One-Woman-show van Margreet voorkomt een ramp in Ghana Ben Sajet. van de o 's Graven polder UQBLSK buitenland Dicht Slapen rlinden van start i B Vechter Afstandelijk aCarmen Dionyse juwenhoofden met serene tkorrelige glazuur de abso- .e verstilling en wereldaf- vendheid lijkt te willen ergeven. Met een magi- aal, ontroerend resultaat, n unieke tentoonstelling niemand die zich voor iendaagse keramiek inte- seert mag missen. Te be- htigen tot 25 september WILLEM ENZINCK. Collecte - De collecte voor de kankerbestrijding (Konin gin Wilhelminafonds) heeft te 's-Gravenpolder 2.045,- op gebracht. „dan moet je gaan zeuren. Het was toch flauwekul van Koos Postema om de idealen van de Zuidmolukkers te gaan verge lijken met de strijd van de Ne derlanders tegen de Spanjaar den. Je moet trouwens niet vergeten dat die barkeeper die ene van Hier en Nu letterlijk napraatte. Schrijf maar dat die bonbonmaker het wel erg bont maakte door twee soorten Mo- lukkers te onderscheiden: de verkrampte en de andere soort die met de trouwe bruine hon deogen de camera inkijkt. Geel hem er van langs Johan. laat die man eerst eens de krant le zen. En als je het toch over de oplossingen gaat hebben, dat van de communicatie die ver beterd moet worden, dat ken nen we nou wel, maar wat dit' huisvrouw zei over vrouwen de straat op, net als in Noord- Ierland, dat kan wel wat wor den. Citeer dat domme zinnetje maar van die man die er niks w zag: „In dat soort gezinnen zit ten de vrouwen onder de duim" De afwaskwast erover En het geeft toch geen pas om de commissie Kobben, de commissie Knudde te noe men", zei mijn vrouw. Tja' mompelde ik En dat idee om opnieuw naar de Verenigde Naties en naar Indonesië te gaan", vervolgde ze, „dat ,s toch larie. Laat ook geen spaan heel van die ene die voorstelde om Ambon te gaan bezetten Mag trouwens iedereen in da elftal zitten? Schrijf dat no eens vriendelijk op, de mensen denken toch al dat je zo'n kan kerpit bent. Had jij maar een echt vak geleerd". „Ja maar sputterde ik tegen, „televis' kijken is toch een belangrijk baan" „Kom nou", an woordde ze, „wat jij doet ka zelfs ik" JOHAN DIEPSTBATEn |Van een onzer verslaggevers) WESTERVOORT - „Het kleine zusje. Dat was ik. Als er geholpen moest worden kwam gerend. De grote broer, die het opnam voor zijn jongste zus. Je [jent dat. Ook al scheelden we uaar vier jaar. Nu zijn de rol len omgekeerd. Ik neem het voor Berend op en ik ga zijn ziekenhuis van de ondergang redden. Dat klinkt eigenwijs; jfeweet het, maar ik doe het. In m'n eentje. Wat ik in m'n hoofd geb, zit niet ergens anders..." Margreet Vonk (24) uit Wes tervoort leidt'sinds drie weken een grandioze one-woman- show, die ze twee maanden ge leden nog voor volstrekt on mogelijk hield. De postbode heeft de laatste weken elke dag wel een stuk of wat brieven voor de Koeweide 97 en de tele foon'' rinkelt onophoudelijk, want Margreet heeft wel wat op gang gebracht. Je ziet haar die enorme door zettingskracht en dat idea lisme niet af. Met haar rond, vriendelijk en goedlachs ge zicht, haar telkens van geestd rift knipperende ogen, doet ze soms zelfs wat verlegen aan. Als echter het Agogo- ziekenhuis in Ghana, waar haar broer Berend werkt, ter sprake komt, staat ze ineens - overigens heel erg vrouwelijk- haar „mannetje" en bijt door. Het begon allemaal een paar I maanden geleden toen de brie- I ven van Berend Schaeffner steeds triester van toon I werden. De oogsten waren mis lukt; er ontstond een tekort aan voedsel; de prijzen „groei den" harder en sneller dan de regenwoudplanten rond het I nmboeziekenhuis en de finan- 1 ciële mogelijkheden van direc trice Jansje van de Meij (af komstig uit Heelsum) raakten I uitgeput. De Velpse oogarts Bep Borg- I hout, die in Agogo per j aar dui zend oogziekten operatief ge neest (40 pet. van de mensen is blind raakte in de knoei door gebrek aan verbandmiddelen en Berend, de broer van Mar greet