,Mün chen-soun d' in opmars 1977: Conny Vandenbos krijgt een eigen show vrouw - van deze tijd n 6160 gouden broches icifcii Pseudo-prinsessen EGON LARSEN m Sarah Wilson harer majesteits zuster de grote bedriegers Caraboo uit Javasud) Lady Bump Wie is wie Simpel recept Succes - Iets rustiger Emancipatie ook in witgoud en briljant van 39.75 tot 875.- Halstraat 14 - Breda patie is zo'n beladen woord- bij de Grote Markt (2) DE STEM VAN MAANDAG 3 JANUARI 1977. Samenstelling: Eugene Loomans en Dirk Vellenga De Duitse popmuziek is in opmars. De zoge naamde München Sound is doorgedrongen tot de hoogste regionen van de Amerikaanse hitparade en dat is nog nooit eerder voorgekomen. Maar in Duitsland zelf is ook van een kentering sprake. De vaak Engelstalige Duitse pop overvleugelt de traditio nele schlager en ook dat is een nieuw fenomeen. Het nummer Fly Robin fly" van Silver Convention, ge produceerd door Michael Kunze, bereikte hetzelfde als en kelejaren geleden onze Shocking Blue met Venus", name lijk de eerste plaats in de Amerikaanse Top-100. Er is in Duitsland een duidelijke kentering in de smaak van de muziekliefhebbers. De schlager verliest meer en meer terrein en weet door zijn platgetreden paden steeds minder mensen te boeien. Üdo Lindenberg en Reinhard Mey kunnen als hervormers worden beschouwd, maar hun hervorming is er nog een met ideële kantjes. Bij de mannen achter de München Sound ligt dat anders. Voor hen tellen alleen dollars en hits. Michael Kunze (32), afgestudeerd jurist, is een van de grootste commerciële platenstrategen in Duitsland op dit ogenblik. Aanvankelijk zocht ook hij het in de smartlap- penbranche van de schlager, maar de voortdurend dalende belangstelling hiervoor in de „Heimat" bracht hem op an dere gedachten. In de herfst van 1974 begon hij aan zijn experiment „Silver Convention" en daar heeft hij nu geen spijt van. kaanse blazers en gitaristen niet zou halen. Daarom weg ermee en er kwamen violen voor in de plaats. De monotone baspartij bleef en met wat klanken van een synthesizer erbij ontstond de „München Sound". Voor Donna Summer werd hetzelfde recept gebruikt. Dat nieuwe geluid bleek goed genoeg om de Amerikaanse producenten met enige afgunst te vervullen. Zij zagen dat hun Philadelphiasound eronder ging lijden. Aangezien de producer muziek maakt en Kunze tijdens die opnamen met allerlei stemmen heeft „geknoeid", weet hij zelf niet meer wie wie was. In ieder geval werd het nummer verder voor Silver Convention ontwikkeld, om er ook de Bühne mee op te kunnen gaan. Het recept was eigenlijk simpel. Concurreren met de Philadelphiasound had geen zin, omdat Michael Kunze ervan overtuigd was, dat hij de kwaliteit van de Ameri- De drie dames van Silver Convention staan officieel te boek als de vertolkers van „Fly Robin fly". Het zijn echter niet hun stemmen die op de plaat staan. Tijdens de opna men voor een aantal langspeelplaten, waarop ook „Fly Robin fly", had Michael Kunze met verschillende zange ressen gewerkt. De studiotechnieken, waarvan tegen woordig gebruik wordt gemaakt, zijn zo geperfectioneerd, dat de stemmen zonder meer verwisselbaar zijn. Ramona Wulf, linda G. Thompson en Penny McLean (respectievelijk Ramona Wulf, Linda Uebelherr en Ger trude Münzer - wat klinkt er nog Duitser zijn de leden van Silver Convention. Penny McLean maakte en passant in haar eentje het nummer „Lady Bump" tot een wereldhit. Het is eigenlijk niet zo vreemd, dat de München Sound het eerst buiten Duitsland populair werd. In de afgelopen zomer al stond Penny McLean met „Lady Bump" hoog genoteerd. Nu is zij er ook ingeslaagd door te dringen in de top van de Duitse hitparade, ten koste van het schlagerge- beuren. Geheel in de voetsporen van Silver Convention loopt zangeres Donna Summer, die met haar in München gepro