One-Woman-show van Margreet
voorkomt een ramp in Ghana
Ben Sajet.
van de o
's Graven
polder
UQBLSK
buitenland
Dicht
Slapen
rlinden van start
i
B
Vechter
Afstandelijk
aCarmen Dionyse
juwenhoofden met serene
tkorrelige glazuur de abso-
.e verstilling en wereldaf-
vendheid lijkt te willen
ergeven. Met een magi-
aal, ontroerend resultaat,
n unieke tentoonstelling
niemand die zich voor
iendaagse keramiek inte-
seert mag missen. Te be-
htigen tot 25 september
WILLEM ENZINCK.
Collecte - De collecte voor
de kankerbestrijding (Konin
gin Wilhelminafonds) heeft te
's-Gravenpolder 2.045,- op
gebracht.
„dan moet je gaan zeuren. Het
was toch flauwekul van Koos
Postema om de idealen van de
Zuidmolukkers te gaan verge
lijken met de strijd van de Ne
derlanders tegen de Spanjaar
den. Je moet trouwens niet
vergeten dat die barkeeper die
ene van Hier en Nu letterlijk
napraatte. Schrijf maar dat die
bonbonmaker het wel erg bont
maakte door twee soorten Mo-
lukkers te onderscheiden: de
verkrampte en de andere soort
die met de trouwe bruine hon
deogen de camera inkijkt. Geel
hem er van langs Johan. laat
die man eerst eens de krant le
zen. En als je het toch over de
oplossingen gaat hebben, dat
van de communicatie die ver
beterd moet worden, dat ken
nen we nou wel, maar wat dit'
huisvrouw zei over vrouwen de
straat op, net als in Noord-
Ierland, dat kan wel wat wor
den. Citeer dat domme zinnetje
maar van die man die er niks w
zag: „In dat soort gezinnen zit
ten de vrouwen onder de
duim" De afwaskwast erover
En het geeft toch geen pas om
de commissie Kobben, de
commissie Knudde te noe
men", zei mijn vrouw. Tja'
mompelde ik En dat idee
om opnieuw naar de Verenigde
Naties en naar Indonesië te
gaan", vervolgde ze, „dat ,s
toch larie. Laat ook geen spaan
heel van die ene die voorstelde
om Ambon te gaan bezetten
Mag trouwens iedereen in da
elftal zitten? Schrijf dat no
eens vriendelijk op, de mensen
denken toch al dat je zo'n kan
kerpit bent. Had jij maar een
echt vak geleerd". „Ja maar
sputterde ik tegen, „televis'
kijken is toch een belangrijk
baan" „Kom nou", an
woordde ze, „wat jij doet ka
zelfs ik"
JOHAN DIEPSTBATEn
|Van een onzer verslaggevers)
WESTERVOORT - „Het
kleine zusje. Dat was ik. Als er
geholpen moest worden kwam
gerend. De grote broer, die het
opnam voor zijn jongste zus. Je
[jent dat. Ook al scheelden we
uaar vier jaar. Nu zijn de rol
len omgekeerd. Ik neem het
voor Berend op en ik ga zijn
ziekenhuis van de ondergang
redden. Dat klinkt eigenwijs;
jfeweet het, maar ik doe het. In
m'n eentje. Wat ik in m'n hoofd
geb, zit niet ergens anders..."
Margreet Vonk (24) uit Wes
tervoort leidt'sinds drie weken
een grandioze one-woman-
show, die ze twee maanden ge
leden nog voor volstrekt on
mogelijk hield. De postbode
heeft de laatste weken elke dag
wel een stuk of wat brieven
voor de Koeweide 97 en de tele
foon'' rinkelt onophoudelijk,
want Margreet heeft wel wat
op gang gebracht.
Je ziet haar die enorme door
zettingskracht en dat idea
lisme niet af. Met haar rond,
vriendelijk en goedlachs ge
zicht, haar telkens van geestd
rift knipperende ogen, doet ze
soms zelfs wat verlegen aan.
Als echter het Agogo-
ziekenhuis in Ghana, waar
haar broer Berend werkt, ter
sprake komt, staat ze ineens -
overigens heel erg vrouwelijk-
haar „mannetje" en bijt door.
