WIJN DRINKEN:
ZOEKEN NAAR
'T ONBEKENDE
.werkeo RIJK WIJNSEIZOEN: OP UW GEZONDHEID!
GUUS LUIJTERS:
Je bent zelf de baas,
als je
een roman schrijft
jwerkers
uit
Beaujolaisprimeur komt 15 november
Wijnprijzen liggen niet ongunstig
B.V.
w
ICUS
urg b.v.
edewerkers
ERNATIONAL
laagste prijs
..r i'
landeling B.V.
Twee bundels
Porno
Hinderlijk
Smaakmaker
Aanrommelen
Druktemakers
Eerlijke mening
BESTAANDS
TEIT
.KAANSE,
CESSOIRÉS?
)P CENTRALE
recht, Holland.
:erdam.
■rland met oase collet*»
reekend.
ZATERDAG 2 NOVEMBER 1974
A VNU Induetrtvgroer
het orderpakket.
urOUCHE (Bourgondië) -
iie mij een Paar jaar gele-
flVenÜ gezegd, dat ik nu
"1 verwoed wijndrinker zou
Sn die had ik vierkant uit-
«elaoheti:. wijn was goed
voor het kerstdiner, voor het
uitbrengen van een toast op
zeldzaam officieel gebeu-
ten. Maar zo voor 's avonds in
het café, Of thuis bij een
boek? Daar dronk je immers
éen lekker pilsje. Zo recht-
S-en-neer, als engeltjespies
over de tong van een ouder
ling.
Ilc denk, eerlijk gezegd,
dat het een kwestie van ge
woonte was. Wijn immers
veronderstelt toch een be-
„aald sfeertje. Er hoeft dan
wel niet altijd een branden
de kaars en een blonde fee
met omfloerste contouren
als decor te dienen, maar
iriin drink je toch niet als
een vluggertje. En, hoewel ik
'mijzelf thans ook reken tot
het groeiend gilde van de
wijndrinkers, smaad ik het
„Hsje allerminst: een goed
vlas bier heeft iets uitbun
digs, iets mateloos om het zo
maar eens te zeggen - ik kan
er dan ook heel wat van
hebben.
Over wijn praat je niet In
die termen. Wijn sla je niet
achterover, daar geniet je
proevend van. Zoals Wina
Born - één van Nederlands
grootste wijnscribenten - dat
op haar manier beschrijft:
„Het allerbelangrijkste blijft
altijd weer het drinken, en
vooral het bewust proeven.
Het gesprek met de wijn.
Zoals een Franse wijnboer
eens zei: „Luister, deze wijn
praat op de toog". Zo mooi
kan ik het niet zeggen, maar
wijn drinken is toch een heel
aparte ervaring.
Een ervaring, die wat mij
betreft, is begonnen met een
vakantie. Een beetje lange
herfstvakantie, waarin eigen
lijk geen vaste bestemming
aan was gegeven. Naar de
Duitse wijnfeesten? Nou nee,
met z'n honderden deinend
achter een tafel met schuim-
wijn ls niet mijn idee van
vakantie. Waarom dan niet
naar Frankrijk Dat deed ik
dan ook: in de auto op weg
naar de zon en de Franse
wijn. We kwamen terecht in
het dal van de Rhóne, waar
de zon niet scheen, maar de
kalkige hellingen wel vol
wijnstokken stonden.
En daar overviel het me.
Dat gevoel van, ja hoe moet
ik dat nu noemen, van een
zekere welgedaanheid. Dat
sfeertje, waarin het niet zó
gek meer is om van de eer
ste dronk van een glas wijn
die veel-overtroken ceremo
nie te maken van ruiken,
rollen, zuigen en uitspugen.
Dat sfeertje waarin je zo
maar lyrisch wordt van een
volle tintelen van de rode
wijn in het kristallen glas.
Een gevoel, waarin ik mezelf
een wijnboer voelde, die
keurend de rulle grond door
de vingers liet kruimelen en
die keuvelend met de plaat
selijke bevoling de stand van
de druiven en de gisting van
de wijn besprak.
