spel van
de PvdA"?
Mijn vraag grieft hem geens
zins; hij kent dat verwijt dat
hij „gebruikt" zou zijn als
speerpunt, als lokvogel. Ook
een politieke partij moet vol
gens hem een goede markta
nalyse durven maken, en in het
zuiden viel er voor de socialis
ten winst te behalen. „Boven
dien doe je als politicus alles
om je idealen in macht om te
zetten, macht in de betekenis
van de mogelijkheid om be
slissingen te kunnen nemen,
met name in het regeringsvlak.
En dus was het een logische
partijstrategie om via mij in
Limburg te opereren", hetgeen
de teleurstellingen en de pijn
niet wegnemen die de PvdA-er
Tans als Limburger gevoeld
heeft en nóg voelt, toen na de
spectaculaire mijnsluiting de
beloofde vervangende werk
gelegenheid uitbleef. „Het is
een falend beleid geweest,
waarvan de schuld bij allemaal
ligt en niet aan één enkele par
tij alléén verweten kan wor
den".
In een onwaarschijnlijk
korte tijdspanne is het Man
dement achterhaald gewor-
lET lijdt geen twijfel dat
de belangstelling voor de
jongste geschiedenis - met
neme de Tweede Wereld
oorlog - sterk toeneemt.
Prof. dr. Lou de Jong van
het Rijks Instituut voor
Oorlogsdocumentatie zei in
1970 nog spijtig dat hij en
zijn medewerkers zich
steeds eenzamer gingen
voelen, onlangs consta
teerde hij voor de tv, dat het
toch wat anders is uitge
vallen.
Herhaalde pogingen van di
verse regeringen om de Drie
van Breda vrij te laten, de ar
restatie of juist niet-aanhou-
ding van oorlogsmisdadigers
en de zaak-Menten kregen de
laatste jaren dermate grote
aandacht, dat in sommige
kringen zelfs de verzuchting
werd geslaakt, of dat nou alle
maal nog wel gezond was.
Vorige week de vrijspraak in
het geruchtmakende Majda-
nek-proces en - in de Bondsre
publiek nog volop in discussie
- het al dan niet verjaren van
Oorlogsmisdaden. We komen
dan bij Holocaust, dat aller
wegen in West-Europa beroe
ring heeft gebracht. Vooral in
West-Duitsland, waar de serie
over de ondergang van de jo
den tijdens Hitiers Duizend
jarige Rijk veel emoties heeft
losgeweekt. Maar ook in eigen
land, waar deze serie overigens
ook een kritisch onthaal kreeg.
Holocaust was voor de
Stichting Geschiedkundig Ge
nootschap De Wende i.o. (in
oprichting dus) aanleiding een
artikel rond te sturen, waarvan
de honden geen brood lusten
„De Wende", het woord, zal
men tevergeefs in de Dikke
Van Dale vinden. Het werk
woord wenden komt er nog het
dichtst bij: dat betekent om
keren, omspitten. „De Wende"
is een puur Duits woord, dat
Ommekeer betekent. De goede
verstaander zal aan een half
woord genoeg hebben om te
kunnen constateren, uit welke
hoek de Wende-wind waait.
De bedoeling van de raad
selachtige stichting (een heer
genaamd Schaap voert de
redactie van het blad „De
Wende", maar is verder niet te
lokaliseren): „Uitsluitend ten
aanzien van de jongste ge
schiedenis de vrije menings
vorming te bevorderen". On
der die leus verkondigt „De
Wende" dan ook, dat er onder
het Hitler-regime nooit zes
miljoen joden zijn vermoord,
hooguit een paar honderddui
zend en dan nog zonder voor
opgezette bedoeling van de
Nazi's om ze om te brengen.
Een soort noodweer dus.
Het artikel in De Wende -
„De wereld wil bedrogen wor
den, derhalve worde zij bedro
gen" - is zo suggestief geschre
ven, dat je je soms afvraagt, of
de schrijver(s) ergens gelijk
kan (kunnen) hebben.
