met een
verleden
Tweede
rANC
Reutemaim
blijft
bij Ferrari
buitenland
■HM
Erfenis van
de revolutie
Vouw in
de broek
Strijdlustige
vrouwen
Damespantalor
sociaal
geaccepteerd
De vrouwelijke zeerover Mary Read, een
kasteleinse in „De Dry Hoeffijsers" te Breda.
Jonge Spaanse vrouwelijke soldaat, die in 1602 bij Oostende de dood vond. (Atlas van
Stolk, Rotterdam).
Een jaar of twintig
geleden konden de
modetsaren bij het
ontwerpen van kleding
uitgaan van twee vaste
gegevens: een vrouw droeg
een jurk of een rok, een man
droeg een broek. Maar dat
is nu letterlijk en figuurlijk
verleden tijd, de westerse
vrouw - als een wezen dat
haakt naar afwisseling -
heeft zich meester gemaakt
van een kledingstuk van de
man en het ziet er niet naar
uit, dat zij dit ooit nog zal
prijsgeven.
De pantalon is gewoon
een onmisbaar onderdeel
van haar garderobe
geworden dat zij kan
dragen bij alle
voorkomende
gelegenheden. Juist de
laatste maanden is de
tendens waarneembaar het
niet bij die broek alleen te
laten, maar ook de rest van
het herenkostuum te
annexeren, compleet met
vest, hemd en stropdas. Op
het gebied van de kleding is
de eindfase van de
vrouwenemancipatie dan
voltooid, al wordt bij het
dragen van dat
toegeëigende tenue
misschien niet altijd de
nodige zelfkritiek in acht
genomen en gaat het
straabeeld er m fleurigheid
op achteruit. Wat er van zij,
de dames van onze tijd
kunnen zich vrijelijk
permitteren wat haar
zusters in vroeger eeuwen
alleen stiekem hebben
gewaagd. Maar ook de man
heeft enige moeilijkheden
gehad eer rond 1800 zijn
modieuze lange pijpen
werden geaccepteerd.
De algemene
verspreiding van de lange
broek is een tot op vandaag
doorwerkend gevolg van de
Franse revolutie. Het was
op het einde van de
achttiende eeuw de dracht
van matrozen en
havenarbeiders, en van de
kleine luiden, die door
Robespierre uit de plaatsen
aan de Middellandse Zee
naar Parijs waren gehaald.
Een heer van standing, of
wie daar voor door wilde
gaan, droeg de culotte - de
kuitbroek, die reikte tot
even beneden de knie en op
die hoogte werd
dichtgesnoerd. Zij die niet
in kuitbroek gekleed gingen
kregen van de aristocraten
de spotnaam
sans(zonder)-culotten,
maar dit werd al vrij
spoedig de aanduiding voor
die revolutionairen uit het
volk, die een sterk radicale
koers voorstonden. Een van
de eerste maatregelen, die
de Nationale Vergadering
in de dagen van de revolutie
nam, was het opheffen van
het standenverschil in
kleding. De aristocraten
waren iets voorbarig
geweest met him spotnaam
want uit politieke
overwegingen namen zij nu
het kledingstuk, waarover
ze zich eerst vrolijk
gemaakt hadden, van de
lagere standen over.
Gewoonlijk had de
ontwikkeling van de mode
in de historie in
omgekeerde richting plaats
- van hoog naar laag, maar
in dit geval was een goede
reden aanwezig om van die
regel af te wijken. Wie zijn
culotte in de kast liet
hangen en zich in lange
broek in het openbaar
vertoonde, schaarde zich
als het ware achter het
vaandel van de revolutie,
gaf te kennen zich met het
volk verbonden te voelen;
zo'n particuliere politieke
demonstratie kon haar nut
afwerpen toen de valbijl op
scherp stond.
Waarschijnlijk om het
politieke luchtje dat eraan
zat werd de volksmode
buiten Frankrijk niet
voetstoots aanvaard; in
Frankrijk zelf bleef ze
gereserveerd voor de man.
