NAM blaast nieuw leven in olieveld Schoonebeek Communisten in Cambodja meedogenloos Middenklasse uitgemoord binnenland buitenland Oliecrisis Eerste Fase Oliespuiter STAKINGEN DISCIPLINE Uitgeroeid Mijnen Verbijsterend iEMseiiMi WHmui wil Ja-knikkers zullen het beeld van Schoonebeek blijven bepalen, ook als de NAM start met de allernieuwste produktiemethoden Op de rechter foto de oliespuiter, die eind 1976 de hele omgeving bedekte meteen dikke laag olie. Het duurde weken, voordat men alles weer schoon had gemaakt. De NAM noemt de kans op een herhaling van dit bedrijfsongeval gering. ROTTERDAM - Als de benodigde vergunningen tijdig verkregen worden gaat de Nederlandse Aard olie Maatschappij (NAM) medio volgend jaar de pro- duktie van het olieveld in het Drenthse Schoonebeek opvoeren. In ongeveer een kwart van het veld zal stoom worden ge spoten die de dikke, stroperige olie warmer en dus vloeibaar der moet maken. Daardoor kan de olie in grotere hoeveelheden naar boven worden gehaald. De NAM mikt op een verho ging van de olie-produktie met bijna de helft: van 2500 tot ■4000 ton per dag. Als dit plan lukt bereikt de olieproduktie in dit „oude" veld weer het peil van de vijfti ger jaren. Onvoorziene om standigheden daar gelaten zal Schoonebeek dan ruim 6,5 procent van de totale behoefte van ons land dekken. Studies hebben uitgewezen dat er rond Schoonebeek in totaal 170 miljoen ton in de grond zit. Sinds het veld in produktie kwam is daarvan slechts eenzesde deel gewon nen. Overigens ging dat niet op een normale manier: er moes ten veel kunstgrepen worden uitgevoerd om de stroperige massa boven de grond te krij gen. Zonder die speciale win ningsmethoden had men de produktie in Schoonebeek al lang moeten staken. Sinds de oliecrisis van 1973 (de olieprij zen werden verviervoudigd) is men naarstig gaan zoeken naar nieuwe en betere produktie methoden. Daarvoor werden tal van studies gemaakt en projecten opgezet. Maar niet alles verliep zoals de 'NAM-deskundigen zich hadden voorgesteld. Zo bleek de ondergrondse verbranding -één van de eerste alternatie- ven- geen succes. Doel van de verbranding was de zware olie 'zo te verwarmen, dat men kon volstaan met de huidige pro duktiemethoden. Het lag voor de hand dat men daarna het injecteren met stoom verder zou ontwikkelen. Men had daar al enige ervaring mee in het Koelveengebied. Het bleek dat de produktie met zo'n twintig procent toenam. En dus togen de NAM-des kundigen aan het werk om een algehele verjongingskuur voor het Schoonebeekse veld te ontwerpen. De consequenties waren echter dermate groot, dat men volstond met een eer ste fase, die in zes jaar moet zijn uitgevoerd. Er moeten veel nieuwe putten worden gesla gen, tientallen kilometers lei dingen worden aangelegd en nieuwe meetstations worden gebouwd. Totale kosten van deze eer ste fase: ruim 175 miljoen gul den. De NAM gelooft dat men die kosten er uiteindelijk wel uit haalt. De verjongingskuur van een deel van het olieveld zal ook gunstige ontwikkeling hebben op de werkgelegenheid in Drenthe. Het water dat men nodig heeft voor de stoom haalt de NAM uit het Stiel tjeskanaal. In eerste instantie had men gehoopt voldoende water uit de bodem te halen. Maar dat blijkt sterk veront reinigd en te zout te zijn. Overigens is de operatie van de NAM niet geheel zonder ge vaar. In Schoonebeek zelf kunnen ze daar over mee pra ten: Op 8 november 1976 maakte dit Drenthse dorp voor het eerst kennis met een grote oliespuiter, die de hele omge ving bedekte met een dikke laag olie. Oorzaak was een technische storing in een van de produktieputten. Daar werd toen al gewerkt met stoom, om de