Toen ontdekte ik ook, dat
het in de Franse wijnstreken
bol stond van proeflokalen,
waar je even binnen kunt
wippen om de wijn van het
jaar te proeven en die van
vorig jaar en zo je wilt ook
nog die van het jaar daar
voor. Om dan met een paar
flesjes van je keuze weer
weg te gaan. Ik kreeg de
de smaak, ook de inventier-
teit van de ware liefhebher
om iets bijzonders op te dui
ken, een wijntje, dat hoogst-
waarschijnlijk niemand
kent.
Zo kwamen we terecht in
zo'n Frans wegrestaurantje
met wat rechte tafels en
stoelen en een paar chauf
feurs. die stokbrood, pate
van het dorp en de wijn van
het huis nuttigden. Dat
moesten wij natuurlijk ook
hebben. Dit de ongeëtiket
teerde fles kwam een heer
lijk wijntje. Gevraagd of we
die konden kopen. Dat kon,
maar dan moesten we even
de weg af, naar het dorp
tegen de heuvels en daar
konden we de wijn krijgen.
In dat dorp, o zaligheid, was
die wijn. Maar die moesten
we niet nemen ,zei een jonge
boer ons. Hij ging opa wel
eens halen, want die wist in
de hoek van de cave nog wel
iets te staan dat echt bijzon
der was. En dat was het ook;
er moest geproefd worden en
nog eens en nog eens en we
besloten de (prijzige) wijn
aan te schaffen. Maar dat
ging zo maar niet. Het ging
hier om een appellation con-
trolée en de flessen moesten
dus officieel uitgeschreven
worden. Daarvoor ging de
dochter naar de mairerie en
naar de veldwachter. Toen ze
terug was werden de flessen
buitengewoon zorgvuldig
verpakt en werden wij over
stroomd met goede wenken
in het dialect van de streek.
We reden terug naaar huis,
trots als een pauw: wij had
den een wijn die geen mens
in Nederland had.
Overdreven? Dat zal wel,
maar iedere oprechte verza
melaar kent die momenten
van verrukking, waarop hij
ontdekt wat niemand nog
heeft. Ik heb sindsdien wij
nen gedronken, die naar gel
dende maatstaven veel be
ter en rijper en weet-ik-wat-
niet-meer zijn. Maar in mijn
petieterige keldertje liggen
nog wel een paar van die
flessen uit dat dorp. En die
gaan echt alleen maar open
bij een heel bijzondere gele
genheid.
Ik geloof, dat veel van die
aantrekkelijkheden van het
wijn drinken wordt bepaald
door het verhaal achter die
wijn. De m ensen die hem
gemaakt hebben, het dorp
waar ze vandaan komt, de
grond en de zon en de leef
tijd.
Gelukkig voor de wijn
drinkers heeft de wijnhandel
erkend, dat wijn verkopen
meer is dan proberen zoveel
mogelijk flessen over de
toonbank te schuiten en de
kassa te laten rinkelen. Het
produktschap voor de dran
kenhandel heeft sinds enige
jaren een wijnacademie geo
pend. Een groeiend aantal
slijters volgt daar een zware
cursus, waarin juist veel
aandacht wordt besteed aan
die nevenaspecten van het
wijndrinken, waar wordt ge
leerd hoe wijn verkocht
moet worden, waar 225 ver
schillende wijnen worden ge
proefd en van ieder van die
wijn "het verhaal" gekend
moet worden.
En de slijters doen meer.
Ze hebben begrepen, dat de
aantrekkelijkheid van wijn-
niet aan prijs gebonden is.
Wijn drinken immers is een
strikt persoonlijke belevenis
en menigeen, die zijn hart
verpand heeft aan een rela
tief goedkope wijn drinkt de
hoge prijs van de duurdere
wijn er niet vanaf. Daarom
zijn er gelukkig heel wat
betaalbare wijnen, waarover
elders op deze pagina meer
wordt verteld en waarbij
voor iedereen iets is te vinden
Dit verhaal is niet geschre
ven omdat de verenigde
wijnhandelaren mij een selec.
tie van hun beste wijnen
hebben aangeboden in rui)
voor een lief stukje - hoe
wel, ,dat zal de lezer hebben
begrepen, dit artikel hem in
derdaad upl overhalen zijn
drinkgewoonten eens wat
uit te breiden, als dat nog
nodig is. Het is niet meer
dan het vertelsel van een
persoonlijke belevenis, dat
juist in deze "gezellige"
maanden op zijn plaats is.
