Onbekend
maakt
onbemind
DAGBLAD VOOR ZUIDWEST-NEDERLAND
Golfkampioen
Jaap van Neck
Rijvers bezorgd over toekomst voetbal
Wouwse Plantage
Internaten
(Van onze sportredactie
EINDHOVEN - Neder
land staat (nog) aan de
voetbaltop. Vedetten als
bijvoorbeeld Cruyff, Nees-
kens, Van Hanegem en Van
der Kuylen zijn er de oor
zaak van dat Nederland
zich bij 's werelds besten
kan handhaven. Hun talen
ten op het gebied van crea
tiviteit, improvisatiever
mogen en op het speltech-
nische vlak, staan er garant
voor dat Nederland die po
sitie voorlopig niet zal ver
liezen.
Maar wordt er in Neder
land voldoende aan ge
dacht om deze positie te
behouden? Zijn de jeugd
voetbalopleidingen in ons
tand van zodanige aard,
dat, wanneer de nu spe
lende vedetten niet meer
aanwezig zijn, hun plaat
sen door andere talenten
kunnen worden ingeno
men? Er zijn op zijn zachtst
gezegd voldoende redenen
aanwezig om daar twijfels
over te hebben. Sommige
gezaghebbende figuren in
de Nederlandse voetbalwe
reld zijn zelfs ronduit som
ber over de toekomst van
het Nederlandse betaalde
voetbal. Zij wijzen op de
negatieve ontwikkelingen
die momenteel in ons top
voetbal gaande zijn. De
manier waarop wordt ge
wonnen is niet belangrijk,
slechts de winst telt, voet
bal wordt niet meer be
paald door het spel maar
door de systemen. Dat daar
voor het publiek dikwijls
weinig aantrekkelijks inzit,
wordt geen rekening mee
gehouden.
Deze „over mijn lijk"-
mentaliteit wordt overge-
ent op de jeugd waar ook
steeds meer de nadruk op
systeem en winst wordt ge
legd, dan op spelvreugde.
Een bijzonder kwalijke
ontwikkeling. Italië is er
een voorbeeld van dat een
dergelijke mentaliteit
weinig positiefs voor de
voetbalsport met zich mee
brengt.
Een van de mensen die
wat dat betreft een bijzon
der pessimistische kijk op
de ontwikkeling van de
voetbalsport heeft, is PSV.
trainer Kees Rijvers. Harry
Vermeulen, sprak met htm
over de fouten die momen
teel werden gemaakt en
over de manier waarop het
volgens Rijvers anders en
beter zou kunnen.
hebben. Als het dus een beetje
meezit hebben we daar binnen
niet al te lange tijd een golfter
rein.
Dan kan iedereen gaan golf-
spelen. Je njdter naartoe, huurt
een paar stokken en balletjes en
je kunt aan de slag". Dat aan de
slag gaan betekeent echter niet
dat j e dat ba liet je wel even in dat
gat (doorsnee ongeveer 7 centi
meter) zal slaan. Voor je dat
kunt ben je wel een paar jaartjes
verder. Een volledige perfectie
is volgens Jaap van Neck niet
haalbaar. „Het is een ontzettend
moeilijke sport. Je moet met zo
veel factoren rekening houden.
Daarom heb je ook zo veel ver
schillende stokken. Het is ook
een kwestie van mentaliteit. Als
je bijvoorbeeld weet dat je een
bepaalde slag kunt maken,
wordt het des te moeilijker om
die slag volgens de regels in de
praktijk te brengen. Voor de
Amerikaanse profs hangt van
zo'n slag een fortuin af. Als ze
missen kan dat een slordige
10.000 dollar schelen. Die kerels
verdienen kapitalen. Tenminste
als het topspelers zijn".
Dat dp golfsport gedoemd is
„elitair" te blijven gelooft Jaap
van Neck niet. „Ik heb toevallig
eens een boek gelezen waarinde
opstelling van het Nederlands
voetbalelftal uit 1907 stond. De
keeper was ook een graaf, ter
wijl er nog een heleboel baron
nen in stonden. Dat is tegen
woordig wel wat anders. Ik ben
ervan overtuigd dat het met het
golfen dezelfde kant op zal gaan.