Vonk-Schaeffner zag het ook nauwelijks meer zitten met een rantsoen van een rolle tje pleister per veertien dagen. Margreet Vonk-Schaeffner middenbladert in het geboortealbum van de 12-jarige Marjan Rijsdijk uit Bemmel met de opnamen van het AGOGO-ziekenhuis in Ghana, waar Marjan geboren werd. Links mevrouw Mieke Rijsdijk. perig. Gewoon schattig". „Mijn God, als je denkt dat dit ziekenhuis nu dicht moet, dan is dat gewoon een ramp. Waar moeten al die mensen dan heen? Ook al zijn wij er alweer een aantal jaren weg, toch gaat dit je aan het hart. Vooral omdat het voor de aller-, allerarmsten werkt. De mensen betalen er voor de be handeling naar „vermogen". Dat is soms een levende kip; soms wat eieren. Op de behan deling maakt dat niets uit. Ie dereen wordt geholpen. Ge duldig, vriendelijk en goed". Ook Mieke Rijsdijk heeft van kennissen gehoord, dat het op het ogenblik in Ghana „heel erg schijnt te zijn". „Van vrienden horen we steeds va ker, dat er nu mensen van de honger sterven. Dat heb ik in de tijd dat wij er woonden nooit gehoord. Dat doet je dan toch wel iets, want voor mij blijven de Ghanezen altijd ge weldig opgewekte, blije men sen. Als ik hier geen grote dochters op de middelbare school had, ging ik direct te rug, want die mensen moeten geholpen worden. Die mensen en dat ziekenhuis". Als Mieke dat vol overtui gingskracht zegt, knippert Margreet steeds vaker met haar ogen. Je schept het van haar gezicht af, dat dit de be vestiging is van wat ze al lang wist: haar one-woman-show móet doorgaan. „Berend nam het vroeger voor mij op, omdat ik het „kleine" zusje was. Ik zal Be rend nu eens laten zien wat het kleine zusje kan. Ik red dat ziekenhuis". A. Zegers - C. Korstanje 0-2; D. van Daalen - C. Schiijver 1-1; C. de Rooy - M. van der Plasse 1-1; G. van Riet - M. Nijsse 1-1; J. Zegers - P. Versluis 0-2; A. Tramper - N. Chand 0-2; R. Rovers - A. Kimmel 2-0; J. Ridderhof - A. Blankenburgh 2-0; D. Wis- kerke - P. Geelhoed 2-0. De voorbeeldkeuken van het ziekenhuis, eens het trotse voorlichtings- en informatie centrum voor de inheemse be volking, die na de ziekenhuis opname in de bush-bush te rugkeerde, moest dicht om de voedselvoorziening van het hospitaal niet in gevaar te brengen. Telkens verdwenen meer katten en honden in de pot, want in het Agogo-ziekenhuis met zijn 200 bedden komen niet alleen alle familieleden met een patiënt mee, maar ook de huisdieren. Op het moment, dat Berend in een van zijn brieven schreef dat na de voorbeeldkeuken ook het 45 jaar oude ziekenhuis zelf wel eens gesloten zou kun nen worden, trommelde Mar greet in Westervoort met haar vuisten op haar knieën en zei tegen haar man Melchior (26): Dat kan en dat mag niet"! Ze schreef een emotionele brief aan een plaatselijke krant, die enige, maar niet veel reacties opleverde. Ze had in elk geval meer verwacht. Doorzetter Margreet liet het daar niet bij zitten. Op de „uit- slaapkamer" van het Arnhems Diaconessenhuis, waar ze de niet gemakkelijke taak heeft operatiepatiënten bij te staan in de eerste uren na een in greep, dacht ze lang na. Over de situatie in haar „ei gen" ziekenhuis, waar alles volop voorhanden is en over het ziekenhuis van haar broer, die veertien dagen moet doen met een rolletje pleister. Over de koorts- en pijnstillende middelen, die in een Neder lands ziekenhuis te kust en te keur te krijgen zijn en die je daar in Ghana gewoon niet kunt kopen. Nog voor geen goud De uitslaapkamer- overpeinzingen maakten Mar greet uitgeslapener dan ooit. Ze overdacht de opzet van haar one-woman-show tot in alle details, realiseerde zich heel erg scherp, dat er eerst onmid dellijk iets gedaan moest wor den en dat er daarna ook sprake zou moeten zijn van een blijvende zorg vanuit Neder land voor dit ziekenhuis. Ze zette zich achter de schrijfmachine en schreef alle hoofdredacteuren in Neder land. Van dag- en weekbladen, van damesbladen, van