In de mening, dat het tij
gunstig was nu de leus van
„Vrijheid, Gelijkheid,
Broederschap" alom
verkondigd werd, deden
vooruitstrevende jonge
vrouwen een poging die
gelijkheid ook voor hen te
doen gelden in die zin, dat
het haar voortaan
geoorloofd zou zijn de
broek te dragen. Maar dat
was de leden van de
Nationale Vergadering toch
te kras. „Onberaden
vrouwen!", riep president
Chaumette uit. „In naam
van de natuur, blijft die gij
zijt!" Officieel is aan dat
standpunt nog maar weinig
veranderd, want in feite is
het volgens een wet van
1800 in Frankrijk nog
steeds verboden zich te
vertonen in de kleding van
de andere kunne; datzelfde
geldt trouwens voor tal van
andere landen op de wereld.
De landgraaf van
Hessen-Kassei trachtte zijn
onderdanen de lust in de
nieuwe modelijn te
ontnemen door te doen
voorkomen of het daarbij
om gevangeniskledingging.
Hij liet in 1790 geketende
gevangenen, die bij de
aanleg en het onderhoud
van wegen te werk waren
gesteld, lange broeken
aantrekken en hoge hoeden
opzetten, deze laatste
golden eveneens als politiek
besmet. In Pruisen
circuleerde onder de
regeringsbeambten een
schrijven waarin werd
duidelijk gemaakt dat het
dragen van een lange broek,
en het afleggen van de pruik
waarvoor kort geknipt haar
in de plaats kwam, niet in
overeenstemming was met
de waardigheid en
deftigheid van een
openbaar ambt. Des te
groter was de verrassing
toen koning Friedrich
Wilhelm III van Pruisen
zich in 1797 in Teplitz in
een broek met lange pijpen
vertoonde. Daar deze vorst
anders tamelijk
conservatief was is wel eens
de veronderstelling
geopperd, dat hij tot de
nieuwe dracht was
overgegaan omdat ze hem
de gelegenheid gaf zijn
benen aan vrijpostige
blikken te onttrekken. Zijn
kuiten waren namelijk
enigszins onderontwikkeld
en aangezien dit een van de
punten was waaraan de
mannelijke schoonheid
werd gemeten, werd de
natuur soms een beetje
geholpen door de kousen op
kunstmatige wijze iets op te
vullen. Voor de koning was
dit nu niet meer nodig.
In Engeland heeft het
verzet veel langer geduurd.
Nog in 1812 werden
studenten in Cambridge,
die in lange broek naar
college kwamen, geacht
niet aanwezig te zijn. En in
1816 liet de prins-regent
duidelijk blijken beledigd
te zijn, toen een officier die
tegen Napoleon had
gevochten, zich in een
Frans maatkostuum in zijn
nabijheid liet zien. Maar
ruim veertig jaar later heeft
een andere Engelse prins,
de latere koning Edward
VII wiens leven onlangs in
wekelijks afleveringen op
de beeldbuis werd
ontrafeld, gezorgd voor een
klein maar niet onwaardig
blijvertje in de
broekenmode, al bestaat er
geen eenstemmigheid over
de manier waarop dat
gebeurd zou zijn. Volgens
de ene lezing kwam de prins
op een avond in 1860,
Mastroos in lange broek met
brede pijpen; begin 19e
eeuw.
terwijl hij op weg was naar
de opera, terecht in een
hevige regenbui, die zijn
kleren zodanig
besprenkelde, dat hij zich
daar die avond niet meer
mee kon vertonen, terwijl
hem de tijd ontbrak om
thuis een ander pak te gaan
aantrekken. Hij stormde bij
een kleermaker naar
binnen en vroeg hem zijn
kostuum te fatsoeneren. In
zijn haast en
zenuwachtigheid zou
meester snij der een vouw in
de broek gestreken hebben,
maar de prinselijke klant,
die zelf allerlei wijzigingen
in zijn kleding had bedacht,
vond dat helemaal niet erg.
