,lk ga omgekeerde weg van Van Gogh' JAN WOLKERS EN HET VERVAL IN DE KUS MOZART AAN K TOP Nieuwe SNoem JEAN GOUJON UIT PICASSO-DORP VALLAURIS: liscrimineren inchristelijk in zondig vrij uit xpositie orm 'Sden 6n Van eigen CIJFERS CONCERTBEZOEK RUBENS BIJ DE BEESTEN AF ijdschrift INFORMATIE OVER CULTURELE LEVEN \/SDOMBLAD VER-WEG": i Frans Oudeians. tVan een onzer verslaggevers) Breda - Zondag 20 novem ber werd door het Neder landse episcopaat uitgeroe pen tot de „zondag van de \yreemdeling". in een herderlijk Jschrijven over de vreemdeling fin ons midden lieten de bis- Ischoppen letterlijk weten: „Het Ikan niet met genoeg nadruk I gezegd worden: de vreemde- I ling heeft tussen christenen leen onaanvechtbaar recht op [een gelijkwaardige plaats". „Over-weg", het informatie- Vblad van het bisdom Breda. verklaarde die stelling heel uit- drukkelijk van toepassing op Ide woonwagenbewoners. In leen artikel „We zijn verdraag- I zaam zolang het niet lastig 1 wordt" spoort F. van Assche I de gelovigen aan om tegengas I te geven tegen een ongeloof- I lijke reeks van ook in het artikel I gesignaleerde gevallen van discriminatie. En vervolgens stort de kroniekschrijver „Je roen" onder het kopje Ge woon laf" zijn gram uit over al diegenen, die de christelijke verdraagzaamheid slechts met de mond belijden, als het om woonwagenbewoners gaat. We citeren Jeroen letterlijk: Maar laat men dan wel eer lijk zeggen, waar het op staat \en niet: „We willen niet discri- \mineren" en het dan tóch zo overduidelijk doen. Het is on barmhartig, oneerlijk, inhalig en egoïstisch en dus vooral, onchristelijk. Het is zonder meer zondig, als je tenminste nog geloof hebt...". De aanlei ding voor de boosheid van de columnist van „Over-weg blijkt overigens een krantefoto te zijn geweest, waarop een dame ergens in het diocees een doos bezwaarschriften aanbiedt aan een burgemees ter ergens in het bisdom. Je roen zegt ervan:Zulke geïllus treerde stukjes in de krant- weerspiegeling van wat zien onze gemeenschap afspeelt - raken uw kroniekschrijver nog steeds tot in het merg van zip, dan wèl getergde, ziel' Inmiddels heeft Over-weg met de hier bedoelde publika- ties niet iedereen onberoerd gelaten. Frans Oudejans, pet schef van het bisdom en eind redacteur van Over-weg: ,."e hebben al diverse brieven bin nen". Wij: „Dat zijn zeker posi tieve reacties?" Oudejans. „Het tegendeel, dat zijn brie ven in de trant van „Ga or zen maar eens dicht bij wonen' en „Waar bemoeit de kerk zich nou weer mee". Bizar als die reacties van ge lovigen (immers lezers van het informatieblad van het bisdom mogen we aannemen) zijn, geven ook aan dat F. van As sche gelijk heeft, wanneer hii op de voorpagina van Over weg schrijft: „In dit verband vragen wij ons af, waarom we nergens gelezen hebben, dat er vanuit de kerken initiatieven in deze richting genomen zip, of waarom er, om te beginnen bijna nergens tegengeluid ge' hoord is. We zeggen met °P*e. bijna, want we weten zeker dat in ieder geval in Etten-Leur en in Oosterhout kleine aanzetten hiertoe gegeven zijn. Juist voo ze parochiële werkgroepen ligt HOUTBLOK-drukken op r'iistpapier-Japans, 19e eeuw- 'vorden van 29 november-18 december verkocht bi] anti- Rob Schipper, Vughter- ctraat 73, Den Bosch. jïAJA van Hall uit Noord- wiik laat haar bronzen beelden zien mde Hoge Hees te Eersel; tot 1 januari '78. .BRABANTSE schilders reunis Gijssen, Tehodorus van Oorschot, Frans Slagter, Peter van den Brake en Johannes Kruvjsen komen aan bod op een verkooptentoonstelling in 't Weefhuis te Nuenen; 27 november-27 januari. JEAN Aujame, Franse schil der laat tot en met 16 decem ber'zestig schilderijen