Chriet Titulaer:
Ruimtevaart
uitleggen voor
9n groot publiek,
dat trok me wel
WERKZAAMHEDEN OP AUTOSNELWEGEN
RECHT
„Reisgids" bij Viking-vlucht naar Mars
Getuigen van Jehova
binnenland
buitenland
Overgestapt
Verbazing
Leven op Mars?
De Vrouw
Liturgie
Aan de vooravond van de
lancering van de onbemande
Viking naar de planeet Mars
verscheen bij A. J. G. Streng-
holt's boeken in Bussum het
boek „Landing op Mars" van
drs. Chriet Titulaer. Het is een
boek geworden dat zonder
moeite als leidraad en vraag
baak kan dienen bij de ko
mende onbemande vluchten
naar de „rode planeet", waar
van maandag a.s de eerste be
gint.
In het werk geeft de schrij
ver op heldere wijze een over
zicht van de stand van zaken in
het Marsonderzoek. Het boek
is verlucht met een bijzonder
groot aantal tekeningen en fo
to's, die voor het merendeel
exclusief kunnen worden ge
noemd. Het boek is duidelijk
voor een breed lezerspubliek
geschreven.
Drs. Chriet Titulaer geeft
aan het begin van zijn werk
een overzicht van maten, ge
wichten en afstanden en de
plaats van de planeet ten op
zichte van de Aarde, zodat
zelfs de geheel onwetende le
zer zich kan oriënteren. Een
apart hoofdstuk is gewijd aan
de maantjes van Mars, him
oorsprong en afmetingen. Een
bijzonder facet van Mars, de
„kanalen", krijgt ook ruime
aandacht in „Landing op
Mars". Marsvluchten van zo
wel Amerika als Rusland pas
seren uitgebreid de revue. In
dat hoofdstuk wordt zelfs een
stukje van de technische sluier
opgelicht ten aanzien van het
seinen van foto's.
Natuurlijk ontbreekt in dit
boek van Chriet Titulaer ook
de verwachtingen voor de toe
komst niet. Bemande landin
gen op Mars vóór 2000? Op die
vraag tracht de auteur ook een
wetenschappelijk gefundeerd
antwoord te vinden. Het laat
ste hoofdstuk behandelt de
science-fiction rond Mars. Het
boek is het lezen meer. dan
waard.
Landing op Mars - drs.
Chriet Titulaer A. J. G.
Strengholt's boeken Anno
1928 b.v., Bussum. 84 pagina's,
f 24,95.
(Van een onzer verslaggevers) -<*.■
„Er zijn veel sterrenkundigen die niet eens blij zijn met de ruimtevaart. Zé vinden zelfs,
dat deze vorm van onderzoek hen de waarnemingsobjecten zoals de maan heeft ontno
men". Aan het woord is Chriet Titulaer, sterrenkundige, maandeskundige, didacticus en
programmamaker, bij veel mensen beter bekend als degene die de bemande en onbe
mande ruimtevluchten op de televisie begeleidt. In de afgelopen weken was Chriet bij
wijze van spreken niet van het beeld weg te slaan, zoals tijdens de gezamenlijke bemande
vlucht van Russen en Amerikanen. „Eigenlijk niet meer dan een elkaar omhelzen in de
ruimte. Een politieke zaak. Technisch is de vlucht belachelijk, er komt werkelijk hele
maal niets nieuws uit".
Chriet Titulaer, van huis uit
zeker geen ruimtevaartdes
kundige, kan deze uitspraken
toch met een gerust hart doen.
In de loop van de jaren heeft
hij zich als maankenner, eigen
lijk astronoom door zijn studie
aan de rijksuniversiteit van
Utrecht, weten te vormen tot
een deskundige in de ruimte
vaart.
