WIJN DRINKEN: ZOEKEN NAAR 'T ONBEKENDE .werkeo RIJK WIJNSEIZOEN: OP UW GEZONDHEID! GUUS LUIJTERS: Je bent zelf de baas, als je een roman schrijft jwerkers uit Beaujolaisprimeur komt 15 november Wijnprijzen liggen niet ongunstig B.V. w ICUS urg b.v. edewerkers ERNATIONAL laagste prijs ..r i' landeling B.V. Twee bundels Porno Hinderlijk Smaakmaker Aanrommelen Druktemakers Eerlijke mening BESTAANDS TEIT .KAANSE, CESSOIRÉS? )P CENTRALE recht, Holland. :erdam. ■rland met oase collet*» reekend. ZATERDAG 2 NOVEMBER 1974 A VNU Induetrtvgroer het orderpakket. urOUCHE (Bourgondië) - iie mij een Paar jaar gele- flVenÜ gezegd, dat ik nu "1 verwoed wijndrinker zou Sn die had ik vierkant uit- «elaoheti:. wijn was goed voor het kerstdiner, voor het uitbrengen van een toast op zeldzaam officieel gebeu- ten. Maar zo voor 's avonds in het café, Of thuis bij een boek? Daar dronk je immers éen lekker pilsje. Zo recht- S-en-neer, als engeltjespies over de tong van een ouder ling. Ilc denk, eerlijk gezegd, dat het een kwestie van ge woonte was. Wijn immers veronderstelt toch een be- „aald sfeertje. Er hoeft dan wel niet altijd een branden de kaars en een blonde fee met omfloerste contouren als decor te dienen, maar iriin drink je toch niet als een vluggertje. En, hoewel ik 'mijzelf thans ook reken tot het groeiend gilde van de wijndrinkers, smaad ik het „Hsje allerminst: een goed vlas bier heeft iets uitbun digs, iets mateloos om het zo maar eens te zeggen - ik kan er dan ook heel wat van hebben. Over wijn praat je niet In die termen. Wijn sla je niet achterover, daar geniet je proevend van. Zoals Wina Born - één van Nederlands grootste wijnscribenten - dat op haar manier beschrijft: „Het allerbelangrijkste blijft altijd weer het drinken, en vooral het bewust proeven. Het gesprek met de wijn. Zoals een Franse wijnboer eens zei: „Luister, deze wijn praat op de toog". Zo mooi kan ik het niet zeggen, maar wijn drinken is toch een heel aparte ervaring. Een ervaring, die wat mij betreft, is begonnen met een vakantie. Een beetje lange herfstvakantie, waarin eigen lijk geen vaste bestemming aan was gegeven. Naar de Duitse wijnfeesten? Nou nee, met z'n honderden deinend achter een tafel met schuim- wijn ls niet mijn idee van vakantie. Waarom dan niet naar Frankrijk Dat deed ik dan ook: in de auto op weg naar de zon en de Franse wijn. We kwamen terecht in het dal van de Rhóne, waar de zon niet scheen, maar de kalkige hellingen wel vol wijnstokken stonden. En daar overviel het me. Dat gevoel van, ja hoe moet ik dat nu noemen, van een zekere welgedaanheid. Dat sfeertje, waarin het niet zó gek meer is om van de eer ste dronk van een glas wijn die veel-overtroken ceremo nie te maken van ruiken, rollen, zuigen en uitspugen. Dat sfeertje waarin je zo maar lyrisch wordt van een volle tintelen van de rode wijn in het kristallen glas. Een gevoel, waarin ik mezelf een wijnboer voelde, die keurend de rulle grond door de vingers liet kruimelen en die keuvelend met de plaat selijke bevoling de stand van de druiven en de gisting van de wijn besprak. Toen ontdekte ik ook, dat het in de Franse wijnstreken bol stond van proeflokalen, waar je even binnen kunt wippen om de wijn van het jaar te proeven en die van vorig jaar en zo je wilt ook nog die van het jaar daar voor. Om dan met een paar flesjes van je keuze weer weg te gaan. Ik kreeg de de smaak, ook de inventier- teit van de ware liefhebher om iets bijzonders op te dui ken, een wijntje, dat hoogst- waarschijnlijk niemand kent. Zo kwamen we terecht in zo'n Frans wegrestaurantje met wat rechte tafels en stoelen en een paar chauf feurs. die stokbrood, pate van het dorp en de wijn van het huis nuttigden. Dat moesten wij natuurlijk ook hebben. Dit de ongeëtiket teerde fles kwam een heer lijk wijntje. Gevraagd of we die konden kopen. Dat kon, maar dan moesten