Op naar de Grote Olieconferentie
Antonie Novotny: de
onbeminde Stalinist
vriL
uit
Toneel
ARABISCHE LANDEN BEREID MET HET WESTEN TE ONDERHANDELEN
OPGEHEVEN
SCHEURING
LOFZANG
SPANNINGEN
SHORTS
DOORI
CORA
VERHOEVEN
OMHOOG
HINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL NGEN PE LINGf),
INGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN o PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN*
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL|J
EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILI^I
De dertien lidstaten van de
organisatie van olie-expor
terende landen (OPEC) heb
ben zich vorig weekend nog
al verzoenend opgesteld ten
opzichte van de rijke landen.
Ze besloten de olieprijzen
voorlopig niet te verhogen
en verklaarden zich bereid
deel te nemen aan een inter
nationale conferentie van
olieproducenten en oliever
bruikers. Het Westen haalde
opgelucht adem, zou onze
economie het dan toch nog
halen? De grote boeman van
de jaren zeventig, de („dik
ke en rijke en vrouwen-ja
gende") Arabier lijkt toch
eindelijk getemd.
Hoe komt het dat de Arabi
sche wereld de harde lijn
steeds meer laten varen? Het
zou kunnen zijn dait het drei
gement van Kissinger dait zijn
troepen petroland pakken als
de oliekraan dicht gaat er iets
mee e maken heelt. Arabi
sche landen als Saoedie-Ara-
bië en Perzië zijn nogal Ame
rikaans georiënteerd en de
laatste tijd ziet Sadat in Kis
singer de enige man die het
probleem miet Israël o» kan
lossen
Een rol speelt waarschijnlijk
ook wel de manier waarop de
rijke landen op de plotselinge
Boumedienne (Algerije):
stem voor derde wereld.
matiht van de olielanden rea
geren. Amerika en Europa
vormen dan wel geen impo
sant gesloten front, doch heb
ben ze een aantal aardige mid
delen gevonden om de moei
lijkheden met de betalingsba
lans in een aantal Europese
landen op te lossen, moeilijk
heden die grotendeels het ge
volg zijn van de sinds eind
1973 vijf keer zo hoog gewor
den olieprijzen. In het kader
van het Internationale Mone
taire Fonds zal het mogelijk
zijn geld te lenen, dat voor
een deel bijelkaar geschraapt
zal worden in .de olie-exporte
rende landen. IMF-baas Witte-
veen gaat binnenkort naar het
Midden-Oosten om de lenings
voorwaarden vast te stellen
Verder zijn de OPEC-landen
iets milder geworden, omdat
hun oliedollaroverschot niet
tot in eeuwigheid zal blijven
bestaan. In de publicatie
„World financial markets" van
de Amerikaanse Morgan Gua-
rantly Trust staat bijvoorbeeld
dat de grote schuld van olie-
verbruikende landen bij de
olieproducerende landen bin
nen vijf jaar zal zijn opgehe
ven.
Deze bank verwacht dat de
•vraag naar olie zal verminde
ren en dat het importeren van
goederen en diensten door de
olielanden zal stijgen. Het
oliedollaroverschot zal alleen
dit jaar voor problemen kun
nen zorgen nu het internatio
nale bankwezen nog maar een
kwart van de oliedollartekor
ten kan dekken. Maar als de
IMF-oliefaciliteiten goed wer
ken, zijn de problemen te
overwinnen, aldus Morgan
Guaranty. Deze constatering is
misschien aan de rooskleurige
kant, maar duidt er wel op dat
de economische macht van de
olielanden niet onbeperkt is
Het belangrijkste motief van
de OPEC-landen om de olie
prijzen te bevriezen is de we
tenschap dat het almaar ver
slechteren van de wereldeco
nomie tenslotte ook nadelig
zal zijn voor de. Arabieren
zelf. De Olielanden hebben er
niets aan als Europa steeds
verder in het moeras wegzakt.
Dat zou in ieder geval een
aantal prachtige mogelijkhe
den om geld te investeren
wegnemen
De climax van de strijd tus
sen het rijke westen en het
rijke midden-oosten wordt nü
gevormd door de grote confe
rentie die eind juni of begin
juni in Parijs zal worden ge
houden. De standpunten van
beide partijen zijn duidelijk,
ze verdedigen beide hun eco
nomische belangen.