zien op tentoonstelling in de Rijksaca demie te Amsterdam. lechinsky, appel, Bogart, Van Hoeydonck, Hynckes, Schu macher, Parks, Tapies, Veld hoen, Constant en vele anderen zijn dit weekend met werk in socio-cultureel centrum, boer derij Denissen, te Berkel- Enschot. Verkoop expositie van galerie Hüsstege, Amster dam. .MAUKE Cramm, ballet en dans in tekeningen en ge mengde techniek, tot en met 19 december in POC, Eindhoven. LEONTINE Hesselman, Gert Taken - schilderijen - en Alberdien Rullmann, Ivet Thunissen - keramiek - in ga lerie Lieve Hemel, stoot je hoofd niet, Vijzelgracht, Am sterdam; tot 7 januari. MANOLO Ruiz Pipo, schil derijen, gouaches en tekenin gen, alsmede Raf Verjans, bronsplastieken bij galerie Kamp, Rokin, Amsterdam; tot 1 januari. RU van Rossem met grafiek en tekeningen in galerie Schoots te Eindhoven; tot 6 ja nuari; tevens Wintertentoon- stelling met werk van vij f tigtal artiesten. „Als ik jonger was geweest, dan zou ik het procedée van je gestolen hebben, zei Picasso toen hij eens op mijn atelier binnenwandelde". Dat vertelt me de kunstschilder Jean Gou- jon uit Vallauris in Zuid- Frankrijk; het dorp dat een wereldnaam kreeg door Picas so's keramische activiteiten. Dat procédé met fluoresce rende verf, onder meer door hem toegepast in een zeventig vierkante meter groot fresco in de kapel van Notre Dame des Graces in Vallcuris, kan ik niet bewonderen. Aan de hand van enkele olieverven, litho's en tekeningen zie ik wei dat hij geen Picasso is; wat ook niet noodzakelijk is. Hij is voor het eerst op bezoek in Nederland - in Roosendaal tref ik hem - om De Franse schilder Bernard Buffet is een van die kunste naars wier naam een handels merk geworden is dat vrijwel overal ter wereld wordt ge kend, al was het maar door zijn langgerekte signatuur of de prentbriefkaarten met repro- dukties van zijn schilderijen. Zijn naam wordt ook direct verbonden aan het beeld van uitgemergelde, sprietachtige mensen. De tentoonstelling van zijn werk die nu is inge richt in het Deurnese museum „De Wieger" laat echter zien dat hij daar niet tot op de hui dige dag mee is doorgegaan. Recente landschappen, die een vreemde mengeling van neo-classicisme en romantiek vertonen, vormen een geheel andere en moeilijk bij het eer dere werk te passen ontwikke ling. Het is de naam Buffet nochtans die wellicht een gro tere aandacht of nieuwsgierig heid voor deze schilderijen veroorzaakt dat men ze objec tief misschien zou willen ge ven. Buffet volgde een jaar de kunstacademie en vestigde zich al op zeventienjarige leef tijd als vrij kunstenaar. Direct na de oorlog begon hij de aan dacht te trekken door zijn merkwaardige stijl van schil deren die meer weghad van te kenen waarbij kleur en ver- ftoetsen van ondergeschikt be lang waren. Waar hij minstens zoveel door opviel waren zijn onderwerpen: tweedimensio nale grauwe werelden met mensen als houterige mario netten. In een tijdperk waarin kun stenaars roem kunnen verwer ven vaak meer door de excen trieke vorm dan door de werke lijke kwaliteit van hun werk, Bernard Buffet Nature morte aux poissons - 1950 -. kon het succes niet uitblijven voor Buffet. Het begin in '46 met zijn „Piëta": schrale, uit gebluste, in zwarte regenjas-- sen gehulde mensen rond het kruis, waaronder de Christus figuur als een levenloze, platte pop. De sterk grafische op bouw van dit schilderij, vormt het schema waarop een groot aantal werken zullen ontstaan. Voor Buffet kwam de volledige doorbraak naar erkenning in '47 met zijn inzending op de Parijse Herfstsalon en het jaar daarop met de Prijs van de kri tiek. Hoewel Buffets werk uit die periode naar de vorm korte