[lern SPORTSTERREN van ie eis DAGBLAD VOOR ZUIDWEST-NEDERLAND 51^ goten me vol met cognac; ik stond te schudden van de kou Afzion VAN WELEER DE STEM ig ok bij auto's met voorwie- irijving mogelijk is een e besturing te construeren ïchter nog lang niet alle fa len is gelukt. Het wegged- s zonder meer uitstekend, agen ligt zowel op de rechte als in bochten rotsvast. E verdient ook de bedie- die zeer gemakkelijk is. het stuur zitten handels verlichting, richtingaan- ars, ruitewissers (2 snelhe- en -sproeier en voor de ninstalïatie. Vooral de zeer [oudige bediening van het ■armings- en ventilatiesys- 1 verdient lof reeds vanaf begin heeft de bestuurder enkel probleem de gewen- smperatuur op de gewenste tsen te krijgen, wat bij me- automerk bepaald niet het |1 is. 2 vering is stug, maar rede- Icomfortabel, niet het aller- kste punt van de 50. Opmer- pk was dat de remmen een stevige pedaaldruk nodig |jen en dat er zelfs op de •ste 50 geen rembekrachti- laanwezig is (yvel als extra Irijgbaar) Bij- en zitpositie tortreffelijk, de voorstoelen aienen de lof vah de jury, ge- een zeer goede steun met ie zijwaarts en in de lende wat vooral bij lange ritten i belang is. De voorstoelen J voorzien van hoofdsteunen ioorin is de beenruimte ro- j, de hoofdruimte redelijk, Ir achterin is alleen plaats (kleine) kinderen tenzij de luurder bereid is zijn stoel [naar voren te schuiven met ^consequentie een ongemak- •Ike zit achter het stuur. itemslangen en remleiding: deze moeten jaarlijks worden gecontroleerd, de slangen op fcheuren of schuurplekken, de leiding op roest; remslan- |en en -leidingen mogen niet gelakt of met een antiroest- niddel behandeld worden. Semvoerings/remblokjes: lelke 10.000 km moet men de voeringdikte en wielcylin- ders op lekkage laten contro leren. landrem: de slag van de jiandremhefboom kan men zelf controleren; bij lange slag onmiddellijk laten af stellen. leerd helse sportwagens van dit pk te blijven kopen. Geen en- importeur wilde een derge- le verbintenis aangaan zon- j enige zekerheid omtrent de Ikomstige produktie van As- 1 Martin. pe arbeiders hebben niet zo- 1 geluk als de duizenden ar- ders van British Leyland, een Jl grotere Britse automobiel- Iriek, die kortgeleden door de een dreigde te gaan, maar op nippertje gered werd door Jssieve staatstussenkomst, Bat dit bedrijf nu genationali- Ird is. De socialistische regering van Joot-Brittannië kan het zich iter niet veroorloven een line fabriek van rijkeluis- >'s zomaar uit de nood te ■pen. PIET VAN EST MET UNIFOïtM VAN EEN VERPLEEGSTER AAN AFGEVOERD (Van onze sportredactie) FUNAART- Wie de naam Van Est hoort denkt'ongetwijfeld eerst aan „den IJzeren Willem". Het verhaal over zijn dramatische val in de ronde van Frankrijk en de driftig doortikkende Pontiac zal iedereen wel kunnen dromen. Maar de Nederlandse wielrennerij heeft nog een Van Est gekend. Piet, de tien jaar jongere broer van de Wimme, de meesterknecht. Charley Gaul, de engel van het hooggebergte, en Rik van Looy, de rappe Belgische sprinter zullen die naam beslist nog niet vergeten zijn. Want wie Piet van Est in dienst had kon op de nodige steun rekenen. Hij was steeds vooraan te vinden. „Als je knecht bent moet je al les voor je kopman over hebben Woord is woord. En dat hoefde voor mij echt niet zwart op wit te staan. Ik heb zeven maal de Tour de France gereden. Mijn beste klassering was de 22ste plaats Misschien had ik wel hoger kunnen eindigen, maar als knecht moet je niet naar je eigen klassering kijken. De plaats van ie kopman is belangrijker. Ja, ik neb bergen werk verzet. Die etappekoersen lagen me wel. Ik herstelde erg snel van de gedane inspanningen. En dat is in die grote rondes natuurlijk erg be langrijk". Piet van Est begon in 1952 als nieuweling. De prestaties waren niet zo denderend, omdat het werk het niet toestond deze harde sport intensief te bedrij ven. Ook zijn eerste jaar als