De Nederlandse golffederatie
doet er veel aan om de sport po
pulairder te maken. Vaak wordt
er naar een gemeente gegaan om
te praten over de aanleg van een
golfbaan. Want dat is een van de
grootste oorzaken. Te weinig
banen. Als die banen er zijn zul;
len er heel wat beoefenaren bij
komen. Want het is een erg fijne
sport. Je kunt tegen iedereen
spelen. Als je erg goed bent kun
je best een spannende parh)
tegen een slechtere golfer spe
len. Dat komt door het hanteren
van handicaps. De besten doen
over de 18 holes 72 slagen.
Doe je er bijvoorbeeld 73 sla
gen over heb je handicap 1- "!s
je er 80 slagen over doet heb je
handicap 80-72, is acht. Dat wil
zeggen dat ais je tegen iemana
speelt die beter is, bijvoorbeeW
handicap 1 heeft, je acht slagen
voor hebt. Daarnaast is het een
sport voor jong en oud. Mijnv^'
aer is 70 en speelt nog steens
golf. Hij heeft een conditie waar
je u tegen zegt. Nogmaals, als er
banen genoeg zijn, zal de g°"'
sport enorm groeien".
ROMAIN VAN DAM™1
"MENTALITEIT
IS VERKEERD"
daarnaast spelen op een andere
baan van een club, waarvan je
geen lid bent, dan moet je ge
woon entreegeld (greenfee) be
talen. Maar je moet dan wel lid
zijn van een erkende club".
Het terrein waarop gegolfd
wordt is ongeveer 400 hectare
groot. Op dat terrein moet de
golfer 18 holes passeren. De af
stand tussen deze holes (gaten
waarin het balletje moet) be
draagt 520, 150 of 220-450 me
ter. Naargelang de lengte moet
men met een bepaald aantal sla
gen het balletje in de hole zien te
werken. Voor de langste afstand
bedraagt dat aantal bijvoor
beeld vijf slagen. De plaats van
waaraf de speler het balletje
moet slaan heet tee, de afstand
tussen die plaats en de hole heet
fairway, het gebied rond de hole
heet green. Termen die een leek
met eerbied uitspreekt, maar die
hem verder weinig zeggen.
Spelregels kent het golfen ge
noeg. In ieder geval voldoende
om een boek te vullen. Jaap van
Neck hierover: „Die regels zijn
internationaal vastgelegd. Er is
een Schotse en een Amerikaanse
versie, maar die verschillen
bijna nooit. In het begin zit je
wel tegen al die termen aan te
kijken. Maar dat is met alle'
sporten. Onbekend maakt on
bemind". In Amerika is de golf
sport razend populair. Tiendui
zenden mensen volgen de wed
strijden. Maar ook m Engeland,
Ierland, Zweden, Japan en nog
tal van andere landen wordt de
golfsport gewaardeerd. In die
landen is het heel gewoon dat
iemand na zijn werk een par
tijtje gaat golfen, zoals men hier
vlug een partijtje biljart pleegt
te spelen. Voorwaarde is dan
uiteraard dat er voldoende ba
nen zijn. En dat is in Nederland
nog lang niet het geval. Jaap van
Neck: „In Ierland zijn bijvoor
beeld 200 golfbanen, waarvan
het grootste gedeelte eigendom
van de betreffende gemeente is.
In New York liggen er in de bui
tenwijken tal van golfterreinen.
Dat zijn in feite de Iongen van de
stad. Hier in Nederland zijn er
21 verenigingen. Om te golfen
moet je lid van een club zijn.
Anders kun je het wel vergeten.
Reeds jarenlang probeert de
Nederlandse golffederatie in de
Wouwse Plantage een openbaar
golfterrein van de grond te krij
gen. Maar dat is niet zo eenvou
dig. Bij Wouwse Plantage ligt
een bos dat bijzonder geschikt is
om er een golfterrein aan te leg
gen. Dat bos is erg slecht onder
houden.
Om een bos te behouden moet
er jaarlijks hard aan gewerkt
worden Nou zijn er tal van men
sen die tegen het aanleggen van
die golfbaan zijn. Ze menen dat
het ten koste van de natuur gaat.
