,lk ga omgekeerde weg van Van Gogh'
JAN WOLKERS EN HET VERVAL IN DE KUS
MOZART AAN K TOP
Nieuwe SNoem
JEAN GOUJON UIT PICASSO-DORP VALLAURIS:
liscrimineren
inchristelijk
in zondig
vrij
uit
xpositie
orm
'Sden 6n Van eigen
CIJFERS CONCERTBEZOEK
RUBENS BIJ DE BEESTEN AF
ijdschrift
INFORMATIE OVER CULTURELE LEVEN
\/SDOMBLAD
VER-WEG":
i
Frans Oudeians.
tVan een onzer verslaggevers)
Breda - Zondag 20 novem
ber werd door het Neder
landse episcopaat uitgeroe
pen tot de „zondag van de
\yreemdeling". in een herderlijk
Jschrijven over de vreemdeling
fin ons midden lieten de bis-
Ischoppen letterlijk weten: „Het
Ikan niet met genoeg nadruk
I gezegd worden: de vreemde-
I ling heeft tussen christenen
leen onaanvechtbaar recht op
[een gelijkwaardige plaats".
„Over-weg", het informatie-
Vblad van het bisdom Breda.
verklaarde die stelling heel uit-
drukkelijk van toepassing op
Ide woonwagenbewoners. In
leen artikel „We zijn verdraag-
I zaam zolang het niet lastig
1 wordt" spoort F. van Assche
I de gelovigen aan om tegengas
I te geven tegen een ongeloof-
I lijke reeks van ook in het artikel
I gesignaleerde gevallen van
discriminatie. En vervolgens
stort de kroniekschrijver „Je
roen" onder het kopje Ge
woon laf" zijn gram uit over al
diegenen, die de christelijke
verdraagzaamheid slechts
met de mond belijden, als het
om woonwagenbewoners
gaat.
We citeren Jeroen letterlijk:
Maar laat men dan wel eer
lijk zeggen, waar het op staat
\en niet: „We willen niet discri-
\mineren" en het dan tóch zo
overduidelijk doen. Het is on
barmhartig, oneerlijk, inhalig
en egoïstisch en dus vooral,
onchristelijk. Het is zonder
meer zondig, als je tenminste
nog geloof hebt...". De aanlei
ding voor de boosheid van de
columnist van „Over-weg
blijkt overigens een krantefoto
te zijn geweest, waarop een
dame ergens in het diocees
een doos bezwaarschriften
aanbiedt aan een burgemees
ter ergens in het bisdom. Je
roen zegt ervan:Zulke geïllus
treerde stukjes in de krant-
weerspiegeling van wat zien
onze gemeenschap afspeelt -
raken uw kroniekschrijver nog
steeds tot in het merg van zip,
dan wèl getergde, ziel'
Inmiddels heeft Over-weg
met de hier bedoelde publika-
ties niet iedereen onberoerd
gelaten. Frans Oudejans, pet
schef van het bisdom en eind
redacteur van Over-weg: ,."e
hebben al diverse brieven bin
nen". Wij: „Dat zijn zeker posi
tieve reacties?" Oudejans.
„Het tegendeel, dat zijn brie
ven in de trant van „Ga or zen
maar eens dicht bij wonen' en
„Waar bemoeit de kerk zich
nou weer mee".
Bizar als die reacties van ge
lovigen (immers lezers van het
informatieblad van het bisdom
mogen we aannemen) zijn,
geven ook aan dat F. van As
sche gelijk heeft, wanneer hii
op de voorpagina van Over
weg schrijft: „In dit verband
vragen wij ons af, waarom we
nergens gelezen hebben, dat
er vanuit de kerken initiatieven
in deze richting genomen zip,
of waarom er, om te beginnen
bijna nergens tegengeluid ge'
hoord is. We zeggen met °P*e.
bijna, want we weten zeker dat
in ieder geval in Etten-Leur en
in Oosterhout kleine aanzetten
hiertoe gegeven zijn. Juist voo
ze
parochiële werkgroepen
ligt
HOUTBLOK-drukken op
r'iistpapier-Japans, 19e eeuw-
'vorden van 29 november-18
december verkocht bi] anti-
Rob Schipper, Vughter-
ctraat 73, Den Bosch.
jïAJA van Hall uit Noord-
wiik laat haar bronzen beelden
zien mde Hoge Hees te Eersel;
tot 1 januari '78.