duceerde plaat „Love to love you baby" (in Engeland door de BBC verboden) vlot op de Amerikaanse bestsellerlijst terecht kwam. Het succes van de München Sound in Ame rika heeft inmiddels zulke vormen aangenomen, dat ver scheidene Amerikaanse platenproducenten al met het plan rondlopen kantoren in München te gaan openen. Tot dus ver kwamen Duitse producenten in Amerika niet verder dan de secretaresse van de Amerikaanse platenfirma's. Nu worden de vertegenwoordigers uit München van het vlieg veld gehaald. Door de bazen zelf. mDonna Summer neemt hier op hartelijke wijze afscheid van Sjef van Oekel. Conny Vandenbos die voorlopig elke avond optreedt in de revue van André van Duin hoopt in de tweede helft van dit jaar te beginnen met een eigen show. Ze hoopt daarin meer te doen dan alleen zingen. Conny zoekt het een beetje in de cabaretsfeer, maar hoe het precies allemaal gaat worden moet in de komende maanden nog worden beke ken. Conny op het Eurovisie Songfestival in 1965 „Je kunt nu eenmaal in Ne derland niet alleen als zange res op de bühne staan, zoals in Frankrijk", zegt ze. „Jemoeter iets bij doen". Het is niet dat ze nu al ge noeg heeft van de revue waarin het vooral draait om de gekke bekken van Van Duin. Conny: „Het is vrij zwaar, dat wel, maar ik vind het erg leuk in een goed verzorgde produktie te werken. Mijn op treden is natuurlijk revue- matiger dan ik gewend ben. Ik kan geen stille luisterliedjes brengen. Maar ik beleef er veel plezier aan en ik doe weer veel ervaring op". Conny Vandenbos is op dit moment de meest succesvolle vertolkster van het Neder landse lied. Haar LP's „Een vrouw van deze tijd" en „Zo wil ik leven" werden en wor den uitstekend verkocht en met het plaatje „De noorder zon" (van Nederlandse tekst voorzien door Kees van Koo- ten) staat ze op de hitlijsten. De uitbundig geklede en op gemaakte zangeres is volop te rug, terwijl menigeen een paar jaar geleden dacht dat ze haar tijd had gehad. Haar carrière die rond 1961 begon leek na een aantal hits en een mislukt Eurovisie Songvestival in het slop geraakt. Conny zegt daar zelf van: „Ik veranderde van platenmaat schappij en dat is meestal een tijdrovende geschiedenis. Het voordeel was dat ik even uit de maalstroom was. Ik deed het iets rustiger aan, maar ik heb wel doorgewerkt hoor". „Ik had een paar hitjes en de mensen pinden me snel vast als zangeres van wrange, cynische liedjes, zoals „Ik ben gelukkig zonder jou" en „Paleis met gouden muren". Ik wilde koste wat het kost van dat image af komen". - Maar nu heeft ze weer een nieuw image: dat van Vrouw van deze tijd. Sommige critici drijven de spot met die bena ming en spreken van preten tieus, zogenaamd-modern ge doe. „Met een Vrouw van deze tijd, de titel van mijn vorige el pee, bedoel ik gewoon dat ik me eindelijk echt een volwas sen vrouw voel, die helemaal leeft in deze tijd. Ik zing over eigentijdse dingen. Het zit 'm in de benadering van emoties en relaties. Mijn liedjes gaan over verhoudingen tussen mensen, liefde en vriendschap, geplaatst in de tijd waarin we nu leven". Ze stelt bepaalde eisen aan muziek en tekst. Zelf liedjes schrijven is er echter nog nooit van gekomen. Conny: „Ik kies mijn reper toire en daarbij ga ik af op mijn eigen smaak. Samen met pro ducer Eric Boom kies ik de liedjes uit. Dat is een langzaam proces van ideeën uitwisselen en overleggen. En ik ben ook bij de uitwerking van de ar rangementen betrokken". Haar liedjes worden ver taald uit het Engels en het Frans. Er zijn nauwelijks ori ginele Nederlandse composi ties bij. „Ja, dat komt omdat er zo weinig muziek bestaat die ge schikt is voor mijn stem. Er zijn in ons land wel mensen die goede luisterliedjes maken, maar die liedjes zijn eigenlijk te beperkt voor mijn manier van zingen. We zijn aangewe zen op vertalingen, maar