Het begon allemaal een paar
I maanden geleden toen de brie-
I ven van Berend Schaeffner
steeds triester van toon
I werden. De oogsten waren mis
lukt; er ontstond een tekort
aan voedsel; de prijzen „groei
den" harder en sneller dan de
regenwoudplanten rond het
I nmboeziekenhuis en de finan-
1 ciële mogelijkheden van direc
trice Jansje van de Meij (af
komstig uit Heelsum) raakten
I uitgeput.
De Velpse oogarts Bep Borg-
I hout, die in Agogo per j aar dui
zend oogziekten operatief ge
neest (40 pet. van de mensen is
blind raakte in de knoei door
gebrek aan verbandmiddelen
en Berend, de broer van Mar
greet Vonk-Schaeffner zag het
ook nauwelijks meer zitten
met een rantsoen van een rolle
tje pleister per veertien dagen.
Margreet Vonk-Schaeffner middenbladert in het geboortealbum van de 12-jarige Marjan Rijsdijk uit Bemmel met de opnamen
van het AGOGO-ziekenhuis in Ghana, waar Marjan geboren werd. Links mevrouw Mieke Rijsdijk.
perig. Gewoon schattig".
„Mijn God, als je denkt dat
dit ziekenhuis nu dicht moet,
dan is dat gewoon een ramp.
Waar moeten al die mensen
dan heen? Ook al zijn wij er
alweer een aantal jaren weg,
toch gaat dit je aan het hart.
Vooral omdat het voor de
aller-, allerarmsten werkt. De
mensen betalen er voor de be
handeling naar „vermogen".
Dat is soms een levende kip;
soms wat eieren. Op de behan
deling maakt dat niets uit. Ie
dereen wordt geholpen. Ge
duldig, vriendelijk en goed".
Ook Mieke Rijsdijk heeft van
kennissen gehoord, dat het op
het ogenblik in Ghana „heel
erg schijnt te zijn". „Van
vrienden horen we steeds va
ker, dat er nu mensen van de
honger sterven. Dat heb ik in
de tijd dat wij er woonden
nooit gehoord. Dat doet je dan
toch wel iets, want voor mij
blijven de Ghanezen altijd ge
weldig opgewekte, blije men
sen. Als ik hier geen grote
dochters op de middelbare
school had, ging ik direct te
rug, want die mensen moeten
geholpen worden. Die mensen
en dat ziekenhuis".
Als Mieke dat vol overtui
gingskracht zegt, knippert
Margreet steeds vaker met
haar ogen. Je schept het van
haar gezicht af, dat dit de be
vestiging is van wat ze al lang
wist: haar one-woman-show
móet doorgaan.
„Berend nam het vroeger
voor mij op, omdat ik het
„kleine" zusje was. Ik zal Be
rend nu eens laten zien wat het
kleine zusje kan. Ik red dat
ziekenhuis".
A. Zegers - C. Korstanje 0-2;
D. van Daalen - C. Schiijver
1-1; C. de Rooy - M. van der
Plasse 1-1; G. van Riet -
M. Nijsse 1-1; J. Zegers -
P. Versluis 0-2; A. Tramper -
N. Chand 0-2; R. Rovers -
A. Kimmel 2-0; J. Ridderhof -
A. Blankenburgh 2-0; D. Wis-
kerke - P. Geelhoed 2-0.
De voorbeeldkeuken van het
ziekenhuis, eens het trotse
voorlichtings- en informatie
centrum voor de inheemse be
volking, die na de ziekenhuis
opname in de bush-bush te
rugkeerde, moest dicht om de
voedselvoorziening van het
hospitaal niet in gevaar te
brengen.
Telkens verdwenen meer
katten en honden in de pot,
want in het Agogo-ziekenhuis
met zijn 200 bedden komen
niet alleen alle familieleden
met een patiënt mee, maar ook
de huisdieren.
Op het moment, dat Berend
in een van zijn brieven schreef
dat na de voorbeeldkeuken ook
het 45 jaar oude ziekenhuis
zelf wel eens gesloten zou kun
nen worden, trommelde Mar
greet in Westervoort met haar
vuisten op haar knieën en zei
tegen haar man Melchior (26):
Dat kan en dat mag niet"!