.BRABANTSE schilders
reunis Gijssen, Tehodorus van
Oorschot, Frans Slagter, Peter
van den Brake en Johannes
Kruvjsen komen aan bod op
een verkooptentoonstelling in
't Weefhuis te Nuenen; 27
november-27 januari.
JEAN Aujame, Franse schil
der laat tot en met 16 decem
ber'zestig schilderijen zien op
tentoonstelling in de Rijksaca
demie te Amsterdam.
lechinsky, appel, Bogart, Van
Hoeydonck, Hynckes, Schu
macher, Parks, Tapies, Veld
hoen, Constant en vele anderen
zijn dit weekend met werk in
socio-cultureel centrum, boer
derij Denissen, te Berkel-
Enschot. Verkoop expositie
van galerie Hüsstege, Amster
dam.
.MAUKE Cramm, ballet en
dans in tekeningen en ge
mengde techniek, tot en met 19
december in POC, Eindhoven.
LEONTINE Hesselman,
Gert Taken - schilderijen - en
Alberdien Rullmann, Ivet
Thunissen - keramiek - in ga
lerie Lieve Hemel, stoot je
hoofd niet, Vijzelgracht, Am
sterdam; tot 7 januari.
MANOLO Ruiz Pipo, schil
derijen, gouaches en tekenin
gen, alsmede Raf Verjans,
bronsplastieken bij galerie
Kamp, Rokin, Amsterdam; tot
1 januari.
RU van Rossem met grafiek
en tekeningen in galerie
Schoots te Eindhoven; tot 6 ja
nuari; tevens Wintertentoon-
stelling met werk van vij f tigtal
artiesten.
„Als ik jonger was geweest,
dan zou ik het procedée van je
gestolen hebben, zei Picasso
toen hij eens op mijn atelier
binnenwandelde". Dat vertelt
me de kunstschilder Jean Gou-
jon uit Vallauris in Zuid-
Frankrijk; het dorp dat een
wereldnaam kreeg door Picas
so's keramische activiteiten.
Dat procédé met fluoresce
rende verf, onder meer door
hem toegepast in een zeventig
vierkante meter groot fresco in
de kapel van Notre Dame des
Graces in Vallcuris, kan ik niet
bewonderen. Aan de hand van
enkele olieverven, litho's en
tekeningen zie ik wei dat hij
geen Picasso is; wat ook niet
noodzakelijk is. Hij is voor het
eerst op bezoek in Nederland -
in Roosendaal tref ik hem - om
De Franse schilder Bernard
Buffet is een van die kunste
naars wier naam een handels
merk geworden is dat vrijwel
overal ter wereld wordt ge
kend, al was het maar door zijn
langgerekte signatuur of de
prentbriefkaarten met repro-
dukties van zijn schilderijen.
Zijn naam wordt ook direct
verbonden aan het beeld van
uitgemergelde, sprietachtige
mensen. De tentoonstelling
van zijn werk die nu is inge
richt in het Deurnese museum
„De Wieger" laat echter zien
dat hij daar niet tot op de hui
dige dag mee is doorgegaan.
Recente landschappen, die
een vreemde mengeling van
neo-classicisme en romantiek
vertonen, vormen een geheel
andere en moeilijk bij het eer
dere werk te passen ontwikke
ling. Het is de naam Buffet
nochtans die wellicht een gro
tere aandacht of nieuwsgierig
heid voor deze schilderijen
veroorzaakt dat men ze objec
tief misschien zou willen ge
ven.