Maar op de eerste plaats komt er
in die bossen bijna niemand.
Deels ook omdat het vrijwel on
begaanbaar is Daarnaast moet
er vaak in een bos gekapt wor
den. De Nederlandse Heide
maatschappij draagt daar zorg
voor. Als er namelijk geen bo
men gekapt worden groeit het
bos niet meer Dan sterft het
langzaam af De vlieger van
mensen die tegen bomen kappen
zijn gaat dus ook niet op. Als die
golfbaan daar komt, kun je er
wandelpaden in aanleggen. De
natuur hoeft er echt niet onder
te lijden Ik geloof trouwens dat
Gedeputeerde Staten hun goed
keuring aan dit plan gegeven
STEM
(Van onze sportredactie)
ETTEN-LEUR - Golf spelen is een oude sport. Op prenten
en schilderijen die uit de vijftiende eeuw dateren komen
afbeeldingen voor die opmerkelijk veel overeenkomst met
het huidige golfspel vertonen. Volgens een aantal geschied
kundigen kent deze sport in Nederland zijn oorsprong. Het
kolven, dat tegenwoordig nog in Noord-Holland gespeeld
wordt, zou de grondlegger zijn. Anderen menen echter dat
Schotland de bakermat van deze sport is. Schaapsherders
zouden deze sport voor het eerst gespeeld hebben. Met hun
herdersstokken sloegen ze steentjes naar de schapen die te
ver van de kudde waren afgedwaald. Voor de schapen het
teken naar de kudde terug te keren. Maar hoe het ook zij, de
golfsport is tegenwoordig in tal van landen enorm populair.
In Nederland echter niet. De
massa bekijkt deze sport arg
wanend. Het golfspel draagt nog
steeds het etiket: elite. Immers,
het is een dure sport. Een me
ningdie door Jaap van Neck, een
van Neerlands beste amateur
golfers, fel bestreden wordt.
„Golfspelen is echt niet zo'n
dure sport. Ieder jaar wordt er in
de RAI een Hiswa gehouden.
Een tentoonstelling van allerlei
motor- en zeilboten. De prijzen
variëren van 5000 tot over de
miljoen gulden. Voor het golfen
heb je die bedragen echt niet no
dig. Iemand die begint heeft on
geveer 300 a 400 gulden nodig
om een uitrusting te kopen. Als
je verder gevorderd bent kost
het wat meer. Mijn uitrusting
komt op ongeveer 1300 gulden.
Daar heb je dan veertien stok
ken, een tas, een paraplu, balle
tjes en speciale schoenen voor.
Maar met die stokken doe je wel
tien jaar. De contributie bij een
golfclub ligt rond de 350 gulden
per jaar, inclusief een bijdrage
voor de Nederlandse golffedera
tie".
Lid worden van een golfclub
is geen eenvoudige zaak. Wil je
je aansluiten bij een voetbalclub
is een telefoontje naar de secre
taris meestal voldoende. Wil je
gaan golfen dan moet je iemand
hebben die je bij de desbetref
fende club voordraagt. In golf-
termen voorgehangen geheten.
Je kunt echter van twee clubs lid
zijn, iets wat in de andere spor
ten veelal tot de onmogelijkhe
den behoort. Jaap van Neck, lid
van de Bredase golfclub
Toxandria en lid van de golfclub
Eindhoven: „Of je lid kunt wor
den hangt af van het aantal le
den. Vaak is het zo dat de clubs
volledig voizitten. Dat ieder uur
de banen bezet zijn. Dan heeft
het weinig zin om lid te worden.
Je kunt dan immers niet of bijna
niet spelen. Om dat een beetje te
ondervangen kun je naast het
lidmaatschap van een club ook
nog buitenlid van een andere
vereniging zijn. Dan kun je ook
op de banen van die vereniging
spelen. Je moet dan wel op een
bepaalde afstand van de desbe
treffende club wonen. Wil je
(Van onze sportredactie)
EINDHOVEN - Kees Rijvers,
is niet de eerste de beste in voet
balland. Nadat hij zijn actieve
carrière als voetbalvedette had
beëindigd is de man die een van
Nederlands eerste voetbalprofs rj 1**1
in het buitenland was, in ijl- /JclKClljK
gelijk iemand een gefundeerde
mening heeft over de ontwikke
ling van het voetbal in Neder
land een mening die er overigens
niet om liegt.
tempo naar de top van de Neder
landse trainerswereld gestormd.