Belangrijk zijn echter de
verhoudingen binnen de twee
fronten. Zowel aan de kant
van het wester als aan de
kant van de Arabische wereld
bestaat geen eenheid.
Er zijn olielanden die best
met de vuist op tafel willen
slaan en olielanden die het
meeste voordeel denken te ha
len uit voorzichtige onderhan
delingen. Aan de andere kant
stelt Amerika zich weer veel
harder op dan Europa en Ja
pan.
Als de geïndustrialiseerde
landen een front zouden vor
men zouden ze veel sterker in
hun schoenen staan. Peter
Odell. oud-economisch advi
seur van de Koninklijke
Shell-groep heeft in een
vraaggesprek met „Dun's re-
view" verklaard, dat er een
scheuring in het OPEC-front
Kissinger: één front.
veroorzaakt kan worden als de
ol ieverbruikers de importen
uit de Arabische landen met
30 procent inkrimpen en hun
orders alleen plaatsen in de
dunst bevolkte OPEC-landen.
Odell meent dat een dergelij
ke tactiek waarschijnlijk al
leen theorie is, omdat de rege
ringen in het westen eerder
zullen proberen hun kiezers te
plezieren door snelle tactische
besluiten, die alleen het natio
nale belang dienen.
De OPEC-landen zullen al
les doen om hun eenheid te
bewaren, vooral als de Ameri
kanen harde acties aankondi
gen. Toch vinden ze het nodig
voor de Parijse conferentie
nog van gedachten te wisselen
en dat doen ze dan tussen 21
februari en 8 maart in Al
giers.
De vraag is op dit moment
of er in Parijs nu alleen over
de olieprijs onderhandeld
moeten worden, of er in liet
algemeen over grondstoffenza-
ken gesproken moet worden.
Algerije heeft de andere OPEC
landen er toe kunnen bren
gen te eisen dat de hele we
reldeconomie ter sprake komt
en dat de ontwikkelingslanden
een sterke stem krijgen.
De OPEClanden willen zich
graag blijven rekenen tot de
ontwikkelingslanden, ook al
zijn ze niet bereid de straatar
me landen in de derde wereld
met hun centen uit de ergste
nood te halen.
Als het westen akkoord gaat
met het betrekken van de pro
blemen van de ontwikkelings
landen bij het oliegesprek kan
het een interessante conferen
tie worden daar in Parijs.
DIRK VELLENGA
(Van onze oorrespondent)
OPHIRA, SIN AI-WOES
TIJN Twee spierwitte
flatgebouwen onder de bran
dende zon op een boven het
koraalriffenparadijs uitrij
zende rotsplateau in het zui
delijkste puntje van het Si-
naï-schiereiland.
Bij die bouwputten, waar ge
broken Hebreeuws sprekende
bedoeïenen onder toezicht van
Israëlische ingenieurs een
luchtgegoelde stad in de woes
tijn optrekken, spelen in Tel-
Aviv en Haifa geboren kinde
ren-
Geen fatai-morgana 700 km ten
zuiden van Jeruzalem, maar
een typisch stukje Israëlische
werkelijkheid, in deze uithoek
van absolute stilte waar over
dag radio Israël niet valt te
beluisteren. In juni 1967 vie
len er zelfs geen schoten toen
de Israëlische troepen op Sjarm
El-Sjeich afstormden en de
blokkade van de Straat van
Tiran ophieven. Het Egypti
sche garnizoen was gevlucht.
In bouwstenen en asfalt er
kronkelt een nieuwe gladde
tweebaansweg van Eilath over
een afstand van 280 km door
het in pasteltinten uitgevoerde
Sinaï-berglandschap naar
Ophira heeft Israël zich se
dert de zesdaagse oorlog in de
ze strategische positie vastge
beten.
*Bij geen der ministers valt
Ophira van de vredeskaart",
merkt Jiggal Karni, de sheriff
achtige pijprokende burgerlij
ke bestuurder van het ontlui
kende stadje op. Bij Ophira,
het stadje op de rots, liggen
militaire en marinebasissen, die
in de Grote Verzoendagoorlog
door de Egyptische luchtmacht
werden gebombardeerd. Op
twintig kilometer van de rots
staan grote gele borden in de
woestijn: Ten strengste verbo
den te fotograferen: militair
gebied.
