Laatste herinnering aan de .koker' wordt uitgevaren Auto(mobiel) was steeds bepalend voor verbinding Noord-Zuid uw ALPENKREUZER 78 W1NTERK0RÏSNG mhedrijf Van dar Linden Zaterdag 26 november 1977 Profetisch Auto-opmars Zwarte dag Eind in zich Omleidingen v.a. f 9.695.- v.a.f 10.995.- v.a. f 12.995.- v.a.f 14.345.- I inlichtingen en dealerlijst: (Palace - De Binckhorst b.v. postbus 148 - Den Haag 3inckhorstlaan 312-322 il. 070-855100/855101 ken inkl.BTW af importrice zolang de voorraad strekt IXEL, (tel. 01155-1546) tgen van 10/18u,ur, vrijdags koop- ndags gesloten. nuM Als de plannen van rijkswaterstaat door niets of nie- mand gedwarsboomd worden zal dit weekend het tiende en laatste deel van de oude verkeersbrug over het Hollandsch Diep vervangen worden dooreen nieuw op de maat van een verbrede brug. Daarmee is het werk - de totaal verbrede Moerdijkbrug als onderdeel van de reconstructie van de weg Breda-Rotterdam - nog lang niet klaar. Naar verwachting zit er nog wel een jaar werk in eer de hele verkeerssituatie aangepast en afgewerkt is. Toch leek het onze redactie goed om het moment, waarop de laatste herinnering aan de oude kokerbrug naar elders wordt gevaren, aan te pakken om wat extra aandacht te besteden aan de brug en aan het reusach tige werk dat al is verricht en dat in de loop van bijna twee jaren heel wat publieke belangstelling heeft ge trokken. MOERDIJKBRUG GEHEEL OP BREEDTE Toen in 1909, dus nog maar amper een mensenleef tijd geleden, besloten werd een officiële veerdienst van Willemsdorp naar Moerdijk in de vaart te leggen ge beurde dat onder de druk van de in die tijd opkomende automobiel. Natuurlijk voeren er al veel eerder veerboo- tjes over de brede rivier die, nog tot op de dag van heden, Nederland boven en beneden de Moerdijk ge scheiden houdt. Anders had de Friese stadhouder Johan Willem Friso nooit op zo'n trieste manier de geschiedenisboekjes gehaald. Hij was het immers die, in 1711 tijdens een veldtocht in de Zuidelijke Nederlanden, opgeroepen werd in Den Haag te verschijnen. Hij nam de korste weg, liet zich met zijn rijtuig op een veerpont rijden, maar hij - of de veerman - verkeek zich op de elementen. De storm sloeg het bootje om en Johan Willem Friso ver dronk. Toen de automobiel in het begin van deze eeuw haar op wachting maakte, ook op de Nederlandse wegen, was de overheid er zich blijkbaar van bewust, dat het particulier initia tief, hoe lofwaardig ook, niet meer aan de groeiende over- zetbehoefte kon voldoen. Mi nister dr. C. Lely van Water- slaat viel de eer te beurt de offi ciële veerdienst in genoemd jaar 1909 in te wijden. Het ce remonieel vertoon pakte in die zin verkeerd uit, dat de be windsman ten gevolge van een (niet-politieke) misstap zelf te water raakte en naar het nabij gelegen hotelletje „Waterloo" gebracht moest worden om een verschoning aan te schie ten. Maar al het water van het Hollandsch Diep wiste en wist niet uit, dat de toenmalige rijks overheid - al was de minister van Waterstaat op dat officiële moment misschien wat kort zichtig - een vooruitziende blik heeft gehad. Toen 25 jaren later besloten werd de veer dienst - tot groot verdriet van het dorp Moerdijk overigens - te vervangen door een vaste oeververbinding, gebeurde ook dat onder druk van de automo biel. Immers, behalve de over- zetmogelijkheid per pont kende „Moerdijk" al sinds 1872 de spoorbrug als schakel tussen noord en zuid. Maar zelfs in die „goeie ouwe tijd" (nou, ja...!) bleek het toen nog luxe particu liere vervoer - een personen auto heette in die tijd inderdaad een luxe auto - al een groeiende aantrekkingskracht te hebben ten koste van het openbaar vervoer. Op vrijdag 11 december 1936 liet het toenmalige Dagblad van