Er zijn altijd mannen en
vrouwen geweest die de
zucht tot het avontuur in
zich voelden branden, en
dat is nu zo en dat was
vroegèr precies eender.
Voor een man was het nooit
moeilijk om aan die
innerlijke drang toe te
geven, want als „heer der
schepping" heeft hij op het
schouwtoneel van de
wereld steeds de eerste
viool gespeeld. Voor de
vrouw ligt het momenteel
ook allemaal wat
makkelijker, we streven
immers naar gelijke kansen
voor beide seksen, maar 100
of 200 jaar geleden moest
een avontuurlijk aangelegd
meisje, dat met alle geweld
wilde weten wat er achter
de horizon te zien was, haar
geslacht zorgvuldig
verborgen houden als het
op verkenning uitging.
E Dat kon alleen maar
door mannenkleren aan te
trekken en zich als man
voor te doen. Uit binnen- en
buitenland zijn talrijke
voorbeelden opgetekend
van jonge vrouwen, die zich
als man uitgaven en onder
valse naam als matroos de
zeeën bevoeren of jarenlang
dienst deden als soldaat. De
ware identiteit kwam vaak
pas aan het licht als zij in
gevechten gewond raakten,
sneuvelden of ernstig ziek
werden. Men ging er
doorgaans van uit, dat er in
het leger geen plaats was
voor vrouwen, maar als zij
werden weggezonden nadat
op de een of andere manier
was uitgelekt wie er in
werkelijkheid in het
uniform stak, dan gebeurde
het niet zelden dat zij een
jaargeld kregen toegekend
wegens krijgsverdiensten.
Over het algemeen
genomen was de
behandeling hoffelijk,
zowel door vriend als
vijand, raakten zij in
krijgsgevangenschap dan
werden ze meestal
onmiddellijk vrijgelaten,
als zij zich op haar geslacht
beriepen. Tijdens de aanval
op Maastricht in 1974
onderscheidde zich in het
Franse leger een jonge
militair, waarvan
naderhand bleek dat het
een meisje was, Goton
Marchand geheten. Toen
haar geheim ontdekt was
kreeg zij opdracht naar huis
terug te keren. In juli 1795
kende de Nationale
Vergadering in Parijs haar
een gratificatie toe van 400
livres om dameskleren te
kunnen kopen.
Dat het ook anders kon
uitpakken ervoer in 1751 in
Breda de soldaat Jan van
Ant, die eigenlijk Maria van
Antwerpen heette. Maria,
al vroeg wees geworden,
had buiten haar schuld
haar betrekking in
Wageningen verloren en
ging - als man verkleed - op
zoek naar werk. Op de
avond van de eerste de beste
dag, dat ze in haar
vermomming rondliep en
de kant van Nijmegen op
was gegaan, belandde ze bij
een stel ronselaars, die haar
dronken voerden. Toen ze
de volgende morgen uit
haar roes was opgeschrikt
kwam ze tot de ontdekking
voor zes jaar te hebben
dienst genomen. Zij had
nog wel kunnen
ontsnappen, enkel door te
zeggen wie ze was, maar ze
besloot te zwijgen omdat ze
als soldaat in elk geval
verzekerd was van kleding,
soldij en dagelijkse
proviand, en bij het
ontbreken van kazernes bij
particulieren
ingekwartierd zou worden.
Zij lag in verscheidene
plaatsen in garnizoen, maar
werd 9 maanden vóór het
aflopen van haar termijn in
Breda herkend door een
mevrouw, bij wie ze vroeger
als dienstmeisje had
gewerkt. Ze kwam voor de
krijgsraad, omdat zij door
onder valse naam op te
treden als man „de geheele
Wereld op eene
schandelijke en
verfoeylijke wijze" had
bedrogen en misleid. Zij
werd verbannen uit de
Generaliteitslanden en uit
alle plaatsen waar zich
Staatse troepen bevonden.
