r Oud-Philips-directeur en schrijver Jan Schellekens: „GROENEVELT ZOU BIJ MIJ" NIET VERDER KOMENj DAN LOOPJONGEN" Boeken BESTE WENSEN GRIGSBY VRIJ NA 66 JAAR CEL Duizenden getuigen van Je hova gevangen in Malawi binnenland buitenland Nostalgie Verhuizingen Heksen Geen held Wolven Goede boeken 1 #0 n^^Is Arie Groenevelt bij mij was komen solliciteren had ik hem niet weggeveegd, maar verder dan loopjongen zou hij het bij mij niet gebracht hebben. Die man is geen bouwer. Dat is een breker. En het heeft mij werkelijk pijn gedaan". Harde woorden van Jan Schellekens, gepensioneerd Philips-directeur en sinds enkele jaren schrijver bij de gratie van het woord. Met enig ceremonieel zijn kort geleden zijn eerste twee boeken aan de wereldopinie prijsgegeven. Het ene behandelt zijn jongensjaren in de Brabantse Kempen. Het andere beschrijft een aantal belevenissen van zijn werk als Philipstopman „all over the world". i Jan Schellekens....„ontzettend goede boeken..." Schellekens is een van die mensen die in negen jaar tijd van de onderste sport van de bedrijfsladder naar de boven ste klom. Hij is nu 68, werd op zijn 60e gepensioneerd, was op die dag al 40 jaar bij Philips, waarvan 31 jaar als directeur. In 1927 was hij, na de hbs- opleiding in Helmond ais „jongmaatje" op de loonadmi nistratie in Eindhoven begon nen. Door „zelfstudie en hard aanpakken" nam hij in snel treinvaart alle treden omhoog. In de auto van het station naar zijn woning aan de Broekhovenseweg in Rietho ven zegt hij: „Ik zit nog altijd tot mijn knieën in de Bra bantse grond. Je komt daar nooit van los, waar je ook bent in de wereld. Hier liggen de ja ren van mijn jeugd. Van mijn vader, die in de streek rond Helmond explicateur was bij de stomme film. Tin us de Schel noemden ze hem. Je moet van hem gehoord hebben als je uit deze streek komt" (Bij hem thuis). Hoe zit dat nou met dat „bouwer" zijn. Leg dat eens uit. „Kijk, je moet je inzette. Helemaal en dan hoef je geei titel te hebben. Het komt aan op hersens en of je die wilt' ge bruiken. Iedereen heeft de kans". Ja, toen „Nee, ook nu nog. We heb ben in één generatie dan wel de sprong gemaakt van de midde leeuwen naar het atoomtijd perk, maar wat we nog altijd nodig hebben, dat zijn hersens. Dat is de grote bottleneck, vooral in deze tijd. De compu terwe weten er nog zo weinig van". Dus ook nu nog kan iemand zonder papiertjes naar de hoogste ladder klimmen? „Ja, maar dam moet je je po sitief opstellen. Dan moet je niet zijn zoals Groenevelt" Geboren uit arme ouders en voorouders, waar nooit ie mand meer dan de lagere school had doorlopen, gaf mijn HBS-opleiding de hele familie en mijzelf de overtuiging dat er nu niets was wat ik niet zou kunnen bereiken in het leven. Deze argeloosheid resulteerde in een grenzeloze zel foverschatting, die bij mijn superieuren aankwam als zelf vertrouwen en die mij na 'weinige jaren in de richting van een veelbelovende carrière bracht. Toen ik eindelijk tot relativeren in staat was en met enige ontsteltenis de waar heid zag, was mijn reputatie reeds stevig gevestigd. Zelfs bij mijn pensionering hadden ze mij daar nog steeds niet helemaal door. Uit: Met koffers, kind en kraai Die man heeft een goed stel hersens. „Hij is een breker. Wat in het bedrijfsleven wordt opge- bouwd'maakt hij weer kapot" Is het daar dan altijd zo best? „Ik steek er mijn handen voor in het vuur, bij Philips heeft men al het mogelijke ge daan voor de werknemer Maar je moet niet het onmogelijke vragen Hij zegt dat hij, als hij weer opnieuw zou moeten beginnen, precies hetzelfde zou willen Ach, dat God het niet bij de tram heeft