tijd uitzonderlijk leek, is het duide lijk dat het niet uit de lucht is komen vallen. De sfeer ervan wortelt in de bange oorlogsja ren, er is inhoudelijk (niet pic turaal) enige verwantschap met Georges Rouault (clowns, Christusfiguren, allemaal tragisch), zijn schamele stille vens lijken vérgaande conse quenties van JBraque's stille vens uit de jaren veertig. Maar bovenal is er in de invloed van het „existentialisme". Niet zo zeer de filosofie en literatuur van Sartre en Camus, als wel de atmosfeer van de Saint Germain-kelders waar de an derhalf jaar oudere (dan Buf fet) Juliet Gréco haar eento nige chansons zong, gehuld in zwarte truien. En terwijl de beeldende kunst begont te gis ten (experimentelen, tachis- ten, Cobra enzovoorts kondig den zich aan) werd Buffet de enige vertegenwoordiger van zijn eigen figuratieve stroming die hem beroemde pleitbezor gers zou opleveren als Sime- non en Jean Giono. De tentoonstelling omvat 66 schilderijen die representatief kunnen worden genoemd voor de ontwikkeling die zich afte kent in Buffets oeuvre. Maar ik denk dat men niet altijd de beste werken heeft kunnen krij gen en in ieder geval kan de kwaliteit van sommige doeken betwist worden. Met name die uit wat ik gemakshalve een overgangsperiode wil noemen, toen Buffet zijn figuren sa menstelde uit dikke vette klodders verf; „Paysages au ombelles", „Terre neuvas et remorqueur", „Bouquet au vase japonais" en andere uit de zestiger jaren, volgens mij een dieptepunt. Waar de belangstelling naar uitgaat is enerzijds de Buffet zoals wij hem menen te ken nen, geconcentreert in de reeks werken uit de late veertiger en de vijftiger jaren, en aan de andere kant de nieuwe Buffet van de schilderachtige land schappen. De eerste brengt ons de be kende contouren van lege men sen in met schamele voorwer pen gestoffeerde ruimtes, overwegend in vuilwit, grauw grijs en zwart maar langza merhand toegankelijker voor kleuren (rood, geel, blauw, groen), met als hoogtepunten hier „Homme au cabinet" (man met broek op schoenen bij wc-pot), enkele uiterst so bere in verengd perspectief ge plaatste stillevens met keu kengerei of platte graatachtige vissen, en ongetwijfeld een van de beste werken „Femme ac- coudée". Goujon. Maar het blijkt een voorvader uit de 16e eeuw te zijn, waarvan stukken be waard worden in het Louvre (hij was beeldhouwer). De Jean uit de twintigste eeuw zet als artiest dus een oude familie traditie voort. Hij vertelt dat hij „als klui zenaar" leeft aan de Franse Cöte d'Azur. Maar de talrijke toeristen weten zijn „kluizena- rij" annex galerie- te vinden; oordelen zijn werk aantrekke lijk en kopen het. Zo verging het ook de heer en mevrouw heeft hij al naar de luchten staan kijken, boven het stati sche landschap. „Er zitten hier bewegingen in de lucht, die nog nooit geschilderd zijn" meent hij. Ik lok hem uit de tent in verband met de ten toonstelling met werk van zijn landgenoot Buffet in Deurne. „Dat is commerciële kunst" zegt hij, maar slikt het direct in. „Dat is geen kritiek, maar een persoonlijke mening". Jean Goujon wil beweging, die spiritueel/mystiek van aard is. Hij spreekt over een gezuiverd figuratief wezen, in harmonie met de abstractie. Hij bewondert de natuur, ge looft in God. „Kijk, mijn be wegende paarden zijn spiri tueel; dat minnende paar is zeer spiritueel. Nee, Picasso j-ijn artistieke horizon te ver breden. „Ik ga de omgekeerde weg van Van Gogh', lacht hij. Maar wie is nu die Jean Gou jon (62)? „ik ben één van de tien tot vijftien schilders in Frankrijk, die van hun beroep kunnen leven" vertelt hij. Maar dan zegt misschien meer over Frankrijk dan over het ar tistiek vermogen van Goujon. 