Deze maanden, waarin de
druiven van de ranken wor
den geplukt, de manden
overlopen in de kuipen, in
talloze kelders in Frankrijk
in Duitsland, in Luxemburg.
In Italië, in Spanje, in Oos
tenrijk, de persen in gang
worden gezet om het vocht
te verzamelen dat zijn spirit
krijgt in de duistere beslo
tenheid van het fust. Om
daarna het leven, als is het
maar een klein beetje dient te
veraangenamen.
HANS LUTZ
jdtwwL
UB SOBWWw
tem
>er jaw;
it «to «visit vin Vertol»,
dt Ntdarlandtt Uitgtvttt-
bedrljvtn HV, Kt oonetm
it o.m. uMotvwtn dfuMnr
vtn «jdtehrifttn, botkt*
m dtgMédtn. I* VNO-
mtntgrotp rijn vrijt*
dnridwrij-icMtiMi
vjm VNU gtbundtld.
iW hMhwMtgrtdp m
lelsleden uit de Installatie
>ezig houdt met de instal-
voor een der technische
BREDA Op 15 november arriveren de eerste vracht
wagens met fusten Beaujolais primeur bij de Nederlandse
wijnkoperijen. Het heeft 'er een hele tijd naar uitgezien dat
de liefhebbers het dit jaar zonder die frisse, fruitige wijn
zouden moeten stellen. Het bijzondere van de Beaujolais
primeur is immers dat ze een laag suikergehalte heeft en
dat het aantal hectaren wijngaarden dat aan de normen
voldoet altijd beperkt is. Dit jaar ligt het suikergehalte in
het algemeen aan de ,hoge kant, zodat er niet al te veel
flessen op de markt zullen komen. Maar de prijzen lijken
redelijk te blijven: rond de zeven gulden en dat is lager
1 daneen jaar geleden,
Wij voor ons vinden het bij
zonder leuk dat er zelfs in
zo'n streek van "gewone" wij
nen - geen beroemde etiketten
met chateaux eei appellations
controlées (waarmee in Ne
derland trouwens nog al eens
gedold wordt) - toch nog erg
veel variëteiten en verschillen
te ontdekken vallen.
Na de Corbières, die stoer
en ruig van karakter zijn, is
dit jaar bijvoorbeeld de aan
zienlijk lichtere Minervois in
de winkels gekomen, vooral
bij de superkruidenier. De
pr jjs is er ook naar voor
minder dan drie gulden heeft
men een lekker lucht wijntje
zonder pretenties, maar zeer
dorstlessend en verkwikkend.
Het gekke is natuurlijk wel dat
deze Minervois een landwijn
is, maar dan van een zuiver
der type dan de "lanidwijnen"
die we in de vijftiger jaren
hier leerde kennen voor nog
geen twee gulden de fles: dat
waren vaak knap uitgevoerde
versnijdingen, waaraan de Al
gerijnse wijn- die nu -in
Frankrijk om politieke motie
ven wordt geweerd niet
vreemd was.
Op versneden wijn-en of "fa-
briekswijnen" wordt nogal eens
neergekeken.
Deze m-erkwijnen ko
men namelijk tegemoet aan de
IDat kan tevens een indicatie
jjijn dat de wijnprijzen over
hele linie dit jaar wat gun-
fcger liggen.De hausse van
je grot»-wijnen, vooral veroor
door Angeisaktische be
leggersinstincten, is voorbij,
l-ll blijft-het een feit dat-men
een göede Bordeaux of
altijd nog wel
Het dubbele kwijt is van het
j dat men éem jaar of
|er ..geleden g^sjrtel-
Kef aardige van de *Neder-
Imdse wijnhandel is da-t hij
zich veel moeite heeft gegeven
j ons toch van betaalbare wij-
ren te voorzien. Dat kon door
wijnen te ontdekken die vroe-
i. ger alleen voor de binnenland-
I se. consumptie in aanmerking
Hamen, in Frankrijk, maar
ook in andere landen. Zo kwa-
twee jaar geleden de eer
ste Languedoc- en Roussillon-
wijnen in de winkels, voor
vier, vijf gulden per fles. De
belangen van de Nederlandse
wijndrinker en de Franse
wijnboer gingen hand in hand.
