KAMERLID PROF, DR. I. A. DIEPENHORST BEZORGD Wat er nn op de voetbal velden gebeurt is toch te gek Oslo wacht op natuurwonder Geen ijs in Bislet-stadion DAGBLAD VOOR ZUIDWEST-NEDERLAND E Vreemd Gruwelijk Bewonderaar Wonder Blamage STEM VEEL CLUBARTSEN LATEN ZICH LEIDEN DOOR HET CLUBBELANG (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG - Eenmaal in de zoveel jaar komt prof.dr. l.A. Diepenhorst, oud-minister van onderwijs, hoogleraar aan de Vrije Universiteit en ook lid van de Eerste Kamer voor de ARP in het nieuws vanwege vragen aan ministers of gewoon uitlatingen over zaken die volgens hem verkeerd zitten in de sportwereld. Het is al weer even geleden, dat hij de handelwijze van enkele clubartsen aan de kaak stelde, waarbij hij het dan voornamelijk had gemunt op dr. Rolink. En nog niet zo lang geleden stelde hij vragen over de dagelijkse langdurige training van jeugdig zwemtalent, waarbij hij dan met name de inmiddels van het toneel verdwenen Hansje Bunschoten op 't oog had. Eind vorige week haalde hij opnieuw de voorpagina's van de kranten en een interview in KRO's Brandpunt door vragen die hij minister Vorrink van volksgezondheid en milieu had gesteld, waarin hij zei geschokt te zijn door het feit dat in de wedstrijd Feyenoord-PSV „talrijke spelers meer dood dan levend (iepen te voetballen". Hij koppelt hier de vraag aan vast of het nu eens geen tijd werd de medische sportbegeleiding drastisch aan te pakken. In sommige takken van sport niet ver meer van „animale dresseur" Tussen zijn drukke werk zaamheden door, blijkt prof. Diepenhorst (59 jaar oud, klein van gestalte, uiterst vriendelijk en formulerend in prachtige volzinnen) best bereid zijn zorg om de gezondheid van sportlie den wat nader toe te lichten. „Het gaat mij louter en alleen om de excessen. Ik ben niet anti-sport, waar ik bezwaar tegen heb zijn de uitwassen". Prof Diepenhorst („alleen in mijn schooljaren heb ik gevoet bald en gehockeyd, verder heb ik nooit wat aan sport gedaan, ik had er ook het postuur niet voor"), ontkent dat hij in sport zaken alleen maar als onheil sprofeet fungeert, alleen maar iets te zeggen neef t als er iets mis is „In mijn hele parlementaire loopbaan, nu zo'n 22, 23 jaar, heb ik regelmatig over sportza ken gesproken in de Kamer Ook over de noodzaak van sportbe oefening" De heer Diepenhorst is het dan ook hartgrondig on eens met een commentaar in het weekblad Voetbal International dat wij hem ter lezing voorleg gen en waarin wordt gezegd dat hij, Diepenhorst, zich nooit eer der iets van het voetbalgebeuren heeft aangetrokken en zich dan plotseling verstout zich boos te maken over half-fitte voetbal lers die toch spelen. „Geen hoogstaand stukje", constateert de heer Diepenhorst wat wreve lig, „en bovendien onjuist. Ik mag wel zeggen dat ik een van de weinige Kamerleden ben, die zich al jarenlang geregeld met sportzaken bezighoudt". De vragen van de heer Die- ienhorst aan minister Vorrink .ouden in feite een beschuldi ging in aan het adres van de clu- bartsen. Als ik lees dat een spe ler (de Feyenoorder Ramljak- JvL) in twintig dagen tijd al twaalf spuiten Heeft gehad, ter wijl hij er normaal maar vier of vijf per jaar mag hebben, dan zet ik een groot vraagteken bij de handelwijze voor zo'n clubarts. Let wel, ik wil ook alle clubart sen niet over één kam scheren, maar er zijn er toch veel die zich meer laten leiden door het club belang dan door het medische belang van de speler Met alle schadelijke gevolgen vandien. En ik vind dat daar maar eens iets aan gedaan moet worden". Verwacht de ARP-senator dat zijn vragen inderdaad tot tast bare resultaten zullen leiden? Het is een vraag die de heer Die penhorst schouderophalend be antwoordt. „Bij vorige vragen heeft de minister gezegd dat we moeten wachten op de uitwer king van het advies van de Cen trale Raad voor de Volksge zondheid. Maar dat rapport is al ruim twee jaar oud en nog hoor je er niets van. Men wenst zich niet aan koud water te bran den." En dat vindt de heer Diepen horst op zijn beurt weer onve rantwoordelijk. „Want wat er op dit moment hier en daar ge beurt op de voetbalvelden is ge woon te gek om los te lopen. Kijk, dat 'n Wim van Hanegem zelf het risico wil lopen dat hij na afloop van zijn voetbalcar rière voorgoed met een enkel