Afgezien van de steeds
terugkerende spanning die
het spelen van een echte rol
in travestie ongetwijfeld
meebracht, verliep de
militaire loopbaan van
Maria van Antwerpen
tamelijk rustig. Veel bonter
was het korte maar hevige
leven van twee vrouwelijke
zeerovers, Anne Bonny en
Mary Read, die enkele jaren
geleden op postzegels van
het Caraïbische eiland
Grenada stonden
afgebeeld.
Grenada ligt ver bij ons
vandaan maar toch loopt
ook het spoor van Mary
Read door Breda. Zij was
een Engelse die als jongen
was opgevoed en al vroeg
naar zee ging, ze was
beurtelings matroos en
soldaat. In Vlaanderen
werd ze verliefd op een
strijdmakker en trouwde
met hem, maar het huwelijk
tussen twee soldaten
baarde zoveel opzien, dat
beiden het leger verlieten
en zich omstreeks 1710 in
Breda vestigden in de
herberg „De Dry
Hoeffijsers", een naam die
tot op heden een bekende
klank heeft voor
liefhebbers van het
gerstenat. Maar het geluk
was van korte duur, haar
man stierf en Mary trok
opnieuw het uniform aan.
Na enige tijd in Nederland
te hebben gediend stapte ze
echter weer op een boot, die
niet lang daarna werd
overmeesterd door de
beruchte kaperkapitein
John Rackham. Mary werd
meegenomen, overigens
zonder als vrouw herkend
te zijn, en kwam - ondanks
een vredige tussenperiode -
nooit meer los van de
piratenkringen. In de
omgeving van Rackham
bevond zich een jongeman,
die zich tot Mary
aangetrokken voelde. Toen
ze hem beter leerde kennen
bleek ook dat een vrouw in
mannenkleren te zijn, Anne
Bonny, een Ierse, het
geheime liefje van de
kapitein. Wie zo een
luguber handwerk
beoefend als zeeroverij
moet rekening houden met
de mogelijkheid op een
lugubere wijze aan het
einde te komen. Voor de
bemanning van het
kaperschip kwam dat einde
in het late najaar van 1720,
op het eiland Jamaica, allen
werden veroordeeld en
terechtgesteld, behalve de
twee vrouwen, die in de
gevangenis aan een ziekte
zouden zijn overleden.
Nadat het grote taboe op
de kleding van het andere
geslacht voor de vrouw
tijdens de tweede
wereldoorlog al enigermate
was afgezwakt kwam de
vaanloop tot de echte
doorbraak in het begin van
de zestiger jaren. Maar
voordat ze vrij baan kreeg
moesten diverse
weerstanden overwonnen
worden. De vrouw die dit
zijpaadje van de mode
insloeg overkwam eigenlijk
hetzelfde als de man die
anderhalve eeuw geleden
bij de tijd wilde zijn. We
maken snelle
ontwikkelingen door op elk
gebied en als we een
ogenblik terugkijken naar
het recente verleden, dan
treffen we daar het een en
ander in aan wat ons nu
tamelijk ongeloofwaardig
voorkomt. In Amerika en
Rusland werd aan dames,
die een pantalon droegen,
de toegang tot hotels
ontzegd, en in Engeland
werd in een restaurant een
vrouwelijke minister die
volgens de laatste
richtlijnen gekleed ging,
nafflKSSEEesseJ
niet bediend. In een
papierfabriek in Minnesota
dreigden in maart 1963 de
400 vrouwelijke
werknemers collectief
ontslag te nemen als de
directie nog verder
bezwaren maakte tegen de
lange broek. Iets later in dat
jaar verbood de
commandant van het
marine-opleidingskamp in
San Diego de vrouwelijke
bezoekers korte of lange
broeken te dragen. Hij
motiveerde die maatregel
met deze woorden: „Het is
hier een militaire basis en
de talrijke jongemannen,
die hier worden
ondergebracht, zijn zeer
vatbaar voor indrukken".