De laatste zag namelik zijn
kans schoon voor de export te
gaan werken en betere prijzen
te maken dan voordien moge
lijk was. Waarbij moet wor
den aangetekend dat de zorg
die thans aan de Zuidifranse
wijnen wordt besteed even
eens aanzienlijk is vooruitge-
gaan, waardoor ze transportbe-
stêttdiger en kwalitatief con
stanter zijn geworden. Voor ve
le Nederlandse wijnüefheb-
bers hebben de Zuidfranse
wijnen bovendien de aantrek
kelijkheid dat ze zoeter zijn
dan de Bordeaux. Hoewel: de
echte muscaatwijnen, met de
van de Pyreneeën komende
Banyuls als hoogtepunt, ziet
en proeft men hier zelden. Ze
passen meer als dessert- dan
als tafelwdjn.
behoefte van een breed pu
bliek dat voor alles zekerheid
verlangt omtrent smaak, kwa
liteit en prijs. Bij een echte
klasssewijn is dat niet haal
baar omdat dan natuiulijk het
laatste woord spreekt. De
meeste mensen hebben het
geld noch het geduld om zich
zo'n fijnproevers-onderschei-
dingsvermogen aan te neten.
Vandaar dat we best begrij
pen dat een van de grootste
Franse wijnhuizen, Calvet, er
toe is overgegaan vijf stan
daardtypen uit te brengen: een
een rode van het Bordeaux en
een rode van het Bourgogne
type, een witte van het Bor
deaux en een witte van het
Loire-type en een rosé. Deze
vijf melan-ges worden tegen
een uniforme prijs verkocht:
f 5,75 per fles. De importeur
verklapte ons dat Calvet over
schotten va-n "appellations"
opkoopt en die aanvult met
wijnen uit het aangrenzende
gebied.
Wie tegen beseheiden prij
zen zich toch de illusie van
een originele wijnkelder wil
verschaffen moet eens in con
tact treden met de heren Auke
Piek en Wim Nugteren te
Amsterdam. Afkomstig van de
aloude Jacobus Boelen stichtten
zij twee jaar geleden him ei
gen wijnkoperij P. en N.
Ze brengen een compacte
wijnkaart uit, waarin de Mi
nervois als goedkoopste voor
f 3,2-5 staat genoteerd en de
Chateau Gravet een Saint-
Emilion, met elf gulden als de
duurste. Daartussen een uiter
mate breed gamma aan sma
ken en soorten, waarv-an met
name de Caihors (f 4,80) aan
beveling verdient. Men vertelt
dat deze legendarische wijn
werd gebruikt om Bordeaux te
versterken en wie deze „zwar
te wijn" eens heeft geproefd
is geneigd aan dit verhaal ge-
loof'te hechten.
Hoewel de Franse wijn al
tijd wel de eerste plaats o e
tong en tegen het verhemelte
zal blijven innemen, is een
zekere opmars van wijnen uit
andere landen onmiskenbaar.
Zo is men bij André Kerstens
in Tilburg erg verrukt van de
jongste Hongaarse import en
niet ten onrechte voor wie
eens wat anders wil proeven.
Maar Kerstens herontdekte in
Frankrijk zow-el de wijnen
van Gailla-c als van de Tarn,
een karaktervolle rode met
een fijn bouquet naast een ge
makkelijk drinkbare rosé.
De buren van André Ker
stens, de firma Voll-aers Man-
dos, lieten ons kennismaken
met een frisse Portugese rosé,
terwijl het aloude huis Reueh-
lin het eens met een licht
Italda-antje probeert, dat zekér
bij vele dames zal aanslaan.
De naam: Sangiovese di Ro-
magna, een droge rode die het
vooral bij wat kruidige scho
tels goed zal doen.
