KOMIEK PIET BAMBERGEN: Zijn er geen problemen, dan maak ik ze wel" losse no tosse noppens Piek betai „Wij zijn er gewoon voor de gewone man' S0300013 3SS01 $0300013 3SS01 Samenstelling: Engine Loom ant en Pirk Vellenga V ANAF het eilandje in de Westeinderplas bij Aalsmeer, waar de jachthaven De Blauwe Beugel is gelegen, stevent het veer- pontje met vriendelijke tufgeluiden op de vaste wal aan. De schipper geeft behendig een draai aan het stuurrad en meert het vaartuigje onberispelijk aan de steiger. De schipper is Piet Bambergen. Hl ford aan Amerikaanse country muziekprij zen toegekend Oude rs Ploeteren Bezwaar tegen nieuws tijdens ,,Für Elise" Geblesseerde Ge op DE STEM VAN ZATERDAG 5 MEI 1979 „Niet gek voor een amateur, hè?", zegt hij. Zijn gezicht is door de wind gekleurd en steekt blozend af tegen het water. Als we even later zijn overgevaren en op het die middag zonnige terras van De Blauwe Beugel zitten, vertelt Piet: „Ik heb altijd graag in de watersport willen zitten. Daarom heb ik deze jachthaven voor één seizoen gepacht. Ik heb 't aan mijn collega René overgelaten wat we zouden doen: naar Spanje gaan waar wij, de Mounties, anders in de zomer altijd optre den, of niet. René zei: als je 't niet erg vindt, wou ik liever naar Amerika gaan om teksten en nieuwe ideeën op te doen voor het komende tv-seizoen". „Dat kwam dus goed uit. Ik wil het runnen van dit water sportcentrum per seizoen bekijken. Niette veel hooi op mijn vork nemen. M'n vrouw helpt mee. Als het niet met mijn werk is te combineren, stop ik ermee. Maar als het wél lukt, is het misschien later leuk voor de kinderen". Piet Bambergen, achtenveertig jaar, heeft er twee: dochter Tanja (18) en zoon Pieter (16). Hij ontkent, dat het runnen van het watersportcentrum een aanloop zou zijn tot een mogelijk beëindigen van zijn carrière in de showbizz. „Nee, 't is gewoon de aantrekkingskracht van het water". De aanblik daarvan doet Piet Bambergen kennelijk goed. Zijn blik dwaalt over de Westeinderplas. De sfeer is plezierig. Het duurt niet lang of de komiekzit ontspannen op zijn praat stoel. „Ik j j IK ben altijd een piekeraar geweest. Da's een tik van me. Ik ben een vis, dus zal het wel JE§ een vissentik zijn. Vandaar dat ik nu ook aan het water H| zit, hè? Tjaik ben altijd erg zwaar op de hand. Bere- deneer alles honderddui- zend keer voor ik iets doe. Ik =5 zeg nooit: oh, dat doe ik wel even". „Ik heb misschien meer problemen dan een ander. En =j| zijn ze d'r niet, dan mèèk ik S ze. Ik ben een jongen van èls nou maar dit en èls nou maar dat. Je probeert alles zo goed mogelijk te doen, je kinderen goed op te voeden, een leuk huis te hebben, je brood te =5 verdienen. Maar het blijft al- Hl tijd een vak van zo ben je d'r Hl en zo ben je d'r niet". ..Ik doe nou al achttien jaar televisie Ik heb er heel wat zien komen en zien gaan. Maar na achttien jaar kan ik zeggen, dat ik nog altijd behoorlijk draai, tot =E de best bekeken programma's behoor. Dan heb je toch wel eer van je werk". „Maar als ik nou naar de ja- ren achter me kijkwat er was en wat erg populair is ge- wéést, maar waar men nóóit meer over spreektdan denk ik: dat gaat mij óók gebeuren. Dat kan over vijfjaar, maar ook |H het volgend jaar zijn. Daar ben ik me terdege van bewust". j j Ik wil het wel wat rustiger aan gaan doen. Dat hebben René en ik samen besloten. H§ Kijk, de Mounties, dat is eigen- lijk een zaak, hè? En in die zaak werken René van