Ze schreef een emotionele
brief aan een plaatselijke
krant, die enige, maar niet veel
reacties opleverde. Ze had in
elk geval meer verwacht.
Doorzetter Margreet liet het
daar niet bij zitten. Op de „uit-
slaapkamer" van het Arnhems
Diaconessenhuis, waar ze de
niet gemakkelijke taak heeft
operatiepatiënten bij te staan
in de eerste uren na een in
greep, dacht ze lang na.
Over de situatie in haar „ei
gen" ziekenhuis, waar alles
volop voorhanden is en over
het ziekenhuis van haar broer,
die veertien dagen moet doen
met een rolletje pleister. Over
de koorts- en pijnstillende
middelen, die in een Neder
lands ziekenhuis te kust en te
keur te krijgen zijn en die je
daar in Ghana gewoon niet
kunt kopen. Nog voor geen
goud
De uitslaapkamer-
overpeinzingen maakten Mar
greet uitgeslapener dan ooit.
Ze overdacht de opzet van haar
one-woman-show tot in alle
details, realiseerde zich heel
erg scherp, dat er eerst onmid
dellijk iets gedaan moest wor
den en dat er daarna ook
sprake zou moeten zijn van een
blijvende zorg vanuit Neder
land voor dit ziekenhuis.
Ze zette zich achter de
schrijfmachine en schreef alle
hoofdredacteuren in Neder
land. Van dag- en weekbladen,
van damesbladen, van huis-
aan-huis-bladen, van
Derde-Wereld-tijdschriften en
van alle medische bladen.
Ze trok Henk van Stipriaan
aan de jas, toen die met een van
de lokale programma's van de
VARA toevallig in Arnhem
vanuit Musis Sacrum een uit
zending had en het lukte haar
enkele keren het gironummer
voor de radio te krijgen. Twee
weken achter elkaar. Dat le
verde spontaan al in de eerste
uitzending tweehonderd gul
den op, die vanuit de zaal tus
sen de wirwar van microfoons
op tafel gegooid werden plus
naderhand een paar mille per
giro.
Margreet schakelde de
RONO in, de ziekenhuisom-
roepen, ziekenfondsen en
apothekers, en ze mobiliseerde
de artsen langs de Veluwe-
zoom. „Hebt u monsters van
artsenbezoekers voor me of
wilt u rechtstreeks een bij
drage leveren aan de Derde
Wereld, maar dan van collega
aan collega"?, zo vroeg ze ie
dereen op de man (vrouw) af.
Zeshonderd brieven gingen op
die manier de deur uit. Een
ziekenfonds sloeg uit het pon-
splaatjessysteem de adressen
af en een krant verzorgde het
tikwerk en de verzending. De
noodkreet naar de dag- en
weekbladen leverde een ver
rassende golf van reacties op.
Bijvoorbeeld een kubieke
meter verbandgaas van de Ze-
venaarse Ghana-actie „Samen
op weg". Een ziekenhuis in
Horst (Limburg), dat pas het
gehele personeel in nieuwe
uniformen stak, stond alle
oude voor het Agogo-
ziekenhuis af. De röntgenafde-
ling van het Diaconessenhuis
in Arnhem, waar Margreet
werkt, bood een overcomplete
onderzoektafel aan en iemand,
die een nieuwe auto kocht,
zegde haar de opbrengst van de
oude toe. De toneelvereniging
„Vol Animo" uit Duiven, waar
Berends ouders wonen, kwam
met het aanbod van een voor
stelling ten bate van Agogo; de
medische faculteit van Gro
ningen, waar Berend stu
deerde beloofde met 1200 man
steun en ook de Arnhemse
Thorbecke-scholengemeenschap
die zowel Berend als Margreet
tot haar leerlingen telde, be
raadt zich momenteel op plan
nen voor een hulpverlening,
maar dan op langere termijn.