amateur leverde niet veel suc cessen op. In '54 ging het heel wat beter. Piet van Est won ne gen koersen en schreef boven dien een etappe in Olympia's Toer op zijn naam. Twee jaar la ter zocht hij het wat hogerop. Hij trad toe tot de rijen der on- afhankelijken, een categorie tussen de amateurs en beroeps. Piet van Est: „In dat jaar werd de ronde van Europa verreden. Om voor deelname in aanmer king te komen, moest je tenmin ste onafhankelijk zijn. Toen ik in Chaam de derde plaats pakte, kwam Klaas Buchly naar me toe. Hij vroeg of ik mee wilde Ik had daar wel zin in Maar ik moest dus overstappen naar de onafhaokelijken. In die ronde van Europa die door Joegosla vië, Italië, Oostenrijk, Duits land, Luxemburg en België voerde werd ik elfde in het eind klassement en derde in het pun tenklassement. Het was me vee) meegevallen. Ik werd eigenlijk zomaar zonder enige voorberei ding in die ronde gegooid Ik had nog nooit een berg gezien. En daar moest je dan gelijk maar overheen zien te komen" In '57 begon Piet van Est aan zijn eerste Tour de France Hij was intussen toegetreden tot de Magneetploeg („Voor een fiets, een broek, en een trui"). „In die tijd werd er nog een A- en een B-ploeg geselecteerd Die selec ties werden toegepast na de Dauphiné Libêré. Buchly was toen ploegleider Ik reed erg goed. Werd tweede in het pun tenklassement en bezette in het eindklassement de achtste plaats. En geloof maar dat het een erg zware ronde was" Een jaar later startte de Nelux-ploegin's werelds meest bekende ronde En combinatie van Luxemburgers en Neder landers. Charley Gaul triom feerde „Voor hem heb ik enorm veel werk verzet ledereen reed natuurlijk tegen Gaul Dat is lo gisch. En ik geloof niet dat dat afgesproken werk was. Je pro beert de leiders altijd te pakken Maar dat betekende wel dat ei heel wat keien gedemaneen werd. En iedere keer moesten we er achter aan. Steeds opnieuw aanzetten en maar rijden om de plaats van je kopman veilig t.e stellen. Maar als het gelukt was, was je tevreden en blij Dan telde die vermoeidheid niet meer De mooiste ronde van Frankrijk vond ik overigens die van '60 Er waren toen twee ver schillende ploegen. Ploegen van twaalf en van zeven man Er wa ren ook twee klassementen. Met de Nederlandse équipe hebben we toen dat klassement voor de kleine ploegen gewonnen. Dat gebeurde onder anderen met Geldermans en Wim was er toen ook nog bij. De pijn was niet te harden. Op een gegeven moment viel ik. Ik krabbelde overeind en wilde een jas aan doen. Een paar mensen hebben me opgevangen en naar een cafeetje gebracht. Daar hebben ze me volgegoten met cognac. Ik stond gewoon te schudden van de kou. Ik werd uileindelijk naar het ziekenhuis gebracht. Maar ja de rest was doorgereden en ik had natuur lijk geen kleren gebracht. Ze hebben me toen maar het uni form van een verpleegster aan gedaan en met een ziekenauto ben ik veilig naar het hotel ge bracht Van die zeven keer dat Piet van Est aan de Tour begon, moesi hij twee keer voortijdig het strijdperk verlaten Iets wat hij met tegenzin deed Want af zien kon hij Maar in'59 was een knieblessure hem toch teveel en vijf jaar later werd hij uit de strijd genomen wegens tijdso verschrijding in een etajipe naar Pau Ook in de ronde van Italië werd het hem eens te machtig. „Dal was in '62 Toen reed ik in dienst van Rik van Looy Des- medt vari onze ploeg stond aan de leidingen ik was derde In een etappe ging er een Italiaan aan de haal, die gevaarlijk dichtbij stond Dus wij er achter aan. In die etappe viel ik twee keer Ik lag helemaal open. Maar we henben de zaak nog kunnen kla ren De volgende dag stond ei een bijzondere zware etappe op hel programma Er zaten wel vijf cols in En het was erg koud Wij m ons truitje met korte mouwen aan de start Nou dal hebben we geweten, We warer. op de derde col Er lagen onge veer 15 man aan de leiding Ik had het enorm koud Mijn armen waren wel