De vergelijking bijvoorbeeld
van de massamoord op de jo
den met de geallieerde bom
bardementen op de Duitse ste
den in het laatste stadium van
de oorlog klinkt helemaal niet
zo irreëel als vaak veronder
steld wordt. Het is gewoon
waar dat bij die bombarde
menten hondderdduizenden
burgers om het leven kwamen.
De geschiedschrijvers en de
ethici zijn het er nog steeds niet
over eens of deze manier van
een volk bestrijden toelaat
baar is. Natuurlijk voert „De
Wende" Warschau en Rotter
dam ten tonele om de vergelij
king in eigen voordeel te ge
bruiken. Want, zo stelt het
blad, Rotterdam en Warschau
waren geen zogenaamde open
steden. Vooral Rotterdam was
een militair doel, gezien de
verdediging van de Maasbrug
gen, die de toegang tot het hart
van Holland beheersten.
Een „jonge, kritische Duitse
arbeider" heeft in mei 1974 bij
het crematorium van Dort
mund zijn licht opgestoken
over het verbranden van men
sen. „De Wende" citeert uit het
verslag: „Verbranding van één
lijk duurt twee en een half uur,
1000 lijken dus 2.500 uren of
tewel 104 dagen. Bij een mil
joen lijken worden dat 104.000
dagen d.w.z. 285 jaar bij 24 uur
ploegendienst.
Neemt men 100
verbrandingsovens voor alle
concentratiekampen, dan
duurt de verbranding van 1
miljoen mensen bij een werk
dag van 12 uur meer dan 5
jaar". Aan deze gruwelijke
ontboezeming voegt „De Wen
de" toe, dat deze cijfers geba
seerd zijn op het gebruik van
gas. Bij kolen zou het veel lan
ger duren.
Men raadt het al: de Nazi's
hebben nooit in minder dan 5
jaar zes miljoen joden kunnen
verbranden. Trouwens, zo
vraagt de „jonge Duitse arbei
der" zich dan af, waar heeft
men de as gelaten? Eén miljoen
lijken levert een asberg van
2.000 ton op. Waar is die berg
gebleven?
Voor wie de razernij van het
Nazisme heeft meegemaakt en
voor degenen, die de moeite
hebben genomen, zich in deze
afschuwelijke periode te ver
diepen, moet deze passage hen
doen afvragen, of de redactie
van het blad wel normaal is.
Vooral als men deze „zesmil-
joenmythe" beschrijft onder
de kop „De Zwendel van de
Twintigste Eeuw".
De „zesmiljoenmythe"
noemt het blad verderop
„gruwelpropaganda". Want er
zijn in Duitsland zelf helemaal
geen joden vergast: „Ausch
witz was een kamp waar tien
duizenden deels vrije arbei
ders in de oorlogsindustie
werkten". Arbeit macht Freu-
de....
Het toppunt van geschied
vervalsing is de mededeling,
dat de gaskamers in het con
centratiekamp Dachau pas na
de oorlog op instructie van de
Amerikanen zijn "aangelegd"
om de aan het Europese joden
dom begane misdaden verder
te blijven uitbuiten".
Wat dat betreft is „De Wen
de" verbijsterd en denkt in
adem aan „het geval-Menten,
de grijsaard, die na een „van
joodse zijde" opgezweepte
sensatiecampagne en op grond
van oude, volstrekt onbe
trouwbare getuigenissen ver
oordeeld werd voor misdaden,
waarvan terzakedeskundigen
weten, dat hij die - als niet-mi-
litair - nooit openlijk had kun
nen plegen".
„Van joodse zijde". Omdat
het klopt (Hans Knoop is jood)
is zo'n alinea zo suggestief, dat
het gevaar van alle kanten
binnensluipt en het degenen,'
die nooit verder gekomen zijn
dan Wereldoorlog-Eén, zelfs
heel plausibel in de oren kan
klinken.
Nog een voorbeeld: „De
Wende" keert zich ertegen, dat
een betrekkelijk kleine, maar
door spositie, geld en eensge
zindheid van doelstelling zeer
machtige groep decennia-lang
via de media een geestelijke
terreur „blijft uitoefenen ten
aanzien van het Duitse volk".