gelaten, meer dan de tram hebben zij niet gewild. Wat moe ten zij met atomen die kleiner zijn dan een erwt? Ome Jan was een brave man. Een grote snor en acht kinderen bewezen zijn mannelijkheid en voor de rest deed hij wat zijn vrouw Drieka zei. Zoals dat van de Russi sche soldaat die met stomme verbazing water uit een kraan zag stromen en deze sloopte om er zijn dorp thuis mee te bevloei en. Zij had slechts één con ditie gesteld en die was dat Willem, nadat de band des levens was gesloten, niet altijd het grootste stuk vlees zou kr ijgen, als er vlees was. (Van onze correspondent) WASHINGTON - Het be faamde jaarboek van Guin ness, waarin alle mogelijke wereldrecords worden bijge houden, bevat fascinerende gegevens over misdaad en straf. Het is in deze schatka mer vol ongehoorde feiten waar de naam van Johnson Van Dyke Grigsby ten on rechte ontbreekt. In de Guinness-editie van 1975 staat, onder meer dat op 11 maart 1972 een gevangenisstraf van 38.912 jaar werd geëist teger, de 22-jarige Gabriel Grandos te Palma de Mallorca, omdat deze verzuimd had 42.768 brieven te bezorgen. Grandos werd niet tot die ellendig lange straf veroordeeld, want de re cordhouder in deze categorie is een Pers, die in 1969 tot 7109 jaar werd veroordeeld. Het wereldrecord „zitten" kwam volgens Guinness tos aan Richard Honeck, die in 1899 veroordeeld werd tot le venslang Hij werd in 1963, op 84-jarige leeftijd vrijgelaten, na 64 jaar in de gevangenis te he'oben gezeten Honeck was niet de oudste man in een Ame rikaanse gevangenis Dat is de 95-jarige John Weber, die vijl jaar geleden tot 44 jaar werd veroordeeld Het is inmiddels gebleken dat Richard Ho- neck's record gebroken is dooi de 89-jarige Johnson Van Dyke Grigsby Grigsby heeft 66 jaar in een strafgevangenis in de staat In diana gezeten wegens doods leg, Waarom hij zo zwaar werd gestraft en waarom hij niet eerdei werd losgelaten is een raadsel. Grisby woont thans in een bejaardentehuis op korte afstand van de gevangenis waar hij zijn wereldrecord ves tigde. Hij maakt af en toe een wandeling met een verpleeg ster en hij leest veel uit een uit grote letters gezette bijbel vol ezelsoren. Verder bemoeit hij zich viijwel met niemand „om uit de moeilijkheden" te blij ven. Toen de gevangenisdeur achter Grigsby werd gesloten waren auto's en vliegtuigen nieuwigheden, maar volgens Johnson Van Dyke Grigsby is er in de afgelopen vijf en een half dozijn jaren niet veel ver anderd. Van de tv is hij niet onder de indruk, hij gebruikt het toestel voor achtergrond muziek voor een stramme dans, die hij bij tijd en wijle met innig plezier uitvoert. De doodslag, op grond waarvan Grigsby werd veroordeeld, was het gevolg van een ruzie bij een spel poker Tijdens zijn gevangenisjaren ontmoette Grigsby onder meer de be ruchte John Dillinger Hij kreeg nauwelijks bezoek en hij zegt nu alleen op de wereld te staan „Ik heb geen familie meer Er is niemand meer, be halve Jezus" Grigsby's schaarse bezittin gen omvatten zijn bijbel, een pak pruimtabak van het merk „Red Man", drie antieke hor loges, waarvan hij er een als een medaillon om de hals draagt en een collectie sleutels. Waartoe de sleutels dienen is niet bekend Ondanks het feit, dat hij uit de gevangenis is ont slagen voelt Johnson van Dyke Grigsby zich nog steeds een soort gevangene. „Ik kan ner gens heen", klaagt hij. BERT VAN VELZEN Johnson van Dijke Grigs i doen. „Ik ben er altijd heel ge lukkig geweest. Philips is een bouwer". Verhuizingen lopen als een rode draad door het levenvan Jan Schellekens en later ook van zijn vrouw Keetje en de drie kinderen. „Naast explicateur