ingezwachteld maai door de regen was dat allemaal nagegaan Maar de meesten waren toen al over de streep gekomen. En Piet van Est was nergens te zien. Ze dachten toen dat ik kwijt was. Even later kwam ik echter prinsheerlijk in die warme zie kenauto aangereden. Dat was een verschrikkelijke lijdensweg. Ik geloof niet dat er ook maar eentje normaal de meet gepas seerd is. De etappe was ook in gekort In dat jaar zijn er maar 33 renners aangekomen" Knecht zijn betekende na tuurlijk meer dan hard rijden en steeds maar vluchters terug pakken. Fietsen afstaan en wa ter halen behoren eveneens tol zijn werkzaamheden. Ook Piet van Est moest heel wat keren zijn kopmannen van de nodige drank voorzien Maar ook in dergelijke zaken kan men zich gemakkelijk vergissen. „Dat ge beurde eens in Italië. Ik moest voor de ploeg water halen. Nou ik ga een café binnen en zie daar van die kleine flesjes staan. Wal er inzat leek erg veel op water. Ik dacht, dat zal wel goed zijn. Ik mijn nek volgehangen met die flesjes en weer naar de groep ge reden. Toen ik Van Looy gevon den had, overhandigde ik hem één van die flesjes. Hij keek er eens naar en zei: „Piet, als ik dat opdrink ben ik zo zat als een toe ter". Had ik Campari meegeno men. Alles voor niets geweest". Dat Piet van Est echter meer kon dan knecht zijn heeft hij tij dens zijn carrière meerdere ma len bewezen. „In '57 heb ik de ronde van Nederland gewonnen. Toen reed ik als „vrij man". In die ronde reden toch alle grote mee Peter Post, Gerrit Schulte, Rik van Steenbergen en onze Wim. In Breda was er toen een valpartij. Het peleton viel in twee groepen uiteen. Ik zat in de laatste groep. De vedetten wa ren allen in de eerste groep ver zeild geraakt. Alleen Peter Post, die stond toen tweede in het klassement, was bij mij. Gerrit Schulte wachtte Peter Post op. Maar ze konden mijn wiel niet houden. Ik reed zo naar de eerste groep toe Ik ben ook eens als „vrij man" naar de ronde van Catalonië geweest. Die heb ik door domme pech met op mijn naam kunnen schrijven. In de voorlaatste rit - een tijdrit - werd ik door een motor onder steboven gereden. Gebeurt dat niet, dan won ik die ronde, maar ik kon het wel vergeten. In Cata lonië was het trouwens niet zo gemakkelijk We waren er met zijn tweeën naar toegegaan. Ji menez was mijn maat, maar die verdween al vrij vlug van het to neel En dan moet je in je eentje verder Je verstaat die taal niet en meer van die dingen. Dan is het behelpen geblazen". Piet van Est: „Kopman zijn zou mij niet gelegen hebben. Ik kon wel keihard zijn voor mijzelf maar niet voor anderen". FOTO: BEN STEFFEN. reden heb ik wel een etappe ge wonnen. Behalve in de ronde van Frankrijk. Dat is me nooit gelukt. Maar het was niet zo eenvoudig om kopman te wor den. Er waren in die tijd nog niet zoveel sponsors. En ik geloof reik lag. Maar ja dat wist je van tevoren. Je was knecht en ik heb het al gezegd, dan moet je jezelf helemaal wegcijferen". Vergelijkingen trekken tussen vroeger en nu doet Piet van Est vooruit zit, gebeurt het wel eens dat de ander kapot zit. Die zegt dan wel je mag winnen van me. Nou ja kunst. Je mag blij zijn als je aan het wiel kunt blijven. Maar al gauw wordt er dan ge zegd. Die koers is verkocht. Op de baan heeft Piet van Est nooit furore kunnen maken. En dat betreurt hij wel een beetje. „Ik heb wel geprobeerd om er tussen te komen maar dat was bijzonder moeilijk. Schulte en Van Vliet waren de grote man nen. Je kreeg gewoon geen kans. Ik vind dat zij samen met de di recties de' baansport kapot ge maakt hebben. Kijk, als je de jeugd geen kans geeft moet het wel dood gaan. Dal is precies hetzelfde als met een voetbal club. Je mag dan nog zo'n goed elftal hebben, als je geen aan dacht schenkt aan de jeugd krijg je een grote terugval. Dat is toch logisch? Ik vind het wel jammer dat ik het eens niet op de baan mocht proberen. Ik heb in '56 een wedstrijd op de piste