Die groep wordt eerder in het
artikel als bestaande uit joden
genoemd, omdat de meeste in
vloedrijke Amerikaanse
den. Het werd na verschijnen
gaandeweg genegeerd door een
massa katholieken, zoals de
opstellers ervan aanvankelijk
de persoonlijke gewetensvor
ming en de mondigheid van de
gelovigen hadden genegeerd.
Daarom kan Tans de jonge
generatie benijden. Die kan
vrij kennis nemen van alle re
levante en ook irrelevante za
ken. Van stromingen, opvat
tingen, lectuur. Voor de huidi
ge generatie is het Mandement
een curieus, historie geworden
moment en zij kan zich nau
welijks voorstellen dat Ne
derland er zich indertijd zó
massaal over opwond. Het
„rijke roomse leven" heeft vol
gens Tans toen weinig geeste
lijke rijkdom gebracht.
En het heeft ook geen
christelijke politiek opgele
verd. „Wat is dat eigenlijk?",
zo vraagt hij zich af en schetst
tenslotte zijn persoonlijke vi
sie op de politieke toekomst.
Niet voor de jaren tachtig,
maar voor het begin van de
21ste eeuw.
„Het CDA vergroeit tot
een Conservatief Demo
cratisch Appel. De pro
gressieve meerderheid van
het CDA zal zich gaande
weg kunnen verenigen met
een partij als D'66 en een
Liberale partij. Niet naar
VVD-model, maar naar En
gelse snit. De christelijke
kiezer komt los van die ker
kelijke, christelijke noemer
in de politiek. En die dui
delijke scheiding tussen
geloof en politiek is dan
mede en vooral in gang ge
zet door het Mandement.
Paradoxaal, maar het is nu
eenmaal zo",
kranten in handen van joden
zijnOok dat is zo. Hi er de sug
gestie van een internationaal
joods komplot tegen Duits
land.
„De Wende" schaamt er zich
niet voor om op één pagina de
hulp van de Sovjet-Unie in te
roepen, door de Pravda te ci
teren („95 procent van de me
dia in Amerika is in Zionisti
sche handen"), om vervolgens
het Avondland te betitelen als
het enige, oprechte land, dat in
staat is een bolwerk te vormen
tegen de „opdringende Sov
jetmacht uit het Oosten". De
Oostfrontstrijders zal het be
kend in de oren klinken.
Wat moet je nou met zo'n ar
tikel en met zulke beweringen?
De prullenbak insmijten, het
niet lezen, je schouders opha
len en verder alleen maar kij
ken naar de „geromantiseer
de" Amerikaanse versie van
het gebeuren dat via Holocaust
onze huiskamer binnenkomt?
We lezen veel over neo-na-
zistische activiteiten in de ons
omringende landen. En een
vinnig tv-debat met een Duitse
politicus over de verjaring van
oorlogsmisdadigen wordt bij
na een ramp in de Nederlands-
Duitse verhoudingen. De
Duitsers schrokken van de
„haat" die in dit land nog ten
aanzien van Duitsers zou be
staan. Maar is dat wel zo? Een
paar voormalige verzetsgroe
pen, dr. Lou de Jong en de Drie
van Breda frissen ons geheu
gen af en toe op, soms zelfs tot
verveling toe. Moet dat alle
maal nog?
Als je „De Wende" hebt
gelezen, dan past slechts
het „Ja". „De oprecht gelo
vige daad is steeds doel in
zichzelf, waarheen de weg
ook voert", luidt de lijf
spreuk van „De Wende".
Waartoe die weg nog geen
halve eeuw geleden heeft
geleid, weten we. Dat kan
geen „De Wende", geen
Nationaal 'Front (Enge
land), geen NDP (West-
Duitsland), geen Vlaams
Volksfront (België), geen
neo-fascistische admiraal
in Italië en geen neo-nazis-
tische knokploeg in Duits
land veranderen: hun be
staan herinnert er ons elke
dag aan.