Het opvallende bij Rijvers is
dat ondanks de successen als
trainer (eerst bij FC Twente en
nu bij PSV) en het daardoor
werken met voetbalvedetten, hij
het voetbal aan de basis altijd
trouw is gebleven. Met andere
woorden, jeugdvoetbal heeft
zijn grote interesse en dat zal het
altijd blijven hebben. Hij voelt
zich niet te groot om een jeugd
wedstrijd te bezoeken omdat het
hem altijd weer voldoening
geeft om voetballende jeugd be
zig te zien en hij ook wel eens
aankomende talenten wil obser
veren. Hij hecht enorm veel
waarde aan een goede jeugdaf
deling en hij werkt er met zijn
staf bij PSV hard aan om straks
eventueel opengevallen plaat
sen in zijn basisteam aan te vul
len uit eigen gelederen. Hij gaat
namelijk uit van de filosofie dat
de meeste verenigingen in het
betaalde voetbal voldoende ach
terland hebben om als betalende
vereniging recht van bestaan te
hebben. Wanneer de zaken maar
goed worden aangepakt. Het is
niet verwonderlijk dat een der
Rijvers: „In het huidige voet
bal wordt te veel accent op de
zakelijke kant gelegd. „Voetbal
is business", wordt er gepropa
geerd en vanuit dat standpunt
redenerend oordeelt men dat al
les geoorloofd is om tot resultaat
te komen. Ik zelf geloof niet in
deze theorie. Voetbal is voor mij
geen oorlog, zoals sommigen dat
zo fraai kunnen zeggen. Mensen
die dat propageren zijn er op uit
om hun eigen zakken te vullen,
evenals de spelers die er aan
meedoen. Ik kan ze geen onge
lijk geven dat ze van de gelegen
heid gebruik trachten te maken
nu de kans er is, maar de ont
wikkeling van de voetbalsport is
er uiteraard niet mee gediend.
Voor mij is de spelsfeer nog
steeds bepalend. Ook het be
taalde voetbal kan er niet on
deruit dat met het gegeven
sportspel rekening moet worden
gehouden. Als je die factor weg
pakt, blijft er inderdaad alleen
maar business over".
Het kwalijke van deze tendens
vindt Rijvers dat de voetbal-
jeugd, die alles van hun idolen
na-aapt, vergiftigd wordt door
deze ontwikkeling. Ook veel
jeugdleiders, trainers en andere
verantwoordelijke figuren leg
gen volgens hem een mentaliteit
aan de dag, om van te rillen.
„Als je naar jeugdwedstrijden
staat te kijken moet je tot de
conclusie komen dat zeker 80
procent van de jeugdspelers, ook
bij de amateurs, ingesteld zijn
op prestaties. En dat begint al
bij de allerkleinsten. Er zijn
amateurploegen die met jeugd-
elftallen in trainingskamp gaan.
Zoiets is toch waanzinnig. Dat
komt de ontwikkeling van de
voetballer als individu niet ten
goede. En slechts door het indi
vidu een kans te geven, kun je
talenten kweken. Ik geloof maar
in een ding: je moet de jeugd veel
wedstrijden laten spelen, maar
het resultaat moet met het voor
naamste zijn en toch zeker niet
hgt systeem. Laat ze maar zeven
tegen zeven spelen en laat ze
maar goed kennis maken met
balverlies en balbezit. Ze bij
brengen dat er zonder bal ook
kan worden gespeeld, kan ook
geen kwaad, maar om ze op
jeugdige leeftijd reeds met tech-
nisch-organisatorisch voetbal
bekend te maken, hoeft voor mij
niet. Daar is tijd genoeg voor
wanneer ze in een elftal spelen,'
wanneer ze tussen de zestien en
de achttien jaar zijn. Je zou er
overigens van staan te kijken,
hoeveel verantwoordelijke men
sen het jeugdvoetbal tot in het
idiote beleven. Ouders die voet
bal dikwijls belangrijker vinden
dan de studie van hun kinderen.