Buffet volgde een jaar de
kunstacademie en vestigde
zich al op zeventienjarige leef
tijd als vrij kunstenaar. Direct
na de oorlog begon hij de aan
dacht te trekken door zijn
merkwaardige stijl van schil
deren die meer weghad van te
kenen waarbij kleur en ver-
ftoetsen van ondergeschikt be
lang waren. Waar hij minstens
zoveel door opviel waren zijn
onderwerpen: tweedimensio
nale grauwe werelden met
mensen als houterige mario
netten.
In een tijdperk waarin kun
stenaars roem kunnen verwer
ven vaak meer door de excen
trieke vorm dan door de werke
lijke kwaliteit van hun werk,
Bernard Buffet Nature morte aux poissons - 1950 -.
kon het succes niet uitblijven
voor Buffet. Het begin in '46
met zijn „Piëta": schrale, uit
gebluste, in zwarte regenjas--
sen gehulde mensen rond het
kruis, waaronder de Christus
figuur als een levenloze, platte
pop. De sterk grafische op
bouw van dit schilderij, vormt
het schema waarop een groot
aantal werken zullen ontstaan.
Voor Buffet kwam de volledige
doorbraak naar erkenning in
'47 met zijn inzending op de
Parijse Herfstsalon en het jaar
daarop met de Prijs van de kri
tiek.
Hoewel Buffets werk uit die
periode naar de vorm korte tijd
uitzonderlijk leek, is het duide
lijk dat het niet uit de lucht is
komen vallen. De sfeer ervan
wortelt in de bange oorlogsja
ren, er is inhoudelijk (niet pic
turaal) enige verwantschap
met Georges Rouault (clowns,
Christusfiguren, allemaal
tragisch), zijn schamele stille
vens lijken vérgaande conse
quenties van JBraque's stille
vens uit de jaren veertig. Maar
bovenal is er in de invloed van
het „existentialisme". Niet zo
zeer de filosofie en literatuur
van Sartre en Camus, als wel
de atmosfeer van de Saint
Germain-kelders waar de an
derhalf jaar oudere (dan Buf
fet) Juliet Gréco haar eento
nige chansons zong, gehuld in
zwarte truien. En terwijl de
beeldende kunst begont te gis
ten (experimentelen, tachis-
ten, Cobra enzovoorts kondig
den zich aan) werd Buffet de
enige vertegenwoordiger van
zijn eigen figuratieve stroming
die hem beroemde pleitbezor
gers zou opleveren als Sime-
non en Jean Giono.
De tentoonstelling omvat 66
schilderijen die representatief
kunnen worden genoemd voor
de ontwikkeling die zich afte
kent in Buffets oeuvre. Maar ik
denk dat men niet altijd de
beste werken heeft kunnen
krij gen en in ieder geval kan de
kwaliteit van sommige doeken
betwist worden. Met name die
uit wat ik gemakshalve een
overgangsperiode wil noemen,
toen Buffet zijn figuren sa
menstelde uit dikke vette
klodders verf; „Paysages au
ombelles", „Terre neuvas et
remorqueur", „Bouquet au
vase japonais" en andere uit de
zestiger jaren, volgens mij een
dieptepunt.
Waar de belangstelling naar
uitgaat is enerzijds de Buffet
zoals wij hem menen te ken
nen, geconcentreert in de reeks
werken uit de late veertiger en
de vijftiger jaren, en aan de
andere kant de nieuwe Buffet
van de schilderachtige land
schappen.
De eerste brengt ons de be
kende contouren van lege men
sen in met schamele voorwer
pen gestoffeerde ruimtes,
overwegend in vuilwit, grauw
grijs en zwart maar langza
merhand toegankelijker voor
kleuren (rood, geel, blauw,
groen), met als hoogtepunten
hier „Homme au cabinet"
(man met broek op schoenen
bij wc-pot), enkele uiterst so
bere in verengd perspectief ge
plaatste stillevens met keu
kengerei of platte graatachtige
vissen, en ongetwijfeld een van
de beste werken „Femme ac-
coudée".