1 neens was er die discussl
over „de grote matheid" qf
de jaren zeventig. In de dj
cussie leek het verschijnJ
steeds ernstiger vormen oj
te nemen, alsof matheid et[
van die dingen is die ontsta*
zodra erover wordt gepni
als een soort van spook dij
naar believen kan wordi
opgeroepen. Okke
heeft er al een boekje aanjl
wijd met de 'titel „Wij a|
niet machteloos". Hij sigjJ
leert daarin dat de koerst
inderdaad gaan dalen alslij
bericht verspreid wordt i
zij dalen. Om nu te voortj
men dat de matheid - dof
hem niet ten onrechte opjJ
vat als een gevoel van moei
teloosheid - toeneemt nasi
gelang er meer over peproj
wordt, wil hij de lezer e\
injectie tegen de moedclool
heid geven en probeert j
aan te tonen dat moed i
enthousiasme de wert§
kunnen veranderen. Om j
stijl te blijven zou ik willi
zeggen: als wij geloven daül
wereld veranderbaar
wordt hij daardoor venl
derbaar.
Mij dunkt dat dit gelooft
een of andere vorm nod ijl
om ons het gevoel te getl
dat het leven zinvol is. ZtM
der dit perspectief wonll
vooral actieve mensen ml
deloos. Maarhetis natuur lil
ook waar dat mensen cfteoj
tief zijn, idealistisch en s
ven in veranderbaarht
zich voor het karretje til
manipulerende machtm
kunnen laten spannen enlm
ter bedrogen uitkomen, ül
lijkt mij niet uitgesloten dl
er met veel mensen die nuf
mat zijn, iets dergelijks J
beurd is: zij hebben te ttl
verwacht van hun mspol
ningen en zich daarbij tem
laten leiden door allerlei niS
in te vullen beloften. H:|
matheid is een reactie op
teleurgesteld idealisme.
Naar mijn gevoel is in itÊ
situatie een verkondig ij
van weer een nieuw idea lij
me, hoe aanstekelijk
niet de enige therapie. Hel]
zelfs de vraag of er wel 1
hoefte is aan een theraptei\
of matheid niet bij uitstekt:
situatie is waarin wij nuchli
kunnen denken en
richt handelen. Al die gen 1
drift is te zien als een resWl
uit een tijd.waarin mensenlf
veel achter leiders aanliep*
en zich te gretig als ka:wi
nenvlees lieten gebruiken.lt
zit iets in van massale kraiim
zinnigheid die met een reij
lijke vorm van geloof i
idealisme weinig te mét
heeft.
Wanneer wij de motif!
meteen al veroordelen op 11
moment dat wij haar besta
signaleren, sluiten wij
schien te snel onze ogen sol
haar eventuele positieve!I
tekenis. Ik zou de stellij
durven wagen dat matter
de prijs kan zijn die wij
talen voor een toenemen'1
geestelijke stabiliteit, «1
realiteitszin en voor het
ruimen van blinde voli
zaamheid. Wat dat betreft]
zij te vergelijken met i
lauwheid als lichaamstil
peratuur: zij stelt ons instil
om te blijven leven. Mathil
bedreigt niet het leven, w'l
misplaatste dromen van
roisch optreden; zij bn4
ons van mateloosheid tem
naar onze eigen maat. M|
wel even wennen, maar ej
geen enkele reden om aasI
nemen dat mensen niet tj
nen hun eigen maat zoulÊ
kunnen leven. Er is integtf
deel alle reden om aan t
men dat mensen die Ij
maat kennen, er zelfs I
geen vermoeden van i
waartoe zij binnen die
in staat zijn. Alleen woitfl
ren kunnen zij niet doe»]
zij zijn waarschijnlijk zot
omdat zij te lang
hebben dat wel te kunniï\
m
iet zonder succes
weet een fabrikant van
kartonnen grafkisten de
publiciteit te halen met de
suggestie dat hij het ge
heim heeft gevonden van
milieu-vriendelijk begra
ven. Menigeen zal zich, niet
zonder zorgen, afvragen
hoe het dan vroeger ge
steld was op plaatsen waar
overledenen aan de aarde
werden toevertrouwd. Ac
tueel lijkt ook de vraag of het
begrafeniswezen zich nog
langer verdraagt met mi
lieu-hygiënische eisen. Dit
temeer omdat naast het
traditionele begraven de
crematie sterk in opkomst
is.