De stedelijke ontwikkeling
van Ophira trekt zich aan de
(Van onze correspondent)
OPHIRA SINAÏWOESTIJN
De bedoeïenen in de Sinaï-
woestijn geloven in dr. Kissin
ger en preiJtkient Sadat. Over
de hoge bergen en zandvlakten
gaat het gerucht, dat de Egyp
tische grens weer verder naar
het noord-oosten zal opkrui
pen. Het politieke getij met de
zekerheid van de speurzin pei
lend ruilen de bedoeïenen hun
Israëlische voor Egyptische
ponden in.
Dat is de stille revolutie ia da
woestijn.
Sjeik Aboe Abdoellah wil er
niet over praten. Ik ontmoet
hem op de veranda van het
Sj arm-hotel zes kilometer ten
noorden van Ophira. Een ge
groefd gezicht waarachter
bruine intelligente ogen tinte
len. Ten tijde van de Engelse
aanwezigheid in Egypte dien
de hij als sergeant in het Brit
se leger.
„De sjeik der sjeiks", fluistert
een Israëlische aannemer me in
het oor. „Hij heerst over vier
duizend bedoeïenen van de
Mezena-stam in het zuidelijk
deel van de Sinaï".
De sjeik spreekt de taal van
de woestijn. „We wonen in
tenten van moeilijkheden",
antwoordt hij op de vraag of
hij vrede heeft met het Israëli
sche bestuur of uitkijkt naar
de komst van de Egyptenaren.
„Wij willen een open deur
zijn tussen Saoedi-Arabië,
Egypte en Israël. Wij willen
vrede en voorspoed."
Sjeik Aboe Abdoellah is een
verlicht heerser. Het wel zijn
van zijn stam gaat hem aan
het hart. „De hele wereld gaat
vooruit. Dat wil ik ook voor
mijn stam. Van mijn bedoe
ïenen kunnen er maar vijf le
zen en schrijven." En terwijl
hij verder praat klinkt de ja
loezie in zijn stem over de
levensstandaard van de Israëli
sche bedoeïenen in de Negev-
4n het oog springende militaire
aanwezigheid in dit strate
gisch belangrijke gebied op.
Ruim de helft van de eerste
flats die een half jaar geleden
werden betrokken wordt be
woond door gezinnen van be
roepsmilitairen. Over een
maand komen er weer 45 wo
ningen bij. Volgens de plan
nen zal Ophira in 1979 vier
duizend inwoners tellen. Als
de regering in Jeruzalem die
ontwikkeling om financiële en
politieke redenen niet afremt
voorspelt de pionier Jiggal
Karni, een grote toekomst
voor „mijn stald."
„Er zijn hier fantastische mo
gelijkheden. De zuidoostpunt
van de Sinaï-woestijn is een
paradijs voor toeristen. 350
dagen per jaar gegarandeerd
zon. Voor duikers is de Golf
van koning Salomon (Straat
van Tiran) om te watertanden.
De koraalriffen en tropische
vissen reken ik tot de mooi
ste der wereld".
De visie van Karni reikt ver
der. Ophira moet een grote
vrijhaven voor handel op Afri
ka en Azië worden. Er moeten
industrieën worden gesticht om
de mineralen (bij Ophira is
koper gevonden) en de olie
(de olievelden van Aboe Ro-
deis liggen 180 km ten noorden
van Ophira) te verwerken.
Het klinkt allemaal wat fan
tastisch. Maar Israël is het land
waar dromen nog steeds wer
kelijkheid worden-
Toen Jiggal Karni in 1967 als
één der eersten in Ophira
neerstreek was er volstrekt
niets. Nu staan er grote wiitte
flatgebouwen en hoge hijskra
nen telgen de blaiuwe lucht. Op
een halve kilometer van de
rots ligt het „oude Ophira".
Een blok aan elkaar geplakte
barakken, waarin het „indus
triecentrum" is onderge
bracht, dat een selfservice-res-
taurant, twee cafés, een su
permarket en enkele lichte in
dustrieën herbergt. Er bij is
een ultra-moderne garage voor
de Egged-bussen en schuin er
tegenover het eerste benzine
station. Dat is niiet genoeg om
Ophira het karakter van een
gemeenschap te geven. En zo
lang het sociale leven miet op
gang komt hangt de toekomst
van het stadje aan een zijden
draadje want het aantal idea
listen is er op een hand te
tellen. Ophira ligt niet in het
verlengde van het zionisme.