En intussen stromen de gi
rootjes binnen. Vanuit Den
Helder, Eindhoven, Breda en
Terneuzen uit Usquert in het
hele hoge noorden van Gro
ningen en uit het diepste zui
den van Limburg. Eindexa
menkandidaten van een ver
pleegstersopleiding gingen
spontaan op hun examenfeest
met een ondersteek rond en
brachten Margreet driehon
derd gulden met de boodschap,
dat het ze „een behoefte" was
iets voor Agogo te doen.
Studenten uit Amsterdam,
die bij de KLM lege ruimten
claimen in vliegtuigen naar
Afrika voor het transport van
hulpgoederen naar de Derde
Wereld, boden spontaan hulp
aan bij het vervoer van de gif
ten in natura tegen sterk gere
duceerde prijs, plus de garan
tie, dat alles op de afgesproken
plaats terechtkomt en niet er
gens onderweg blijft hangen of
gestolen wordt.
Telkens als er een vliegtuig
vertrekt en daarin is nog een
gaatje vrij, dan neemt de la-
dingmeester van Schiphol
spullen voor de Derde Wereld
mee in dat toestel. Dat is de
afspraak. Zo is het ook gere
geld met de onderzoektafel, de
kubieke meter verbandgaas,
de dekens uit Amstelveen en
het verbandmateriaal dat een
bejaarde dame uit Deventer
voor Margreet verzamelt.
En toen was daar - ander
halve week geleden - ineens
dat telefoontje uit Bemmel. „Ik
ben Marjan Rijsdijk en ik ben
twaalf jaar geleden in dat
Agogo-ziekenhuis geboren.
Mijn oom heeft goede contac
ten in de farmaceutische in
dustrie en die wil ook iets voor
uw broer gaan doen.." Door
bijter Margreet had in de op
bouw van haar one-woman-
show daar al wel over nage
dacht, maar zover was ze nog
niet. Alles op z'n tijd én goed
Eerst dus een oriënterend
gesprek met Marjan en vooral
met haar moeder, Mieke Rijs
dijk, want Marj an kan zich van
de twee jaar Ghana nauwelijks
iets herinneren. Mieke, echt
genote van een landmeetkun
dig ingenieur (42), die nu voor
arts studeert en in Enschede
zijn co-schap „loopt", noemt
het zonder meer een ramp als
het Agogo-ziekenhuis moet
sluiten.
Toen Marjan op komst was,
hadden wij maar een keus.
Naar Agogo, ongëveer 800 ki
lometer van ons vandaan. In
onze eigen omgeving waren de
medische voorzieningen erg
slecht en dus moest ik er wel
heen. Bovendien had het een
erg goede naam. Het stond be
kend als het beste van Ghana.
Tien dagen van tevoren zijn we
erheen gegaan. Eerst per vlieg
tuig naar Kumassi en dan per
jeep naar Agogo. De hele fami
lie ging mee, ook de bediende.
We leefden die drie weken in
een kamer van het ziekenhuis.
Met ons allen. Op tweede pink
sterdag 1965 kwam Marjan.
Ik herinner me het Agogo-
ziekenhuis als een grote, open
plek in het regenwoud met een
aantal paviljoens erop; een
groot grasveld met een snoezig
kapelletje. En ik zie ook nog
die honderden mensen, die da
gelijks voor de polikliniek
stonden, In de rij. Die kwamen
lopend uit de bush-bush. Tien
tallen kilometers. Misschien
zelfs wel honderden, zoals wij.
Ik zie ook nog die kistjes voor
me met een glasplaatje er
overheen. Daarin lagen dan die
tientallen zwarte couveuse
baby's. Heel klein en heel pop-
Het is eruit voor ze er erg in
heeft. Ze schrikt even van haar
eigen woorden en ze is een
ogenblik nadenkend stil. Ze
realiseert zich dat een show
publiek nodig heeft om te sla
gen.
Publiek en publiciteit. Affi
ches.
Affiches zónder haar naam,
maar wel mét het gironummer
van de stichting Agogo-
ziekenhuis in Ghana te Wes
tervoort.
De grootste artiest in mijn
show is dat gironummer. Dat
moet daarom met de aller
grootste cijfers op het affiche.
3829400.