Titulaer heeft ook eVen met
het probleem geworsteld,
waarmee een groot aantal
astronomen ten aanzien van de
ruimtevaart kampt. Hij zag
echter tijdig in dat het een on
gelijke strijd zou worden. „Als
de mens al zelf op de maan is
geweest, de bodemmonsters op
aarde zijn onderzocht, wat
moeten we dan nog met tele-
scopische waarnemingen van
objecten die bijna 400.000 ki
lometer van ons verwijderd
zijn".
Hij heeft daarop zijn Uitge
breide kennis van de maan
aangegrepen om zich in het
ruimtevaartwereldje te wer
ken. „Zo moeilijk was dat ei
genlijk helemaal niet. Tijdens
ae bemande Apollovluchten
werd ik vrij vaak uitgenodigd
om tijdens een programma iets
over de maan te vertellen. Dat
uitleggen voor een groot pu
bliek, kijk maar naar de kijk
cijfers, dat trok me wel aan. In
feite ben ik toen overgestapt
van puur wetenschapper naar
popularisator".
Dat wil overigens niet zeg
gen, dat het nu met de weten
schap gedaan is. „Integendeel.
Alles wat ik vertel moet wel
wetenschappelijk verant-
wbord zijn vindt hij.
Om dat waar te kunnen ma
ken gaat hij verscheidene ma
len per jaar naar de Verenigde
Staten om zoveel mogelijk aan
de weet te komen over onbe
mande en bemande ruimte-
vluchten.
„Eigenlijk is het verzamelen
van pure gegevens niet eens
het belangrijkste doel van
mijn reizen. Ik tracht zoveel
mogelijk persoonlijke contac
ten te leggen met mensen, die
erg nauw bij een bepaald pro
ject betrokken zijn, zoals
ruimtevaarders, vluchtleiders
en wetenschapsmensen. En
dat is me tot op heden nog erg
goed gelukt." Zo is hij per
soonlijk bevriend geraakt met
mensen, die hem aan een berg
exclusief fotomateriaal kun
nen helpen, mensen die voor
een filmvrijgeleide kunnen
zorgen en veel anderen, die di
verse „geheime" deuren kun
nen openen.
Met de medewerking die hij
op de ruimtevaartcentra
krijgt, is de tv-presentator met
de aartsvaderlijke baard bui
tengewoon ingenomen. „Ze
regelen werkelijk alles voor
me. Enige tijd terug was ik
weer op pad in Amerika om
wat meer te weten te komen en
te filmen over de vluchten van
de Viking naar Mars. Wie
schetst mijn verbazing toen ik
zelfs, compleet ingepakt en
ontdaan van bacteriën, een
kijkje mocht nemen in een ste
riele hal, waar de toekomstige
Marslander stond opgesteld".
Dat is typerend voor de manier
waarop Chriet Titulaer het
elke keer weer klaarspeelt, om
met het meest exclusieve
filmmateriaal uit Amerika te
rug te komen.
De vluchten van de onbe
mande Viking naar Mars krij
gen overigens zijn bijzondere
aandacht. Het betreft name
lijk weer een vlucht, die kan
uitlopen op „diefstal", zoals
sommige sterrenkundigen
zeggen. „Diefstal" dit keer van
een planeet.
De Marsvlucht moet weer
een mijlpaal worden in de
Amerikaanse ruimtevaartge
schiedenis. Op 11 en 23 augus
tus a.s. worden twee Vikings
gelanceerd. Ze moeten een
zachte landing gaan maken op
de „rode planeet". Die landing
valt samen met de viering van
het tweehonderdjarig bestaan
van de Verenigde Staten op 4
juli van het volgend jaar. „Een
riskante onderneming voor
Amerika", vindt Chriet. „Als
het mocht mislukken, en dat is
best mogelijk, - Mars ligt op
het moment van de landing
immers op ruim driehonderd
miljoen kilometer van de
aarde verwijderd, - dan zet dat
wel een domper op heel het
feestelijk gebeuren daar. Daar
ben ik van overtuigd. Mocht
het op een mislukking uitlo
pen, dan krijgt het Ameri
kaanse prestige, door de ge
slaagde maanlandingen be
hoorlijk opgevijzeld, een fikse
deuk."