Met dit stukje woestijn heeft
het Joodse volk geen histori
sche banden, ook al zeilde de
op koning Salomon verliefde
koningin van Sheba tweedui
zend jaar geleden door de
Golf van koning Salomon. De
pioniers die hier neerstreken
deden dat om er beter van te
worden. „Idealisme", zegt Dov,
de caféhouder met de gouden
woestijn. „Ik wil hetzelfde ni
veau voor mijn stam. Ik wil
dat een van mijn zonen in da
krant kan schrijven."
De rem van de voorzichtigheid
wordt losgelaten. Diep in de
Sinaï-woestijn begint een
zorgvuldig geformuleerde lof
zang op „de goede daden van
de Israëli's. „Ze hebben zestien
scholen gebouwd. Iedere week
bezoekt een dokter onze kam
pementen. Ernstig zieken
worden per vliegtuig naar het
Tel-Hashomer-ziekenhuis bij
Tel-Aviv gevlogen." De aanleg
van de weg Eilath-Ophira, de
stichting van de twee neder
zettingen Neviot en Dahab er
langs en de bouw van het
stadje Ophira hebben de le
vensstandaard van de bedoe
ïenen snel opgedreven.
„In 1967 had mijn stam vijf
auto's. Hu hebben we er vier
honderd," zegt de sjeik met
van trots glinsterende ogen.
Voor werk in de Israëlische
projecten krijgen de bedoe
ïenen gemiddeld 27 Israëlische
ponden 13) per dag. „Er
zijn er ook die honderd pond
per dag maken", zegt de Israë
lische aannemer.
Dat is absolute rijkdom voor
de bedoeïenen, die het leven
uit de dorre woestijn moeten
schrapen. Altijd op zoek naar
nieuwe grasvelden voor de
geiten en kamelen. Geld en
geregeld werk hebben het no
madenbestaan in de banen van
„de beschaving" geleid. Een
niet meer te stuiten proces,
dait wie er ook over de Sinaï-
woestijn zal heersen op den
duur het nomadenbestaan zal
overwoekeren op dezelfde
blikkerige wijze waarop dat in
de Negev-woestijn gebeurde.
Met de Israëli's en toeristen
zijn de bikini's, mini-rokken
en vrije zeden de Sinaï-woes-
tijn binnengedrongen Een
schokeffect voor de bedoe
ïenen, die volgens de regels
tanden, „kennen we hier niet.
Mijn textielfabrdekje in Kiryat
Gat was over 'die kop gegaan.
Hier ben ik opnieuw begon
nen. Ik ben de eerste in Ophi
ra, die ijs maakt. Het gaat me
goed. Ik wacht tot er op de
rots naast de flats villa's wor
den gebouwd."
Dat materialistische trekje
maakt het leven in Ophira
moeilijk en voedt de spannin
gen in het gemeenschapje.
„Het leven is hier heel
zwaar", geeft Jiggal Karni toe.
Jaël, de vrouw van een mari
neman weet ervan mee te pra
ten. Ze kijkt uit naar de dag
dat haar men weer wordt
overgeplaatst naar Haifa.
„Er is hier niets", zegt deize
elegante blonde Israëlische die
overal ter wereld zou opval
len „Geen kapper, geen bouti
que om lekker te neuzen, geen
tandarts, geen bioscoop- Als de
generator uitvalt zitten we
zonder het centrale air-condi-
tioningsysteem. In de zomer
weet je niet waar je het zoe
ken moet. En het kleuter
schooltje is ook maar zo zo.
Voor de mannen is het wat
anders. Die hebben hun duik-
hiobby. Maar ik ben op het
natuurschoon uitgekeken."
Voor Jaël begint de bescha
ving in Haifa. Iedere maand
kijkt ze verlangend uit naar
de gratis vliegtocht naar het
groene noorden.
De doorzetters mikken echter
op de toekomst. Het zijn de
goudzoekers van de Israëlische
samenleving. Dov, de oaféhou-
dier en Benzi de benzinestati
onhouder geloven in Ophira.