huis- aan-huis-bladen, van Derde-Wereld-tijdschriften en van alle medische bladen. Ze trok Henk van Stipriaan aan de jas, toen die met een van de lokale programma's van de VARA toevallig in Arnhem vanuit Musis Sacrum een uit zending had en het lukte haar enkele keren het gironummer voor de radio te krijgen. Twee weken achter elkaar. Dat le verde spontaan al in de eerste uitzending tweehonderd gul den op, die vanuit de zaal tus sen de wirwar van microfoons op tafel gegooid werden plus naderhand een paar mille per giro. Margreet schakelde de RONO in, de ziekenhuisom- roepen, ziekenfondsen en apothekers, en ze mobiliseerde de artsen langs de Veluwe- zoom. „Hebt u monsters van artsenbezoekers voor me of wilt u rechtstreeks een bij drage leveren aan de Derde Wereld, maar dan van collega aan collega"?, zo vroeg ze ie dereen op de man (vrouw) af. Zeshonderd brieven gingen op die manier de deur uit. Een ziekenfonds sloeg uit het pon- splaatjessysteem de adressen af en een krant verzorgde het tikwerk en de verzending. De noodkreet naar de dag- en weekbladen leverde een ver rassende golf van reacties op. Bijvoorbeeld een kubieke meter verbandgaas van de Ze- venaarse Ghana-actie „Samen op weg". Een ziekenhuis in Horst (Limburg), dat pas het gehele personeel in nieuwe uniformen stak, stond alle oude voor het Agogo- ziekenhuis af. De röntgenafde- ling van het Diaconessenhuis in Arnhem, waar Margreet werkt, bood een overcomplete onderzoektafel aan en iemand, die een nieuwe auto kocht, zegde haar de opbrengst van de oude toe. De toneelvereniging „Vol Animo" uit Duiven, waar Berends ouders wonen, kwam met het aanbod van een voor stelling ten bate van Agogo; de medische faculteit van Gro ningen, waar Berend stu deerde beloofde met 1200 man steun en ook de Arnhemse Thorbecke-scholengemeenschap die zowel Berend als Margreet tot haar leerlingen telde, be raadt zich momenteel op plan nen voor een hulpverlening, maar dan op langere termijn. En intussen stromen de gi rootjes binnen. Vanuit Den Helder, Eindhoven, Breda en Terneuzen uit Usquert in het hele hoge noorden van Gro ningen en uit het diepste zui den van Limburg. Eindexa menkandidaten van een ver pleegstersopleiding gingen spontaan op hun examenfeest met een ondersteek rond en brachten Margreet driehon derd gulden met de boodschap, dat het ze „een behoefte" was iets voor Agogo te doen. Studenten uit Amsterdam, die bij de KLM lege ruimten claimen in vliegtuigen naar Afrika voor het transport van hulpgoederen naar de Derde Wereld, boden spontaan hulp aan bij het vervoer van de gif ten in natura tegen sterk gere duceerde prijs, plus de garan tie, dat alles op de afgesproken plaats terechtkomt en niet er gens onderweg blijft hangen of gestolen wordt. Telkens als er een vliegtuig vertrekt en daarin is nog een gaatje vrij, dan neemt de la- dingmeester van Schiphol spullen voor de Derde Wereld mee in dat toestel. Dat is de afspraak. Zo is het ook gere geld met de onderzoektafel, de kubieke meter verbandgaas, de dekens uit Amstelveen en het verbandmateriaal dat een bejaarde dame uit Deventer voor Margreet verzamelt. En toen was daar - ander halve week geleden - ineens dat telefoontje uit Bemmel. „Ik ben Marjan Rijsdijk en ik ben twaalf jaar geleden in dat Agogo-ziekenhuis geboren. Mijn oom heeft goede contac ten in de farmaceutische in dustrie en die wil ook iets voor uw broer gaan doen.." Door bijter Margreet had in de op bouw van haar one-woman- show daar al wel over nage dacht, maar zover was ze nog niet. Alles op z'n tijd én goed Eerst dus een oriënterend gesprek met Marjan en vooral met haar moeder, Mieke Rijs dijk, want Marj an kan zich van de twee jaar Ghana nauwelijks iets herinneren. Mieke, echt genote van een landmeetkun dig ingenieur (42), die nu voor arts studeert en in Enschede zijn co-schap „loopt", noemt het zonder meer een ramp als het Agogo-ziekenhuis moet sluiten. Toen Marjan op