Chriet Titulaer zal overigens
een van de eersten zijn, die zal
weten of de Viking slaagt in
zijn opzet. Dank zij zijn goede
contacten is hij, op de dag van
de landing, verzekerd van een
stoeltje in het vluchtleidings-
CHRIET TITULAER
centrum van Jet Propulsion
Laboratory in Pasadena. Van
daaruit zal hij dan commen
taar geven bij de eerste beel
den, die van het oppervlak van
de planeet Mars ook in de Ne
derlandse huiskamers te zien
zullen zijn. „Dat wordt een
uiterst interessant moment. Ik
ben erg benieuwd naar wat we
te zien zullen krijgen".
Zonder twijfel doelt hij dan
op het antwoord op de vraag of
er leven op Mars is. Het ant
woord op die vraag is namelijk
het hoofddoel van de Viking-
vluchten. Daarnaast zal na
tuurlijk ook een groot aantal
wetenschappelijke experi
menten worden uitgevoerd,
terwijl ook de camera's niet
stil zullen staan. „Ik hoop niet
dat het zo zal lopen als tijdens
de eerste maanlanding. Toen
heb ik een kwartier niets ge
zegd. Ik moest commentaar
geven, maar vond het zo op
windend, dat ik dat vergat.
Toen we de band terugdraai
den merkten we het pas".
Dat is dan Chriet Titulaer
ten voeten uit. Hij gaat hele
maal op in zijn werk. „Ik doe
het inderdaad steeds weer erg
graag. Het fascineert me
steeds weer, als van andere
hemellichamen ons weer gege
vens of beelden bereiken".
Ruimtevaart is voor Chriet
Titulaer een boeiende zaak.
„Neem nu bijvoorbeeld de Vi
king. Dat toestel moet wel zo
perfect zijn. Er kan immers
niets worden gerepareerd. Als
we televisiebeelden zien vanaf
het Marsoppervlak, zijn die al
ruim een kwartier tevoren ge
maakt. Denk je dat eens in.
Waarschuwen voor een krater
of een ander obstakel is er ook
niet bij. We kunnen wel een
boodschap sturen, maar die
komt dan natuurlijk ook bijna
zeventien minuten later pas
aan".
Het heelal en de kleine
sprongetjes van de mens in die
onmetelijke ruimte maken
Chriet Titulaer een beetje stil.
De studies over het heelal, over
het ontstaan van de aarde en
de vorderingen van de mens op
de zoektocht naar het begin
van alle dingen hebben het re
ligieus gevoel van Chriet
(doopnaam Christiaan) ver
diept. „Er moet, hoe je het ook
bekijkt, toch een stuurman
zijn, die alles in goede banen
leidt. Iemand die ons de moge
lijkheid geeft onszelf en heel
veel andere dingen langza-
merkand te ontdekken"
FRANS VAN SON.
Dit is de „clean room" op Cape Kennedy waar de Viking-lander voor de planeet Mars wordt
klaargemaakt voor lancering. Achterin op platform met microfoon Titulaer.
Als tegen het vallen van de
avond héél bescheiden aan uw
bel getrokken wordt en een
schuchtere hand u De Wachtto
ren aanbiedt, dan is het een Ge
tuige van Jehovah. Hij komt u
waarschuwen dat het Godsrijk
in aantocht is en u manen er zorg
voor te dragen tot de uitverko
renen te behoren.
De godsdienstige beweging
waarvan hier sprake is, ont
stond tegen het einde van de vo
rige eeuw in de Amerikaanse
staat Pennsylvania en wel onder
de officiële naam The Watch
Tower Bible Tract Society.