Al komt ons dit nu
misschien lichtelijk
overdreven voor, in die tijd
en op die plaats heeft de
commandant zonder twijfel
correct gehandeld vanuit de
verantwoordelijkheid die
hij droeg, in feite duidde hij
erop dat er door
confrontatie met de
resultaten van nieuwe
opvattingen op het
territorium van de mode
onrust onder de
manschappen kon
ontstaan. Nu veertien jaar
later zou zo'n voorschrift
amper nog zin hebben,
want hoezeer de meningen
daaromtrent zich kunnen
wijzigen valt wel hieruit af
te leiden, dat inmiddels
vrouwelijke cadetten de
militaire academie van
West-Point zijn
binnengetrokken, waar ze
in gelijke plunjes te zamen
met de mannelijke collega's
worden gedrild. Van
obstructie van de zijde van
de mannelijke collega's is
nooit iets vernomen, wel
hebben in 1969
middelbare-scholieren
protesten laten horen tegen
de gewijzigde
kleedgewoonten en de
daarmee gepaard gaande
veranderingen in houding
en beweging van hun
klasgenootjes. In de
eindexamenklas van de
North-Kingston-Higschool
(Rhode Island) gingen de 25
jongens tot actie over. De
ten dele reeds baardige
knapen begaven zich op een
morgen in decente jurkjes
naar school...waar ze met
lachsalvo's werden
ontvangen, de opmars van
de omstreden pantalon
werd er niet door gestopt.
Dichter bij huis was de
situatie tamelijk
onoverzichtelijk. In 1966
mochten dames in lange
broek deelnemen aan de
vierdaagse in Apeldoorn,
maar niet in Nijmegen.
Muziekkorpsen maakten
aangaande het uniform
geen onderscheid meer
tussen mannelijke en
vrouwelijek leden, maar
nog in 1971 werd het
deelneemsters aan de
pannekoekrace in
Valkenburg verboden in
lange broek aan de start te
verschijnen, In de meeste
ziekenhuizen kunnen de
verpleegsters sinds 1971
kiezen tussen een jurk en
een tüniekpak, in Australië
is dit laatste sedert 1964
verplicht, maar in 1973
mochten vrouwelijke
personeelsleden van de
medische faculteit in
Nijmegen niet in pantalon
op het werk komen. In de
Tweede Kamer werd het
eerste broekpak
gesignaleerd in 1969,
draagster was het
toenmalige Kamerlid Mr.
Anneke Goudsmit. In 1971
werden in diezelfde kamer
aan de minister van justitie
vragen gesteld over de
broek. Waar minister Van
Agt zich in zijn
ambtsperiode al niet mee
heeft moeten bezighouden!
Aanleiding voor die
vragen was het vermoeden
van enkele Kamerleden, dat
er op de griffie van de
rechtbank in Breda „een
onaanvaardbare inbreuk
op de privacy en/of op de
persoonlijke
bewegingsvrijheid" van de
aldaar werkende dames
was gepleegd, omdat de
pantalon in strijd geacht
werd met het decorum van
de rechtbank. De minister
kon de verontruste
Kamerleden meedelen dat
er in Breda geen verbod was
uitgevaardigd, alleen was
gevraagd in de toekomst bij
de keuze van de kleding
rekening te houden met het
dienstbelang
Sedertdien is wel
duidelijk geworden dat
verzet weinig nut heeft. E'
zijn hier en daar nog wel
op- en aanmerkingen
gemaakt - en niet altijd ten
onrechte - maar in het
algemeen gesproken is de
damespantalon als zodanig
nu in de westerse
maatschappij een sociaal
geaccepteerd kledingstuk,
dat gedragen kan worden
bij blijde en droevige
gebeurtenissen en niet uit
de toon valt in
gelegenheden mét een
deftig tintje.