dat is niet zo erg. Ik vind dat liedjes in vertaling en en een andere vertolking een eigen leven gaan leiden. Dick Bakker die al jaren de techniek verzorgt, is trouwens bezig met composi ties die geschikt kunnen zijn. Hij is al heel lang betrokken bij mijn muziek en door die sa menwerking weet hij in welke richting wij het zoeken. Dat is erg belangrijk". Heeft de wending in haar loopbaan iets te maken met de emancipatiebeweging? „Och, emancipatie, dat is zo'n beladen woord. Ik weet het niet, het is moeilijk te zeg gen. Bij emancipatie denk je gauw dat vrouwen beslist bui tenshuis moeten gaan werken. Ik vind dat je ook thuis kunt zitten en toch een visie op het leven kunt hebben. Iedereen moet het voor zich bekijken. Ik voel me betrokken bij allerlei dingen. Niet in politiek op zicht, maar in de zin van dat ik mijn eigen mening heb over zaken die mij raken". Elke donderdagavond pre senteert Conny Vandenbos een muziekprogfamma op Hil versum 3 (tussen elf en twaalf). Daarin draait ze voor een deel platen die ze zelf erg goed vindt. Charles Aznavour is haar grootste favoriet, daarna volgen mensen als Gerard Le- norman, Julien Clerc en Barry Manilow. In Nederland gaat haar voorkeur o.a. uit naar Herman van Veen en Paul van Vliet. Conny: „Dat radiopro gramma doe ik al twee jaar. Maar het zit sinds kort op Hil versum 3 en nu valt het meer op. De TROS had mij een KLM-programma horen doen. Ik presenteerde in het Engels een muziekprogramma met Nederlandse muziek en wat nieuwtjes. „Holland Hour" heet dat. Ze vroegen toen of ik iets voor de radio wilde doen". Het is duidelijk dat de Conny Van den Bosch (zo schreef je dat toen) die in 1965 aan het Eurovisie Songfestival mee deed met „Het is genoeg" niet meer bestaat. Zou ze nog wel eens dat spectaculaire festijn mee willen doen? „Nee", is haar antwoord. „Die wedstrijdsfeer ligt mij niet zo. Ik was vroeger al niet goed in examens. Het is een onmoge lijkheid in drie minuten onder hoogspanning een optimale prestatie te leveren". DIRK VELLENGA p Sf. s€ (ADVERTENTIE) Conny Vandenbos: Emanci- Intussen had mr. Devall, die een flinke som geld voor haar had betaald, al heel wat moeite gedaan om haar te vinden en terug te krijgen. Hij kwam te weten, dat een jonge vrouw die aan de beschrijving van Sarah voldeed, door de kolonies zwierf en zich voor prinses uit gaf. In het najaar van 1773 liet hij de volgende advertentie in verschillende zuidelijke staten de ronde doen: „Van onderge tekende weggelopen een dienstbode, Sarah Wilson ge heten, die echter haar naam heeft veranderd in Lady Su sanna Carolina Matilda, waardoor men haar voor een zuster van Hare Majesteit de Koningin houdt. Ze heeft een vlekje op haar rechteroog en golvend, zwart haar. Ze loopt wat voorover en is gewoon, haar kledingstukken te mer ken met een kroon en een B. Een ieder die genoemde dienstbode opspoort of terug brengt, ontvangt van mij vijf pistolen (ongeveer vijftig pond), benevens vergoeding van alle gemaakte onkosten. Bush Creek, (get.) William De vall. P.S. Ik verleen mr. Mi chael Dalton het recht, in de stad Philadelphia en vervol gens in Charles-Town naar ge noemde vrouw te zoeken". Mr. Dalton, een energieke, jonge employé van Mr. Devall, kwam Sarah op het spoor in Charlestown, waar hij zoals de Annual Register het uitdrukte: „alles in rep en roer bracht vanwege de prinses". Maar toen hij haar kwam halen, was de vogel gevlogen en had een toevlucht gezocht op een nabu rige plantage. Hij ging haar achterna en - daar was ze, om ringd door bewonderaars. Ze liet zich door de heren de hand kussen en accepteerde, wat ze haar in dank voor haar belof ten van hoge rangen en ambten toestopten. De ontknoping moet tamelijk hartroerend zijn geweest; voor de bedrogen op portunisten nog meer dan voor Sarah zelf. Met Michael