Noordbrabant onder de titel „Noord Zuid hechter verbonden" een extra nummer verschijnen ter gelegenheid van de ope ning van de nieuwe Moer dijkbrug die daags daarna door koningin Wilhelmina zou worden voltrokken. Tijs Dorenbosch had de hele voorpagina volgetekend: in het hart de nieuwe brug en daarbo ven en -onder respectievelijk „het noorden" en „het zuiden", bomvol steden en stadjes en dorpen en mensen en bijnu 9een koeien meer en vooral veel vrachtauto's. Met namen op die vrachtauto's van Bra bantse industrieën waarvan er oen aantal intussen niet meer of alleen nog als bijna naamloze fusiepartner be staan. Dorenbosch moet wel 'ets profetisch gehad hebben, want zo bomvol was ons land toen nog niet. Hij moet een droombeeld getekend hebben van bedrijvigheid die dank zij de nieuwe Moerdijkbrug zou ontstaan. De jaren hebben hem intus- sen gelijk gegeven. Zowel ten noorden als ten zuiden van het "ollandsch Diep is het dringen geblazen en de vrachtauto's, fn?aarder en 9r°1er en vooral n'ernationaler dan op de Do- [enboschprent, rijden er nu. Maar het is de vraag, of een ekenaar vandaag-de-dag een dergelijke prent nog zou versie- en met zoveel breedlachende en feestelijk trompettende en- aeitjes als Dorenbosch deed. We hebben de keerzijde van ook deze medaille leren ken nen. Vooral na de Tweede We reldoorlog is de opmars van de auto in tempo gaan ver- De verdrinkingsdood van Johan Willem Friso in 1711 bij de Moerdijk. Enkele van de in totaal 480 verkeersborden die rijkswa terstaat heeft moeten plaatsen en onderhouden voor de omleiding van het noord-zuidverkeer, telkens als de Moer dijkbrug in een weekend afgesloten was voor vervanging van een oud, door een nieuw brugdeel. snellen. Cijfers over het ver keer dat de Moerdijkbrug passeert geven daar een goede indruk van. In 1950 per etmaal gemid deld 5.200 motorvoertuigen, in 1960 was dat al opgelopen tot 12.430, in 1970 tot 30.650 en in 1973 tot 37.910. In een bro chure waarin het ministerie van Verkeer en Waterstaat in sep tember 1974 de verbreding van de Moerdijkbrug aankondigde werd afs prognose voor 1980 per etmaal 47.000 voertuigen genoemd. Daar zal niet zo erg veel speling in zitten, want een schatting van de verkeersin tensiteit van dit ogenblik komt uit op 45.000 auto's. Geen wonder dus dat de on- verslijtbare Moerdijkbrug, waar heel Nederland sinds 1936 zo trots op is geweest, het tegen zoveel motorische overmacht heeft moeten afleggen. Want versleten is ze nog lang niet. Integendeel, de pijlers zijn veertig jaar geleden zo hecht gebouwd, dat ze stevig genoeg zijn gebleken om de nieuwe brug te dragen. En wie gehecht is aan de aanblik van de oude brug kan voortaan onder an dere bij Keizersveer terecht, waar zes stukken Moerdijkbrug het verkeer binnenkort ruimer baan zullen geven. Overigens zou een korte te rugblik op de voorbije veertig jaren niet compleet zijn als niet even herinnerd werd aan een zwarte bladzijde in de historie van de brug: de ra vage die de Duitse troepen in 1944 aanrichtten toen zij bij hun terugtocht uit het zuiden de beide Moerdijkbruggen opbliezen. Met beperkte middelen (er moesten stukken „geleend" worden van de spoorbrug), maar met onblusbare wede- ropbouwdrift werd als eerste van de twee de autobrug her steld. Nog in 1945 kon de tijde lijk weer in gebruik genomen pont opnieuw worden afge dankt. In 1946 kreeg de auto- brug haar oorspronkelijke aan zien terug, de geleende spoor- brugdelen kwamen weer ter beschikking en zo kon in dat jaar ook de trein weer de oude, vertrouwde route gaan rijden. IJs en weder dienende wordt in dit weekend het laatste van de tien oude brugdelen vervangen door een nieuw. Daarmee begint het einde in zicht te komen van een giganti sche waterstaatkundige