Momenteel telt zij over heel de
wereld gerekend zo'n anderhalf
miljoen aanhangers waarvan in
Nederland 21.000. De voedings
bodem voor het ontstaan is mede
gelegen in de crisis
verschijnselen rond de officiële
christelijke kerken. Ondanks
hun voorbeeldige levenswijze
behoren de Getuigen van Jeho
vah tot de meest gehate en be
streden sekte. De afwijzing van
gevestigde instituties als Staat,
Kerk, Grootkapitaal en Vakbe
weging heeft hun van -glle kan
ten vijanden bezorgd: het lijde
lijk verzet tegenover over
heidsmaatregelen als bloed
transfusie, stemrecht was aan
leiding voor bespotting en mi
nachting.
Opmerkelijk - althans voor
deze rubriek - is het feit dat de
getuigen zich nimmer tegen de
belastingen hebben gekeerd,
hetgeen impliceert dat ze even
vrolijk als hun medeburgers
meedraaien tn dé mbllemolen
van aangiften, bezwaarschrif
ten, beroepschriften en alles
„drum und dran". Een proce
dure einde vorig jaar gevoerd
voor de enkelvoudige belasting
kamer (mr. Kostensej van het
Haagse Gerechtshof geeft er
blijk van.
Onze man, architect van be
roep, had onder meer twee kin
deren van respectievelijk 21 en
19 jaar. Heel het gezin behoorde
met hart en ziel tot de Amster
damse afdeling van The Watch
Tower Bible and Tract Society
Pennsylvania. De kinderen wa
ren door deze afdeling aangewe
zen als predikers; hun werk om
vatte de verkondiging van het
Evangelie, hoofdzakelijk door
middel van huis- en ziekenhuis-
DRIEBERGEN - Hier volgt
een overzicht van de werkzaam
heden op een aantal Neder
landse autosnelwegen en auto
wegen van 9 augustus tot en met
15 augustus 1975, samengesteld
door rijkspolitie te Driebergen
en ANWB te Den Haag.
Op de autoweg Breda-Gorin-
chem moet het verkeer uit de
richting Breda tussen de Mer-
wedebrug en het verkeersplein
Gorinchem rekening houden
met vertraging. In verband met
werkzaamheden heeft dit ver
keer de beschikking over twee
versmalde rijstroken. Tussen
9.00 en 16.00 uur is slechts een
rijstrook beschikbaar.
Op de autosnelweg Breda-
Rotterdam moet het verkeer
juist noordelijk van de Van
Brienenoordbrug te Rotterdam
rekening houden met een rij
baanversmalling. Een rijbaan is
afgesloten. Het verkeer in beide
richtingen wordt over de open
blijvende rijbaan geleid en heeft
voor elke richting twee ver
smalde rijstroken ter beschik
king. Dit werk duurt tot om
streeks 1 september 1975.
Verder moet het verkeer op
deze autosnelweg 's nachts re
kening houden met vertraging
bij de brug over de Oude Maas
bij Dordrecht. Sinds maandag
j. I. wordt van 's avonds acht uur
tot de andere morgen vijf uur
gewerkt aan de brug. In beide
richtingen blijft een rijstrook
beschikbaar voor het verkeer.
De werkzaamheden duren vier
weken.
Op de weg Rotterdam-Goes
moet het verkeer op de Haring
vlietbrug rekening houden met
een rijbaanversmalling in beide
bezoek. Zij ontvingen voor hun
werk als prediker géén gelde
lijke vergoeding. Viff dagen van
de week waren ze met de predi
king vol bezet. De twee reste
rende dagen werkten ze voor
hun kostje bij een baas. In deze
dienstbetrekking behaalden ze
echter samen niet meer aan loon
danf 6000 per jaar. Te weinig om
te leven, te veel om te sterven. Pa
deed daarom de rest ad f 4000
per jaar erbij. En over laatstge
noemd bedrag liep deprocedure.
De vader was namelijk van oor
deel dat hij deze f 4000 als bui
tengewone last van zijn inko
men mocht aftrekken en wel on
der de wettelijke rubriek: uit
gaven ter voorziening in het le
vensonderhoud van kinderen
waarvoor men geen kinderaf
trek geniet, voorzover deze uit
gaven meer bedragen dan f 200
per jaar".