we even de weg af, naar het dorp tegen de heuvels en daar konden we de wijn krijgen. In dat dorp, o zaligheid, was die wijn. Maar die moesten we niet nemen ,zei een jonge boer ons. Hij ging opa wel eens halen, want die wist in de hoek van de cave nog wel iets te staan dat echt bijzon der was. En dat was het ook; er moest geproefd worden en nog eens en nog eens en we besloten de (prijzige) wijn aan te schaffen. Maar dat ging zo maar niet. Het ging hier om een appellation con- trolée en de flessen moesten dus officieel uitgeschreven worden. Daarvoor ging de dochter naar de mairerie en naar de veldwachter. Toen ze terug was werden de flessen buitengewoon zorgvuldig verpakt en werden wij over stroomd met goede wenken in het dialect van de streek. We reden terug naaar huis, trots als een pauw: wij had den een wijn die geen mens in Nederland had. Overdreven? Dat zal wel, maar iedere oprechte verza melaar kent die momenten van verrukking, waarop hij ontdekt wat niemand nog heeft. Ik heb sindsdien wij nen gedronken, die naar gel dende maatstaven veel be ter en rijper en weet-ik-wat- niet-meer zijn. Maar in mijn petieterige keldertje liggen nog wel een paar van die flessen uit dat dorp. En die gaan echt alleen maar open bij een heel bijzondere gele genheid. Ik geloof, dat veel van die aantrekkelijkheden van het wijn drinken wordt bepaald door het verhaal achter die wijn. De m ensen die hem gemaakt hebben, het dorp waar ze vandaan komt, de grond en de zon en de leef tijd. Gelukkig voor de wijn drinkers heeft de wijnhandel erkend, dat wijn verkopen meer is dan proberen zoveel mogelijk flessen over de toonbank te schuiten en de kassa te laten rinkelen. Het produktschap voor de dran kenhandel heeft sinds enige jaren een wijnacademie geo pend. Een groeiend aantal slijters volgt daar een zware cursus, waarin juist veel aandacht wordt besteed aan die nevenaspecten van het wijndrinken, waar wordt ge leerd hoe wijn verkocht moet worden, waar 225 ver schillende wijnen worden ge proefd en van ieder van die wijn "het verhaal" gekend moet worden. En de slijters doen meer. Ze hebben begrepen, dat de aantrekkelijkheid van wijn- niet aan prijs gebonden is. Wijn drinken immers is een strikt persoonlijke belevenis en menigeen, die zijn hart verpand heeft aan een rela tief goedkope wijn drinkt de hoge prijs van de duurdere wijn er niet vanaf. Daarom zijn er gelukkig heel wat betaalbare wijnen, waarover elders op deze pagina meer wordt verteld en waarbij voor iedereen iets is te vinden Dit verhaal is niet geschre ven omdat de verenigde wijnhandelaren mij een selec. tie van hun beste wijnen hebben aangeboden in rui) voor een lief stukje - hoe wel, ,dat zal de lezer hebben begrepen, dit artikel hem in derdaad upl overhalen zijn drinkgewoonten eens wat uit te breiden, als dat nog nodig is. Het is niet meer dan het vertelsel van een persoonlijke belevenis, dat juist in deze "gezellige" maanden op zijn plaats is. Deze maanden, waarin de druiven van de ranken wor den geplukt, de manden overlopen in de kuipen, in talloze kelders in Frankrijk in Duitsland, in Luxemburg. In Italië, in Spanje, in Oos tenrijk, de persen in gang worden gezet om het vocht te verzamelen dat zijn spirit krijgt in de duistere beslo tenheid van het fust. Om daarna het leven, als is het maar een klein beetje dient te veraangenamen. HANS LUTZ jdtwwL UB SOBWWw tem >er jaw; it «to «visit vin Vertol», dt Ntdarlandtt Uitgtvttt- bedrljvtn HV, Kt oonetm it o.m. uMotvwtn dfuMnr vtn «jdtehrifttn, botkt* m dtgMédtn. I* VNO- mtntgrotp rijn vrijt* dnridwrij-icMtiMi vjm VNU gtbundtld. iW hMhwMtgrtdp m lelsleden uit de Installatie >ezig houdt met de instal- voor een der technische BREDA Op 15 november arriveren de eerste vracht wagens met fusten Beaujolais primeur bij de Nederlandse wijnkoperijen. Het heeft 'er een hele tijd naar uitgezien