Goujon. Maar het blijkt een
voorvader uit de 16e eeuw te
zijn, waarvan stukken be
waard worden in het Louvre
(hij was beeldhouwer). De Jean
uit de twintigste eeuw zet als
artiest dus een oude familie
traditie voort.
Hij vertelt dat hij „als klui
zenaar" leeft aan de Franse
Cöte d'Azur. Maar de talrijke
toeristen weten zijn „kluizena-
rij" annex galerie- te vinden;
oordelen zijn werk aantrekke
lijk en kopen het. Zo verging
het ook de heer en mevrouw
heeft hij al naar de luchten
staan kijken, boven het stati
sche landschap. „Er zitten hier
bewegingen in de lucht, die
nog nooit geschilderd zijn"
meent hij. Ik lok hem uit de
tent in verband met de ten
toonstelling met werk van zijn
landgenoot Buffet in Deurne.
„Dat is commerciële kunst"
zegt hij, maar slikt het direct
in. „Dat is geen kritiek, maar
een persoonlijke mening".
Jean Goujon wil beweging,
die spiritueel/mystiek van
aard is. Hij spreekt over een
gezuiverd figuratief wezen, in
harmonie met de abstractie.
Hij bewondert de natuur, ge
looft in God. „Kijk, mijn be
wegende paarden zijn spiri
tueel; dat minnende paar is
zeer spiritueel. Nee, Picasso
j-ijn artistieke horizon te ver
breden. „Ik ga de omgekeerde
weg van Van Gogh', lacht hij.
Maar wie is nu die Jean Gou
jon (62)? „ik ben één van de
tien tot vijftien schilders in
Frankrijk, die van hun beroep
kunnen leven" vertelt hij.
Maar dan zegt misschien meer
over Frankrijk dan over het ar
tistiek vermogen van Goujon.
11 m'sschten toch een witte
dek in de kennis van een niet-
«wetende kunstredacteur?
Jaar moet ik hem plaatsen (en
daar gaat het toch maar om),
befaamde Larousse-
encyclopedie komt op tafel,
"nrempel, daar staat het: Jean
Hamann uit Roosendaal. Ze
zijn echte francofielen en heb
ben er plezier in om in dat land
contacten te leggen met „plan-
tengekken" en artisten. In hun
huis hebben zij een Frans
hoekje gemaakt met meters
hoge cactussen e.d. en daarbij
enkele schilderijen van Jean
Goujon gehangen, die ze sedert
een jaar of drie hun vriend
noemen. Vandaar.
Jean spreekt over zijn „pein-
ture mouvement". De bewe
ging boeit hem; de gefixeerde
beweging van een Michelange
lo; de opwaartse beweging van
een El Greco en de vibrerende
beweging bij Van Gogh. Op
zijn eerste dag in Nederland
was ook niet abstract. Het was
voor hem een esthetische zaak,
waarbij hij de goede kleuren
combineerde. Kijk...,, en Jean
pakt een kopje van tafel en
toont de verschillende invals
hoeken waaronder je zo'n
kopje kunt bekijken. „Dat
deed Picasso"...
Maar Jean Goujon zegt dat
hij zelf geen beïnvloeding door
anderen duldt. Hij kent geen
andere schilders in Frankrijk,
leest geen kritieken, hij wan
trouwt mensen... Toen hij aca
demies in Toulouse en Parijs
gevolgd had en zich voorbe
reidde op de Prix de Rome brak
de oorlog uit. Twee jaar
dienstplicht bij de Lucht
macht. Eigenlijk stammen uit
die tijd al zijn eerste contacten
met Nederland, maar hij wuift
die tijd weg. Na de oorlog ex
perimenteert hij met fluore-
scerende verf, die met „zwart
licht" gaat werken. Ik zeg hem,
dat ik bang ben voor kitsch,
maar geen oordeel heb, omdat
ik het niet zie. Maar het schijnt
dat zijn tentoonstellingen
daarmee in o.a. New York,
Chicago, Denver, Zurich,
Rome, Lissabon en Parijs -
waar een Japanse verzamelaar
eens de hele expositie opkocht
- grote successen hadden. En
het blijkt dat hij met dit expe
riment de woelige zestiger
jaren overleefd heeft.