Nu is er in het algemeen ge
sproken van 'uitgaven ter voor
ziening in het levensonderhoud'
eerst aan sprake indien het be
treffende kind zelf in zijn leven
sonderhoud niet kan voorzien.
Kan hij het wel, maar vertikt hij
het daarvoor 'n vinger uit te ste
ken, dan is er géén sprake van
aftrekbaarheid bij de vader. De
Hoge Raad heeft evenwel in deze
algemene formule enige ver
fijning aangebracht door te be
slissen dat de aftrekbaarheid
niet verloren gaat indien het
kind „redelijke gronden" heeft
om de gelegenheid in eigen le
vensonderhoud te voorzien on
gebruikt te laten. Een voorbeeld
moge dit verduidelijken. Een
zoon die huisarts is, krijgt het in
zijn hoofd te gaan specialiseren.
Hij legt z'n praktijk neer en
wordt weer student. In zo'n ge
val is voor de vader de onder
steuning die hij aan zijn zoon
geeft een aftrekbare uitgave
voor levensonderhoud. Ons
hoogste rechtscollege ziet hierin
namelijk voor de zoon een „rede
lijke grond" tijdelijk af te zien
van eigen inkomen. Het college
schept als het ware de mogelijk
heid een betere carrière op te
bouwen.
In de onderhavige procedure
ging de strijd over de vraag of
het óók redelijk was af te zien
van inkomen om prediker te
kunnen zijn van ae Getuigen
van Jehovah. De inspecteur ont
kende dit; hij beschouwde de be
zigheid als prediker als een soort
liefhebberij die je kunt doen of
laten; je carrière kun je er niet
door verbeteren; je kunt wel ten
eeuwige dage op een recente uit
spraak van de meervoudige ka
mer van hetzelfde Gerechtshof
en het daarbij aansluitende ar
rest van de Hoge Raad 22-5-74
BNB 160 waarbij de aftrek werd
geweigerd aan een vader die zijn
kind werkende voor de Morele
Herbewapening ondersteunde.
Het is dan ook verrassend in de
onderhavige uitspraak van het
Haagse Hof - Hof Den Haag dd
30-8-74 FED 1-5-75.- een heel
ander geluid te horen. Redelijk
is het - aldus het hof - voor deze
onderhavige kinderen om
slechts twee dagen in de week
voor de kost te werken nu dit een
uitvloeisel is van hun besluit
voor de overige vijf dqgen van de
week hun roeping te volgen door
als predikant van The Watch
Tower hun geloofsovertuiging
belangeloos uit te dragen. De
tijdsduur van de ondersteuning
speelt hierbij geen rol.
Het is louter speculatief om
een gissing te doen omtrent deze
geheel nieuwe zienswijze om
trent het begrip „redelijke grond
om af te zien van eigen leven
sonderhoud". Ik dacht dat het
mogelijk als achtergrond heeft
een veranderde houding jegens
de Getuigen van Jehovah, op
gewekt door hun fel met veler
dood gekochte verzet tegen alle
dictaturen en bijzonder tegen
het infernale Hitler-regime
waarvan wij de ondergang der
tig jaar geleden nog kort geleden
hebben gevierd. Op dat punt be
staat er géén verschil van inzicht
tussen de Getuigen en de rest
van de bevolking.
D'OUWE
richtingen. Op de brug is van
elke rijbaan een rijstrook afge
sloten.
Op de weg Roosendaal-Breda
moet het verkeer tussen Roos
endaal en Etten-Leur rekening
houden met twee rijbaanver
smallingen. In verband met
werkzaamheden wordt van de
uit drie rijstroken bestaande rij
baan een rijstrook afgesloten,
zodat er voor iedere richting een
overblijft.