Dal- tons pistool op zich gericht, capituleerde ze en ging mee terug naar Bush Creek - de slavernij tegemoet. „Hoe in- treurig, een jongedame die een zo hoge afstamming voor wendde, op dusdanige wijze overrompeld te zien door haar onverzoenlijke vijanden", ver zuchtte de redacteur van de Annual Register in zijn com mentaar op de geschiedenis. Hij had de inkt voor zijn mee voelende woorden kunnen sparen. Maar hij kende Sarah dan ook niet persoonlijk en had er evenmin enig idee van hoe vindingrijk ze was. Twee jaar lang verrichtte de ex-prinses zonder tegensput teren haar dagelijkse plichten in Mr. Devall's huis. Toen kwamen twee toevallige ge beurtenissen haar te hulp en ze maakte er gretig gebruik van. Ten eerste stapte in Maryland een slavinnetje uit Engeland aan wal dat ook Sarah Wilson heette. Ten tweede nam Wil liam Devall dienst bij de mili tia van Maryland en trok ten strijde voor Amerika's vrij heid. We weten niet precies, hoe Sarah haar plannen ten uitvoer bracht, maar op zekere dag waren het slavenmeisje Sarah Wilson dat als dienst bode bij de Devall's werkte en nze heldin niet meer een en de zelfde persoon. Op de een of andere manier zag ze kans met de nieuwaangekomen Sarah van plaats te verwisselen en opnieuw te ontsnappen, deze keer noordwaarts en voorgoed. Amerika is een geweldig land en Mr. Devall gaf zijn pogin gen, haar te achterhalen dan tenslotte ook maar op. In weerwil van het „vlekje op haar rechteroog", vond ze een goede echtgenoot: William Talbot, een jong royalistisch officier, die als kornet bij de Lichte Dragonders diende. Ze volgde hem op zijn vele veld tochten tijdens de Vrijheids oorlog. Toen die voorbij was, besloot Talbot, in de jonge Verenigde Staten te blijven. Misschien haalde Sarah, die zich niet meer in Engeland kon vertonen zonder de kans te lo pen, weer te worden gearres teerd en berecht, hem daartoe over. Bovendien had ze nog een Achttiende-eeuwse kwakzalvers, negentiende-eeuwse politieke oplichters, twintigste-eeuwse financiële frauders - toonden ze niet haarscherp de voosheid van de maatschappij, zowel als de lichtgelovigheid van hun tijdgenoten aan? aardig duitje van haar prinses- selijke loopbaan achter de hand, waardoor William zich als zakenman kon vestigen. Het ging hem in alle opzichten* voortreffelijk. Sarah schonk hem een groot aantal nakome lingen en betoonde zich een trouwe en bekwame echtger note en moeder. Volgens één bron betrokken ze een huis in de Bowery, toen nog een keu rige New Yorkse wijk. En alle bronnen zijn het erover eens dat ze nog lang en gelukkig leefden... Liaat op een aprilavond in 1817 werd de heer Samuel Worrall, vrederechter in Glou cester, die in het dorp Al- mondsbury, niet ver van Bris tol woonde, uit zijn dutje bij de haard gewekt. De gemeente lijke armenvoogd kwam zijn raad vragen in een dringende en netelige kwestie. In het dorp was plotseling een bijzonder aantrekkelijke jonge vrouw als uit de lucht komen vallen. Ze sprak een taaltje dat geen en kele inwoner van Almonds- bury kon thuisbrengen, laat staan verstaan. Ze had bij een van de huisjes aangeklopt en met gebaren te kennen gege ven, dat ze er onderdak kwam zoeken. De bewoners, ver baasd en verschrikt, hadden de armenvoogd erbij gehaald, maar ook hij was er op geen enkele wijze in geslaagd, con tact met de mysterieuze vreemdelinge te krijgen. Mr. Worrall, ee vriendelijk maar ook tamelijk nieuwsgie rig uitgevallen heerschap, ver zocht de armenvoogd, de vrouw naar zijn huis te bren gen. Hij hoopte dat hij, zijn vrouw, of misschien de huis knecht, een Griek die ver scheidene talen kende, erach ter zouden kunnen komen wie ze was, waar ze vandaan kwam en wat ze wilde. Na veel over reding en gebarentaal ging de vreemdelinge met de armen voogd mee en werd door het echtpaar Worrall ontvangen. Twee uur