Zijn bijzondere belangstel
ling heeft ook de glazeniers
kunst. In '58 schilderde hij drie
kerkramen voor de Notre
Dame in Juan les Pins, maar in
de jaren dat hij experimen
teerde met de fluorescerende
verf (een afgelopen periode)
kwam hij ook terecht bij
methyl-methacrylaat, een
doorzichtige kunststof, die hij
„Het heeft geen zin om nog
„n?,e[naar dat gelul te luiste-
T1 'aatJAN WOLKERS Bot
117 van zÜn nieuwe
m» i?n zeggen. Ik had
cw a k'j ^at advies aange-
«n wam om 400 pagina's"
,e 'u"en met een kus als
tU t vraa8' een te grote soli
st met Wolkers' calvinis-
racile ywleden. Hoewel ik me
dfinrj Plichtsgetrouw
die kus heengewerkt hek
tenslotte is Wolkers nog
o„ris,een fenomeen voor alle
IT uilen" en moet dus snel
steed ant werd die kus
"erdLtfmder ^'angrijlu
meneer roman waarin het
Öke verva' centraal
van c staanJ het levensbesef
•lij wer g°ede V1i£tl§er' waar"
Ca v!3ar ?og een ieugd"
maa vcwerkt wil worden,
dftise ta '?et ,dezel£de paard-
ouder voorheen het
Agony door alle hoofdstukken
mee. Dat is tekenend. De Dio
nysische dichter, die Wolkers
in het verleden vooral was lijkt
■worden in anderen pro- dan Wolkers.
hier nog een groot terrein
braak".
Wniu!r n°i> dan de kus sleept
Marm rS^.n kus boek van
Praz The Romantic
zich nu met Paz veel meer te
identificeren met de
Medussa-schoonheid van het
verval. De illusie is verstoord;
groteske dissonanten vereni
gen liefde, sexualiteit, verval
en dood; de schoonheid is de
cadent geworden. Wolkers
komt met dit boek dichtbij de
Reve-sfeer.
Simpel gezegd is het boek
een reisverslag: Zeventien
dagen naar Indonesië met een
gezelschap met nogal wat op
vallend oude knarren - wat die
sfeer van verval helpt karakte
riseren -. Jan gaat samen met
zijn vriend Bob, die neergezet
wordt als een soort perverse
gearriveerde uitgever. Twintig
jaar geleden vrijde hij met
Jans' zuster Lia (Janna) en liet
haar in verwachting achter
toen hij als soldaat naar Neder
lands Indië vertrok. Zijn oude
schoolvriend Bob neemt hart
stochtelijk van Jan afscheid
met een kus (vandaar...),
waarna Jan zijn zuster bijna
„pakt". Homo-erotiek (en
bloedschande) bepaalt als
thema mede het verval, dat in
de Indonesië-reis getekend
wordt.
Opvallend is, dat Jan dat
verval telkens projecteert in de
anderen. Hijzelf blijft de po
tente bink. Bob takelt lichame
lijk behoorlijk af. Daarbij is
het helemaal niet zo belangrijk
in hoeverre Bob zijn homo-
erotiek hanteert en .toegedicht
krijgt, maar veeleer hoe de au
teur zelf met die door de cul
tuur (als je wilt calvinisme in
dit geval) bepaalde homo-
erotische component klaar
komt in zijn leven. Hij „ont
maagdt" zich op dat punt via
een travestiet. Die vriendschap
met Bob speelt in feite geen
enkele rol meer, drijft op ge
meenschappelijke herinnerin
gen uit het verleden.