bij de stomme film was mijn vader reiziger in garen en band. In mijn jeugdjaren woonden we in Eindhoven (daar ben ik ge boren), Waalre, Tilburg, Mier- lo. Helmond, Nijmegen. Na ons trouwen woonden we eerst in Eindhoven. Daarna in Brussel, Zwitserland, Joegoslavië, Bul garije en Israël. In de vijftien jaar die we toen tot mijn pen sionering in Nederland woon den heb ik voor het bedrijf de hele wereld afgezworven. Mijn kinderen hebben er een tik van LONDEN (UPI) - Een woordvoerder van de reli gieuze sekte van getuigen van Jehova heeft in Londen ver klaard, dat minstens 30.000 le den van de sekte zich in gevan genkampen bevinden in de Af rikaanse staat Malawi. „Hoe veel van hen er vermoord zijn is moeilijk te zeggen", zo voegde hij er aan toe. De. woordvoerder van de sekte, Wilfred Gooch, zei ver der, dat er ook berichten zijn over marteling, verkrachting en dergelijke Maar bijzonder heden waren er niet. Volgens Gooch is de sekte in conflict gekomen met de rege ring van Malawi - het vroegere Brits Niassaland - over de eis van de Malawische regering, dat de getuigen van Jehova toetieden tot de congrespartij van Malawi, de enige politieke partij in het land, die onder leiding staat van president Kamoezoe Banda De verklaring van Gooch is onmiddellijk tegengesproken door de hoge commissaris van Malawi in Londen, Robert Mbaya Het goddelijke bevel aan Adam, „gaat heen en vermenig vuldigt U" was in de Kempen zeker niet aan dovemansoren gezegd en werd wel nergens met zo'n grote blijmoedigheid opgevolgd als hier. En niet alleen blijmoedig, maar tevens met de taaie volharding de landman eigen. Ja, het zag er naar uit of bewust of onbewust het wedstrijdelement mees peelde en het een eer was bij reeksen van tien tot twaalf kinderen zijn buurman met één of twee nazaatjes te vers laan. Het moge waar zijn dat Adam, met weinig ervaring en niet voorgelicht, de goddelijke aansporing noaiq had, maar de Kempenaren zeker niet. Uit: Met twee benen in een broekspijp mee gekregen. Een zoon zit in Australië, een ander in Para maribo (voor de Heidemij) en mijn dochter in Tasmanië. Schellekens over zijn jeugd. (Voordat hij ging werken was hij in militaire dienst matroos kanonnier geweest): „De Kempen rond de eerste werel doorlog, keuterboertjes en si garenmakers. Smokkelaars - we zaten vlak bij de Belgische grens - en achtervolgende ma rechaussees. In de café's en rond de haard 's winters de verhalen over geesten en hek sen. Arm, heel arm, maar con tente mensen. Werken van 's morgens vijf uur tot 's avonds bij zonsondergang. Zo'n kleine dorpsgemeenschap, waar men nog het gevoel had elkaar no dig te hebben. Ik heb dat latei- wel teruggevonden. Mensen die met weinigen wonen en die hele grote natuur tegenover hen. Je hebt dan aan weinig behoefte, je bent met elkaar ge lukkig, je voelt je samen ge borgen" Schellekens over zijn buiten landse tijd: „We hebben van '41 tot '53 honger geleden. Steeds zaten we weer in een land waar het oorlog» was. In de tweede we reldoorlog was dat Joegoslavië (vanaf 1938 tot augustus 1944) Ik ben in die maand klandes- tien teruggegaan naar Neder land. Ik was in dat land ge brandmerkt als spion. In Eindhoven zeiden ze dat ik snel moest verdwijnen. Teveel mensen kenden me daar. Met de laatst mogelijke gelegen heid naar Hilversum. En daar maakte ik de hongerwinter mee. Maar die hongerperiode in Joegoslavië was erger dan hier in het noorden. Het was daar slavernij of dood. Er was geen bonnenstelsel, dat wil zeggen: er waren wel bonnen, maar je kon er niets voor krij gen. Ik heb er een joods meisje gered van de gaskamer, maar daar schrijf ik