blessure blijft zitten door nu ie dere week toch maar te spelen, ook al gaat het eigenlijk niet, dat moet hij als beroepsvoetballer zelf weten. Zoals Tom Okker ongetwijfeld bewust het risico zal lopen van een tennisarm. Daar kom ik ook niet aan. Waar het mij om gaat is het feit dat het volgens persberichten herhaal delijk voorkomt in ons land, dat spelers tegen hun eigen zin wor den geïnjecteerd en geprest om mee te spelen En dat is iets wat ik die betrokken clubarts dan zeer kwalijk neem Van de train er, die er natuurlijk ook belang bij heeft dat zijn elftal weer zo snel mogelijk in de sterkste op stelling speelt, kan ik me het nog enigszins voorstellen. Voor hem is het tenslotte een kwestie van levensbehoud. Winnen is goed, verliezen kan op zeker moment ontslag betekenen". Prof. Diepenhorst vindt het ook een beetje vreemd dat de medische stand zelf niet in grijpt. „Ik ken medici genoeg die net zo bezorgd zijn over deze ge beurtenissen als ik. En het is toch ook absurd. Probeert U zich eens voor te stellen wat er zou gebeuren wanneer dit soort praktijken in het bedrijfsleven zouden worden toegepast, bij voorbeeld om de produktie on danks ziekte van personeel toch maar op peil te houden". Ook al omdat de medische sportbegeleiding niet alleen in de beroepssport, maar evenzeer in de amateursporten vaak te kort schiet, zou de heer Diepen horst het liefste zien dat de mi nister een studiecommissie zou instellen om een grondig onder zoek te laten verrichten naar de relatie sportbeoefening en me dische begeleiding. Prof. Diepenhorst is overigens niet alleen verontrust over de excessen waarin hij op zijn vra gen doelde, er zijn ook tal van andere zaken in de sport waarbij hij een groot vraagteken zet „Aj blijf ik voorstellen dat sportbe oefening erg belangnjk, ja noodzakelijk is, en dat ook top sport een nuttige functie kan hebben. Ik ben ook niet tegen deelname aan Olympische spe len en subsidiering daarvan door de overheid Maar men moet er wel voor waken dat kin deren van dertien, veertien jaar zich vanaf die leeftijd helemaal op sportbeoefening gaan rich ten, onderwijl hun studie ver waarlozend" Het hoeft dan ook geen verbazing te wekken, dat de heer Diepenhorst verklaart bewondering te hebben voor Ard Schenk en Harm Kuipers, die tussen hun schaatstrainin- gen en -toernooien door, kans zagen hun studie tot een goed einde te brengen. Edström moest wegens een gebroken neus met een beschermer spelen Prof Dtepennosr doelde met name op de PSV'er tijdens het duel Feyenoord - PSV. Het jagen achter records, het nog scnerper stellen van limie ten, dat zijn zaken waar de heei Diepenhorst van gruwt Hij iegt „In sommige Takken van ■iporl zijn we niet ver meer ver wijderd van wat men animale dressuur zou kunnen noemen Neem de honderd meter sprint Zo'n record staat al zo scherp dat het alleen maar dooreen na tuurtalent te verbeteren is en dan pas na jaren van oefenen, Prof. Diepenhorst: „Ik ben echt niet tegen sport. Maar soms gaat het volgens mij.toch te ver" De foto boven - genomen tijdens de wedstrijd PSV - MVV - zal door het Kamerlid dan ook met argusogen bekeken worden. waarbij de nadruk zal moeten en dan past het toch wel eens om liggen in het „vallen in het pis- de vraag op te werpen wat men toolschot" Zo'n atleet zal dat nu in feite aan 't doen is." duizenden keren moeten doen Een tak van sport die de heer Diepenhorst boven alles af- nemen, maar daar komt het toch schuw inboezemt is het boksen, zo ongeveer op neer. Ook de hij nauwelijks toelaatbaar, getuige ook zijn opmerking dat hij „niet graag burgemeester van Assen zou zijn, die toestemming moet geven voor het houden van TT- races". Een ander aspect in de sport dat de heer Diepenhorst niet aanstaat, is het gebruik van do ping, waarbij hij de beschuldi gende vinger met name uitstrekt naar de wieier- en de kracht sport. „Men kan wel zeggen dat beroepswielrenners zelf moeten weten wat ze willen doen, maar dat houd ik toch tegen. Men kan namelijk zelf niet taxeren wat de gevolgen voor het lichaam zijn. Men dient zo'n sportman tegen zichzelf in bescherming te nemen". Om echter nog eens te benad rukken, dat hij niet zo'n anti- topsportman is waarvoor som migen hem verslijten, stelt de heer Diepenhorst dat hij een groot bewonderaar is van som mige