Toen ik in de jaren zestig,,
in de Kempen, getuige was
van het openen van een me-
rovingisch grafveld uit de
zesde eeuw na Christus bleek
mij, als toeschouwer, dat van
de destijds begraven licha
men en van de kisten slechts
lichte verkleuringen in de
zandbodem waren over
gebleven. Uit de lengte der
zandkorrel-silhouetten kon
den de onderzoekers kinder
graven van die van volwas
senen onderscheiden, Uit de
gaafgebleven grafgiften
(halssnoeren bij vrouwen en
zwaarden bij mannen) kon
men het geslacht afleiden. De
begraven lichamen, skelet en
tanden inbegrepen, waren
volledig „aarde" geworden.
Moderne milieudeskundigen
kunnen over de wijze waarop
moeder-aarde menselijke
resten, in een volledige re
cycling, tot stof doet weer
keren ruimschoots tevreden
zijn.
Een gunstige voorwaarde
te scheppen voor de natuur
lijke ontbinding van begra
ven menselijke lichamen,
zonder de water-, lucht- en
bodemhygiëne te schenden,
is de eis die men aan een be
graafplaats stellen moet.
Opmerkelijk is nu dat een zo
belangrijke hygiënische zaak
als de juiste begraaftechniek
niet het resultaat is van we
tenschappelijke studies maar
de doeltreffende vrucht van
een rijke ervaring uit het
verleden. Vooral bij grote
epidemieën uit het verleden
die in korte tijd een stad hal
veerde was het begrafenis
wezen een grote zorg voor de
stedelijke overheid. De
praktijken van optimaal be
graven stammen uit die tijd.
Landelijke bepalingen voor
het begraven werden in ons
land voor het eerst gegeven in
de begrafeniswet van 1869.
Na meerdere wijzigingen in
de loop der jaren werden in
1955 voorschriften voor lijk
verbranding toegevoegd
waardoor de wet een naams
verandering onderging: Wet
op de lijkbezorging. In 1971
is een redactioneel ver
nieuwde ontwerpwet op de
lijkbezorging ingediend.
buife
derld
De
die
geleg
stads
haald
Hel
chaaf
een
aam
riën
door|
ces.
Verbranden en begraven
Hebben elkaar in opvolgende
cultuurperioden steeds af
gewisseld. In de steentijd
werd uitsluitend begraven en
in de bronstijd weer gecre
meerd. De Romeinen kenden
beide vormen van lijkbezor
ging.
In de eerste eeuwen van
onze jaartelling begroef men
w onze streken zijn doden
weer en wel met het hoofd
naar de zonsopgang. Het
Christendom gaf later aan
begraven volledig de voor
beur door de doden in de ker
ken en rondom het kerkge
bouw ter aarde te bestellen.
Na de reformatie vervielen
°eze kerkhoven en mede on
der invloed van pest- en pok
ken vlagen werden in en
vooral buiten de steden
nieuwe begraafplaatsen
aangelegd met nauwkeurige
stedelijke voorschriften voor
epidemieën. In het eerste
Europese leerboek der hy-
?7one Van Johan Frank uit
U94 staan nauwkeurige
aanwijzingen voor begraaf
techniek en begraafplaatsen.
de toenmalige discussie of
begraafplaatsen in of buiten
Qe stad gesitueerd moesten
worden, stelde Frank dat le
ende patiënten met infec-
'eziekten een groter gevaar
opleverden dan de, diep on-
ei de grond, geïsoleerde
verledenen. Hij achtte het
e'plaatsen van ziekenhui-
,en naar de omgeving van de
ad veel belangrijker.
jbjs had overigens in
'b5 zijn eerste kerkhof
Zu|
riën
van
ontbi
eiwitl
van
men
procé
volks
aan
aardM
zuurs
lucht!
maar
vettel
bindiT
zuurs
feite f
slotte
zijn
uiteej
In
droge]
schrc
gingsl
onbejf
hoed?
tieprq
rasgrl
ondei
kingi
proce
vollec
Bij gef
voork
bij lij|
gen
lichaJ
wittel
z g- ll
die d(|
jarenf
1963
heidsl
kerkh
gestell
vormf
bij el
menia
Oól
met i
laag
aang<|
prakt]
ne, sol
kaar f
wares
kistei]
milies
Eer]
van
de bd
voorv