„Voor vrede met Egypte ben
ik bereid een offer te bren
gen", zegt Benzi.
„Ook Ophira?" vraag ik hem.
„Ik geloof niet dat de Arabie
ren vrede willen sluiten", ant
woordt hij.
Op deze gedachtensprong wor
den de muren van Ophira op
getrokken. Toch een fata-mor-
gana?
van de woestijn voor het hu
welijk geen vrouw mogen
aanraken en wild worden van
het bloot aan de stranden.
Twintig kilometer ten noorden
van OpMra, in de oase Dawek
woont Swin in een hut met de
Israëlische visser Rafi. Een 23-
jarig in Parijs geboren Ame
rikaans-Vietnamees meisje,
dat in shorts als een hinde
tussen de bedoeïenen springt
Swin weet, dat aan de andere
kant van de woestijn, in Zene-
ma aan de Golf van Suez een
Amerikaans-joods meisje bij
een bedoeïenen is ingetrokken.
Niet geschaakt, maar uit lief
de.
Het roddelpraatje gaat van
kust tot kust en maakt de
bedoeïenen onrustig. „De joden
zijn ziedend'', zegt Swin. „Ze
beschouwen zioh superieur aan
de bedoeïenen en willen niet
dat een meisje van hun volk
zich aan een bedoeïenen onder
werpt."
Ik vraag de sjeik naar dit
verhaal.
„Vandaag," vertelt hij heeft
de Israëlische politie het joodse
meisje op mijn verzoek weg
gehaald. Zo'n vrij meisje be
derft de zeden van onze vrou
wen. Laten onze bedoeïenen in
Eilath maar naar vrije meisjes
zoeken. De Sinaï-woestijn
moet zuiver blijven."
Diepe emotionele weerstander
tegen de culturele aspecter
van de vooruitgang plaatsen
de bedoeïenen dichter bij de
Egyptische dan Israëlische
mentaliteit.
„Ook al worden ze door de
Egyptenaren als honden be
handeld, ze verkiezen hen bo
ven ons", zegt de Israëlische
aannemer. „We kunnen niet
goed genoeg voor ze zijn. Ik
weet niet waarom".
SALOMON BOUMAN
De vroegere Tsjechoslowaakse partijleider en oud-president, Novotny, die dinsdag
op 70-jarige leeftijd aan een hartinfarct is overleden.
DEN HAAG, ANP De
politieke carrière van Anto
nie Novotny, die deze week
overleed, is voor een be
langrijk dieet bepaald door
een vijftienjarige periode
van bureaucratisch, autoritair
bestuur waarin ontrouw aan
de door Moskou uitgestippel
de lijn tot een onmogelijk
heid was geworden. Met zijn
orthodoxe, stalinistische in
stelling, legde hij de Tsje-
choslowaben een zodanig
streng regiem op dat hij in
het persoonlijk vlak zelfs de
sympathie van zijn trouwsite
volgelingen verspeelde. Dat
hij daarbij in de laatste ja
ren vain zijn leiderschap wei
gerde de voor het land zo
noodzakelijke economische
hervormingen een kans te
geven heeft ongetwijfeld bij
gedragen tot zijn definitieve
uitschakeling.
Het begin en het einde van
Novotny's loopbaan zijn ge
paard gegaan met turbulende
ontwikkelingen in de ge
schiedenis van Tsjechoslo-
wakije. Terwijl hij in de ja
ren vijftig geleidelijk op
klom tot de hoogste functie
van het land vonden onder
het bewind van president
Klement Gottwald een aantal
geruchtmakende stalinisti
sche processen plaats, die ge
kenmerkt werden door een
nauwelijks verhuld antisemi
tisme. Het bekendste was dat
tegen Ru-dolf Slansky, de vi
ce-premier die met 13 ande
ren (onder wie Clementis en
Otto Sling) van hoogverraad
werd beschuldigd en veroor
deeld tot de strop.
Aan de val van Slansky
werd Novotny mede schuldig
geacht. Met dezelfde hard
nekkigheid als waarmee hij i
zijn carrière had opgebouwd
verzette hij zich tegen het
eind van de jaren zestig te
gen zijn aftreden. Een „re
volte" on dei' leiding van
Alexander Dutoeek leidde via
een in Oost-Europa ongeken
de campagne van openlijke
kritiek tot zijn val en tot een
spectaculaire, doch kortston
dige hervormingsperiode.
