Kwadrafonie is dood
H
Via
di
kunst
Lrect 0
maan
p tv
152 cm
Tv-beeld
van
DRAAGBARE WONDEREN
Autoradio
met acht
speakers
Japanners
vechten om
markt van
miljarden
100 maal
afspelen
Problemen
Boxen
Door Jan Koesen
en Theo Weening
Video-recorders
een doolhof
van systemen
Als de marktonderzoekers gelijk hebben
dan zullen er eind 1980 in West-Europa
een miljoen video-recorders verkocht zijn.
En het Amerikaanse onderzoekbureau
Arthur D. Little heeft berekend, dat in
1985 één op de tien Amerikaanse gezinnen
een dergelijk apparaat bezit.
Dat betekent voor de fabri
kanten een markt van miljar
den.
Om die miljarden wordt op
het ogenblik al hevig gevoch
ten. De ene fabrikant na de an
dere komt met nóg weer nieu
were apparaten en nóg weer
goedkopere cassettes met nóg
weer langere speelduur.
Het grote probleem op de vi
deo-markt is, dat er niet één
standaard-systeem is, zoals bij
de geluids-cassette of de
grammofoonplaat. Een plaat
van een bepaald merk kan op
iedere grammofoon worden ge
draaid en een geluids-cassette
past in iedere cassette-recor
der.
De video-cassette-recorder is
er echter in tal van verschillen
de, onderling niet uitwisselbare
uitvoeringen. De industrie is er
tot dusver niet in geslaagd af
spraken te maken voor één
systeem.
De belangrijkste systemen
zijn VCR (Video Cassette Re
cording) van Philips, VHS (Vi-
deo Home System) van Matsus
hita en Betamax van Sony.
Daarnaast zijn er nog enkele
van VCR afgeleide systemen
(VCR-Longplay van Philips en
SVR-Super Video Recording
van Grundig), terwijl BASF het
volgend jaar met een weer an
der systeem (LVR) op de markt
wil komen.
Japan
Op het ogenblik woedt de
strijd om de gunst van het ko
pend publiek vooral tussen
VCR, VHS en Betamax. Daarbij
schijnt in West-Europa het
Philips-systeem tot dusver de
beste papieren te hebben, maar
volgens berichten uit Amerika
wordt daar de markt beheerst
door de Japanners.
Die Japanners zijn ook al
druk aan het penetreren op de
Europese markt: ze opereren
met hun eigen merken als JVC,
Akai, Sony, Sanyo, Toshiba en
Hitachi, maar hebben hun sys
temen ook aan Europese fabri
kanten verkocht, zoals Nor-
mende, Saba en Wega.
Speelduur
Als middel in de strijd wordt
niet zozeer de prijs van de
recorder gebruikt: vrijwel alle
apparaten kosten tussen de
2500,- en 3000,-. Een veel
feller strijdmiddel is de speel
duur van de cassettes en daar
mee de prijs van één uur beeld
registratie.
De eerste (Philips-) cassettes
van 1972 hadden een speelduur
van iets meer dan een uur: te
kort om een speelfilm of een
voetbalwedstrijd op te nemen.
Pas een jaar geleden kwam een
verbeterde VCR met bijpassen
de cassettes, die programma's
van 2V2 uur konden opnemen.
Dit voorjaar kwamen de Ja
panners met een speelduur van
Hrie uur en Grundig presen
teerde vrijwel gelijktijdig een
verbeterde VCR onder de naam
SRV (Super Video Recording)
met een speelduur van vier uur.
Dat lijkt overdreven: wie wil
nu een programma van vier uur
achter elkaar bekijken? Maar
Grundig wil nog verder gaan: in
de fabriek showt de directie al
trots een SVR-apparaat met
een speelduur-van acht uur!
draaid. In de toekomst zullen,
ongetwijfeld alle recorders van
die snufjes voorzien zijn.
En het is zeer wel mogelijk,
dat er dan nog weer een ander
(en mogelijk nog beter) systeem
wordt aangeboden.
Misschien wel door Philips,
dat met zijn VCR te weinig con
currentiekracht heeft tegen de
Japanners met hun VHS en
Betamax.