Het belooft dus een rijk
wijnseizoen te worden. Op
uw gezondheid!
JOOP BARTMAN
itieve projektbebsndeiing
jn iemand met een oplei-
igbouw). Leeftijd 20 - 24
ing personeelszaken van
1975 verplaatst naar Prin-
B.V. zijn zelfstandig ope
en binnen de Verenigde
West-Brabant en Zeeland
:a. 60 miljoen omgezet tn
louwproces, te weten een
rodukt in een zeer sneri®
bereikt door een g
Irakke organisatie v0
t, alsmede via een g
iheel in een nauw team
ende omzet, vandaar de
ewerkers aan te
trekken
■LT.S.-niveau, bekend I
lanningteehnieken 8
als organisatie-ass'stenT'
•ten aan de Direkfie
35 te Goirle.
ET een cassetterecorder in de ene en een fles jenever („dat praat gemakkelijker") in de andere
hand, sta ik wat onwennig te draaien in de huiskamer van de boerderij van de schrijver Guus
Luijters. Als ik de verwilderde tuin inkijk wordt me duidelijk dat de omschrijving die Luijters van zich
zelf geeft in zijn tweede verhalenbundel lang niet opgaat. Hij is niet de grotestadsjongen die zich loopt
i te stellen op het platteland, maar een aardige man die bovendien razend knap kan schrijven. Zo
I juist verscheen zijn nieuwste roman Het Bederf, reden om er een dagje Oudesluis van te maken.
P de zolder boven de
j|J huiskamer vertelt
|\J Luijters hoe hij in de
literatuur verzeild is
geraakt. „Eigenlijk ben
opgegroeid met de vijfti-
"'ts,Campert, Claus, nou ja,
lekent ze. Toen ik een jaar
d veertien was las ik voor
eerst De Avonden, wat
11 verpletterende indruk
j (P«ie maakte".
-In die tijd schreef ik sta-
verhalen over Frits van
wersöguren die altijd som-
°aa[, ''et plafond lagen te
Hl?; Ik kwam op de Lely-
J? toecht, een school woar
19, "jks mocht, er heer
een ijzeren discipline,
*rwets dus. Ik heb er
ral „jjL'Wmenen van, dat
«looitmeer over".
kii IS11 eerste verhalen-
KijS Ctcus Melancholia be-
ii„dit ook. Maar na een
Ifc &ing ik naar het\
7 m en dat was
Itü ?n s'uk anders. Alles
hij een .frotere vvij"
Ib'mliL melden, feesten
heimwee denk ik er
I ''tens
oun terug. In het
Van '63 moest ik
en kreeg ik een vaan-
'K p, - e Een boek lézen
Itis b!ldle hjd niet bij, het
|h en, vervelen, zui-.
Jüjb v^gneiü die nauwe-
Ut «.Jï^hrijven is- heb
IPaljffhbeerd in het verhaal
'Üicipi,. i n Die sfeer in zo'n
tote ,-kantine, bla bla en
"els. Afsctfuwelijk.
liit?®. "vercompleetheid heb
litnjl kunnen stappen. Na
UtieflS8 ik studeren, eerst
_|li(, m?. en daarna pedago-
'kter besefte ik dat
'éi Vee' leuker was en
- hu acuut met stude-
1 Ntr Met °-a. Rogier
6n Wim Noordhoek
heb ik het Groot Gedenkboek
van de Jaren Vijftig samenge
steld, dat was in de begintijd
van Thomas Rap. En ik werd
redacteur van Propria Cures.
Uit die PC groep is een aantal
schrijvers naar voren geko
men, dat zioh 'niet als groep
heeft gepresenteerd, maar toch
veel overeenkomsten met elk
aar heeft. Proberen te schrij
ven in goed leesbaar Neder
lands, niet experimenteren
met de vorm en zeker niet zo
geëngageerd als Vogelaar. We
schopten noga] tegen de Nieu
we Wartaal van Vogelaar
(Wauwelaar) en Hamelink en
ik geloof dat dat toch het ein
de van die stroming heeft ver
sneld".