niet over. Dat komt zo heldhaftig over en ik ben helemaal geen held Ik vermijd liever risico's, .maar misschien heb ik het uitge drukt in die zin in mijn boek waar ik schrijf: „Ik mocht dan al geen verzetsstrijder zijn die zijn leven veil had voor het va derland, maar ik heb wel zijn angsten doorleefd" Dan vlak na de oorlog Bul garije onder communistisch regiem Het was alsof je op een andere planeet was beland, geen politie, geen bescher ming, alleen de partij. Maar een mooi land, een wild land. Er was toen nog niets te mer ken van de industrie De wol ven kwamen tot aan de rand van de stad. In Israël woonden we direct nadat de Engelsen vertrokken „IVTet twee benen in een broekspijp" heet een streekroman te zijn uit de Kempen in het begin van deze eeuw. Op humoristi sche wijze geeft Jan Schellekens de sfeer uit die tijd. „Met koffers, kind en kraai" zijn de be levenissen van Jan Schel lekens „in den vreemde". Hij putte daarbij uit zijn rijke herinnering. waren. 1948. We hebben er alle beginmoeilijkheden meege maakt. Ik heb met eigen ogen gezien hoe ze stonden te ploe teren om het land te bebouwen, geen haat, geen terugkijken. Alleen maar vooruit. De anti- zionismewet, zoals die nu door de VN is aangenomen, is een klap in het gezicht van de be schaafde wereld. Er is daar geen sprake geweest van ver volging, van rascisme. De Pa- lestijnen zijn niet door de jo den verdreven. De joden heb ben hen gesmeekt om te blij ven, maar ze zijn door hun ei gen geestelijke leider, de moef ti, aangespoord om Israël te verlaten. De Palestijnen die gebleven zijn hadden dezelfde rechten als de joden" Jan Schellekens nu. „Een paar honderd meter achter het huis ligt een afgraving. Daar ga ik altijd zwemmen. Het is als een privé-zwembad, maar dat is niet meer te betalen in deze tijdNeen, ik ben nooit meer naar het bedrijf terugge weest.. Die eerste dag dat ik niet meer hoefdeals een schooljongen was ik op zijn eerste vakantiedag, ik heb me nog geen moment verveeld, kom tijd tekort boetseer, te ken, paarden. Zo nu en dan een reisje met ons tweetjes naar een van de kinderen" Terugblikkend op zijn direc teurschap zegt hij „Ik heb me nooit gespannen gevoeld. Ik zeg van mezelf dat ik het 't be ste kan en dan blijven maag zweren uit Ook bij dit schrij ven van nu Ik vjnd het ontzet tend goede boeken Niemand kan me van die gedachte af helpen. Bij moeilijkheden? Op de vuist en dan keek ik zo'n man nooit meer aan Maar geen haar op mijn hoofd dat ook nog maar een moment over het ge beurde piekerde Ik heb altijd stom geluk gehad" Jan Schellekens leest een verhaal voor uit zijn derde boek dat al weer klaar ligt om uitgegeven te worden Verha len van toen, nostalgie (nog eens) Maar Jan Schellekens is een content man en dat is hij FRITS STOMMELS (Van onze correspondente MEXILO-C1TY - Feestsei- zoen noemen ze dat. December in Mexico Een bezoeking u> 't. En alles wat we hier wensen is dat het gauw geleden mag zijn en we ten snelste in 1976 be landen midden in het gewone dagelijkse lei en. Neem het simpelste ding nieuwjaarskaarten schrijven. Best wishes... Maar een TIJD dat je die kosten! En een ge duld! En misère! Tenslotte moet je ze eerst kopen. Maar dat gaat zomaar niet. Even gauw een taxi nemen. Ah, de taxitelefoonlijnen zijn perma nent bezet. Geen kans hoor Dan maar een bus nemen naar de winkel waar je toch cadeaus moet kopen. Maar dat dacht je! Normalerwijze is een bus al een vehikel dat de haltes voorbij racet - want er zijn geen staan plaatsen meer En bij de halte staan nu al veertig mensen keurig op een rijtje te wachten. Dat geduld van die Mexicanen wij zijn er niet