Het hele reisgezelschap le
vert trouwens een „romanti
sche doodsstrijd" met dat ver
leden. Het zijn allemaal oud-
Indiëgangers, die er als ambte
naar gewerkt hebben, er in
kampen gezeten hebben of als
Bob er gevochten hebben. Al
leen Wolkers zelf plaatst zich
min of meer buiten dat gezel
schap; hij gaat er alleen heen
om het verleden in te halen (als
soldaat werd hij afgekeurd).
..Het benauwt hem met al die
ouwe mensen op pad. Of het
een besmettelijke ziekte is. Hij
voelt zichzelf net een ouwe lui
worden", zegt Bob via Wol
kers' pen.
Het is alsof Wolkers via die
Bob wraak neemt voor al die
gevoelens waar hij moeilijk
mee uit de weg kan. Hij tuigt
hem af en vernedert hem tot
het schoonpulken van zijn
schaamhaar vol luizen. Wol
kers projecteert zijn romantic
agony in anderen, waarbij ho
moseksualiteit, incest, het oos
ten de goede ingrediënten zijn
voor zijn „fleurs du Mal". „Het
is altijd maar weer een gevecht
tegen het verval" laat hij een
lid van het gezelschap zeggen.
De reisbezoeken, die Wolkers
ogenschijnlijk vrij exact be
schrijft (tempels, bergen e.d.),
hebben echter niets te maken
met een reisgids, maar hebben
telkens raakpunten met- en
De nieuwe Buffet toont ons
havens met afgemeerde zeil
schepen (de tekenaar Buffet
blijkt opnieuw uit het lijnen
spel van masten en touwen), en
romantische landschappen
(soms besneeuwd) met bomen
en struiken en waterpartijen
en strakke gebouwen, voor het
eerst pogingen tot echt schil
deren waarbij hij de traditie
niet schuwt. En het opvallend
ste aspect van deze landschap
pen is het tijdloze, onverander
lijke licht dat hij erin laat
schijnen. Ze ademen een at
mosfeer van verlatenheid, als
ontruimd door de mensen die
hij eerder in zulke troosteloze
en naargeestige toestand uit
beeldde.
WALTER DE BRUIJN
Kunsthandelaar Tjerk Wie-
gersma houdt van 26 november
tot 11 december 1977 in het
kasteel te Deurne een verkoop
tentoonstelling van werken uit
de Ecole de Paris. Hij heeft
voor deze bijzondere gelegen
heid de Franse schilder Ber
nard Buffet, tijdens zijn va
kantie in St.-Tropez, kunnen
bewegen 10 aquarellen voor
deze feesttentoonstelling te
maken. Het zijn aquarellie
schilderijen, aquarellen en
beelden van artisten van we
reldformaat. Onder de ten
toongestelde werken vinden
wij namen als E. Bouding, J.
Cavailles, Le Corbusier, J.
Dufy, R. Dufy, A. Dunoyer de
Segonzac, L. Fini, Y. Ganne, A.
Hosotte, J. Jansem, M. Kogan,
J. Pollet, V. Prax, C. Terechko-
vitch, M. Utrillo, S. Valadon,
M. de Vlaminck, A. Volti, P.
Wiegersma, O. Zadkine en C.
Zitman.
Kasteel Deurne, Noord Bra
bant 26 november tot 11 de
cember 1977. Dagelijks van
11.00-17.00 uur, telefoon
04930-2440. Voor bezichtiging
of avondbezoek is mogelijk na
telefonische afspraak.
Het concertbezoek in Neder
land blijft zo ongeveer con
stant. De door het CBS gepu
bliceerde overzicht geeft voor
de jaren '74 tot en met '76 een
zaalbezetting van respectieve
lijk 75, 78 en 77 proeent aan,
terwijl het aantal concerten in
die jaren steeg van 1280 tot
1448.
Die cijfers zijn ook nog weer
eens gesplitst per provincie en
dan zie je voor de seizoenen
74/75 en 75/76 onder anderen
de volgende zaalbezettingen:
Zeeland respectievelijk 73 en
83 procent, Noord-Brabant 79
en 75 procent, Limburg: 60 en
64 procent, Zuid-Holland 85
en 81 procent.