dat de liefhebbers het dit jaar zonder die frisse, fruitige wijn zouden moeten stellen. Het bijzondere van de Beaujolais primeur is immers dat ze een laag suikergehalte heeft en dat het aantal hectaren wijngaarden dat aan de normen voldoet altijd beperkt is. Dit jaar ligt het suikergehalte in het algemeen aan de ,hoge kant, zodat er niet al te veel flessen op de markt zullen komen. Maar de prijzen lijken redelijk te blijven: rond de zeven gulden en dat is lager 1 daneen jaar geleden, Wij voor ons vinden het bij zonder leuk dat er zelfs in zo'n streek van "gewone" wij nen - geen beroemde etiketten met chateaux eei appellations controlées (waarmee in Ne derland trouwens nog al eens gedold wordt) - toch nog erg veel variëteiten en verschillen te ontdekken vallen. Na de Corbières, die stoer en ruig van karakter zijn, is dit jaar bijvoorbeeld de aan zienlijk lichtere Minervois in de winkels gekomen, vooral bij de superkruidenier. De pr jjs is er ook naar voor minder dan drie gulden heeft men een lekker lucht wijntje zonder pretenties, maar zeer dorstlessend en verkwikkend. Het gekke is natuurlijk wel dat deze Minervois een landwijn is, maar dan van een zuiver der type dan de "lanidwijnen" die we in de vijftiger jaren hier leerde kennen voor nog geen twee gulden de fles: dat waren vaak knap uitgevoerde versnijdingen, waaraan de Al gerijnse wijn- die nu -in Frankrijk om politieke motie ven wordt geweerd niet vreemd was. Op versneden wijn-en of "fa- briekswijnen" wordt nogal eens neergekeken. Deze m-erkwijnen ko men namelijk tegemoet aan de IDat kan tevens een indicatie jjijn dat de wijnprijzen over hele linie dit jaar wat gun- fcger liggen.De hausse van je grot»-wijnen, vooral veroor door Angeisaktische be leggersinstincten, is voorbij, l-ll blijft-het een feit dat-men een göede Bordeaux of altijd nog wel Het dubbele kwijt is van het j dat men éem jaar of |er ..geleden g^sjrtel- Kef aardige van de *Neder- Imdse wijnhandel is da-t hij zich veel moeite heeft gegeven j ons toch van betaalbare wij- ren te voorzien. Dat kon door wijnen te ontdekken die vroe- i. ger alleen voor de binnenland- I se. consumptie in aanmerking Hamen, in Frankrijk, maar ook in andere landen. Zo kwa- twee jaar geleden de eer ste Languedoc- en Roussillon- wijnen in de winkels, voor vier, vijf gulden per fles. De belangen van de Nederlandse wijndrinker en de Franse wijnboer gingen hand in hand. De laatste zag namelik zijn kans schoon voor de export te gaan werken en betere prijzen te maken dan voordien moge lijk was. Waarbij moet wor den aangetekend dat de zorg die thans aan de Zuidifranse wijnen wordt besteed even eens aanzienlijk is vooruitge- gaan, waardoor ze transportbe- stêttdiger en kwalitatief con stanter zijn geworden. Voor ve le Nederlandse wijnüefheb- bers hebben de Zuidfranse wijnen bovendien de aantrek kelijkheid dat ze zoeter zijn dan de Bordeaux. Hoewel: de echte muscaatwijnen, met de van de Pyreneeën komende Banyuls als hoogtepunt, ziet en proeft men hier zelden. Ze passen meer als dessert- dan als tafelwdjn. behoefte van een breed pu bliek dat voor alles zekerheid verlangt omtrent smaak, kwa liteit en prijs. Bij een echte klasssewijn is dat niet haal baar omdat dan natuiulijk het laatste woord spreekt. De meeste mensen hebben het geld noch het geduld om zich zo'n fijnproevers-onderschei- dingsvermogen aan te neten. Vandaar dat we best begrij pen dat een van de grootste Franse wijnhuizen, Calvet, er toe is overgegaan vijf stan daardtypen uit te brengen: een een rode van het Bordeaux en een rode van het Bourgogne type, een witte van het Bor deaux en een witte van het Loire-type en een rosé. Deze vijf melan-ges worden tegen een uniforme prijs verkocht: f 5,75 per fles. De importeur verklapte ons dat Calvet over schotten va-n "appellations" opkoopt en die aanvult met wijnen uit