Andrew M. Greeley, De
nieuwe agenda voor nieuw ge
sprek over fundamentele reli
gieuze vragen vanuit eigentijds
ervaren. Nederlandse vertaling
van The New Agenda, New York
1973, Uitgeverij De Toorts,
Haarlem 1974, 269 blz., prijs
f 29,80.
„De nieuwe liturgie appel
leert, ook al is het een enorme
verbetering, niet half zo sterk
aan de nieuwe religieuze be
hoeften als de oude liturgie aan
de oude religieuze behoeften".
Eén van de vele opmerkelijke
uitspraken van Andrew Moran
Greeley in zijn nieuwe gesprek-
sagenda over godsdienstige vra
gen. Greeley, Noordamerikaans
priester van het diocees Chicagc
en tot 1972 docent in de sociolo
gie aan de universiteit van Chi
cago, houdt zich in dit boek be
zig met de diep ingrijpende ver
anderingen in het Noordameri-
kaanse katholicisme.
De kerk van de Ierse, Italiaan
se, Poolse, Franse en Duitse im
migranten is dood, zegt Greeley.
De elite van het Noordameri-
kaanse katholicisme, priesters
en leken, heeft de immigranten-
kerk in de steek gelaten en geen
enkele organisatie kan op de
duur de afval van haar elite
overleven. Greeley vraagt zich
af, waar het naar toe moet mei
de katholieke* kerk in de Ver
enigde Staten. Hij volgt in zijn
boek een bepaald schema. Eerst
formuleert hij in ieder hoofd
stuk een elementaire godsdien
stige vraag in de trant van de
orthodoxe immigrantenkerk, er
laat hij zien hoe de oude ant
woorden in religieus en sociaal
opzicht functioneerden.
Aan de orde komen achte
reenvolgens de godsbewijzen, de
onsterfelijkheid van de ziel, het
laatste oordeel, de onontbind
baarheid van het huwelijk, de
verlossing, de zondagsmis, de
kerkstructuren, de parochie
scholen en de prelaten. Vervol
gens gaat Greeley in op de
nieuwe antwoorden op de oude
vragen. Met soms bijtend sar
casme geeft Greeley zijn mening
over de nieuwe antwoorden op
de oude vragen.
Deze nieuwe antwoorden van
de zestiger jaren waren volgens
hem vaak niet meer dan een ran
cuneuze afrekening met alles,
wat de Noordamerikaanse ka
tholieken in de immigranten-
kerk dierbaar was. In een derde
stap probeert Greeley de nieuwe
vragen opnieuw te formuleren
en wel vanuit de nieuwe reli
gieuze en sociale behoeften van
de mens, die de immigranten-
kerk definitief vaarwel gezegd
heeft. De oeroude symbolen van
de jahwistische religie komen
volgens Freeley op onvermoede
wijze tegemoet aan deze nieuwe
behoeften.
De beschouwingen van
Freeley zijn vaak fascinerend.
Soms slaagt de auteur er m.i.
niet voldoende in, zijn verba
zingwekkende eruditie in toom
te houden en ondergeschikt te
maken aan de draad van zijn be
toog. Wanneer men een aantal
niet steeds ter zake doende his
torische en sociaal-
psychologische uitweidingen
voor lief neemt, houdt men een
boeiend boek over, dat zijn eigen
kleur krijgt vanuit de typisch
noordamerikaanse context,
maar deze context toch ook
voortdurend overstijgt.