Vooren en Piet Bambergen Die jongens beslissen samen. Anders krijg =E je nooit een gezonde basis" Ik ben nu bijna vijfentwintig H§ jaar bezig. Vergeet niet. dat ik jarenlang als nummer gewerkt heb Twee, drie voorstellingen op een avond In Amsterdam, SS daarna gauw Utrecht en dan nog even in Den Bosch of zo. We reden 200.000 kilometer per jaar. De man 100.000. Als =H je dat een jaar of tien gedaan hebt, zeg je: jongens, kalm aan. 5= Geld is niet alles. M'n gezond- heid is belangrijker". Hf Ik ben een jongetje uit de Jordaan, geboren in de Boom- straat, vlakbij de Lindengracht. M'n ouders, m'n broer en ik SS woonden er in een piepklein huisje. Je kent dat wel. In het keukentje was een toiletje met SS een klapdeurtje. We waren niet SS arm maar hadden 't ook niet breed M'n vader was fruit- koopman Hij moest d'r hard voor werken Iff ,,M'n hele familie zat in de handel. Twee ooms van me H! stonden met groenten op de markt. Een andere oom van me S was palingboer. Nee, zelf heb ik nooit ambities in die richting gehad". §H ..M'n ouders leven godzij- gp dank nog allebei. Vader is nu |=j negenenzeventig, moeder vijf- Hjjj enzeventig. Ze wonen nog al- tijd in de Jordaan. Die moet je De Amerikaanse academie van country-muziek heeft de hoogste onderscheidingen toe gekend aan Kenny Rogers. Barbara Mandrel) en de Oak Ridge Boys. Rogers kreeg de hoogste on derscheiding, de (cow- boy)-„hoed" voor de beste voordracht in het geheel, plus nog een als beste vocalist. Bar bara Mandrell werd onder scheiden als beste vocaliste. De Oak Ridge Boys kregen een prijs als beste vocale groep en een voor hun lp „The yall come back saloon". „Tulsa Time" van Don Williams werd on derscheiden als beste single. niet meer verplaatsen. Als die mensen bij me komen in m'n bungalow in De Rijp, dan vin den ze dat prachtig. Dan zeg gen ze: jongenje hebt wat ver diend in je leven dat je dat hebt kunnen neerzetten. Elke steen heb ik zelf verdiend. Daar zijn die mensen trots op". „M'n moeder nam me vaak mee naar het theater. Als jon getje van zes, zeven jaar werd ik al gebiologeerd door het vak. Ik vond het geweldig als er één man op het toneel stond en dat de mensen allemaal naar hem keken en om hem lachten en voor hem klapten. Dan zei ik tegen m'n moeder: dat ga ik ook worden, dan word ik be kend en dan komen ze me om m'n handtekening vragen. En m'n moeder zei dan: natuurlijk, jongen, jij wordt artiest. Nü zegt ze heel vaak: jouw wens is uit gekomen". „Overdag ben ik altijd positief, maar 's nachts ben ik negatief Overdag denk ik altijd: nou, ik zie het wel. het zal wel goed komen. Maar als ik in bed lig, dan denk ik: dat zeg ik nou wel. maar als het nou es niét goed komt, wat gaat er dan ge beuren?". 't Hoeven helemaal geen belangrijke dingen te zijn. Denk niet, dat ik huizenhoge proble men heb. 't Zijn de kleine din getjes, die me dwars zitten en waar ik 's nachts over lig te pie keren". ,,'k Heb 't es gehad toen ik in Carré stond. Op de dag van de première werd die kleine jon gen van me geopereerd Nou ja, dan sta je op de bühne je werk te doen, maar met je ge dachten ben je bij je kind in het ziekenhuis. De voorstelling draaide en met die operatie is het prima gegaan Maar 's nachts in bed begon het: ver beeld je nou es dat er wat was gebeurd terwijl ik daar stond Daar maak ik dan een ontzet tend probleem van: de dingen, die gebeurd zouden kunnen zijn of die zouden kunnen ge beuren „Of ik chagrijnig