„Geen van de bestaande sys
temen is het laatste woord op
deze markt", zei de Duitse Phi-
lips-woordvoerder Alfred
Lambeck onlangs.
Volgens het Duitse weekblad
Der Spiegel verwacht de audio-
video-branche, dat Philips het
komende jaar al met een nieuw
systeem zal komen. De Philips-
persdienst in Eindhoven hield
zich op de vlakte, toen ik daar
over informeerde. „We zijn
voortdurend bezig om onze
De VCR van Philips, speelduur drie uur. Van het VCR-
systeem leidde Grundig de SVR-recorder af, die cassettes
met een speelduur van vijf uur aan kan.
Begin
Wat moet iemand, die nu met
alle geweld een video-recorder
wil aanschaffen, nu kopen? In
kwaliteit is er weinig verschil,
maar in feite staan we nog maar
aan het begin van de ontwikke
ling van de video-apparatuur.
Op slechts enkele apparaten
kan het beeld worden stilgezet
en er is er maar één (de HR-3600
van JVC) waarop het beeld
vertraagd kan worden afge-
Japans: de VHS-recorder van JVC. De
Europese fabrikanten Nordmende en Saba Tweede Japanse troef: de Betamax van
verkopen deze apparaten onder hun eigen Sony en een aantal andere Japanse en Eu-
merknaam. ropese merken.
produkten te verbeteren. We
kunnen nooit zeggen, wat daar
van op de markt zal komen".
Concurrent Akio Morita (So
ny) zei enkele weken geleden:
„Het is een marathonloop en we
hebben daarin nog maar de
eerste stappen gezet". Die eer
ste stappen waren desondanks
goed voor de verkoop van een
half miljoen Betamax-appara-
ten.
Voorbeeld van de moderne trend: een digitale tuner/versterker van Barco.
Kwadrafonie, met veel geschal, stereo verouderd zou zijn, ten spijt, nalensysteem wel een opmars heeft
een aantal jaren geleden ingehaald, De geluidssmaak in ons land is ken- beleefd,
is duidelijk in Nederland geen succes nelijk anders dan in de Verenigde
geworden, profetieën dat hiermee Staten en Japan, waar het vier-ka-
Op de Firato ligt de nadruk
nu veel meer op kwaliteits
verbetering van stereo, en
hiermee hebben de kat-uit-
de-boomkijkers die kwadra
fonie destijds niet zo zagen
zitten, helemaal gelijk gekre
gen. Verbazingwekkend is dit
niet, want kwadrafonie be
gon onzalig met enkele totaal
verschillende systemen, die
niet door elkaar te gebruiken
waren, en bovendien was er
slechts mondjesmaat soft
ware te koop; banden en pla
ten. Bovendien was alles
dubbel zo duur, en welke
huiskamer is nu geschikt om
vier boxen een goede plaats te
geven
Terug dus naar stereo die
nooit weg is geweest. Tuners,
versterkers, platenspelers en
recorders/decks gaan duide-
lijk de kant op van een elek
tronische en computerale
techniek. Zo weinig mogelijk
draaiende mechanische on
derdelen dus - vanouds het
zwakste punt - maar geluid
loze relais, circuits, diodes,
leds, fets, elektreten, kwarts-
besturing en wat dies meer
zij.
Steeds ingewikkelder
specialistischer wordt
jargon om een apparaat
en
het
te
prijzen, en van de argeloze
folderverzamelaar wordt een
behoorlijke voorkennis van
termen vereist. Niet voor
niets hebben veel fabrikanten
een mini-woordenlijstje op
genomen. Wat dit betreft is
hifi al veel complexer gewor
den dan de terminologie rond
de auto.
Bij versterkers worden nu
ontzaglijke vermogens be
reikt, van soms honderden-
echte-Watts per kanaal over
de volle breedte. Niet alleen
worden versterkers gespleten
in voor- en eindversterker, -
dat gebeurt al vele jaren -
maar ook het fenomeen van
voor-voorversterker heeft
zijn entree gedaan. Vervor
mingen en fouten zijn allang
niet hoorbaar, en de strijd om
kwaliteit is niet meer een
kwestie van het al dan niet
getrainde oor, maar van me
ters en grafieken.