11 m'sschten toch een witte dek in de kennis van een niet- «wetende kunstredacteur? Jaar moet ik hem plaatsen (en daar gaat het toch maar om), befaamde Larousse- encyclopedie komt op tafel, "nrempel, daar staat het: Jean Hamann uit Roosendaal. Ze zijn echte francofielen en heb ben er plezier in om in dat land contacten te leggen met „plan- tengekken" en artisten. In hun huis hebben zij een Frans hoekje gemaakt met meters hoge cactussen e.d. en daarbij enkele schilderijen van Jean Goujon gehangen, die ze sedert een jaar of drie hun vriend noemen. Vandaar. Jean spreekt over zijn „pein- ture mouvement". De bewe ging boeit hem; de gefixeerde beweging van een Michelange lo; de opwaartse beweging van een El Greco en de vibrerende beweging bij Van Gogh. Op zijn eerste dag in Nederland was ook niet abstract. Het was voor hem een esthetische zaak, waarbij hij de goede kleuren combineerde. Kijk...,, en Jean pakt een kopje van tafel en toont de verschillende invals hoeken waaronder je zo'n kopje kunt bekijken. „Dat deed Picasso"... Maar Jean Goujon zegt dat hij zelf geen beïnvloeding door anderen duldt. Hij kent geen andere schilders in Frankrijk, leest geen kritieken, hij wan trouwt mensen... Toen hij aca demies in Toulouse en Parijs gevolgd had en zich voorbe reidde op de Prix de Rome brak de oorlog uit. Twee jaar dienstplicht bij de Lucht macht. Eigenlijk stammen uit die tijd al zijn eerste contacten met Nederland, maar hij wuift die tijd weg. Na de oorlog ex perimenteert hij met fluore- scerende verf, die met „zwart licht" gaat werken. Ik zeg hem, dat ik bang ben voor kitsch, maar geen oordeel heb, omdat ik het niet zie. Maar het schijnt dat zijn tentoonstellingen daarmee in o.a. New York, Chicago, Denver, Zurich, Rome, Lissabon en Parijs - waar een Japanse verzamelaar eens de hele expositie opkocht - grote successen hadden. En het blijkt dat hij met dit expe riment de woelige zestiger jaren overleefd heeft. Zijn bijzondere belangstel ling heeft ook de glazeniers kunst. In '58 schilderde hij drie kerkramen voor de Notre Dame in Juan les Pins, maar in de jaren dat hij experimen teerde met de fluorescerende verf (een afgelopen periode) kwam hij ook terecht bij methyl-methacrylaat, een doorzichtige kunststof, die hij „Het heeft geen zin om nog „n?,e[naar dat gelul te luiste- T1 'aatJAN WOLKERS Bot 117 van zÜn nieuwe m» i?n zeggen. Ik had cw a k'j ^at advies aange- «n wam om 400 pagina's" ,e 'u"en met een kus als tU t vraa8' een te grote soli st met Wolkers' calvinis- racile ywleden. Hoewel ik me dfinrj Plichtsgetrouw die kus heengewerkt hek tenslotte is Wolkers nog o„ris,een fenomeen voor alle IT uilen" en moet dus snel steed ant werd die kus "erdLtfmder ^'angrijlu meneer roman waarin het Öke verva' centraal van c staanJ het levensbesef •lij wer g°ede V1i£tl§er' waar" Ca v!3ar ?og een ieugd" maa vcwerkt wil worden, dftise ta '?et ,dezel£de paard- ouder voorheen het Agony door alle hoofdstukken mee. Dat is tekenend. De Dio nysische dichter, die Wolkers in het verleden vooral was lijkt ■worden in anderen pro- dan Wolkers. hier nog een groot terrein braak". Wniu!r n°i> dan de kus sleept Marm rS^.n kus boek van Praz The Romantic zich nu met Paz veel meer te identificeren met de Medussa-schoonheid van het verval. De illusie is verstoord; groteske dissonanten vereni gen liefde, sexualiteit, verval en dood; de schoonheid is de cadent geworden. Wolkers komt met dit boek dichtbij de Reve-sfeer. Simpel gezegd is het boek een reisverslag: Zeventien dagen naar Indonesië met een gezelschap met nogal wat op vallend oude knarren - wat die sfeer van verval helpt karakte