Twee bundels heeft Luijters
aan die PC-periode overgehou
den Circus Melancholia, ver
halen en De Scherven van de
Slijter, schetsen. Luijters
„Het verschil tussen een ver
haal en een sohets kan ik wel
eenvoudig uitleggen. In een
verhaal gebeurt er iets met de
hoofdpersoon, zijn optiek op
de wereld is aan het einde
veranderd. In een schets blijft
alles hetzelfde, er is geen' ka
rakterontwikkeling. Van de
schets ben ik via het yerhaal
tot een roman gekomen, zo
zou je de ontwikkeling in
mijn werk kunnen zien".
Zijn roman Het Bederf is in
feite een literaire pornoroman.
Hoofdfiguur is de labiele, ste
vig aan de drank geraakte,
niet studerende student Arie,
een door sex geobsedeerde
midden twintiger. Hij zoekt
een plaatsvervanger voor zijn
overleden jeugdvriend Fred,
die hij probeert te vinden in
relaties met vrouwen en man
nen. Luijters: „Arie is geen
pornoheid waarbij alles lukt.
Het gaat om zijn gespleten
heid, tegenover vrouwen ge.
draagt hij zich sadistisch en
tegenover mannen masochis
tisch. De gewone pornolezer
interessert zoiets natuurlijk
geen lor. Mijn roman is lite
rair, de porno-elementen, die er
ook wel inzitten, komen er
alleen uit tijdens Arie's dro
men. Het is een sexroman
waar niemand opgewonden
van kan raken, de vrouwen
zijn meestal erg lelijk iets
wat in een sexroman nooit
voorkomt. Mijn roman is fel
realistisch een prachtwoord
niet, en geen parodie op het
pornogenre. Personen worden
geïntroduceerd en binnen en
kele pagina's weggeschreven
als ze niet meer belangrijk
zijn voor de ontwikkeling van
de hoofdpersoon. Dat is het
aardige van een roman schrij
ven, je benit zlf de baas".
Het snel wegschrijven van optre
dende personen kan soms hin
derlijk zijn. Je krijgt namelijk
het idee dat Arie leeft in een
wereld van vage typetjes, die
niet uit de verf komen. De
keerzijde is dat er in de ro
man een aantal „witte plek
ken" voorkomt, die de lezer
zelf in moet vullen. Heb je
met de eerste romans van
Hermans en Wolkers te maken
met pasklare, afgeronde gehe
len, met Het Bederf wordt er
iets meer van de lezer ver
langd. In enkele regels wordt
de verhouding tussen Arie en
zijn vrouw Wanda treffend
beschreven: „De ochtenden.
Wanda die zich aankleedde en
de deur achter zich dichtsloeg.
Arie die opgelucht ademhaalde
als ze weg was en de ruzie
achter hem lag. Zijn antwoor
den die steeds onverstaanbaar
der werden, gemompel, „ik
weet het niet", schouders op
halen, terwijl er achter zijn
tanden hele monologen ruis
ten, eindeloze zinnen, die haar
vlees openreten, haar wangen
deden ^plijten, haar borsten
scheurden, haar tanden een
voor een lieten uitvallen,
prachtig".
Guus Luijters is momenteel
bezig met een verhaal bij ero
tische prenten uit Après la
Victoire en samen met Henk
Spaan werkt hij aan twee kin
derboeken: De avonturen van
twee voetballers. Binnenkort
komt er een' Lp. uit met num
mers van hem en Spaan door
de onbekende groep Plons:
Als treinen niet vertrekken,
Als treinen niet vertrekken,
Het Parool schrijft Luijters
nagenoeg elke week een lite
raire kroniek. Luijters: „De
functie van de kritiek komt
hierop neer. Neem B. J. Berti-
na, de filmcriticus. Zijn
smaak staat diametraal tegen_
over de mijne. Schrijft hij
over een film, dat het een
meesterwerk is, dan ben ik de
bioscoop niet in te slaan. Lees
ik bij hem over een beroerde
film dan sta ik bij wijze van
spreken op hetzelfde moment
al een kaartje aan de kassa te
kopen. Hetzelfde geldt voor de
literaire kritiek. Je hoopt dat
mensen vier keer een boek
kopen, omdat je het lovend
hebt besproken. Als die men
sen zich niet bekocht voelen
zeggen ze, kijk, wat die Luij
ters zegt, daar heb ik iets aan.