ben? Nee, nooit, nóóit!! Ik ben van huis uit een zeer opgeruimd mens, maar jaóók een proble- menmens. Maar niemand ziet dat aan mij. Ik lach en ik doe. Ook in de werksfeer merk je helemaal niet, dat ik een beetje zwaar op de hand ben". „Wèt? René? O dié die is nog veel zwartgalliger dan ik. Moet je ons zien als wij in de auto teksten bespreken. Daar zou je een film over kunnen maken. Wij zitten als twee doodgravers over humor te praten". „René en ik werken nu al een jaar of dertien samen. We hebben een duidelijke lijn ge steld. We hebben gezegd: la ten we ons niet met eikaars pri- véleven bemoeien. We hebben één zaak en dat is ons werk Daar moeten we het samen over eens zijn". „Ik zal nooit een beslissing nemen waar René niet bij is, en hij beslist niet als ik er niet bij ben Dat is een gouden regel bij ons. Maar voor de rest: jij doet wat jij wilt en ik doe wat ik wil. Of hij nou vier keer in de week weg wil of thuis wil zitten of acht keer naar de bioscoop gaan of drie keer dronken wil wezen ik zeg maar watdaar bemoei ik me niet mee". „Je bent samen aan één ding bezig. Wat goed is voor hem is goed voor mij en om ge keerd. 't Is zo gezond als maar kan. Het wordt ongezond als ik me met zijn gezin ga bemoeien of hij zich met mijn gezin Ik geef maar een voorbeeld Ik zal veel meer van mijn eigen kin deren kunnen velen dan van die van een ander. In dat geval zou ik kunnen denken: wat een rotkinderen Daar zou je de grootste ruzies van kunnen krijgen". Ik vraag Piet Bambergen of het René niet de neus uit komt, dat hij altijd de rol van aange ver" speelt en zijn maat met „de eer" gaat strijken. Piet: „O nee, nee-nee-nee Daar is-ie te veel theaterjongen voor. Je moet ons vergelijken met voetballers. Als de één een goeie voorzet geeft, dan kan de ander een doelpunt maken Nou, die is dan bovenjan, maar als-ie die goeie voorzet niet had gehad, was-ie nergens geweest. Als René een mop. waarvan ik de clou moet ver tellen, slecht voorbereidt, ga ik mooi de boot in". „Zo is het altijd geweest. Je moet maardenken: het succes, dat wij hebben, hebben we im mers samen, nietwaar? We gaan met hetzelfde geld naar huis. Bovendien is René niet jaloers. Die kent het vak. Die is het door zijn vader, de oude Sleeswijk, allemaal met de pa plepel ingegoten. Hij weet, dat men het gouden systeem vréét: één, die het nooit begrijpt. Die oen ben ik". 5 j Er zijn dingen uit je jeugd, die je nooit vergeet. Mijn be wondering voor mijn ouders In bepaalde dingen waren ze zó grandioos M'n moeder. Ontstellend helder. Werkte al tijd. Wilde ook altijd wat te doen hebben" „Ik herinner me een sin terklaasavond. Mijn broer en ik waren naar bed. M'n ouders zaten in de kamer en lieten de kachel uit gaan. Het duurde wel drie uur voor die rotkachel echt uit was en al die tijd zaten ze te sterven van de kou. Toen het zover was, schoven ze em van de muur en strooiden ze roet op de grond. Natuurlijk wèl op een krant, zodat het vloerkleed niet smerig werd, begrijp je? Ze maakten alles zo echt mogelijk. Allemaal lege dozen op de grond. En de cadeautjes op tafel. De ene helft voor mij, de andere voor m'n broer". „Toen kwam mijn vader zo genaamd zijn bed uit en ons roepen. En toen zei-ie: nou- jéééé, moet je es kijken wat een bende Die kerel is niet goed bij z'n hoofd Daar trapte ik onmiddellijk in, want het bestond niet, dat er bij ons zoveel troep op de grond lag, dat mijn ouders dat allemaal zelf hadden gedaan. De kachel