riseren -. Jan gaat samen met zijn vriend Bob, die neergezet wordt als een soort perverse gearriveerde uitgever. Twintig jaar geleden vrijde hij met Jans' zuster Lia (Janna) en liet haar in verwachting achter toen hij als soldaat naar Neder lands Indië vertrok. Zijn oude schoolvriend Bob neemt hart stochtelijk van Jan afscheid met een kus (vandaar...), waarna Jan zijn zuster bijna „pakt". Homo-erotiek (en bloedschande) bepaalt als thema mede het verval, dat in de Indonesië-reis getekend wordt. Opvallend is, dat Jan dat verval telkens projecteert in de anderen. Hijzelf blijft de po tente bink. Bob takelt lichame lijk behoorlijk af. Daarbij is het helemaal niet zo belangrijk in hoeverre Bob zijn homo- erotiek hanteert en .toegedicht krijgt, maar veeleer hoe de au teur zelf met die door de cul tuur (als je wilt calvinisme in dit geval) bepaalde homo- erotische component klaar komt in zijn leven. Hij „ont maagdt" zich op dat punt via een travestiet. Die vriendschap met Bob speelt in feite geen enkele rol meer, drijft op ge meenschappelijke herinnerin gen uit het verleden. Het hele reisgezelschap le vert trouwens een „romanti sche doodsstrijd" met dat ver leden. Het zijn allemaal oud- Indiëgangers, die er als ambte naar gewerkt hebben, er in kampen gezeten hebben of als Bob er gevochten hebben. Al leen Wolkers zelf plaatst zich min of meer buiten dat gezel schap; hij gaat er alleen heen om het verleden in te halen (als soldaat werd hij afgekeurd). ..Het benauwt hem met al die ouwe mensen op pad. Of het een besmettelijke ziekte is. Hij voelt zichzelf net een ouwe lui worden", zegt Bob via Wol kers' pen. Het is alsof Wolkers via die Bob wraak neemt voor al die gevoelens waar hij moeilijk mee uit de weg kan. Hij tuigt hem af en vernedert hem tot het schoonpulken van zijn schaamhaar vol luizen. Wol kers projecteert zijn romantic agony in anderen, waarbij ho moseksualiteit, incest, het oos ten de goede ingrediënten zijn voor zijn „fleurs du Mal". „Het is altijd maar weer een gevecht tegen het verval" laat hij een lid van het gezelschap zeggen. De reisbezoeken, die Wolkers ogenschijnlijk vrij exact be schrijft (tempels, bergen e.d.), hebben echter niets te maken met een reisgids, maar hebben telkens raakpunten met- en De nieuwe Buffet toont ons havens met afgemeerde zeil schepen (de tekenaar Buffet blijkt opnieuw uit het lijnen spel van masten en touwen), en romantische landschappen (soms besneeuwd) met bomen en struiken en waterpartijen en strakke gebouwen, voor het eerst pogingen tot echt schil deren waarbij hij de traditie niet schuwt. En het opvallend ste aspect van deze landschap pen is het tijdloze, onverander lijke licht dat hij erin laat schijnen. Ze ademen een at mosfeer van verlatenheid, als ontruimd door de mensen die hij eerder in zulke troosteloze en naargeestige toestand uit beeldde. WALTER DE BRUIJN Kunsthandelaar Tjerk Wie- gersma houdt van 26 november tot 11 december 1977 in het kasteel te Deurne een verkoop tentoonstelling van werken uit de Ecole de Paris. Hij heeft voor deze bijzondere gelegen heid de Franse schilder Ber nard Buffet, tijdens zijn va kantie in St.