In feite is dat de topartiest,
die mijn show moet maken. De
show van het kleine zusje en
haar grote broer". Veertien de
cember ga ik naar Ghana om
Berend te vertellen, dat alles
als vanouds kan blijven door
draaien. Dat mijn publiek mij
niet in de steek gelaten heeft".
Ze lacht even bij dat vooruit
zicht en knippert weer van
voldoening met de ogen als een
nieuwe giro-enveloppe een
weer hogere stand meldt. Tien
mille in nog geen drie weken.
De telefoon rinkelt en opnieuw
is er iemand die gehoord heeft
van haar actie en die helpen
wil. Met een hand aan de hoorn
en de andere geestdriftig geba
rend, zit ze er meteen weer he
lemaal in. The show must go
on. Maar niet alleen de show.
Ook dit „zieke" ziekenhuis
moet doorgaan. Weer gezond
worden. Margreet fikst het. Ze
is niet voor niets zelf verpleeg
kundige.
BERT KERKHOFFS
-
Él
ëi Ésfea&y
en Sajet is een geboren en
getogen Amsterdammer. Een
joodse Amsterdammer. Een
medicus, politiek sterk be
trokken bij alles wat er ge
beurt. Hij was, bijvoorbeeld,
veertig jaar lid van de Am
sterdamse gemeenteraad.
Een socialist uit diepe inner
lijke overtuiging. Een Pio
nier, om maar iets te noemen,
in de sociale geneeskunde.
Een bestrijder van de bu
reaucratie. Een fel anti
fascist. Engelandvaarder op
rijn 53ste jaar. Zijn leven is
boeiend geweest. Vaak ook
triest. Niet het minst in het
Persoonlijke vlak. Maar ook
in zijn politiek handelen zijn
talloze teleurstellingen hem
niet bespaard gebleven. Hij
beeft het allemaal verteld
aan Hans Fels. In een gesprek
van tientallen uren. De
hoofdpunten uit dat levens
verhaal zijn door Fels in een
Een menselijk document van
niet geringe historische
waarde. Dat meer vertelt
over ons eigen onmiddellijke
verleden dan menig lijvig
standaardwerk. Ben Sajet is
geboren in een joods mid-
nenstandsgezin. In zijn kin
derjaren kwam hij eigenlijk
alleen met joodse medebur
gers in aanraking. Dat was
eenmaal zo in dat laatste
awart van de vorige eeuw in
dat Amsterdamse joodse mi-
beu Een liberaal milieu.
™ant wat moesten Joden uit
kring anders dan libe
raal stemmen? Tegen die ach
tergrond speelt zich zijn
ontwikkeling af.
Socialisten waren voor zijn
ouders een soort baarlijke
duivels die erop uit waren
alles en iedereen de das om te
doen. Ben groeide op in een
statische samenleving. Ver
andering was ongehoord,
zeker als het de sociale steun
van mensen betrof. Als je
vader timmerman was, werd
je dat ook. Dat sprak vanzelf.
Dat Ben naar de HBS mocht
was een heel grote bijzon
derheid. Maar ja, Ben had nu
eenmaal „een knappe kop".
Dat deel van het verhaal is
kostelijk en onthullend. Kos
telijk door een humor die de
verteller geen moment ver
laat en die hij kennelijk aan
Fels heeft kunnen overbren
gen.
Ben Sajet, het blijkt vrijwel
op elke bladzijde van het
boek, is een man die zijn
leven lang heeft gevochten.
Niet om persoonlijk gewin.
Maar om zijn ideaal te ver
werkelijken: de emnacipatie
van de rechteloze en verpau
perde arbeidersklasse. Zijn
verhaal is daarom veel meer
dan een persoonlijke biecht.
Het is de geschiedenis van de
arbeidersbeweging in een no-
tedop.
Tegen de achtergrond van
het eigen beleven en onder
gaan van een mens die in zijn
lange leven veel heeft gele
den. Die zijn familie niet te
rugvond toen hij, in 1945, uit
Engeland terug kwam. Die
de kinderen uit zijn eerste
huwelijk verloor. Die in zijn
politiek-maatschappelijk
leven heel wat successen be
haalde, mhar ook bittere te
leurstellingen te slikken
kreeg. En die dat alles moest
verwerken in een samenle
ving die zeker na de oorlog,
voortdurend veranderde.