verschuiven en in de kou zitten. Allemaal voor ons. Dat is toch prachtig? Vind je dat niet prachtig?! Om nu nog tranen van in je ogen te krijgen". „En m'n vader maar roepen: als ik die kerel te pakken krijg. En ik maar zeggen: vader, va der, niet doen asjeblieft, want dan neemt-ie misschien m'n cadeaus weer mee terug „Weet je wat me steeds weer opvalt? Dat er zo ontzet tend veel vaders en moeders met hun kinderen naar ons ko men kijken. Wij zijn zuiver geënt op een familiepubliek. Daarom zullen wij ook nooit iets schokkends doen. Wij zijn geen mensen die heilige huisjes in trappen. Wij zijn er gewoon voor de gewone man. Preten tieloze humoristen. Gewoon weg lachen zonder te hoeven nadenken. Het zal nooit van z'n leven in m'n hoofd opkomen om iets over de politiek te gaan vertellen". ,Wij hebben bijna altijd o p de eerste rij wel een vader en moeder met twee kindertjes zitten. Daar zit dan toch maar effe voor honderd gulden. Een doorsnee-kaartje kost gauw minstens twee tientjes. Dan moet er nog een drankje ge dronken worden, een keertje naar het toilet worden gegaan en daarna nog een drankje drinken. Je zit zo op die hon derd gulden. Dat hebben die mensen er dan toch maar voor over om naar Ome Piet en Ome René te gaan kijken". „Voor die mensen doe ik iets. Dan geef ik me helemaal. Zoals ze me graag zien. En dat is zoals ze me nu al achttien jaar zien. Men weet niet beter: dat is een komiek, die een ty petje maakt, die een vrouw kan maken en ook af en toe traves tie doet". „Maar dan blijf ik wel een man. Ik hou m'n eigen sokken en schoenen an. Ik ga niet met panty's aan op hoge hakken lo pen. Dat gaat mij te ver. Ik trek een jurk an en zet een pruik op. Maar van onder blijf ik Piet Bambergen". „MiJN vrouw kocht m'n eerste brommer voor me. Tweehonderd vijfentwintig gul den contant en vijfhonderd op de reutel. Daar heb ik weer één van m'n bekende slapeloze nachten van gehad. Vijfhon derd gulden! Hoe kan ik die ooit betalen? Ik verdiende toen nog niet zoveel als artiest. Mijn vrouw zei: daar werk ik voor. Die krijg je van mij". „Ik rij nu in een Mercedes, 't Is een nieuwe, maar hij ziet er uit als een vuilnisbak. Ik maak 'm nooit schoon. Maar die brommer, hè? Die poetste ik el ke dag. Na twee jaar zag ie er nog picobello uit, of-ie zo uit de showroom kwam". „Ik ben begonnen op de on derste trap van de ladder en die heb ik beklommen tot boven aan. Ik zal misschien wel een stappie terug moeten, maar ik val niet van bom-boem! zoals een vedette, die ineens gebo ren wordt, ineens een ster. Dat duurt een jaar, twee jaar, en dan is 't over. Dan hoor je d'r ook nooit meer wat van. Ik heb er voor moeten ploeteren. Ik ben er van overtuigd, datje, als je maar met je benen op de grond blijft staan, ook niet zo hard naar beneden lazert". Correspondentie Mevr. E.L. te Vaarseveen Lieve mevr. Lazerops, Met „een lichaam in verticale beweging" bedoelt uw natuurkundeboek geen menselijk lichaam, maar een wil lekeurig voorwerp U hoeft dus de baby niet van het balkon te laten vallen op de matrassen in de voortuin. Een mooi rond Edammer kaasje van een kilo is uitermate geschikt voor uw experiment Ik ben het overigens wel met u eens dat Albert Einstein niet thuis hoort op de moedermavo, maar gelukkig kunnen we Albert vervangen door een Edammer kaasje. Zoals gezegd is het bijzonder goed te gebruiken voor de oplossing van uw vraagstuk: „Hoe kan een lichaam gelijkertijd in horizontale en