komst was, hadden wij maar een keus. Naar Agogo, ongëveer 800 ki lometer van ons vandaan. In onze eigen omgeving waren de medische voorzieningen erg slecht en dus moest ik er wel heen. Bovendien had het een erg goede naam. Het stond be kend als het beste van Ghana. Tien dagen van tevoren zijn we erheen gegaan. Eerst per vlieg tuig naar Kumassi en dan per jeep naar Agogo. De hele fami lie ging mee, ook de bediende. We leefden die drie weken in een kamer van het ziekenhuis. Met ons allen. Op tweede pink sterdag 1965 kwam Marjan. Ik herinner me het Agogo- ziekenhuis als een grote, open plek in het regenwoud met een aantal paviljoens erop; een groot grasveld met een snoezig kapelletje. En ik zie ook nog die honderden mensen, die da gelijks voor de polikliniek stonden, In de rij. Die kwamen lopend uit de bush-bush. Tien tallen kilometers. Misschien zelfs wel honderden, zoals wij. Ik zie ook nog die kistjes voor me met een glasplaatje er overheen. Daarin lagen dan die tientallen zwarte couveuse baby's. Heel klein en heel pop- Het is eruit voor ze er erg in heeft. Ze schrikt even van haar eigen woorden en ze is een ogenblik nadenkend stil. Ze realiseert zich dat een show publiek nodig heeft om te sla gen. Publiek en publiciteit. Affi ches. Affiches zónder haar naam, maar wel mét het gironummer van de stichting Agogo- ziekenhuis in Ghana te Wes tervoort. De grootste artiest in mijn show is dat gironummer. Dat moet daarom met de aller grootste cijfers op het affiche. 3829400. In feite is dat de topartiest, die mijn show moet maken. De show van het kleine zusje en haar grote broer". Veertien de cember ga ik naar Ghana om Berend te vertellen, dat alles als vanouds kan blijven door draaien. Dat mijn publiek mij niet in de steek gelaten heeft". Ze lacht even bij dat vooruit zicht en knippert weer van voldoening met de ogen als een nieuwe giro-enveloppe een weer hogere stand meldt. Tien mille in nog geen drie weken. De telefoon rinkelt en opnieuw is er iemand die gehoord heeft van haar actie en die helpen wil. Met een hand aan de hoorn en de andere geestdriftig geba rend, zit ze er meteen weer he lemaal in. The show must go on. Maar niet alleen de show. Ook dit „zieke" ziekenhuis moet doorgaan. Weer gezond worden. Margreet fikst het. Ze is niet voor niets zelf verpleeg kundige. BERT KERKHOFFS - Él ëi Ésfea&y en Sajet is een geboren en getogen Amsterdammer. Een joodse Amsterdammer. Een medicus, politiek sterk be trokken bij alles wat er ge beurt. Hij was, bijvoorbeeld, veertig jaar lid van de Am sterdamse gemeenteraad. Een socialist uit diepe inner lijke overtuiging. Een Pio nier, om maar iets te noemen, in de sociale geneeskunde. Een bestrijder van de bu reaucratie. Een fel anti fascist. Engelandvaarder op rijn 53ste jaar. Zijn leven is boeiend geweest. Vaak ook triest. Niet het minst in het Persoonlijke vlak. Maar ook in zijn politiek handelen zijn talloze teleurstellingen hem niet bespaard gebleven. Hij beeft het allemaal verteld aan Hans Fels. In een gesprek van tientallen uren. De hoofdpunten uit dat levens verhaal zijn door Fels in een Een menselijk document van niet geringe historische waarde. Dat meer vertelt over ons eigen onmiddellijke verleden dan menig lijvig standaardwerk. Ben Sajet is geboren in een joods mid- nenstandsgezin. In zijn kin derjaren kwam hij eigenlijk alleen met joodse medebur gers in aanraking. Dat was eenmaal zo in dat laatste awart van de vorige eeuw in dat Amsterdamse joodse mi- beu Een liberaal milieu. ™ant wat moesten Joden uit kring anders dan libe raal stemmen? Tegen die ach tergrond speelt zich zijn ontwikkeling af. Socialisten waren voor zijn ouders een soort baarlijke duivels die erop uit waren alles en iedereen de das om te doen. Ben groeide op in een statische samenleving. Ver andering was ongehoord, zeker als het de sociale steun van mensen betrof. Als je vader timmerman was, werd je dat