Ook de luidsprekers evo
lueren van rechtshoekige
kasten naar bizarre con
structies, soms voorzien van
een schakelpaneel dat thuis
hoort in series als Maanbasis
Alfa.
Tuners en platenspelers
zijn langzamerhand onver
beterbaar, maar in de race om
de portemonnee van de koper
is dit geen factor die meetelt.
En dus gaan de tuners met
name lijken op de dashboards
van DC-8ten. Vaak is dit ver
nuftig geweld zinloos. Wij
hebben in ons land nu een
maal te maken met het Cen
traal Antenne Systeem dat
absuluut geen recht doet aan
wat de tuners vermógen. Wie
alles uit zijn tuner wil halen,
moet een uitstekende draai
en richtbare privé antenne
hebben. Hebt u dit niet, - of
mag u die niet op u dak
plaatsen - dan is elke uitgave
voor een tuner boven de dui
zend gulden weggegooid geld.
Nieuwste loot is de preceiver,
een tuner met ingebouwde
voorversterker. Die moet men
dan schakelen aan een eind-
versterker, of aan boxen met
ingebouwde eindversterker.
Te lomp
Bij de moderne platenspe
lers worden de platen als cou
veusekindjes behandeld.
Niets is te teer, te zacht, voor
hen. Ruwe mensenvingers
zijn te lomp om de naald in de
groef te zetten, en de elektro
nica neemt dit werk volledig
over. Gejank en gebrom ko
men nog nauwelijks voor, en
de elementen zijn verfijnde
mini-juweeltjes en even prij
zig als een groeidiamant.
De allerlaatste schakel in
de geluidsketen is nu ook
aangepakt: speciale „sound
cable", een tientje de meter.
Geen eenvoudig lampensnoer
dus, maar speciale kabels
voor de verbinding tussen
versterker en luidsprekers.
En inderdaad: wie al tien
mille voor zijn set heeft neer
geteld, zal ook wel niet te be
roerd zijn om een paar hon
derd gulden meer uit te geven
voor de „sound cable".
Bij de serie recorders/decks
is goed te zien, dat de casset
terecorder allang niet meer
met meewarig schouderop
halen moeten worden be
schouwd. Zij evenaren nu
platenspelers en spoelenre-
corders, en er zijn exempla
ren bij met een prijs waar je
een goede tweedehands auto
voor kunt kopen. Maar on
danks de fenomenale weer
gave van de kastjes, en hun
probleemloze bediening,
hebben ze niet de spoelenre-
corder verdrongen, want ook
deze rukt nu mede op, elek-
tronischer en digitaler dan
ooit.
Sound Guard, een
vloeistof afkomstig uit de
ruimtevaart, is nu naar
Nederland gekomen. Het
spul mag niet vergeleken
worden met de bekende
andere reinigingsmidde
len. De vloeistof smeert de
groeven, waardoor de
naald krasvrij zijn weg
kan vervolgen. De plaat
blijft - zo wordt ons ten
minste beloofd - ook na
100 maal afspelen als
nieuw. Ook het geluid
wordt nu niet meer ver
vormd, en de oppervlak-
teruis veroorzaakt door
vinylslijpsel is een kwaal
van het verleden.
De grootste beeldbuizen
hadden tot nu toe een diago
naal van 66 centimeter. Sony
komt nu op de Firato met een
kleuren-tv, die een beeldfor
maat van 82 centimeter heeft.
Nog aanzienlijk groter is het
beeld van een National-Pa-
nasonic-toestel: 152 cm.
Hierbij wordt het tv-beeld
door drie beeldbuizen via een
spiegel op een scherm ge
projecteerd. En niet alleen
een groot, maar ook een fraai
beeld op het scherm. Maar
voor de gewone huiskamer is
het toestel met zijn afmetin
gen van 1,22 x 1,32 x 1,70
meter wel wat al te royaal
(zie foto). Nog groter is het
tv-projectiesysteem van So
ny (diagonaal van 183 cm).
Lijnrecht daartegenover
staat een lilliput-tv-tje, ook
van Sony, met een beelddia
meter van 13 cm. Dat kleintje
heeft zowaar nog kleur ook!