gere den. En dat was gelijk de laatste keer ook. Misschien waren de grote mannen wel hang om een- te verliezen van zo'n jong knaai je". Piet van Est heeft er geen spij van dat hij zijn hele carrier' knecht gebleven is. „Misschiei had ik wat meer kunnen berei ken Als vrij man heb ik tens lotte toch het een en ander ge wonnen In alle rondes die ik ge trouwens 'dat ik geen goede kopman geweest zou zijn. Je moet dan ontzettend hard zijn. Dat ben ik wel altijd voor mezelf geweest, maar voor een ander zou ik het nooit zijn. Dat ligt me niet zo Als kopman zou ik evenr goed het vuile werk doen En dat is nou net iets wat je aan je knechten moetoverlaten. Nee, je moet als kopman keihard zijn en die mentaliteit is niet iedereen gegeven. Natuurlijk zijn er wei eens momenten geweest dat, al le voor je eigen kansen zou rij den naam had kunnen maken. Ir ie Dauplune Liberé bijvoorbt "ld Toen reed ik voor Henk vai den Broek. Die viel uit. Om da voor je eigen te kansen gaan rij den is het te laat. Dan heb je a zoveel minuten verspeeld dal een eindzege ver buiten het be niet graag. „Je zult me nooit ho ren zeggen dat ik te vroeg gebo ren ben. En: ze hebben het nu veel gemakkelijker. Dat vind ik onzin. Geloof maar dat er tegenwoordig erg veel van de renners geëist wordt. Natuurlijk is er veel verbeterd. Neem de medische begeleiding. Daar was in mijn tijd nog geen sprake van. Iedere periode heeft uiteraard zijn eigen moeilijkheden. Nee. die vergelijkingen maken zie ik niet zo zitten. Ik heb met Van Looy, Anquetil en Schulte gere len. Maar om te winnen moetei ie allemaal hard, zo hard moge ijk rijden. Dat was in '50 en da is nou nog. Ik heb trouwens ooi nooit meegemaakt dat er eet koers verkocht werd. Geloof mi maar, iedereen wil winnen Kijk, als je met zijn tweeën En om op die vergelijkingen terug te komen. Van Looy en Anquetil waren vedetten. Maar totaal verschillend. Anquetil was pure klasse. Die man had een enorme kracht. Hij reed vaak achter in het peloton. Maar als er vooraan iets gebeurde, ging zijn kop omhoog en dan reed hij er zo naar toe. Hij reed ook vaak in de wind. Dat kon hem niets schelen. Als je bij An quetil aan het wiel zat kon je jezelf altijd goed uit de wind zet- len. Tussen de kant van de weg en hem lag altijd wel een meter. En dan die tijdritten! Voor hem had ik een enorme bewondering. Rik van Looy was weer anders. Een echte vechtersbaas, die -norm tekeer kon gaan. Als hij wat meer tn»t zijn verstand ge reden had, had hij het volgens mij nog heel wat verder kunnen brengen. Maar hij smeet met zijn krachten. Hij had wat zuiniger moeten zijn. Maar ja dat was zijn karakter niet. Hij was im pulsief en ging er altijd keihard tegenaan. Ook voor de knechten kon hij meedogenloos zijn. Maar hij wist ook donders goed dat hij ze niet kon missen". De nu 40-jarige Piet van Est kijkt in ieder geval met tevre denheid terug naar zijn carrière. Al heeft het hem wel erg veel pijn gedaan dat hij de wieler sport vaarwel moest zeggen. „In 1965 ben ik gestopt met wiel rennen. Het jaar daarna heb ik nog wel een licentie aange vraagd en nog veel getraind. Maar van die licentie heb ik nooit gebruik gemaakt. In die tijd was er trouwens niet zoveel meer te verdienen. Er waren bijna geen sponsors meer. Nee het was niet lonend meer. Dat was wel de voornaamste reden dat ik er een punt achter zette. En ik werd een jaartje ouder hé. Nou ja het is voorbij. Maar ik ben blij dat ik ge koerst heb. Het blijft voor mij de meest boeiende sport. En ik heb er wel voordeel van. Ik heb nu een groot bloemboUenbedrijf. Door het slechte weer moest er veel met de hand gebeuren. Het was keihard werken en afzien. Maar dat had ik in de wielrenne rij wel geleerd. We hebben ge lukkig nog alles kunnen red den". En lachend voegt hij er aan toe: „Ik ben nu in ieder geval ook kopman". ROMAIN VAN DAMME

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1975 | | pagina 21