het aangrenzende gebied. Wie tegen beseheiden prij zen zich toch de illusie van een originele wijnkelder wil verschaffen moet eens in con tact treden met de heren Auke Piek en Wim Nugteren te Amsterdam. Afkomstig van de aloude Jacobus Boelen stichtten zij twee jaar geleden him ei gen wijnkoperij P. en N. Ze brengen een compacte wijnkaart uit, waarin de Mi nervois als goedkoopste voor f 3,2-5 staat genoteerd en de Chateau Gravet een Saint- Emilion, met elf gulden als de duurste. Daartussen een uiter mate breed gamma aan sma ken en soorten, waarv-an met name de Caihors (f 4,80) aan beveling verdient. Men vertelt dat deze legendarische wijn werd gebruikt om Bordeaux te versterken en wie deze „zwar te wijn" eens heeft geproefd is geneigd aan dit verhaal ge- loof'te hechten. Hoewel de Franse wijn al tijd wel de eerste plaats o e tong en tegen het verhemelte zal blijven innemen, is een zekere opmars van wijnen uit andere landen onmiskenbaar. Zo is men bij André Kerstens in Tilburg erg verrukt van de jongste Hongaarse import en niet ten onrechte voor wie eens wat anders wil proeven. Maar Kerstens herontdekte in Frankrijk zow-el de wijnen van Gailla-c als van de Tarn, een karaktervolle rode met een fijn bouquet naast een ge makkelijk drinkbare rosé. De buren van André Ker stens, de firma Voll-aers Man- dos, lieten ons kennismaken met een frisse Portugese rosé, terwijl het aloude huis Reueh- lin het eens met een licht Italda-antje probeert, dat zekér bij vele dames zal aanslaan. De naam: Sangiovese di Ro- magna, een droge rode die het vooral bij wat kruidige scho tels goed zal doen. Het belooft dus een rijk wijnseizoen te worden. Op uw gezondheid! JOOP BARTMAN itieve projektbebsndeiing jn iemand met een oplei- igbouw). Leeftijd 20 - 24 ing personeelszaken van 1975 verplaatst naar Prin- B.V. zijn zelfstandig ope en binnen de Verenigde West-Brabant en Zeeland :a. 60 miljoen omgezet tn louwproces, te weten een rodukt in een zeer sneri® bereikt door een g Irakke organisatie v0 t, alsmede via een g iheel in een nauw team ende omzet, vandaar de ewerkers aan te trekken ■LT.S.-niveau, bekend I lanningteehnieken 8 als organisatie-ass'stenT' •ten aan de Direkfie 35 te Goirle. ET een cassetterecorder in de ene en een fles jenever („dat praat gemakkelijker") in de andere hand, sta ik wat onwennig te draaien in de huiskamer van de boerderij van de schrijver Guus Luijters. Als ik de verwilderde tuin inkijk wordt me duidelijk dat de omschrijving die Luijters van zich zelf geeft in zijn tweede verhalenbundel lang niet opgaat. Hij is niet de grotestadsjongen die zich loopt i te stellen op het platteland, maar een aardige man die bovendien razend knap kan schrijven. Zo I juist verscheen zijn nieuwste roman Het Bederf, reden om er een dagje Oudesluis van te maken. P de zolder boven de j|J huiskamer vertelt |\J Luijters hoe hij in de literatuur verzeild is geraakt. „Eigenlijk ben opgegroeid met de vijfti- "'ts,Campert, Claus, nou ja, lekent ze. Toen ik een jaar d veertien was las ik voor eerst De Avonden, wat 11 verpletterende indruk j (P«ie maakte". -In die tijd schreef ik sta- verhalen over Frits van wersöguren die altijd som- °aa[, ''et plafond lagen te Hl?; Ik kwam op de Lely- J? toecht, een school woar 19, "jks mocht, er heer een ijzeren discipline, *rwets dus. Ik heb er ral „jjL'Wmenen van, dat «looitmeer over". kii IS11 eerste verhalen- KijS Ctcus Melancholia be- ii„dit ook. Maar na een Ifc &ing ik naar het\ 7 m en dat was Itü ?n s'uk anders. Alles hij een .frotere vvij" Ib'mliL melden, feesten heimwee denk ik er I ''tens oun terug. In het Van '63 moest ik en kreeg ik een vaan- 'K p, - e Een boek lézen Itis b!ldle hjd niet bij, het |h en, vervelen, zui-. Jüjb v^gneiü die nauwe- Ut «.Jï^hrijven is- heb IPaljffhbeerd in het verhaal 'Üicipi,. i n Die sfeer in zo'n tote ,-kantine, bla bla en "els. Afsctfuwelijk. liit?