opera tie, die door de vindingrijkheid van haar ontwerpers en de pre cisie van haar uitvoerders zon der al teveel eigendunk toch wel typisch Nederlands ge- Twee foto's die samen een goed beeld geven van wat er met de verkeersbrug over het Hollandsch Diep, de Moerdijkbrug, is gebeurd. Op de ene wacht een deel van de oude, smalle kokerbrug op transport naar elders, op de andere wacht een deel van de vernieuwde brug op het moment van invaren. Het verschil is duidelijk.... noemd mag worden. Het einde begint in zicht te komen, maar het is er nog niet. Want ten slotte is de verjongingskuur van de brug geen op zichzelf staande operatie, maar een onderdeel van de aanpassing van rijksweg 16 Breda- Rotterdam aan de verkeersei- sen van nu. Dat betekent o.a„ dat die reconstructie in haar geheel klaar moet zijn eer de volle capaciteit van de ver brede Moerdijkbrug - twee maal drie rijstroken - aan het verkeer ter beschikking gesteld kan worden. Als het laatste nieuwe deel erin ligt zal het verkeer noord-zuid vice versa wel tweemaal twee gescheiden rij banen krijgen, die zo snel mo gelijk van een middenbermbe veiliging zullen worden voor zien. De derde van de drie rij stroken aan weerszijde wordt pas opengesteld als de toe- en afleidende wegen op de op vang van zulke brede ver keersstromen berekend zijn. Alles bijeen zal het nog wel tot half of eind volgend jaar duren eer de rijkswaterstaatsmensen kunnen zeggen: „Hè, hè, zie zo!" Om het verkeer, zeker het werkverkeer, zo weinig moge lijk te hinderen heeft rijkswater staat de vervanging van de tien brugdelen steeds in weekends geklaard. In een land waarin het weer zo wispelturig kan zijn als het onze mag het bijna een wonder heten, dat die plannen tijdens een zo langdurige ope ratie maar tweemaal in de war zijn gestuurd. Dat was het geval bij de eerste vervanging op 26 maart vorig jaar en bij de zesde vervanging op 5 maart van dit jaar. In beide weekends was de wind zo hard en ver keerd, dat de uit- en invaarope- ratie een week moest worden uitgesteld. Gezien de grote pu blieke belangstelling die het werk voortdurend gehad heeft is daarna besloten het defini tieve moment van vervanging niet eerder dan vrijdags tevo ren bekend te maken. Een aspect van het werk dat misschien wat minder nadrukkelijk in de publieke belangstelling heeft gestaan, maar dat in het totaal van het werk wel van vitaal belang is geweest, was de verkeer- somleiding tijdens de week ends waarin zo'n brugdeel werd vervangen. Het noord-zuidverkeer wordt dan ten zuiden van Rotterdam afgeleid naar het Hellegat splein en via Willemstad en rijksweg 17 teruggebracht op rijksweg 16. In omgekeerde richting gaat de omleiding via Gorinchem naar Dordrecht. Rijkswaterstaat heeft daan/oor in totaal 480 verkeersaandui- dingen moeten plaatsen, die, wanneer ze niet hoefden te functioneren, gedeeltelijk moesten worden afgedekt. Dat betekende telkens (dus tien keer) voor zestig tot zeventig mensen werk om niet te laat, maar zeker ook niet te vroeg, die verkeersborden eerst te onthullen en na afloop weer af te schermen. Het systeem heeft perfect gewerkt. De om leidingen hebben nooit pro blemen opgeleverd. Of het zou moeten zijn voor die ene gas tarbeider, die kennelijk de aan duidingen niet begreep en met zijn familie op weg naar Schip hol, door de afzetting aan de zuidkant van de brug reed. Het liep gelukkig zonder schade af. Overigens, rijkswater staat heeft aan de operatie „verkeersomleiding" zelf wèl schade overgehou den. Een aantal accu's waarmee de verlichting van de verkeersaandui- dingen werd gevoed zijn spoorloos verdwenen. En niemand weet wie er nü goed mee is. TOON KLOET

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1977 | | pagina 25