Novotny werd op 10 de
cember 1904 in Letnany bij
Praag geboren. Nadat hij
zich in 1919 (hij was toen
werkzaam als slotenmaker)
had aangesloten bij de arbei
derspartij en drie jaar later
bij de communistische partij
maakte hij snel opgang. In
1938, toen de partij verboden
werd, bleef hij als onder
gronds lid actief. De Duitse
bezetter liet hem in 1941 ar
resteren en tot 1945 verbleef
hjj in gevangenissen en het
concentratiekamp Maiuthau-
sen.Na de bevrijding werd
hij lid vam het centrale comi
té van de communistische
partij en in 1948 speelde hij
een belangrijke rol in de
communistische staatsgreep
die Gottwald aan de macht
bracht. Met steun van deze
werd hij lid van het politbu-
ro en in 1953 partijleider, de
hoogst mogelijke post in een
communistisch land. 'Daaraan
voegde hij in 1057 na de
dood van Zapotocky nog het
presidentschap toe.
Novotny legde het land
een streng stalinistische re
giem op en wist de destalini-
satie-periode die in de broe
derlanden was ingetreden
voorlopig handig te omzeilen.
In de loop van de jaren zes
tig kwam het verzet echter
naar voren. Eind 1967 kwam
de oppositie voor het eerst In
de openbaarheid toen het
partijcomité tweemaal een
vergadering wijdde, overi
gens zonder resultaat, aan de
veranderingen binnen de
partij. Het waren vooral de
Slowaken die daarop aan
drongen.
De Russische leider Leonid
Brezjnjew bracht een blik
sembezoek aan Praag om de
gemoederen tot bedaren te
brengen. Diens interventie
en de druk die een aantal
legerleiders op hem uitoefen
den staafden de Slowaken
die onder Novötny elke vorm
van autonomie verloren had
den. Ook de liberale Tsje
chen werden gesterkt in hun
verzet tegen de hoogste lei
der, niet alleen weigens rijn
tegeniwerkinig vain economi
sche hervormingen maar ook
wegens sancties tegen non-
conformistische schrijvers en
harde onderdrukkingen van
studentenbetogingen waar
door hij bij het volk vrijwel
geen sympathie meer had.
Nadat enkele naaste mede
werkers hem in de steek
hadden gelaten werd Novot
ny tijdens een bewogen par
tijbijeenkomst in de nacht
van 4 op 5 januari 1968 als
partijleider afgezet. Hij bleef
echter president en hoopte
een ommekeer teweeg te
kunnen brengen door de ar
beiders op te zetten tegen de
„liberale intellectuelen".
De aanhangers van de
nieuwe main, Alexander Dub-
cek, reageerden fel en wer
den daarbij geholpen door de
spectaculaire vlucht, eind fe
bruari, van generaal Sejna.
een beschermeling van No
votny, paar Amerika. Nadat
onderminister van defensie
Janko door deze affaire zelf
moord had gepleegd, was
Novotny op 15 maart ge
dwongen het ontslag te be
krachtigen van twee promi
nente medestanders: minister
van binnenlandse zaken
Kudrna en procureur-gene
raal Bartuska. Zijn lot was
toen ook bezegeld.
Antanin Novotny leefde de
laatste jaren in Tjechoslowa
kije als een vergeten figuur
Toen ook bleek dat hij nooit
in staat was geweest de gele
genheid en de achting van
het volk te winnen, dit in
tegenstelling tot zijn voor
gangers Gottwald en Zapo
tocky. Ziin wraakzuchtig ka
rakter, zijn gemis aan men
selijk warmte, gesterkt door
een volledig gebrek aan re
denaarstalent. zijn minach
ting van al het intellectuele
en rijn demagogische menin
gen brachten hem niet de
trouwe vrienden die hem op
moeilijke momenten hadden
kunnen ondersteunen.