olie dunner te maken. Het duurde dagen voordat de NAM-technici de spuiter in bedwang hadden. Schade: vele miljoenen gul dens. De kans dat dit soort be drijfsongevallen zich in de toekomst vaker zullen voor doen, noemt de NAM klein. Bij de verjongingskuur zullen alle mogelijke veiligheidsmaatre gelen worden genomen, zo ver zekert men. Schoonebeek kan dus gerust zijn Rotterdamse haven bewijst slechte havenpoütiek itaHë (Van onze correspondent) ROME - Niet Genua, maar Rotterdam is de los- en ha venplaats voor het Noorditaliaanse industriegebied van Piemonte. En wat voor Noord-Italië geldt ten opzichte van Genua, geldt evenzeer voor Beieren en Zuid-Duitsland ten opzichte van Venetië. Deze belangrijke Middeneuropese industriegebieden geven de voorkeur aan Rotterdam, Antwerpen, Le Havre en Amsterdam boven Venetië, on danks hun goede spoor- en wegverbindingen met de Do- genstad die bovendien dichterbij ligt. Zwitserse indus trieën maken al jarenlang uitsluitend gebruik van de ha ven van Rotterdam, ofschoon Genua 600 km dichterbij ligt. Tot deze voor Italië trieste vaststelling komt het Milanese opi- niweekblad L'Europeo in een tweetal artikelen, waarin het falen van de Italiaanse havenpolitiek wordt blootgelegd. Havensteden met bekende namen als Genua Savona, La Spezia, Livorno, Napels, Taranto, Venetië en Triest zijn op zijn minst vijftig jaar achterop geraakt bij de Noordeuropese havens, waar Rotterdam nog eens met kop en schouders bovenuit steekt. Doorgaans zijn de Italiaanse haveninstallaties verouderd, de bekkens slecht toe gankelijk voor speciale schepen, de tarieven weinig aantrekke lijk, de wachttijden lang. Bovendien heerst er een onvoorstelbare bureaucratie. Door dit samenspel van factoren zijn de door staatsinstellingen gerunde Italiaanse havens niet opgewassen tegen de Noordeuropese concurrentie. Het blad prijst de samen werking tussen overheid en particulier initiatief in Rotterdam, een stad die door socialisten wordt bestuurd. Zonder Rotterdam zouden Italiaanse fabrieken allang hebben moeten sluiten en haar werknemers naar huis hebben moeten sturen, aldus het blad. Speciaal Genua, de grootste containerha ven in het Middellandse Zeegebied, is niet opgewassen tegen de Noordeuropese c&ncurrentie en dat is hoofdzakelijk een gevolg van eigen falen. De ontwikkeling van de haven heeft geen gelijke tred gehouden met die van Italië, dat zich in 25 jaar heeft opge werkt tot de zevende industriële natie ter wereld. Verslaggever Aldo Santini laat het vooraanstaande bestuurs lid van Confindustria (een soort Kamer van Koophandel) Ameri go Gori aan het woord. Deze geeft als voorbeeld dat een container veertien dagen doet over een scheepsreis van Japan naar Europa. Het duurt dan nog eens veertig dagen om hem van de haven van Genua naar het magazijn van de Italiaanse klant te brengen. Hoofdschuldigen zijn de douane en de Italiaanse spoorwegen. In Rotterdam, aldus Gori, verleent de douane service aan de klant. In Italië vormt ze een obstakel. De Nederlandse, Duitse, Zwit serse, Joegoslavische en Oostenrijkse spoorwegen staan verder garant voor snel vervoer tegen redelijke prijzen. Italiaanse on dernemers die via Rotterdam in- of exporteren, weten tevoren precies wat het kost. Genua kan die garantie nooit geven. Een regenbui daar kan een forse prijsverhoging opleveren, omdat de lonen der havenarbei ders dan worden berekend volgens nachttarief dat 56% hoger ligt dan het dagtarief. Ook zonder dat het regent, is het langzamer hand gebruikelijk geworden, dat alleen tegen nachttarief wordt gewerkt. De klant staat voor de keuze om ofwel met tegnzin het hogere tarief te betalen, ofwel