ook. Dat sprak vanzelf. Dat Ben naar de HBS mocht was een heel grote bijzon derheid. Maar ja, Ben had nu eenmaal „een knappe kop". Dat deel van het verhaal is kostelijk en onthullend. Kos telijk door een humor die de verteller geen moment ver laat en die hij kennelijk aan Fels heeft kunnen overbren gen. Ben Sajet, het blijkt vrijwel op elke bladzijde van het boek, is een man die zijn leven lang heeft gevochten. Niet om persoonlijk gewin. Maar om zijn ideaal te ver werkelijken: de emnacipatie van de rechteloze en verpau perde arbeidersklasse. Zijn verhaal is daarom veel meer dan een persoonlijke biecht. Het is de geschiedenis van de arbeidersbeweging in een no- tedop. Tegen de achtergrond van het eigen beleven en onder gaan van een mens die in zijn lange leven veel heeft gele den. Die zijn familie niet te rugvond toen hij, in 1945, uit Engeland terug kwam. Die de kinderen uit zijn eerste huwelijk verloor. Die in zijn politiek-maatschappelijk leven heel wat successen be haalde, mhar ook bittere te leurstellingen te slikken kreeg. En die dat alles moest verwerken in een samenle ving die zeker na de oorlog, voortdurend veranderde. Ben Sajet heeft de „groten" in' het Nederlandse socia lisme meegemaakt. Was vaak hun gesprekspartner en mede-beslissende partijge noot. Hij oordeelt over enkele hunner afstandelijk zonder ze te sparen of onnodig te verguizen. Wel ondoet hij enkele hunner van het lege ndarische aureool dat ze in de loop van de jaren hebben gekregen. Het is dan of hij wil zeggen dat ook die kopstuk ken maar doodgewone men sen waren. Met hun sterke en hun zwakke menselijke eige nschappen. Ook die, nergens denigrerend wordende, be trekkelijkheid geeft het ver haal een dimensie die uitgaat boven de doorsnee levensbe schrijving. Het is bijna ondoenlijk uit het boek te citeren. Iedereen die zich interesseert voor het heden zoals het zich uit het (nabije) verleden heeft ont wikkeld, zal er baat bij hebben dit boek te lezen. Niet omdat, bijvoorbeeld, de hier en daar nogal uitgesponnen medische kanten van het le venswerk van Sajet het boeiendst zijn. Wel omdat ook die kanten iets zeggen over de verandering van so ciale inzichten en de strijd die het toch altijd kost de nieuwe daarop passende structuren te verwerkelijken. In dat opzicht, zo meent uw recensent, heeft dit boek ac tualiteitswaarde. „En ach, de vraag of er iets veranderd is... Kijk eens, ik was een jongetje van een jaar of twaalf, dertien: toen kreeg ik van een oom van mij een fiets cadeau. Nou, dat was iets heel bijzonders. Fietsen begonnen pas in die tijd al gemeen te worden. Dat was dus in mijn vroegere jeugd, waarin je nauwelijks fietsen zag. Je zag rijtuigen, je zag paarden, je zag paardetrams en toen kwamen: de fiets, de motorfiets en de auto. Te genwoordig heeft bijna ie dereen een auto, bedenk je maar eens wat een verande ring dat is. Stoomtreinen heb je niet meer, je hebt bussen en je hebt electrische treinen. Nou zijn we al aan het vlie gen, jaik was al volwassen toen je voor het eerst Oliesla gers (een der eerste Neder landse vliegers) zag op stijgen. Er kwamen duizen den ntensen kijken. Hij kon maar eventjes in de lucht blijven. Er was een geweldig enthousiasme. Wat er veran derd is.... je vliegt, het is niks bijzonders meer. Je verplaat sen, jaals kind was ik een dagje naar Hilversum, dat was iets bijzonders. Eran, m'n kleinzoontje, die is naar Kreta met zijn moeder. Hij is al in Amerika geweest, hij is in Israel geweest, in Enge land, Frankrijk meermalen. Hij is net twaalf geworden. Nou wil ik niet zeggen dat alle kinderen dat zo hebben, maar toch, nou ja, toch heel wat. Nou jade veranderingen in de sociale verhoudingen, daar heb ik al genoeg van verteld En dat is één ding, de veran deringen. En je hebt de uit vindingen. Mon Dieu daar moet ik eigenlijk meer van zeggen: de geneeskunde. Ik deed praktijk en je kreeg een patiënt met suikerziekte. Je werd