-Tropez, kunnen bewegen 10 aquarellen voor deze feesttentoonstelling te maken. Het zijn aquarellie schilderijen, aquarellen en beelden van artisten van we reldformaat. Onder de ten toongestelde werken vinden wij namen als E. Bouding, J. Cavailles, Le Corbusier, J. Dufy, R. Dufy, A. Dunoyer de Segonzac, L. Fini, Y. Ganne, A. Hosotte, J. Jansem, M. Kogan, J. Pollet, V. Prax, C. Terechko- vitch, M. Utrillo, S. Valadon, M. de Vlaminck, A. Volti, P. Wiegersma, O. Zadkine en C. Zitman. Kasteel Deurne, Noord Bra bant 26 november tot 11 de cember 1977. Dagelijks van 11.00-17.00 uur, telefoon 04930-2440. Voor bezichtiging of avondbezoek is mogelijk na telefonische afspraak. Het concertbezoek in Neder land blijft zo ongeveer con stant. De door het CBS gepu bliceerde overzicht geeft voor de jaren '74 tot en met '76 een zaalbezetting van respectieve lijk 75, 78 en 77 proeent aan, terwijl het aantal concerten in die jaren steeg van 1280 tot 1448. Die cijfers zijn ook nog weer eens gesplitst per provincie en dan zie je voor de seizoenen 74/75 en 75/76 onder anderen de volgende zaalbezettingen: Zeeland respectievelijk 73 en 83 procent, Noord-Brabant 79 en 75 procent, Limburg: 60 en 64 procent, Zuid-Holland 85 en 81 procent. Het grootste aanbod vond plaats in de provincies Utrecht, Noord- en Zuid- Holland, die van de 1448 con certen in totaal tijdens het laatste seizoen er 661 voor hun rekening namen. Ook de bezet tingsgraad (83) is met die van Zeeland het hoogst. Het laatste seizoen waren er in Zeeland 8 (seizoen ervoor 11) concerten met 4.848 (5067) bezoekers; in Brabant waren er dat 135 (133) en 82.630 (89.973) bezoekers; in Limburg 90 (90) en 37.948 (39.849) be zoekers. Verreweg de meest ge speelde componist blijkt Mo zart te zijn met 411 uitvoerin gen. Daarna komen Beethoven met 291 en Mach met 217 com posities. Daarna vplgen Johan Strauss jr, Tsjaikowski, Ravel, Strawinsky en Mahler als de topscoresbij de laatromantiek. Bij de gematigd modernen voe ren Bartok, Kodaly en Prokof- jev de lijst aan. Joh. Wagenaar, Willem Pijper en Ton de Leeuw zijn de meest gespeelde Neder landse componisten. Het Rubensjaar loopt ten einde. Bij het scheiden van de markt heeft de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde te Antwer pen nog een aardig boekwerkje uitgegeven waarvan de titel luidt: P.P. RUBENS EN DE DIERENSCHILDERING, verzorgd door Cecile Kruyf en Simone Buys. Het is voor 200 frank te krijgen via de postchequerekening nummer 000-0558905-88 van het bijzon der fonds van de Kon. Maatschappij voor Dierkunde in Antwer pen. Het boekje bevat 94 pagina's en is ruim geïllustreerd - ten dele in kleur. Rubens bij de beesten af! Zoals bekend was het vooral Frans Snyders die de dierfiguren op de Rubensschilderi jen vervaardigde en ook Brueghel kwam daar weieens aan te pas. Rubens was dan weer de man, die compositorisch alles kloppend maakte. Over deze en andere vormen van samenwerking bij di verse werkstukken wordt nader ingegaan. Slechts daar waar correspondentie of andere documenten het aangeven worden de beesten exclusief op Rubens' naam gezet. De dieren op het werk van Rubens zijn inderdaad een belangrijk onderdeel en er niet met de haren bijgesleept. Voor degenen, die zich wat specifiek daarin willen verdiepen een aardig boekje. in '63 gaat toepassen voor het maken van gekleurde ramen (een procédé dat meer wordt toegepast). Jean Goujon is ver rukt van dit materiaal, want hij vindt de kleur van dit nieuwe materiaal een nieuw element in de glazenierskunst; de te smelten kunststof laat zich bijna beeldhouwkundig verwerken en de hardheid van het materiaal ligt dicht bij de architectuur. Inmiddels heeft Jean Goujon tientallen opdrachten in deze kunststof uitgevoerd, onder andere een zes vierkante meter kerkraam uit één stuk voor de CFE in Brussel; voor een kli niek in Marseille en vorig jaar nog een zeer groot kerkraam in Montaleigue. Maar ook Jean LUISTER- II: De positieve en negatieve kanten van Maria Callas worden herdacht door Korenhof bij haar overlijden. Een andere na-oorlogse „droom" was Kathleen Fer- rier. In een Hilversumse ar chiefkelder werd onlangs een volledige opname van Glucks