®. "vercompleetheid heb litnjl kunnen stappen. Na UtieflS8 ik studeren, eerst _|li(, m?. en daarna pedago- 'kter besefte ik dat 'éi Vee' leuker was en - hu acuut met stude- 1 Ntr Met °-a. Rogier 6n Wim Noordhoek heb ik het Groot Gedenkboek van de Jaren Vijftig samenge steld, dat was in de begintijd van Thomas Rap. En ik werd redacteur van Propria Cures. Uit die PC groep is een aantal schrijvers naar voren geko men, dat zioh 'niet als groep heeft gepresenteerd, maar toch veel overeenkomsten met elk aar heeft. Proberen te schrij ven in goed leesbaar Neder lands, niet experimenteren met de vorm en zeker niet zo geëngageerd als Vogelaar. We schopten noga] tegen de Nieu we Wartaal van Vogelaar (Wauwelaar) en Hamelink en ik geloof dat dat toch het ein de van die stroming heeft ver sneld". Twee bundels heeft Luijters aan die PC-periode overgehou den Circus Melancholia, ver halen en De Scherven van de Slijter, schetsen. Luijters „Het verschil tussen een ver haal en een sohets kan ik wel eenvoudig uitleggen. In een verhaal gebeurt er iets met de hoofdpersoon, zijn optiek op de wereld is aan het einde veranderd. In een schets blijft alles hetzelfde, er is geen' ka rakterontwikkeling. Van de schets ben ik via het yerhaal tot een roman gekomen, zo zou je de ontwikkeling in mijn werk kunnen zien". Zijn roman Het Bederf is in feite een literaire pornoroman. Hoofdfiguur is de labiele, ste vig aan de drank geraakte, niet studerende student Arie, een door sex geobsedeerde midden twintiger. Hij zoekt een plaatsvervanger voor zijn overleden jeugdvriend Fred, die hij probeert te vinden in relaties met vrouwen en man nen. Luijters: „Arie is geen pornoheid waarbij alles lukt. Het gaat om zijn gespleten heid, tegenover vrouwen ge. draagt hij zich sadistisch en tegenover mannen masochis tisch. De gewone pornolezer interessert zoiets natuurlijk geen lor. Mijn roman is lite rair, de porno-elementen, die er ook wel inzitten, komen er alleen uit tijdens Arie's dro men. Het is een sexroman waar niemand opgewonden van kan raken, de vrouwen zijn meestal erg lelijk iets wat in een sexroman nooit voorkomt. Mijn roman is fel realistisch een prachtwoord niet, en geen parodie op het pornogenre. Personen worden geïntroduceerd en binnen en kele pagina's weggeschreven als ze niet meer belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de hoofdpersoon. Dat is het aardige van een roman schrij ven, je benit zlf de baas". Het snel wegschrijven van optre dende personen kan soms hin derlijk zijn. Je krijgt namelijk het idee dat Arie leeft in een wereld van vage typetjes, die niet uit de verf komen. De keerzijde is dat er in de ro man een aantal „witte plek ken" voorkomt, die de lezer zelf in moet vullen. Heb je met de eerste romans van Hermans en Wolkers te maken met pasklare, afgeronde gehe len, met Het Bederf wordt er iets meer van de lezer ver langd. In enkele regels wordt de verhouding tussen Arie en zijn vrouw Wanda treffend beschreven: „De ochtenden. Wanda die zich aankleedde en de deur achter zich dichtsloeg. Arie die opgelucht ademhaalde als ze weg was en de ruzie achter hem lag. Zijn antwoor den die steeds onverstaanbaar der werden, gemompel, „ik weet het niet", schouders op halen, terwijl er achter zijn tanden hele monologen ruis ten, eindeloze zinnen, die haar vlees openreten, haar wangen deden ^plijten, haar borsten scheurden, haar tanden een voor een lieten uitvallen, prachtig". Guus Luijters is momenteel bezig met een verhaal bij ero tische prenten uit Après la Victoire en samen met Henk Spaan werkt hij aan twee kin derboeken: De avonturen van twee voetballers. Binnenkort komt er een' Lp. uit met num mers van hem en Spaan door de onbekende groep Plons: Als treinen niet vertrekken, Als treinen niet vertrekken, Het Parool schrijft Luijters nagenoeg elke week