Ze beseffen daarbij niet dat van
de honderd procent negenenne
gentig procent afvalt. En van
dat ene procent weer een tiende
tot de top gaat behoren. Op zo'n
wankele basis kun je kinderen
toch niet serieus op voetbal gaan
afstemmen".
„Daarom ook ben ik tegen
voetbalintematen. In die insti
tuten wordt de hele aandacht en
manier van leven van een kind
op voetballen geconcentreerd,
met het gevolg dat er veel niet
meer weten wat ze moeten doen
wanneer blijkt dat ze niet tot de
uitverkorenen behoren. Ik wil
daar beslist niet aan meewer
ken. Bij PSV is het zo geregeld
flat wanneer jeugdspelers ach-
terraken met hun studie zij van
een van de jeugdleiders gratis
bijlessen in het clubgebouw
kunnen krijgen. Een voetballer,
ook al is hij prof, moet iets kun
nen. Een hele dag niets doen
brengt hem alleen maar in de ge
legenheid om dingen te doen die
niet geschikt voor hem zijn.
Daarom moet in de jeugdpe
riode een goede basis voor een
verdere sociale ontwikkeling
worden gelegd. En het is voor
een trainer ook gemakkelijker
wanneer hij met mensen te doen
krijgt, die tot iets meer in staat
zijn dan een voetbalopdracht
uitvoeren".
Kees Rijvers ziet overigens
nog wel mogelijkheden om de
ontwikkeling van het voetbal in
goede banen te leiden. Hij is na
melijk van mening dat in zo'n
klein land als het onze, waarin
het voetbal zo intens wordt be
leefd (de KNVB heeft ruim ne
genhonderdduizend actieve le
den), een organisatiestructuur
van de grond moet kunnen ko
men die aan de negatieve ten
dens een halt toeroept. Het
Jeugdplan Nederland staat in de
theorie van Rijvers centraal.
„Allereerst moet ik zeggen dat
een man die zoiets zou willen
doen, in feite een idealistische
idioot moet zijn, want een einde
maken aan de huidige ontwikke
ling en de klok terugdraaien om
weer tot een gezonde situatie te
komen, is uiteraard een erg
moeilijke zaak. Ik denk hierbij
aan iemand die zowel organisa
torisch als administratief met
het hele voetbalbedrijf op de
hoogte is. Zo'n figuur zou direc
teur van het bondsapparaat
moeten worden, met alle oplei
dingen onder zich. Hij zou over
een veel grotere staf dan nu in
Zeist aanwezig is, moeten be
schikken om de jeugdopvang
centraal te begeleiden. Want het
is uiteraard een duidelijke zaak
dat de lijn tot verbetering van
bovenaf gedirigeerd moet wor
den. Clubtrainers zijn alleen
verantwoordelijk voor hun ei
gen gang van zaken, en ze wer
ken uiteraard met hun eigen
ideeën. De KNVB heeft daar ja
renlang als organisatie van
kunnen profiteren, omdat de in
dividuele prestaties van enkelen
tot het aanzien van het huidige
Nederlandse voetbal hebben ge
leid. Maar dat deze KNVB-
functionarissen de zaak goed
zullen uitbouwen, zie ik niet zit
ten. Daarvoor hebben ze te
weinig verstand van voetbalza
ken. Daarom is ook het aanstel
len van zo'n technisch directeur
een grote noodzaak. Want wan
neer het fout gaat, gaat het ook
meestal goed fout. Ik heb dat
zelf in Frankrijk aan den lijve
meegemaakt. Daar is het vanaf
1958 bergafwaarts gegaan en ze
zijn nog niet hersteld van de
klap. In Spanje precies hetzelfde
en in Italië is het al niet veel be
ter gegaan. Ik ben niet bang dat
het Nederlandse voetbal na zo'n
periode zichzelf niet zou overle
ven, maar dan moeten we er toch
op rekenen dat we zo'n tien a
vijftien jaar van het wereldto
neel zullen verdwijnen".
HARRY VERMEULEN