Drs. G. G. Nijssen, De vrouw
in de christelijke geloofsge
meenschap. Katholieke Bijbe
lstichting Boxtel 1975, 96 blz.,
prijs f 10,50
Zuster Engelmundis Nijsser
sloot haar theologische studie
aan de Katholieke Universiteil
te Nijmegen af met de behande
ling van dit actuele thema: De
vrouw in de kerk, de vrouw in de
christelijke gemeenschap. De
studie zelf is een bijbelstudie. In
een nabeschouwing gaat de
schrijfster in op de plaats van de
vrouw in de kerk van Vaticanum
II. Het uitgangspunt van de
overdenking is de christelijke
geloofsgemeenschap, die zich
verzamelt rond het Evangelie
als begin tot nieuwe verhoudin
gen tussen mens en God en tus
sen de mensen onderling. Bin
nen de eerste christengemeenten
met het evangelie. In de verkon
diging van Jezus is het heil voor
allen bestemd, en de nieuwe
vrijheid is voor allen. Jezus aar
zelt niet in woorden en daden de
gangbare opvattingen en ge
woonten ten aanzien van de
plaats van de vrouw te doorbre
ken. En in de oerchristelijke ge
meenten leeft het besef dat ie
dere christen in de doop de Ge
est ontvangt en daarom charis
matische verantwoordelijkheid
draagt voor de gemeenschap.
Maar reeds in meerdere teksten
van Paulus» vooral in de gevan-
genschapsbrieven en de pasto-
raalbrieven, wordt duidelijk
zichtbaar dat deze grondge
dachten in het maatschappelijk
leefpatroon niet volledig kon
den worden-toegepast.
In de nabeschouwing schetst
de schrijfster in grote lijnen de
ontwikkelingen tot in onze tijd
en verkent zij ook de mogelijk
heden voor de vrouw in de kerk
van de toekomst. Jammer dat
met name deze laatste beschou
wingen wat algemeen en sum
mier blijven. Ook mis ik min
stens de verwijzing naar de er
varingen van de niet-katholieke
kerken in dit opzicht.
JacDe Rooy, Alternatieve
vieringen. Lezingen en gebeden
in nieuwe vormen. Lannoo
Tielt-Amsterdam 1975, 166 blz.
Prijs f 12,50.
Iedereen die met liturgie te
maken heeft, weet dat het be
roep op eigen creativiteit nogal
eens over het doel heen schiet.
Het maken van een goede litur
gie vraagt meer dan enthou
siasme en goede wil, ook al zijn
deze nog zo onvervangbaar. Ook
het maken van een juiste keuze
uit lezingen en gebeden, uit
voorbeden en muziek, is niet
gemakkelijk. Jac. de Rooy, be
kend als redacteur van De Her
aut en Jonge Kerk, heeft in dit
is de herinnering aan Jezus'
unieke houding ten opzichte van
de vrouw levend gebleven. De
schrijfster situeert de positie
van de vrouw in deze eerste
christelijke gemeenschapper
tegen de achtergrond van de
oud-testamentische, rabbijnse
en (zij het vluchtig) van de
Grieks-Romeinse opvattingen.
Zij groepeert de nieuw
testamentische teksten over de
positie van de vrouw rond de
volgende thema's: vrouwen als
rechtelozen - rechtspositie van
de vrouw in het Oude en Nieuwe
Testament - vrouwen in de
kring van Jezus vrouwen als
getuigen van Jezus' verrijzenis -
de invloed van vrouwen in de
eerste christengemeenschappen
- paulinische teksten over de
vrouw. Het christendom heeft
het blijkbaar erg moeilijk gehad
boekje gevarieerd liturgisch ma
teriaal gegroepeerd rond twe
eendertig thema's. Ieder thema
heeft de volgende indeling: 1.
Lezingen uit de Schrift, 2. Le
zingen uit de literatuur (theolo
gie, oosterse en westere para
bels, verhalen, enz.), 3. Gebeden,
soms letterlijk bruikbaar, veelal
ook weergegeven om eigen ge
beden te inspireren en te formu
leren, 4. Gedichten, want dich
ters zijn levenskunstenaars en
slagen er vaak beter in werke
lijkheid aan te duiden dan theo
retici. 5. Iedere groep eindigt
met een overdenking op velerlei
wijzen weergegeven. Ook deze
overdekingen zijn te gebruiken
zowel voor persoonlijke medita
tie als voorlezing. Een heel prak
tisch boek.
J. Hulshof