verticale bewe ging zijn?" werpt uw kaasje gewoon in de hoogte en vangt het weer op maar u doet dat niet op het balkon U doet dat in een goederenwagen van een trein op weg naar het volgende station met een snelheid van 100 km per uur. Op het moment dat u uw kaasballetje opgooit bent u bei den „lichamen in horizontale beweging" - 100 km per uur nog jvel! Terwijl het in de lucht zweeft - omhoog of omlaag doet er niet toe - is het dus dubbel in beweging: a) horizon taal oftewel voorwaarts samen met u en de goederenwagen en b) verticaal oftewel op en neer. Het bewijs moet u er ook bijleveren, schrijft u. Wel nu, dat is gauw geleverd. Kijk, als kaasje alleen maar verticaal in beweging was, naar uw handen of naar het plafond van de goederenwagen, dat maakt niet uit, en niet gelijkertijd horizontaal (voor waarts) zou die wagen op het edammertje afstormen met een noodgang van 100km per uur en het kaasje te plonzel pletten met z'n achter(binnen)wand (u hoeft geen stap voor- of achteruit te doen om het op te vangen: het vliegt vrolijk met u en de trein mee). Dat de tijd in een ruimteschip bij 260.000 km per seconde sneller verloopt dan op aarde is makkelijk te bewijzen met twee keukenwekkers maar het zou uw leraar wellicht achterdochtig maken als u beide vraagstukken oploste. Zegt u hem maar dat u het tweede te moeilijk vond maar laat mij voor de aardigheid eens weten hoe hij dat demon streerde; de man komt namelijk op mij over als een geflipte astrofysicus, een relati vitijdstripper, die van onderwijs op de moedermavo geen kaas gegeten heeft. Veel succes met de studie, John O'Mill „Ik ben begonnen met een bankstel van 325 gulden. De kaptafel voor mijn vrouw maakte ik van een oude si- naasappelkist van m'n vader Een kleedje er omheen en 't was een prachtig meubel. Ik heb het nu goed en daar ben ik nog altijd dankbaar voor. Ik heb het toch maar bereikt zonder erfenis of iets dergelijks. Als ik terugkijk in mijn vak, denk ik: dat kunnen er maar weinigen zeggen. Er komen er meer niet als wel. We staan voor het oog van de buitenwereld allemaal in die glorie, in die glamour. Maar als je er doorheen kijkt, zie je meestal zielige mensen". j Een goeie komiek is ei genlijk een stuk fruit, hè? Hoe rijper hoe beter. Ik doe de din gen in mijn vak niet voor hon derd, maar voor duizend pro cent. Maar ik doe niet meer al les voor mijn vak. Vroeger wel, nu niet meer. Want wat is een artiest? Een artiest is een zeepbel". „Je leeft bij de gratie van de mensen. Als je uit de gratie raakt, is het gedaan met je suc ces. Ik heb van de dood van mijn eerste collega veel ge leerd. Dat was Fred Plezier In het begin vormden wij samen de Mounties. We waren erg populair. Er was in die tijd prak tisch nog geen televisie. Als je weer in de Rudi Carrell-show kwam, keken de mensen we ken naar je uit". „Fred heeft een hartaanval gekregen tijdens onze eerste eigen tv-uitzending. Na zijn dood hebben de mensen misschien nog twee maan den over die jongen gespro ken. En daarna niet meer. Ik ben me toen gaan realiseren dat dit vak helemaal niet be langrijk is. Natuurlijk, je doet het zo goed mogelijk, daar ben je een vakman voor. Maar éérst komt m'n gezin. Daarna een hele tijd niks. En dan komt m'n vak". „Realiseer het je maar goed, hoor. Je bent helemaal niemand. Je moet blij zijn als je succes hebt. Daar zul je voor moeten werken. Maar sla je niet op de borst van: ik ben zo goed. M'n vader zei altijd: blijf met je