Dan zijn er ook radio-satel
lieten („kunstmanen") die ge
luid- en beeld-uitzendingen
rechtstreeks uit de ruimte naar
onze huizen sturen.
In 1977 zijn er - tijdens een
conferentie in Genève - al in
ternationale afspraken over ra
dio-satellieten gemaakt.
Een aantal van die afspraken
zijn:
via radio-satellieten zal ie
der land vijf omroepkanalen in
de zogenaamde GigaHerzband
kunnen gebruiken. Dat bete
kend vijf tv-kanalen, of vier tv-
kanalen plus acht stereo-radio
kanalen.
de radio-satelliet voor Ne
derland zal (evenals die van
België, Luxemburg, Frankrijk,
Italië, Zwitserland, Oostenrijk
en West-Duitsland) in de
ruimte zweven op 36.000 kilo
meter boven de evenaar op de
lengte 19° Westerlengte.
de verschillende landen mo-
igen hun satelliet-zenders zó
richten, dat voor al hun inwo
ners een goed ontvangst ge
waarborgd is. Dat zal tot gevolg
hebben, dat hun programma's
ook in aangrenzende landen (of
een deel daarvan) te ontvangen
zullen zijn. Die zogenaamde
„overstraling" moet evenwel zo
gering mogelijk worden gehou
den.
Schotel
Om die radio- en tv-pro-
gramma's te ontvangen zal men
een speciale, schotelvormige
antenne nodig hebben, die pre
cies op de satelliet is gericht.
Bovendien moet men een aan
gepaste ontvanger (of een voor-
zet-apparaat) bezitten.
Maar wie een dergelijk ap-
Voorbeeld van moderne draagbare radio: de Grundig
Satellit 3000.
Ook de gewone huis-, tuin- en keuken'
draagbare radio is in de ban van de moder
nisering. Er zijn er bij waar je de hele we
reld mee kunt ontvangen. Ze hebben digi
tale afstemming, veldsterktemeters, eén le
gioen van knoppen, voorkeuzetoetsen, een
ingebouwde kwartsklok, grote luidspre
kers) en een ingebouwde cassette-recor
der.
Bedoeld voor boot, caravan, tent, maar
ze kunnen ook vlot de hoofdradio zijn in
huis met al hun aansluitingsmogelijkhe
den. Er zijn er zelfs bij die stereo bieden,
want mono, dat is taboe. Ook de wekkerra
dio's zijn futuristische hoogstandjes ge
worden, die slechts om de 4 jaar (schrik
keljaar) van datum veranderd moeten wor
den.
In het midden van de jaren tachtig zullen radio- en tv-
programma's niet alleen van zendmasten op de aarde naar
onze huiskamers komen.
paratuur heeft zal - als de di-
recte-satelliet-tv er eenmaal is
- in Nederland kunnen kijken
naar de programma's van Ne
derland, België, Frankrijk en
Luxemburg. Nog niet zeker is
of ook Italië, Zwitserland en
Oostenrijk de Nederlandse kij
ker zullen bereiken, maar een
kansje daarop heeft men wel.
Voor de Britse programma's
zal men - zo er al satellietont
vangst van BBC en ITV moge
lijk is - een tweede parabool
antenne nodig hebben, omdat
de Britse satelliet niet op 19°
W.L. boven de evenaar zal han
gen, maar op 31° W.L.
Nederland heeft voorlopig
weinig behoefte aan satelliet
omroep. Omdat ons land vlak is
kunnen we met een relatief ge
ring aantal „aardse" antennes
iedere Nederlander voorzien
van goede radio- en tv- ont
vangst.
In meer heuvelachtige en
vooral in bergachtige landen is
het aanleggen van een zender
net veel kostbaarder. Daarom
zullen landen als Duitsland,
Zwitserland en Frankrijk veel
eerder tot satelliet-omroep
overgaan.
Reclame
Een aparte plaats neemt
Luxemburg in, dat al decennia
lang commerciële radio (en ook
tv) uitzendt, zowel naar
Luxemburg zelf als naar
Frankrijk, West-Duitsland,
België en Nederland.