Een van de meest
wekkende tragedies
antieke literatuur de j|,
van Euripedes, begint net
uiteenzetting van een
voedster. Zij spreekt o».,
verleden van Meded, over
huidige toestand en oiw
rampen die in de tot]
dreigen. De structuur w„
proloog is zo- dat hij fej,;'
gelezen kan worden cli
jammerklacht van de
en als informatie voor
bliek. Als zij uit gesproker,
komt een oude slaaf op b
toneel en vraagt wmrm
daar zo alleen staat te jam
ren. De voedster antvxi
dat zij meeleeft met het lij
van haar meesteres,
het verlangen in mij opt
hierheen te gaan en tegen
de en hemel te vertellen
mijn meesteres overI
is"
De lezer of toesckom
denkt dit te begrijpen. I
groot verdriet kan niet
ven; het moet niet alleen
gesproken worden, man
een kosmische ruimte wil
De voedster wordt naar
gedreven, niet om tegen e
re mensen te vertellen
haar benauwt, maar om
en aarde tot getuigen te
men vim haar verdriet. I
kosmische verruiming va
gen vreugde en verdriet, ii
na een cliché geworden
Wanneer dit gebeurd
tueet ik niet. Een geschiet
van het verdriet, zijn uilim
en zijn kosmische dimensier
mij niet bekend Maar int
gedrag tot een cliché git
den is, zou ons ertoe kat
verleiden te denken, dit
geen geschiedenis heeft
eeuwig menselijk is. Het lij
voor de hand dat wij
veronderstellen dat het et
tijd geweest is. Dat zon tt
vergissing kunnen zijn, til
komend uit romantische
voelens die b.v. in de
nauwelijks bestonden en
voedster bij Euripides til
naar buiten drijven.
In de geschiedenis van
gedrag kan het drama een
slissende rol gespeeld heil
Zoals de proloog twee fwtïi
heeft, jammerklacht en in|
matte, zo lam ook deze uit
ting van de voedster bebeli
met „romantische" gewei
in verband gebracht voi
met technische eisen vm
toneel. Wat zij zegt, verkl
immers ook waarom zij i
bulten komt, dus op het I;
neel. Zij kam. met hmr tf]
driet niet binnen blijtes,
dat het toneel buiten is.
verlangen om de kosmisij
dimensies vam het «erdriet
te meten valt dus samen
de noodzaak op het poditm
verschijnen; in de prak'
van het theater is het niet
hemel en de aarde die
voedster tot getuigen vm
zorgen maakt, mam hit
bliekDe tragedie negeert
publiek, maa/r om dat te
nen doen, moet de auteur
paalde kunstgrepen toe.
sen. Intussen moet mtuurw
voor dat publiek het eert
om met vreugde en vi
naar buiten te gaan, viel
vertrouwd zijn, dat het ii
kenbaar is. Als dat ver la"!
romantisch is, moet er in'
oudheid dus enige rorww®
bestaan hebben.
Ik denk, dat dit géb0i
samenvallen van innerW
drang en toneeltechnische
zaak het opkomen van
voedster tot een km
vondst maakt en daarmee
voor een deel het succes vat
cliché bepaaltBij Euriw'
komt het b.v. ook in de flwjj
voor. waar het de zwarte m[*
is, die alweer door een W*]
tot getuige gemaakt wordtn
verborgen leed. Het l»jW
denkbaar dat de geschil
van vreugde en verdriet
deze vondst beïnvloed is e®
het theatraleeffect vm 41
gedrag veel letterlijker te
men is dan op het eerste jw
lijkt. Verdriet is afhutijM
van de manieren waarop
het kunnen uiten en die mat11,
ren worden door onze
b.v. door het theater bef"
Het cliché-gedrag wordt «j
interessanter dam het al "A
wanneer het evenzeer on®'ï,
kam zijn van een bepaalde (jj*
ter-praktijk dan aan inner")
gedrevenheid of zelfs wfl"nL
die innerlijke gedrevenheid M
product is van een toneel»'!
tie. Wanneer in de antieke M
gedie niet een eenheid 5 j
plaats bestaan had, tonden
ons misschien nu nog elke
annders gedragen-
ilil
Sti
verha
vo
J aat ik dit voorop
len: ia dit
bedank ik verder
je toch al betrekkelij
eer om buiten
lomrnetje, resp,
heden ook buiten
hoekje te treden,
beloofd is beloofd
klus maak ik
mijn k
van
mi
Ma
de.
evs
nog
af.
Welnu er zijn drie dingt
mogelijk: 1 alleen aardie
mensen lezen de kolom De
Tijd, 2 alleen aardige mense
schrijven terug als ik ero
vraag, 3 alle mensen zijn
genlijk wel aardig.