geroepen: de patiënt verloor het bewustzijn. Nou, dan wist je dat hij verloren was. Hij was in een coma, en dan was er niks meer aan te doen. En dan tegenwoordig: als je zo iemand goed behan delt, komt er geen coma meer. Met insuline en midde len die de suikerspiegel om-1 laag brengen, houd je de mensen in leven. Je hebt een ziekte, noodlot tige bloedarmoede. Bij het bloedonderzoek kan je het vinden. Als je dat vroeger vond, dan wist je: de patiënt gaat dood. Tegenwoordig niet meer. Je houdt die men sen in leven nu je de oorzaak precies weet. Ja, en dan de besmettelijke ziekten. Tu berculose die zoveel slachtof fers maakte en die je tegen woordig, als je het maar vroeg genoeg vindt, kunt ge nezen. Maar je hebt daarte genover weer de toename van kanker en van dodelijke on gevallen. Maar men is al op weg om in bepaalde gevallen, wat men noemt, bloedkanker te genezen. Het is moeilijk te zeggen: maar misschien als mijn dochter Loes tien tot vijftien iaar later die ziekte had ge kregenIk ken meisjes die het hadden en die genezen zijn. Dat is vooruitgang in de geneeskunde, en dan al die specialisatieswat een vooruitgang. De wereld van nu en de wereld van vroeger. De geneeskunde is zo gewel dig vooruitgegaan. Toen ik op de HBS was leerden we nog dat een atoom ondeel baar was. Een atoom wis on deelbaar. Nu weten we wet bete»!". Op de vraag of Ban Sajet, na alles wat hij mee maakte, ook aan persoonlijk verdriet, aan verguizing en onachtzaamheid door men sen voor wier politieke idea len hij zich inspande, zijn idealisme kwijt is, antwoordt hij: „Nee, ik ben het niet kwijt en ik heb toch altijd het gevoel dat het normaal is, dat de solidariteit meer tot uiting zal komen in de maatschap pijin een andere maat schappij. Kijk, we leven in een samen leving waarin je, ik zou zeg gen, haast vanaf je geboorte weet dat het zo belangrijk is om bezit te hebben, om geld te hebben. En dat is misera bel eigenlijk. D at ge voel zit te diep. Ja, als dat er nou eens uit kon gaan; jaik wil maar zeggen dat je in elk geval moet streven naar een samenleving waarin dit an ders is. Het woord, het begrip communistisch is te geladen hè, dat kun je eigenlijk niet meer gebruiken. Maar laten we zeggen: één voor allen en allen voor één". Een opzien barende slotconclusie voor •en man van negentig jaar die zoveel heeft meegemaakt en zoveel heeft moeten on dergaan. Wiens idealisme zo veelvuldig werd beschaamd door mense/T die voorgaven zijn politieke opvattingen te delen. Men leze er, bijvoor beeld, op na in dit boek wat hem, en drie andere Joodse SDAF-raadsleden van Am sterdam, overkwam toen ze door het gemeentebestuur, in üla 1940, op last van de Duitsers, uit de raad werden gezet. De toenmalige fractie voorzitter van de SDAP in die raad wenste daarover in de fractie-vergadering niet eens te praten. Hij handelde gewoon de agenda af. Toen dat Sajet te bar werd kreeg hij te horen dat men er niet sentimenteel over moest doen..., Het verhaal over de over tocht uit bezet Nederland naar Engeland, in een wrak bootje, is van heroïsche een voud. Zo staat dit boek vol feiten, gebeurtenissen, bele venissen die samen een beeld geven van een leven in een tijd van bewogen verande ringen. Een vol leven van een toch wel uitzonderlijk mens. Die zich niet mooier en ge wichtiger voordoet dat hij is geweest. En die daarom ook sympathiek en vooral in drukwekkend overkomt. Het zijn, zo heb ik dat in ieder geval al lezende ervaren, de memoires van de bittere bij smaak die nergens rancuneus zijn geworden, omdat Sajet zijn geloof in zijn ideaal en in de mensen, ondanks veel leed dat over hem kwam, nimmer heeft verloren. Het zijn dus ook de memoires van de le vensmoed en een ongeschokt optimisme. JACQUES LEVIJ BEN SAJET. Een leven lang. (uitg. In den Toren, 237 pag, vele illustraties, verteld door Hans Fels. 19,50)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1977 | | pagina 17