Satelliet-tv betekent voor de
Luxemburgers, dat ze commer
ciële tv-uitzendingen kunnen
brengen naar vrijwel geheel
West-Europa. Het ziet er naar
uit, dat de Luxemburgers (en
hun internationale geldschie
ters) die kans zo snel mogelijk
willen benutten.
De vraag is wel, of de West-
Europese kijkers alléén voor de
Luxemburgse reclame-tv een
parabool-antenne van circa
duizend gulden zullen willen
aanschaffen.
Een tweede vraag is, hoe het
bij de komst van satelliet-tv
met onze centrale antenne
systemen en de kabel-tv-netten
zal gaan. De al bestaande net
ten zijn doorgaans maar voor
een beperkt aantal program
ma's ingericht. Uitbreiding tot
bijvoorbeeld twaalf, zestien of
vijfentwintig programma's
zal in veel gevallen niet goed
koop zijn.
Gemeenten, die op dit
ogenblik denken aan de invoe
ring van kabelnetten, zullen dit
aspect bij hun overwegingen
moeten betrekken.
Van de ruim vier
miljoen Nederlandse
auto's zijn er drie mil
joen voorzien van een
autoradio: 75 procent
dus. Vijf jaar geleden
was dat nog maar 45
procent.
Zeventig procent van
die autoradio's staan het
meest afgestemd op Hil
versum 3, zowel voor de
muziek als voor het
nieuws en de wegenin
formatie.
Aan de geluidskwaliteit
van de autoradio hechtte
de automobilist tot dusver
niet zoveel waarde. Het
was doorgaans voldoende
als er maar geluid uit het
toestelletje kwam.
Maar sinds we in de
huiskamers het betere
geluid hebben gekregen is
de vaak matige geluids
kwaliteit van de auto
luidsprekertjes de auto
mobilist gaan opvallen.
Daardoor stijgt de vraag
naar hifi-luidsprekers
voor montage in de auto.
In de Verenigde Staten
is die ontwikkeling al en
kele jaren aan de gang.
Europa volgt op het
ogenblik die trend en de
industrie speelt daar -en
graag!- op in.
Problemen bij het ont
wikkelen van een hifi-
stereo - apparatuur voor
de auto zijn de vaak moei
lijke ontvangstmogelijk
heden en de aanwezigheid
van veel storingsbronnen,
alsmede de slechte ak-
koestische eigenschappen
van het auto-interieur.
Verbeterde antennes en
de ontwikkeling van sto
ring-onderdrukkers heb
ben de ontvangst, met
name van FM-radio, al
aanzienlijk verbeterd.
Maar voor het gebruik van
hoogwaardige luidspre
kers waren de meeste au
toradio's niet geschikt. Te
meer omdat voor hifi-
kwaliteit en stereo min
stens twee luidsprekers
nodig zijn. De praktijk
heeft geleerd, dat goede
resultaten te bereiken zijn
met vier luidsprekers:
twee voor- en twee ach
terin de auto.
Er zijn al autoluidspre-
kerboxjes met én een ho
ge- én een lagetonen-
luidspreker. Dat betekent,
dat de autoradio het ver
mogen moet hebben om
acht (4x2) luidsprekers te
voeden. De radio alleen
kan dat niet. Dat
probleem wordt dan weer
opgelost door een extra
versterker („booster")
tussen autoradio en spea
kers te plaatsen.
Op de Firato toont Phi
lips zijn eerste twee mo
dellen van deze nieuwe
apparatuur. Ze leveren
vermogens van respectie
velijk 30 en 52 Watt.
Het is nog niet bekend
wanneer ze op de markt
worden gebracht.
Ook luidsprekers zijn al
lang niet meer rechthoe
kige kastjes, maar nemen
soms bizarre gestalten
aan, zoals deze weergever
van Audioline die ideaal
plaatsbaar heet te zijn.
Telefunken daarente
gen zoekt het in de ruim
tevaart, met een nieuwe
generatie boxen die wer
ken met magnetofluide
vloeistof, een vloeistof in
de spleet tussen de polen
van de permanente mag
neten. De klank van deze
boxen is aan te passen aan
ieders smaak, en ook kan
men akoestische onvol-
komendheden wegfilte-