Dat heb ik mij afgevraa,'
bij het doorlezen van uw rea
ties op mijn vraag even
laten weten welke van de
door Fiep Westendorp get
kende „Merijntjes" u
meest vond lijken. Die gro
stroom reacties is namelijk
overrompelend aardig, ja, on
roerend, dat mijn vertrouwe
in de mensheid weer m
sprongen is gestegen. Al
mensen zijn aardig. Met die
verstande dat de een wat eigen
aanrdiger is dan de ander.
Ik stel voor dat we nu u
voorkeuren gaan behandele
Uw diagnosen kan ik bete
zeggen, want je voelt je we
min of meer bij de psychiatf
op tafel liggen. Neem nou di
„Goed uit de kluiten gewa:
sen, robuust, goed maar niet t
conservatief in de kleren. In
telligent koppie. Wilskracht
uiterlijk". Zo ziet B. Heusinl
veld uit UI venhout mij; h
kiest daarom nr 4. Alleen ,,z'
schouders zouden iets forser
breder kunnen zijn (nog bre
der?, M.) om ze nog bete
onder de moeilijke omstandig
heden te kunnen zetten, die
het hoofd moeten bieden e
waarover u objectief moet be
richten".
Marjan Fopma uit Sluisk
kiest ook al die nummer
„Hij ziet er aardig uit, hee
niks overdrevens....staat eeh
te poseren als iemand di
maar .even tijd heeft, 't eigen
lijk flauwekul vindt, toch we
even z"n stropdas heeft rech
getrokken voor hij op de fot
ging, maar z'n haar is verge
ten". Marjan en ik verte
tóoh niet wanneer ik jarig be:
vindt me in haar schattig
brief overigens een „ziele
poot", omdat ze het al zie
gebeuren dat zij en ander
lezers een heel andere poppe
tje kiezen dan ik zelf gewens
had. Moest je eens weten, wa
ik wilde worden toen ik klei:
was!
Manneke 1 ziet maar lief;
12 procent zitten. De schalks
mevr. Bilok uit Breda schrijf!
„Dat Merijn buiten zijn hoekj;
gaat is niet zo erg, als hi
maar niet buiten zijn broekj
gaat. Daar is niks aan in dez
tijd van het jaar. Maar we
nummer 1". Mevr. Snelder
(te Roosendaal?) vindt Merij
lief. Ik u ook. Bovendie
draag ik de neus omhoog, om
dat ik me zo niet met andei
mans zaken kan bemoeie
zegt ze. Dat heb ik wel eei
anders gehoord. Figuurtje
heeft, iets menselijks voc
M. v. B. (meer weet ik er oo
niet van). Vandaa
M.J. Scholter Antheunis (Koe
wacht) kiest ook voor nu mme
1, want.... „wanneer je erger
zo'n ventje ziet lopen, lach j
(Van een onzer redacteuren
BREDA De Nederland»
"vrouw slikt tweemaal zo
veel geneesmiddelen als d<
Nederlandse man. Ze voel
zich bovendien veel vake
ziek of slap of depressie
dan haar man Het is zee
waarschijnlijk, dat hiervoo
twee hoofdoorzaken aan t
wijzen zijn: de ene is he
biologisch verschil tussei
de seksen: manner nebbei
geen of weinig last van d>
„overgangsjaren" de perio
de waarin veel vrouwei
zich psychisch niet zo bes
voelen.
He andere oorzaak moet ge
zocht worden in de compensa
be, die veel vrouwen zoeke
voor hun eenzijdig (en dik
wijls eentoonigl bestaan al
huisvrouw De druk. die dez
situatie uitoefent (de situati
dus waarin vrouwen het ge
v°el hebben, dat er slechts ee
j'eroen wordt gedaan op ee
Beperkt aantal van haar capa
eite'ten) leidt er toe d£
vrouwen veel gemakkelijke
dan mannen gr'inen naar he
mirtdel van „het kwaaltje" or
uit die sleur te breken En -1
°°k naar pillen en poeder-
voer in ri" cfeer van de trar
i'ui'izers de rusterevers, d
slaaniuiddelen en de anti-de
Pressiva-
Hit staat te lezen in he
rapport „Medische consumj