sportlieden. „Neem nu maar Cruyff, een formidabel speler en een verstandig zaken man, die terecht gebruik maakt van de geboden kansen". De heer Diepenhorst leest overigens niet alleen de voetbal verslagen in de dagbladen, om dan, zoals nu, vragen te stellen aan de minister, hij heeft ook enkele keren kennis genomen van de ontboezemingen van Truus van Hanegem. „Dat de couranten zo ver gaan in hun sportverslagen om de intieme gedachten van mevrouw Truus van Hanegem te vermelden, be grijp ik niet helemaal," aldus de vrijgezel Diepenhorst, „maar ik heb er in ie waarbij hij nog net het woord verbieden niet in de mond wil -ei auto- en motorsport vindt i ieder geval wel uit be- dat Van H verstandige vrouw I grepen dat Van Hanegem een heeft". V U;UL IUJ vanwege de hoge dodencijfers JACQUES VAN LEEUWEN (Van onze speciale verslag gever) OSLO - Het zachte weer zit ook de organisators van de wereldkampioenschap pen schaatsen voor heren, die op 8 en 9 februari in Oslo worden verreden, dwars. De natuurhaan in het bijna heilige Bislet- stadion, waarop de titel strijd zou plaatsvinden, staat namelijk blank. Zo erg zelfs, dat er eerder een waterpolowedstrijd kan worden gehouden dan een strijd om een schaatstitel. Deze week was het in Oslo alleen gedurende de nacht koud, maar dan nog daalde de thermometer niet verder dan een paar graden onder het vriespunt, terwijl in de nacht in Oslo normali ter zeer extreme (kou- denaarden worden be reikt. Overdag wipte het kwik echter weer even zo vrolijk boven het nulpunt en dat betekende, dat de 's nachts gevormde vlies ijs op de baan van Billet onmidde- lijk weer verdween als de bekende sneeuw voor de zon. De organisators hebben dan ook besloten om aanstaande maandag definitief te beslis sen of de strijd om het hoogste schaatsgoud van dit seizoen inderdaad op Bislet zal wor den gehouden of dat men zal uitwijken naar de enige kun stijsbaan die schaatsnatie Noorwegen „arm" is, de baan van Valle Hovim, even buiten Oslo. Financieel zou dat laatste zelfs zeer aantrekkelijk zijn, want als men inderdaad niet in staat is de strijd op Bislet te laten verrijden, dan keert de verzekeringsmaatschappij een bedrag van een kleine ander halve ton uit. Maar de organi satie stelt, dat men op deze manier niet uit de kosten wil komen Het wordt zelfs als een nationale schande gezien als Bislet volgende week ijsvrij zou blijven, maar in feite houdt het comité, dat de kam pioenschappen organiseert, waarbij Cees Verkerk, die als perschef zal optreden, er reke ning mee, want er zou een na tuurwonder moeten gebeuren om in een week tijd de beno digde tien centimeter dikte van het ijs in Bislet te voor schijn te toveren. Het wonder wordt toch nog vurig atgewacht, want het al ternatief staat niemand in Noorwegen aan. De baan van Valle Hovim ziet de Noor als een enorme vergissing Zowel technisch als planologisch. In de eerste plaats ligt de kun- stijspiste in een vlakte waar de wind vrij spel heeft. Ten tweede ontbreekt er'ook maai enige accommodatie, zodat de schaatsers, als de strijd op Valle Hovim zoü plaatsvinden, zich zullen moeten verkleden in hun hotels en verder tijdens de wedstrijden maar moeten uitzoeken waar zij beschutting voor hun verzorging kunnen vinden Daarnaast is het nog eens zo, dat er langs de baan een grote autosnelweg loopt, die cte atmosfeer niet Bepaald gunstig maakt voor het leveren van prestaties op niveau, om dat het kunstijs alleen al uit slaat van de benzinedampen, terwijl de rijders daarvan ook wel eens last zouden kunnen krijgen. De organisatie verwacht dan ook, dat er slechts zes- tot zevenduizend Noren over twee dagen naar Valle Hovim zullen komen Een aantal, dat gezien wordt als een regelrechte bla mage voor een van Noorwe- fens populairste sporten Ze er nu de Noor Sten Stensen alle kansen heeft dit seizoen een double te scoren naast zijn Europese titel van Heer enveen ook nog de wereldtitel. Vandaar dat er in Oslo vurig gehoopt wordt, dat het weei zal omdraaien Een Noorse wereldkampioen in Bislet is immers alweer zo lang gele den Maar voorlopig moet de organisatie zich troosten met de trieste aanblik van de rood- spiegelende tartanbaan, waarop zelfs geen sneeuw te vinden is. Rob van Deursen

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1975 | | pagina 25