genoegen te nemen met extra lange wachttijden. In het nummer van L' Europeo dat op 4 augustus verscheen gaat Santini diep in op de verlammende rol die de kleine catego rale vakbonden van havenarbeiders in Italië spelen. Ze staan onder sterke communistische invloed, een laat gevolg van het fascistische tijdperk. Toen vaardigde de minister van transport, Constanzo Ciano, een wet uit die werkgevers zonder scrupulus de mogelijkheid verschafte tot het uitbuiten van hun werknemers. Dat de havenarbeiders en ook andere werknemers hun heil zochten bij de communisten is een reactie daarop, maar nu slaat de slinger naar de andere kant door. Teruglopend vakmanschap en kortere werktijden gaan gepaard met onrustbarend stijgende lonen. Een hoofdstuk op zich vormen de talrijke stakingen in Italië op de meest ongelegen momenten. Het land spant in dit opzicht de kroon in Europa. In 1976, het laatste jaar waarover precieze cijfers en getallen bekend zijn, werd in Italië op 1000 werknemers gemiddeld 1180 dagen gestaakt. In Ierland bedroeg het aantal stakingsdagen 1076, in Frankrijk 295, in Belgie 290 in Groot Brittannië 146, in West-Duitsland 28 en in Nederland 4 dagen. Wel is het ziekteverzuim in Nederland hoog. Op maandagen kan het oplopen tot twintig procent. Niettemin prijst het blad de Rotterdamse werkdiscipline, de efficiency en het ontbreken van bureaucratie. Dankzij deze deugden is Rotterdam de grootste haven ter wereld geworden, waarbij ook de gunstige ligging ten opzichte van de grootste industriegebieden ter wereld en de goede verbindingen met het achterland een rol spelen. Vanuit New-York of Japan maken tal van rederijen voor hun transporten naar het oude continent uit sluitend gebruik van de Rotterdamse haven. Rotterdam is sorteerplaats voor Scandinavië, Engeland en het Middellandse Zeegebied. De Amerikaanse handel met Israël, Li bië en Egypte loopt in plaats van via Italië, hoofdzakelijk via Rotterdam. De Nederlandse haven regelt rechtstreeks het han delsverkeer tussen de Verenigde Staten en Nigeria en Zuid-Afri- ka. Ze maakt bindende afspraken met de Nederlandse, Duitse en Zwitserse spoorwegen, bedient haar klanten netjes en op tijd en hanteert aantrekkelijke tarieven. „We hebben gezien met welke precisie het Nederlandse elftal voetbal weet te spelen. In alle ernst: Laten we ook eens kijken naar de wijze waarop de Nederlanders hun havens runnen", aldus L'Europeo. PIET TUMMERS (Van onze correspondent Robert Whymant) TOKIO - De uitroeiing van de Cambodjaanse middenklasse is volgens de meeste berichten die in het westen over het com munistische Cambodja bekend zijn, zo meedo genloos geweest, dat het overleven van Chan Serey Montee, afstammelinge van een „klassevijand", bijna als een schok komt. Het meisje Chan, 18 jaar oud, vluchtte 11 dagen geleden over de grens naar Thailand en nog kruipt ze het grootste deel van de tijd over de vloer met de verwezen blik van een overlevende van een schipbreuk of een vlieg tuigongeluk. Weinige vluchtelingen uit Cambodja zijn in de laatste maanden tevoorschijn ge komen uit een zo prominente familie. Een dergelijke ach tergrond maakte het leven zeer riskant toen de commu nisten de macht grepen, maar nu zou deze achtergrond van pas kunnen komen om een lange opsluiting onder Thaise wetten vanwege ille gale binnenkomst te bekor ten en om haar vestiging in Frankrijk of de Verenigde Staten te bespoedigen. Haar vader, zegt ze, was Chan Hel, de vroegere gouverneur van Phnom Penh, en haar oom admiraal Vong Sarendy, commandant van de Cam bodjaanse marine. Een an dere oom, Ieth Bunthemwas, Cambodjaans ambassadeur in Washington tijdens het re gime