Het grootste aanbod vond
plaats in de provincies
Utrecht, Noord- en Zuid-
Holland, die van de 1448 con
certen in totaal tijdens het
laatste seizoen er 661 voor hun
rekening namen. Ook de bezet
tingsgraad (83) is met die van
Zeeland het hoogst.
Het laatste seizoen waren er
in Zeeland 8 (seizoen ervoor
11) concerten met 4.848 (5067)
bezoekers; in Brabant waren
er dat 135 (133) en 82.630
(89.973) bezoekers; in Limburg
90 (90) en 37.948 (39.849) be
zoekers.
Verreweg de meest ge
speelde componist blijkt Mo
zart te zijn met 411 uitvoerin
gen. Daarna komen Beethoven
met 291 en Mach met 217 com
posities. Daarna vplgen Johan
Strauss jr, Tsjaikowski, Ravel,
Strawinsky en Mahler als de
topscoresbij de laatromantiek.
Bij de gematigd modernen voe
ren Bartok, Kodaly en Prokof-
jev de lijst aan. Joh. Wagenaar,
Willem Pijper en Ton de Leeuw
zijn de meest gespeelde Neder
landse componisten.
Het Rubensjaar loopt ten einde. Bij het scheiden van de markt
heeft de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde te Antwer
pen nog een aardig boekwerkje uitgegeven waarvan de titel luidt:
P.P. RUBENS EN DE DIERENSCHILDERING, verzorgd door
Cecile Kruyf en Simone Buys. Het is voor 200 frank te krijgen via
de postchequerekening nummer 000-0558905-88 van het bijzon
der fonds van de Kon. Maatschappij voor Dierkunde in Antwer
pen. Het boekje bevat 94 pagina's en is ruim geïllustreerd - ten
dele in kleur. Rubens bij de beesten af! Zoals bekend was het
vooral Frans Snyders die de dierfiguren op de Rubensschilderi
jen vervaardigde en ook Brueghel kwam daar weieens aan te pas.
Rubens was dan weer de man, die compositorisch alles kloppend
maakte. Over deze en andere vormen van samenwerking bij di
verse werkstukken wordt nader ingegaan. Slechts daar waar
correspondentie of andere documenten het aangeven worden de
beesten exclusief op Rubens' naam gezet. De dieren op het werk
van Rubens zijn inderdaad een belangrijk onderdeel en er niet
met de haren bijgesleept. Voor degenen, die zich wat specifiek
daarin willen verdiepen een aardig boekje.
in '63 gaat toepassen voor het
maken van gekleurde ramen
(een procédé dat meer wordt
toegepast). Jean Goujon is ver
rukt van dit materiaal, want
hij vindt de kleur van dit
nieuwe materiaal een nieuw
element in de glazenierskunst;
de te smelten kunststof laat
zich bijna beeldhouwkundig
verwerken en de hardheid van
het materiaal ligt dicht bij de
architectuur.
Inmiddels heeft Jean Goujon
tientallen opdrachten in deze
kunststof uitgevoerd, onder
andere een zes vierkante meter
kerkraam uit één stuk voor de
CFE in Brussel; voor een kli
niek in Marseille en vorig jaar
nog een zeer groot kerkraam in
Montaleigue. Maar ook Jean
LUISTER- II: De positieve
en negatieve kanten van Maria
Callas worden herdacht door
Korenhof bij haar overlijden.