benen op de grond, jongen, er zijn hogere bomen omgewaaid". „En zó is het!". HANS STERNSDORFF Programmamakers en luisj teraars hebben bezwaar een nieuwsuitzending halver-I wege het klassieke muziekpri' gramma Für Elise, op zond>' op Hilversum 4. Presentator Hans Zoet heel hierover klachten van luistel raars gekregen en de luister raars gevraagd deze naar NOS door te spelen. Edu Verhulst, hoofd van muziekafdeling van de NOS-I radio, heeft bij de besprefe'j gen over de zenderkleuring1! geprotesteerd tegen de ondef breking van Für Elise. Het ziet er echter naar c l dat de bestaande situatie zekf tot het vroege najaar gehaflj haafd zal blijven. Dan won de zenderkleuring geév» lueerd ZEIST Eind februari voors betaalde voetballers. Die waarsc de moeilijke omstandigheden be zich zelfs de moeite en niet te v< vooral in het westen en noordt veroorloven en die op hun beijze deze meest barre winter sinds 17 Frits Kessel allang vergeten. Hij daar nog aan toen de koortsacl winterstop een nooit gekende ha spelen, heeft aan het licht gebra geblesseerd raakten, zodat vastf zijn tol heeft geëist en nog zal t FEÏENOORDBrard verdra: terknie, Budding spierverrekki lies, Jansen kneuzing achillespe( verrekking rechterknie, Van spierverrekking rechterlies, No zing linkerknie, Ridderhof ru Stafleu kneuzing rechterenkë verrekking rechterknie (drie k< stekers klachten rechterlies Van Deinsen liesblessure, Var spierverrekking linkerlies, Mei king rechterenkel en rechterki verdraaiing linkerknie, Peturs verrekking linkerlies en linl Treytel verdraaiing rechterki Troost spierverrekking rechtere AJAX: Schrijvers knieblessu born buikspierblessure, spierblessure, De Jager gescheu banden, Everse knieblessure, spierblessure, Van Dordt peesblessure. PSV: Smits knieblessure, Var Ien spierblessure, Lubse spit Deykers spierblessure, Vai liesblessure, René van de spierblessure. FC TWENTE: Bruggink spi bovenbeen, Van Gerven heu Gritter spierscheuring, Van Iers neuzing, Otto kniebandenblessi weg liesblessure, Pahlplatz kni Sanchez Torres dijbeenblessui veen spierscheuring, Thoresen lie GO AHEAD EAGLES: Va; achillespeesblessure. HAARLEM: Van Leen onts voet, Reuser dijbeenblessure. NAC: Beusenberg rugblessure (Van onze sporti GRONINGEN Zowel voor oi als een volslagen verrassing dat de Nederlandse damtitel voor zi doodverfde favoriet Harm Wiers Van te voren zou Hans Jan sen getekend hebben voor een P'aate bij de eerste drie, maar vindt het minder leuk dat ■"en zijn prestaties nu baga- elhseert door te zeggen dat hij fhnk gemazzeld heeft. De 23- larige Drent: „Ik heb niet meer geluk gehad dan de anderen. Je alle partijen nagaat, dan "eb ik zelfs punten laten lig gen. Goed, soms heb ik weieens onverwachte en niet zo be- oelde hulp van mijn tegen- anders gekregen, maar soms gold dat andersom ook. De Ne derlandse titel heb ik in mijn gen verdiend gewonnen". Eigenlijk begon de kers- erse kampioen onvoldoende voorbereid aan de strijd. ans Jansen: „Slechts een week van tevoren ben ik me eer intensief met de dam- P°rt gaan bezighouden, ormaliter is dat veel te kort. et duurde dan ook vrij lang oor ik van mezelf wist dat ik i goede mentaliteit ad om aan de titelstrijd deel j ^emen. Als je over de juiste stelling beschikt, bereik je de gele spe zen; bet is bev pre; Als reic me iem den bez geli; jeuj dur pla; echt men mee geze „Wi wel ster. Bij

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1979 | | pagina 10