van Lon Nol. Tot aan haar vijftiende jaar leidde Chan het verwen de leven van de stedelijke elite, omringd door bedien den en studeerde zij aan de beste middelbare school van Phnom Penh. Op 17 april 1975, de dag dat de voorhoe des van de Rode Khmer Phnom Penh binnenkwa men, zag juffrouw Cahn toe hoe zij admiraal Vong bij de Chroy Changwar Brug over meesterden en hem, samen met een kolonel van het leger, Muong Day Kham, in een jeep meevoerden. Dat was het laatste wat ze van hen zag. Het meisje, haar vader en moeder en andere leden van de familie namen onmiddel lijk een nieuwe identiteit aan om aan de wraakmoorden op „klassevijanden" door de communisten te ontkomen. Bij de vernietiging van de ongetwijfeld gedegenereerde stedelijke society werden vele militairen, intellectue len, zakenlieden en ambte naren uitgeroeid, hoewel er geen betrouwbare aanwij zingen zijn hoevelen er stier ven. Na een reis van drie maan den, waaronder een voet tocht van 177 kilometer, kwamen Chan en haar fami lie aan bij het dorp Neak Ta in het noord-westen, onge veer 32 kilometer van de grens met Thailand. Zij nam een „plattelandsnaam" aan en verwisselde haar be schaafde Phnom Penh-ac- cent voor de ruwere bóeren- spraak en hield het er drie jaar en drie maanden vol. Het graven van sloten en het voederen van varkens van de vroege morgen tot de late avond viel juffrouw Chan niet gemakkelijk. „Maar na een poosje raakte ik gewend aan het werk". Omdat de mannen en vrouwen gescheiden waren, leek het onmogelijk een ontsnapping met de familie te beramen, maar er kwam een kans. „Op een dag, toen we elkaar konden spreken besloten we eenvoudigweg diezelfde nacht te gaan". Chan, haar ouders, broer zusters, zwager en nichtje van 15 maanden vertrokken met iver jonge mannen, waaronder iemand die de slecht afgebakende grens streek tussen Thailand en Cambodja kende en die als gids kon dienen. „Toen de zon opkwam waren we onge veer twee kilometer van de grens. Er lagen zeer veel mij nen waar ik overheen sprong en er staken ook bamboe- punten in de grond. Mijn ou ders raakten vermoeid en zeiden me vooruit te gaan met de jongens". Als enige van de familie van zeven stak ze veilig de grens over naar Thailand. Ze zegt dat de anderen zich misschien nog verschuilen in de bossen aan de andere kant, maar ze denkt dat ze waarschijnlijk gevangen ge nomen zijn door patrouilles van de Rode Khmer. Juf frouw Cahn, wier voeten en enkels vereelt en leerachtig zijn van het ongeschoeid werken in het veld, trok al snel de aandacht van een Thais politieagent bij de grenspost; mooie meisjes zijn een zeldzaamheid onder de vluchtelingen uit Cambodja. Ze zegt dat de agent haar probeerde te verkrachten -verhalen over verkrachting van vluchtelingen, vooral van Vietnamese meisjes, zijn geen bijzonderheid- en dat ze zijn toenaderngen afweerde door te smeken om geduren de twee maanden zijn „voorstel" te overwegen. Terwijl ze wacht tot de ra deren van de Thaise justitie zich in beweging zetten en ze geregistreerd is door de Ver enigde Naties voor uiteinde lijke vestiging in een ander land -en dat kan lang duren- zit ze ineengedoken op de grond, verbijsterd en doods benauwd dat ze gedwongen zal worden toe te geven aan de politieman. „Daar was ik bang vermoord te worden. Hier ben ik bang een slecht meisje te worden", zegt ze zachtjes. „Daar", zegt ze, „zou het doodvonnis uitgesproken worden over een soldaat die zich schuldig maakt aan ver krachting. Daar is het ge makkelijk om dood te zijn Hier is het gemakkelijk om slecht te zijn". COPYRIGHT THE GUAR DIAN/DE STEM CAHBPDJA

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1978 | | pagina 6