Je bent dus een soort smaak
maker. Want op welke infor
matie moet een lezer afgaan?
De informatie van de uitge
verijen is volstrekt onbe
trouwbaar als je hen moet
geloven dan is het ene boek
dat ze uitgeven nog prachtiger
dan het andere. En gewone
mensen hebben niet de tijd
om op hun vrije zaterdagmid
dag al de nieuw verschenen
troep bij een boekhandelaar te
gaain bekijken. Ze gaan liever
iets leuks doen met hun
vrouw, en geef ze eens onge
lijk".
Ik: „Kun je zeggen dat er
twee soorten critici zijn, de
serieuze en degenen die éh..."
Luijters: „Ja, die maar wat
aanrommelen, daar hoor ik
duidelijk bij. Met de eerste
groep doel je op de beroeps
critici. Zij kunnen werkelijk
niets anders dan dat. K.L. Poll
is gedoemd om zijn hele leven
stukken over boeken te schrij
ven. Uit die hoek hoorde ik
laatst de opmerking dat het
boek niets is zonder criticus.
Kij'k, een boek zonder lezers,
dat is niks, daar kan ik in
meevoelen. Maar dat een boek
niks is zonder criticus, dat is
onzin. Neem de Geisha van
Theo Kars, gewoon doodge
zwegen en het verkoopt uit
stekend. Als je zeven keer
over een boek van dezelfde
uitgever schrijft dat je je een
waaineus hebt gelachen om
de flauwekul die hij nu weer
heeft uitgegeven, dan wordt er
snel gezegd je aan het
sollen en het aanrommelen
bent. Toch sta ik serieus tegen
over boeken en ik probeer
altijd eerlijk te zeggen wat ik
ervan vind. Je gaat niet met
opzet elkaar onder de grond
spitten, dat gelooft toch nie
mand".
Ik: „Vriendjespolitiek?"
Luijters: „Ha, altijd het
leukste gedeelte van een in
tervieuw. De schrijvers die ik
goed vind, noem maar op,
Vervoort, Kars, Mensje van
Keulen, Plomp, Spaan, Dorre-
stijn, Jan Kal, Kooyman, ja, er
zijn mensen bij die je kent. Je
krijgt vrienden onder schrij
vers. Als ik nu een stukje ga
schrijven over de nieuwe lp Van
Hans Dorrestijn, Bofkont, een
Lp. die ik al kapotgedraaid
heb, dan kraaien ze onmiddel
lijk dat het vriendjespolitiek
is. Het zijn altijd de drukte
makers die zelf nog geen en
kel goedlopend boek hebben
afgeleverd en zelden aan de
iintegriteit van zichzelf twijfe
len. Er worden de meest aper
te onwaarheden over je ver
teld en gezeurd over een Luij-
ters-imaffia die uiteraard niet
Guus Luijters en zijn dochtertje Saartje.
(Foto; Lon van Keulen)
bestaat. Critici kennen elkaar
niet, laat staan dat ze elkaar
opbellsn om af te spreker,
welk boek ze nu weer de
grond in zullen boren. Vergeet
het maar.
Ik heb e^n tijd geleden di
roman van Habakuk de Bal-
ker, een lijvig boek van zo
veel honderd pagina's dat
Godlof nog Zwijg heet ook,
gekraakt omdat ik er geen
touw aan vast kon knopen.
Maar even zo vrolijk begin ik
weer met frisse moed aan zijn
nieuwe roman. In vriendjespo
litiek geloof ik niet, je geeft
alleen maar je eerlijke mening"
Even later rijden we op de
fiets langs de dijk naar het
café van Oudesluis. „Weet je
wat nou zo aardig is", zegt
Guus Luijters, „de mensen
hier zijn normaal en altijd
even vriendelijk. Geen haat en
nijd, geen intriges. Ik lees lie
ver het gestencilde buurtblad
dan, laten we zeggen, de Revi
sor. Dit is pas het echte leven,
ik zou het voor geen goud
willen missen".
JOHAN DIEPSTRATEN