Ben Sajet heeft de „groten"
in' het Nederlandse socia
lisme meegemaakt. Was vaak
hun gesprekspartner en
mede-beslissende partijge
noot.
Hij oordeelt over enkele
hunner afstandelijk zonder
ze te sparen of onnodig te
verguizen. Wel ondoet hij
enkele hunner van het lege
ndarische aureool dat ze in
de loop van de jaren hebben
gekregen. Het is dan of hij wil
zeggen dat ook die kopstuk
ken maar doodgewone men
sen waren. Met hun sterke en
hun zwakke menselijke eige
nschappen. Ook die, nergens
denigrerend wordende, be
trekkelijkheid geeft het ver
haal een dimensie die uitgaat
boven de doorsnee levensbe
schrijving.
Het is bijna ondoenlijk uit
het boek te citeren. Iedereen
die zich interesseert voor het
heden zoals het zich uit het
(nabije) verleden heeft ont
wikkeld, zal er baat bij
hebben dit boek te lezen. Niet
omdat, bijvoorbeeld, de hier
en daar nogal uitgesponnen
medische kanten van het le
venswerk van Sajet het
boeiendst zijn. Wel omdat
ook die kanten iets zeggen
over de verandering van so
ciale inzichten en de strijd
die het toch altijd kost de
nieuwe daarop passende
structuren te verwerkelijken.
In dat opzicht, zo meent uw
recensent, heeft dit boek ac
tualiteitswaarde.
„En ach, de vraag of er iets
veranderd is... Kijk eens, ik
was een jongetje van een jaar
of twaalf, dertien: toen kreeg
ik van een oom van mij een
fiets cadeau. Nou, dat was
iets heel bijzonders. Fietsen
begonnen pas in die tijd al
gemeen te worden. Dat was
dus in mijn vroegere jeugd,
waarin je nauwelijks fietsen
zag. Je zag rijtuigen, je zag
paarden, je zag paardetrams
en toen kwamen: de fiets, de
motorfiets en de auto. Te
genwoordig heeft bijna ie
dereen een auto, bedenk je
maar eens wat een verande
ring dat is. Stoomtreinen heb
je niet meer, je hebt bussen en
je hebt electrische treinen.
Nou zijn we al aan het vlie
gen, jaik was al volwassen
toen je voor het eerst Oliesla
gers (een der eerste Neder
landse vliegers) zag op
stijgen. Er kwamen duizen
den ntensen kijken. Hij kon
maar eventjes in de lucht
blijven. Er was een geweldig
enthousiasme. Wat er veran
derd is.... je vliegt, het is niks
bijzonders meer. Je verplaat
sen, jaals kind was ik een
dagje naar Hilversum, dat
was iets bijzonders. Eran,
m'n kleinzoontje, die is naar
Kreta met zijn moeder. Hij is
al in Amerika geweest, hij is
in Israel geweest, in Enge
land, Frankrijk meermalen.
Hij is net twaalf geworden.
Nou wil ik niet zeggen dat
alle kinderen dat zo hebben,
maar toch, nou ja, toch heel
wat.
Nou jade veranderingen
in de sociale verhoudingen,
daar heb ik al genoeg van
verteld
En dat is één ding, de veran
deringen. En je hebt de uit
vindingen. Mon Dieu
daar moet ik eigenlijk meer
van zeggen: de geneeskunde.
Ik deed praktijk en je kreeg
een patiënt met suikerziekte.
Je werd geroepen: de patiënt
verloor het bewustzijn. Nou,
dan wist je dat hij verloren
was. Hij was in een coma, en
dan was er niks meer aan te
doen. En dan tegenwoordig:
als je zo iemand goed behan
delt, komt er geen coma
meer. Met insuline en midde
len die de suikerspiegel om-1
laag brengen, houd je de
mensen in leven.