mee gezegend. Als er eindelijk een bus stopt om mensen uit te laten, wrin,- gen we ons door de achterdeur naar binnen. Door middel van een coöperatieve passagiers handen-keten betalen we onze pesos van achter naar voren en de chauffeur, die protest allang heeft opgegeven, retourneert het kaartje via dezelfde boven- hoofdelijke weg van voor naar achter Kwamen we nu maar op gang. Maar in Mexico, speciaal in het feestseizoen, blijven bus sen midden in de drukste stra ten hele tijden stilstaan. Dat komt ziet u, omdat het verkeer op de volgende hoek in de knoop zit En dit komt weer, omdat de verkeerslichten niet werken. En omdat de politiea genten steevast elders zijn. Och, ze moeten toch óók inko pen doen voor de feestdagen. O, help ons, nu begint het-dui zenden claxons uit alle denk bare en ondenkbare richtingen toeteren in koor - minutenlang. Je weet, dat je spoedig naar de oorarts zult moeten en dat hij zeker gehoorverlies gaat con stateren... Maar zelfs dit ten spijt: niets beweegt. „Vervloekt!" Nee, dat zeg jij natuurlijk niet, alleen je mar telgenoten aan de lus. Nou ja, de stad moet toch ook met lich tjes worden versierd - en daar zijn ze nu mee bezig. Daarom is de stroom uitgeschakeld. Nee, met de bus kom je er nooit. Dan maar beter lopen, dat doe je nog altijd vlugger dan rijden. Of stilstaan. Lopen is geen pretje, want je ogen tranen van de „smog" en je bent ook in constant levensge vaar vanwege automobilisten die over de stoepen uit het ge drang proberen te komen... O) die net gaan rijden als je hel aan het oversteken bent. Tegen de tijd dat je reisdoel bereikt is, zijn de nieuwjaars kaarten in zo'n staat van chaos dat geen enveloppe meer bi een kaart past, die beduimela en gekruld zijn. Wat nu? Huiswaarts keren en brieven schrijven? Een an dere winkel proberen? Tegen de tijd dat je kaarten en feest- inkopen hebt gedaan, is hel donker Als je buiten komt, staat het verkeer nog steeds stil. Wijs geworden loop je zonder klacht en met de ver slagen berusting van de stads- gevangene door het claxon concert - vermengd met sire nen van ambulances en pa trouillewagens - naar huis Best wishes. En wat moet ik erbij schrijven? Ik kan niets anders dan mijn naam beden ken, daar elk soort van denken a priori uitgesloten is: voet zoekers en vuurklappers, die zwermen jongens in de straat laten knallen verhinderen elke functie van het brein, dat mei denken heeft te maken. Goed, dan maar wachten tot ze naar bed zijn. Maar in het „feestsei zoen" zijn de jongetjes nie1 naar bed te krijgen Steed somberder denk ik aan de oo arts. Nu beginnen ook nog d „posada's": de bun-' processies met gezang en kua sen en voortdragen van m aangeklede heiligen op kn sens, die steeds moeten wordt begeleid door vuurpijlen e feestelijk geknal De kaarti blijven onbeschreven. Maar komt met aan alles e. einde? Nee, niet in Mexico m h feestseizoen Als einde' i'? jongetjes naar bed zipi i I: feestgeknal voorbij dan >- ren we in de patio ber: taren stemmen en tra loopjes spelen en een mer O, laat het mei zijn. Maar het IS waar! Tol uur in de nacht vibreert d- tio van rock-and-roll ten buurtfamilies dansen Wc ben de nacht tevoren u hel luide feest op het andere buren proberen e slapen. Van pure vertwijfeb i we maar in Plato gaai Hebben toen een fees: bakken, omdat het to, gebeuren En toen om het feest nog niet o- hebben we de politie i burengerucht gebeld Maar al in gewone weet niemand in Me.i burengerucht is en feestseizoen is er toch maar feest en nooit lau Die kaarten liggen er n beschreven MARION L

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1976 | | pagina 16