Orfeo met Ferrier teruggevon den, stammend uit 1951. Van deze historische opname zijn platen gemaakt, die besproken worden. Op de eerste versie van de derde Symfonie van Bruckner is trouwens ook der tig jaar gewacht. Over deze en .andere versies van de Wagner Symfonie schrijft Van Zwol. In de testrubriek o.a. het Revox- tapedeck A 700 en de Harman Kardon A 402 versterker. En als altijd een kast vol platen- besprekingen. (Luister, post bus 43, Amersfoort) ANTIEKWERELD-II: Edi son als antiek in kasteel Al de- goor te Haelen. Informatie over een verzameling „speek machines". Ook in Hoorn staat een museum aan de Rode Steen (Westfries museum) dat een bezoek waard is. Te lezen waarom. Maar wilt u liever weten wat kraakporselein is of geïnformeerd worden over vruchtbaarheidsbeeldjes uit West Afrika, dan is daarover ook het een en ander te lezen. Verder o.a. bijdragen over Leids zilver en ikonen uit Ge neve. concludeert: „Kerkelijke op drachten zijn voorbij; de kerk moet het meer van giften dan van bestellingen hebben". Inmiddels heeft Jean Goujon zich alweer „ingegraven" in Zuid-Frankrijk. Maar het ko mende jaar hoopt hij in ons land terug te komen met een tentoonstelling. Dan weet u nu al zo'n beetje wie die Jean Gou jon is. Waarom? Och zo maar; vanwege die Europese gedach te; omdat Jean Goujon een aardige artiest is voorbij de grenzen van de eigen regio. HENK EGBERS staan in dienst van een schoonheid van verval. Het was die sfeer, die me uit eindelijk trof in dit boek; méér dan de thema's die hij daar voor gebruikt; die zijn dikwijls - om met zijn eigen woorden in het boek te spreken - gewoon een onduidelijke hoop stront... Van mij hoeft u het niet te le zen; je literaire status wordt dan niet aangetast. Ongetwij feld: Wolkers gebruikt dik wijls een sterk gespierde en in teressante stijl; al stoort mij de al te fragmentarische tele gramstijl wel eens; hij is nog steeds beeldend kunstenaar met woorden. Een kunstenaar, die zo langzamerhand de bronnen van zijn verleden zo uitgepuurd heeft, dat het heden zich aandient als vol tooid verleden tij d en er gezon gen moet worden: Weet je nog wel oudje? Het verval dient zich aan. Dat is niet weg te kussen. jjg eindredactie henk egbers De nieuwe SNOECKS 78, met zijn informatie over literatuur, kunst, toneel, film, foto en reizen, is er weer. Bijna 300 geïllus treerde pagina's voor 11,-. Wie dit jaarboek kent, weet eigen lijk al voldoende, want de formule die voorgaande jaren ontwik keld werd is gehandhaafd en op zich niet verrassend meer. In vele opzichten wordt zo'n beetje aangehuppeld achter een aantal ver schijnselen van het afgelopen jaar, waar tussendoor wat reporta ges worden gevoegd. Er zijn informatierubrieken over Neder landse, Franse,Duitse en Angelsaksische letteren, maar zo'n Ne derlands overzicht is dan bijvoorbeeld een wel zeer willekeurige pluk. Je vindt verder o.a. beschouwingen over de schrijver Corta- zar, over Nietzsche als verheerlijker en ontmaskeraar van de mens, over de filmer Bertoluci, de schilder Klimt, de schrijver Bellow, de befaamde hoezenontwerper Roger Dean en de car toonist Hoviv. Serge Snoeck ging naar Siberië en doet verslag van Ruslands' Nieuwe Wereld en Auwera bekijkt de SF in de literatuur. In de ook tot traditie uitgroeiende zoektocht naar mooie frêle meisjes, worden nu opgevoerd de fotograaf Irving Murry en de beeldtaal van Sam Haskins. Met een overdaad aan kleurige illustraties blijft de Snoecks toch altijd nog een han teerbaar prettig boekje, waarin het in de loop van het komende jaar wellicht prettig bladeren en lezen is.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1977 | | pagina 29