Je hebt een ziekte, noodlot
tige bloedarmoede. Bij het
bloedonderzoek kan je het
vinden. Als je dat vroeger
vond, dan wist je: de patiënt
gaat dood. Tegenwoordig
niet meer. Je houdt die men
sen in leven nu je de oorzaak
precies weet. Ja, en dan de
besmettelijke ziekten. Tu
berculose die zoveel slachtof
fers maakte en die je tegen
woordig, als je het maar
vroeg genoeg vindt, kunt ge
nezen. Maar je hebt daarte
genover weer de toename van
kanker en van dodelijke on
gevallen. Maar men is al op
weg om in bepaalde gevallen,
wat men noemt, bloedkanker
te genezen.
Het is moeilijk te zeggen:
maar misschien als mijn
dochter Loes tien tot vijftien
iaar later die ziekte had ge
kregenIk ken meisjes die
het hadden en die genezen
zijn. Dat is vooruitgang in de
geneeskunde, en dan al die
specialisatieswat een
vooruitgang. De wereld van
nu en de wereld van vroeger.
De geneeskunde is zo gewel
dig vooruitgegaan. Toen ik
op de HBS was leerden we
nog dat een atoom ondeel
baar was. Een atoom wis on
deelbaar. Nu weten we wet
bete»!". Op de vraag of Ban
Sajet, na alles wat hij mee
maakte, ook aan persoonlijk
verdriet, aan verguizing en
onachtzaamheid door men
sen voor wier politieke idea
len hij zich inspande, zijn
idealisme kwijt is, antwoordt
hij: „Nee, ik ben het niet
kwijt en ik heb toch altijd het
gevoel dat het normaal is, dat
de solidariteit meer tot uiting
zal komen in de maatschap
pijin een andere maat
schappij.
Kijk, we leven in een samen
leving waarin je, ik zou zeg
gen, haast vanaf je geboorte
weet dat het zo belangrijk is
om bezit te hebben, om geld
te hebben. En dat is misera
bel eigenlijk. D at ge voel zit te
diep. Ja, als dat er nou eens
uit kon gaan; jaik wil
maar zeggen dat je in elk
geval moet streven naar een
samenleving waarin dit an
ders is. Het woord, het begrip
communistisch is te geladen
hè, dat kun je eigenlijk niet
meer gebruiken. Maar laten
we zeggen: één voor allen en
allen voor één". Een opzien
barende slotconclusie voor
•en man van negentig jaar
die zoveel heeft meegemaakt
en zoveel heeft moeten on
dergaan. Wiens idealisme zo
veelvuldig werd beschaamd
door mense/T die voorgaven
zijn politieke opvattingen te
delen. Men leze er, bijvoor
beeld, op na in dit boek wat
hem, en drie andere Joodse
SDAF-raadsleden van Am
sterdam, overkwam toen ze
door het gemeentebestuur, in
üla
1940, op last van de Duitsers,
uit de raad werden gezet. De
toenmalige fractie
voorzitter van de SDAP in
die raad wenste daarover in
de fractie-vergadering niet
eens te praten. Hij handelde
gewoon de agenda af. Toen
dat Sajet te bar werd kreeg
hij te horen dat men er niet
sentimenteel over moest
doen...,
Het verhaal over de over
tocht uit bezet Nederland
naar Engeland, in een wrak
bootje, is van heroïsche een
voud. Zo staat dit boek vol
feiten, gebeurtenissen, bele
venissen die samen een beeld
geven van een leven in een
tijd van bewogen verande
ringen. Een vol leven van een
toch wel uitzonderlijk mens.
Die zich niet mooier en ge
wichtiger voordoet dat hij is
geweest. En die daarom ook
sympathiek en vooral in
drukwekkend overkomt. Het
zijn, zo heb ik dat in ieder
geval al lezende ervaren, de
memoires van de bittere bij
smaak die nergens rancuneus
zijn geworden, omdat Sajet
zijn geloof in zijn ideaal en in
de mensen, ondanks veel leed
dat over hem kwam, nimmer
heeft verloren. Het zijn dus
ook de memoires van de le
vensmoed en een ongeschokt
optimisme.
JACQUES LEVIJ
BEN SAJET. Een leven lang.
(uitg. In den Toren, 237 pag,
vele illustraties, verteld door
Hans Fels. 19,50)