L. SCHRIJNEMAKERS
\JOW
Ide y
(Van onze sportredactie)
METZ - Johan van de Velde
heeft zich nadrukkelijk gepre
senteerd in de ronde van de
Toekomst. Sinds gisteren
wijzen de kenners bewonde
rend naar 20 jarige coureur uit
Rijsbergen die als een volsla
gen onbekende het veld der to-
pamateurs binnenstapte, maar
er niettemin in slaagde om de
volle aandacht op zich te vesti
gen.
De manier van rijden in de
etappe van gisteren (Metz -
Metz 132 km) van Van de Velde
was zo indrukwekkend dat
vooral de Franse pers hem
meteen als een van de favorie
ten voor de eindzege heeft be
stempeld. Erg voorbarig uit
eraard, maar het geeft wel aan
hoeveel sympathie Van de
Velde zich tijdens de eerste
echte rit van de ronde van de
Toekomst heeft verworven.
Van de Velde was al betrokken
bij de eerste ontsnapping van
de levendige rit en ook bij de
definitieve coupe was hij aan
wezig. Het leverde hem een
derde plaats in de ritzege en
een tweede plaats in het alge
meen klassement op, een
weelde waar zowel Van de
Velde als Middelink niet op
hadden gerekend. Direct na
het vertrek formeerde zich een
kopgroep van zestien man, met
daarin vier Nederlanders.
Johan van de Velde, Bart van
Est, Jan Jonkers en Maas
waren de vertegenwoordigers
van de Oranje-brigade. De sa
menwerking tussen de zestien
koplopers was goed maar het
peloton zat ook niet stil. Vooral
de Zwitsers, die zich in de pro
loog uitstekend hadden ge
weerd waren actief. Door toe
doen van diezelfde Zwitsers
was het mogelijk dat het pelo
ton na 45 kilometer weer com
pleet was. Echter niet voor
lang. Tijdens de beklimming
van een heuvel (Chareau Al-
clais), zag Johan van de Velde
zijn kans schoon. Het is bekend
dat de Rijsbergse coureur in
het heuvelland uit de voeten
kan en hij wilde dit in het heu-
velgebied rond Metz meteen
maar bewezen zien. Vdn de
Velde zoog de Fransman Botier
(een van de kanshebbers voor
de eindzege) en de Belg Mar
tens in zijn ranke wiel mee. De
samenwerking tussen de drie
koplopers was niet slecht te
noemen. Vooral Van De velde
trok er hard aan, omdat hij
heel goed besefte dat wanneer
de vluchtpoging zou slagen, hij
de nieuwe geletruidrager zou
zijn. Gedurende dertig kilome
ter mocht Van de Velde zich de
MODENA - De Argentijnse
coureur Carlos Reutemann
heeft besloten na het aflopen
van zijn contract in oktober
opnieuw voor een jaar bij het
formule 1-team van Ferrari te
hlijven. Dit heeft Reutemann's
Werkgever Enzo Ferrari dins
dag tijdens een persconferen
tie in de Italiaanse stad Mo
dena bekendgemaakt. De 79-
jarige directeur voegde eraan
'oe. dat de andere Ferrari-
eoureur, de opvolger van de
?aar Brabham verhuisde Niki
lauda, gekozen zal worden uit
een lijstje van vijf of zes man,
met wie hij in contact was ge
weest. Een van deze gegadig
den is de winnaar van de zon
dag verreden grote prijs van
Monza, de Amerikaan Mario
nfldretti. Ook de naam van de
didafrikaan Jody Scheckter
Wordt genoemd.
Met betrekking tot het tech-
msche gedeelte verklaarde
errari dat de nieuwe formule
Wagen van zijn stal nog voor
et einde van dit jaar zijn
face-debuut zal maken. H?t
Romende seizoen zullen er ook
mverse Ferrari-motoren ver-
orkt worden aan een niet bij
aam genoemd team, dat met
|°nge coureurs, zoals de 20-
Amerikaan Eddie
eever, in het formule circus
gaan meedraaien.