lang probeerden zij en hun Griek zich bij haar ver staanbaar te maken en te be grijpen, wat ze in haar onver staanbaar taaltje zei. Ze vroe gen haar met tekens of ze geen papieren had, waarop ze al haar bezittingen uit haar zak haalde: een paar halve stuivers en een vals zesstuiverstukje. Ze was een heel knap meisje, in het begin van de twintig, met donker haar en grote, zwarte ogen. Op haar zwarte jurk zat een mousseline kraagje, verder droeg ze een zwarte doek om haar hoofd en een om haar schouders, beide op oosterse wijze losjes en smaakvol ge plooid. Aan haar voeten had ze open sandaaltjes met houten zolen. Haar gezichtje zag grauwbleek, haar tanden waren hagelwit, haar lippen breed en vol. Ze was vrij klein, maar goed gebouwd en haar houding en gebaren getuigden van een rustig zelfbewustzijn.. Wel maakte ze een tamelijk vermoeide indruk. Worrall en zijn vrouw zorg den, dat ze de nacht bij vrien den in het dorp kon doorbren gen en lieten haar door de Griek en een van hun dienst boden erheenbrengen. In de zitkamer van dat huis hing een prent aan de muur, een oos terse voorstelling, waar bana nen op afgebeeld stonden. Het meisje toonde zich erg geïnte resseerd en trachtte hun duide lijk te maken, dat ze die vruch ten uit haar eigen land kende. Het kostte enige moeite, haar in een bed te krijgen, ze wilde kennelijk liever op de vloer slapen. Maar het dochtertje van haar gastvrouw liet haar zien hoe 'n comfortabel meube lstuk zo'n bed was en toen kroop ze er gewillig in, na eerst een vreemdsoortig gebed te hebben afgestoken. De vol gende ochtend kwam mevrouw Worrall haar opzoeken, verge zeld door de dominee. Deze had een paar geïllustreerde reisbeschrijvingen meege bracht, hopend dat ze daar het een of andere land uit zou her kennen. Die opzet lukte: bij et zien van Chinese taferelen met boten erop, gebaarde ze, dat die haar niet onbekend waren. Maar ze gaf wel aan, dat de boot waarmee ze naar Enge land was gekomen, veel groter was. Mevrouw Worrall besloot tenslotte, het meisje weer mee naar haar eigen huis te nemen, waar ze haar aan het verstand probeerde te brengen, haar naam op een blad papier te schrijven. Maar ze schudde haar hoofd en herhaalde een paar keer het woord „Cara boo", waarbij ze op zichzelf wees. Nu wisten ze tenminste hoe ze heette. Aan tafel wilde ze geen vlees eten en ze dronk uitsluitènd water. De volgende dag reden de Worralls met haar naar Bristol, waar ze haar aan de burgemeester voorstel den. Maar in hun pogingen tot nader contact kwamen ze geen stap verder en ten einde raad brachten ze haar naar het ar menhuis. Daar beviel het haar zichtbaar helemaal niet, hoe wel niets onbeproefd werd ge laten om het haar naar de zin te maken. Ze at en dronk vrijwel niets, wilde met alle geweld op de grond slapen en maakte een erg gedeprimeerde indruk. Toen de Worralls dat hoorden, begon htm geweten te. knagen en namen ze haar terug. Weer trachtten ze haar aan de praat te krijgen, maar opnieuw zon der resultaat. Het meisje was echter zo prettig in de omgang, zo vriendelijk en helder, dat ze na een poosje als lid van het huisgezin werd geaccepteerd. Zo gingen er een paar weken voorbij. Op een dag hoorde Mr. Worrall, dat een zekere Ma nuel Eynesso, een Portugees, die op Malakka had gezeten, toevallig in de buurt was. Hij nodigde de man bij zich thuis, bracht hem bij Caraboo en het wonder gebeurde: ze begon te praten. Na een lange wande ling met haar te hebben ge maakt, verklaarde de Portu gees dat haar taal een menge lmoesje was van langs de Su- matraanse kust en op de nabu rige eilanden gesproken dia lecten. Het tweetal voerde lan ge, levendige gesprekken en zo kreeg Eynesso tenslotte bij stukjes en beetjes haar levens geschiedenis te horen. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1977 | | pagina 5