Een andere na-oorlogse
„droom" was Kathleen Fer-
rier. In een Hilversumse ar
chiefkelder werd onlangs een
volledige opname van Glucks
Orfeo met Ferrier teruggevon
den, stammend uit 1951. Van
deze historische opname zijn
platen gemaakt, die besproken
worden. Op de eerste versie
van de derde Symfonie van
Bruckner is trouwens ook der
tig jaar gewacht. Over deze en
.andere versies van de Wagner
Symfonie schrijft Van Zwol. In
de testrubriek o.a. het Revox-
tapedeck A 700 en de Harman
Kardon A 402 versterker. En
als altijd een kast vol platen-
besprekingen. (Luister, post
bus 43, Amersfoort)
ANTIEKWERELD-II: Edi
son als antiek in kasteel Al de-
goor te Haelen. Informatie
over een verzameling „speek
machines". Ook in Hoorn staat
een museum aan de Rode Steen
(Westfries museum) dat een
bezoek waard is. Te lezen
waarom. Maar wilt u liever
weten wat kraakporselein is of
geïnformeerd worden over
vruchtbaarheidsbeeldjes uit
West Afrika, dan is daarover
ook het een en ander te lezen.
Verder o.a. bijdragen over
Leids zilver en ikonen uit Ge
neve.
concludeert: „Kerkelijke op
drachten zijn voorbij; de kerk
moet het meer van giften dan
van bestellingen hebben".
Inmiddels heeft Jean Goujon
zich alweer „ingegraven" in
Zuid-Frankrijk. Maar het ko
mende jaar hoopt hij in ons
land terug te komen met een
tentoonstelling. Dan weet u nu
al zo'n beetje wie die Jean Gou
jon is. Waarom? Och zo maar;
vanwege die Europese gedach
te; omdat Jean Goujon een
aardige artiest is voorbij de
grenzen van de eigen regio.
HENK EGBERS
staan in dienst van een
schoonheid van verval.
Het was die sfeer, die me uit
eindelijk trof in dit boek; méér
dan de thema's die hij daar
voor gebruikt; die zijn dikwijls
- om met zijn eigen woorden in
het boek te spreken - gewoon
een onduidelijke hoop stront...
Van mij hoeft u het niet te le
zen; je literaire status wordt
dan niet aangetast. Ongetwij
feld: Wolkers gebruikt dik
wijls een sterk gespierde en in
teressante stijl; al stoort mij de
al te fragmentarische tele
gramstijl wel eens; hij is nog
steeds beeldend kunstenaar
met woorden. Een kunstenaar,
die zo langzamerhand de
bronnen van zijn verleden zo
uitgepuurd heeft, dat het
heden zich aandient als vol
tooid verleden tij d en er gezon
gen moet worden: Weet je nog
wel oudje? Het verval dient
zich aan. Dat is niet weg te
kussen. jjg
eindredactie
henk egbers
De nieuwe SNOECKS 78, met zijn informatie over literatuur,
kunst, toneel, film, foto en reizen, is er weer. Bijna 300 geïllus
treerde pagina's voor 11,-. Wie dit jaarboek kent, weet eigen
lijk al voldoende, want de formule die voorgaande jaren ontwik
keld werd is gehandhaafd en op zich niet verrassend meer. In vele
opzichten wordt zo'n beetje aangehuppeld achter een aantal ver
schijnselen van het afgelopen jaar, waar tussendoor wat reporta
ges worden gevoegd. Er zijn informatierubrieken over Neder
landse, Franse,Duitse en Angelsaksische letteren, maar zo'n Ne
derlands overzicht is dan bijvoorbeeld een wel zeer willekeurige
pluk. Je vindt verder o.a. beschouwingen over de schrijver Corta-
zar, over Nietzsche als verheerlijker en ontmaskeraar van de
mens, over de filmer Bertoluci, de schilder Klimt, de schrijver
Bellow, de befaamde hoezenontwerper Roger Dean en de car
toonist Hoviv. Serge Snoeck ging naar Siberië en doet verslag
van Ruslands' Nieuwe Wereld en Auwera bekijkt de SF in de
literatuur. In de ook tot traditie uitgroeiende zoektocht naar
mooie frêle meisjes, worden nu opgevoerd de fotograaf Irving
Murry en de beeldtaal van Sam Haskins. Met een overdaad aan
kleurige illustraties blijft de Snoecks toch altijd nog een han
teerbaar prettig boekje, waarin het in de loop van het komende
jaar wellicht prettig bladeren en lezen is.