een lite raire kroniek. Luijters: „De functie van de kritiek komt hierop neer. Neem B. J. Berti- na, de filmcriticus. Zijn smaak staat diametraal tegen_ over de mijne. Schrijft hij over een film, dat het een meesterwerk is, dan ben ik de bioscoop niet in te slaan. Lees ik bij hem over een beroerde film dan sta ik bij wijze van spreken op hetzelfde moment al een kaartje aan de kassa te kopen. Hetzelfde geldt voor de literaire kritiek. Je hoopt dat mensen vier keer een boek kopen, omdat je het lovend hebt besproken. Als die men sen zich niet bekocht voelen zeggen ze, kijk, wat die Luij ters zegt, daar heb ik iets aan. Je bent dus een soort smaak maker. Want op welke infor matie moet een lezer afgaan? De informatie van de uitge verijen is volstrekt onbe trouwbaar als je hen moet geloven dan is het ene boek dat ze uitgeven nog prachtiger dan het andere. En gewone mensen hebben niet de tijd om op hun vrije zaterdagmid dag al de nieuw verschenen troep bij een boekhandelaar te gaain bekijken. Ze gaan liever iets leuks doen met hun vrouw, en geef ze eens onge lijk". Ik: „Kun je zeggen dat er twee soorten critici zijn, de serieuze en degenen die éh..." Luijters: „Ja, die maar wat aanrommelen, daar hoor ik duidelijk bij. Met de eerste groep doel je op de beroeps critici. Zij kunnen werkelijk niets anders dan dat. K.L. Poll is gedoemd om zijn hele leven stukken over boeken te schrij ven. Uit die hoek hoorde ik laatst de opmerking dat het boek niets is zonder criticus. Kij'k, een boek zonder lezers, dat is niks, daar kan ik in meevoelen. Maar dat een boek niks is zonder criticus, dat is onzin. Neem de Geisha van Theo Kars, gewoon doodge zwegen en het verkoopt uit stekend. Als je zeven keer over een boek van dezelfde uitgever schrijft dat je je een waaineus hebt gelachen om de flauwekul die hij nu weer heeft uitgegeven, dan wordt er snel gezegd je aan het sollen en het aanrommelen bent. Toch sta ik serieus tegen over boeken en ik probeer altijd eerlijk te zeggen wat ik ervan vind. Je gaat niet met opzet elkaar onder de grond spitten, dat gelooft toch nie mand". Ik: „Vriendjespolitiek?" Luijters: „Ha, altijd het leukste gedeelte van een in tervieuw. De schrijvers die ik goed vind, noem maar op, Vervoort, Kars, Mensje van Keulen, Plomp, Spaan, Dorre- stijn, Jan Kal, Kooyman, ja, er zijn mensen bij die je kent. Je krijgt vrienden onder schrij vers. Als ik nu een stukje ga schrijven over de nieuwe lp Van Hans Dorrestijn, Bofkont, een Lp. die ik al kapotgedraaid heb, dan kraaien ze onmiddel lijk dat het vriendjespolitiek is. Het zijn altijd de drukte makers die zelf nog geen en kel goedlopend boek hebben afgeleverd en zelden aan de iintegriteit van zichzelf twijfe len. Er worden de meest aper te onwaarheden over je ver teld en gezeurd over een Luij- ters-imaffia die uiteraard niet Guus Luijters en zijn dochtertje Saartje. (Foto; Lon van Keulen) bestaat. Critici kennen elkaar niet, laat staan dat ze elkaar opbellsn om af te spreker, welk boek ze nu weer de grond in zullen boren. Vergeet het maar. Ik heb e^n tijd geleden di roman van Habakuk de Bal- ker, een lijvig boek van zo veel honderd pagina's dat Godlof nog Zwijg heet ook, gekraakt omdat ik er geen touw aan vast kon knopen. Maar even zo vrolijk begin ik weer met frisse moed aan zijn nieuwe roman. In vriendjespo litiek geloof ik niet, je geeft alleen maar je eerlijke mening" Even later rijden we op de fiets langs de dijk naar het café van Oudesluis. „Weet je wat nou zo aardig is", zegt Guus Luijters, „de mensen hier zijn normaal en altijd even vriendelijk. Geen haat en nijd, geen intriges. Ik lees lie ver het gestencilde buurtblad dan, laten we zeggen, de Revi sor. Dit is pas het echte leven, ik zou het voor geen goud willen missen". JOHAN DIEPSTRATEN

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1974 | | pagina 21