Spanje (nog) niet ondersteboven van vrouwelijke stierenvechters BOB ROOZEN OVER ZIJN HANDICAP: „Ik stond gewoon voor paal" Spanje en Marokko ruziën over Spaanse Sahara &SS! INZET: MILJOENEN TONNEN FOSFAAT binnenland buitenland "Hl (van de Bio-filmpjes) Afhankplijk Handelsmerk Madame Guirand had pech Driewieler Intensiever Bevriend Relaties KISSINGER krttpp Vooroordeel Grieken Sartre Reis (Van onze correspondent) BARCELONA No het stieregevechtseizoen in Spanje praktisch achter de rug is, maken de deskundi gen de balans op van het allernieuwste verschijnsel: vrouwelijke toreros. Halverwege het seizoen (op 12 augustus) hief de Spaasise regering eindelijk het verbod op dat officieel al sinds 1908 had bestaan, en alleen gedu rende enkele jaren rond 1934 terzijde was geschoven, be treffende het optreden van jongedames in de Spaanse arena's. In de weken die op dit heug lijke feit volgenden, maakte een dozijn Spaanse en Zuida- merikaanse meisjes hun de buut in het stieregevecht te voet. (Er bestaat immers ook een stieregevecht te paard, het „rejoneo", dat nooit voor de vrouw verboden werd. Eén van de beroemdste stie- renvechters te paard, Concha Cintrón, was in vroeger jareei ook buiten Spanje al met veel succes te voet opgetre den. Heden ten dagen zijn er in Spanje ongeveer acht vrou welijke „rejoncadores".) De nieuwigheid trok natuur lijk steevast veel publiek, maar was zelden een onver deeld succes. Niettemin ne men de Spaanse toreras een lange traditie weer op: toen het stieregevecht in zijn huidige vorm ontstond in de 18e eeuw, waren er talrijke toreras die hun mannelijke collega's het nakijken gaven, en hun successen duurden tot 1908 toen de Spaanse rege ring hun optreden verbood. Daarom zijn de deskundigen er ook van overtuigd dat er ongetwijfeld goede „toreras" onder de nieuwe generatie ontdekt zullen worden. Maar dit schouwspel vereist van zijn hoofdrolspelers niet al leen grote durf, maar ook heel wat ervaring. Zelfs de beroemdste hedendaagse to reros vail Spanje hadden aanvankelijk heel wat moeite om het publiek te overtui gen. Daarom hechten de deskun digen niet zoveel belang aan het feit dat het aantal mis lukte debuuts van jonge to reras in de afgelopen weken groter was dan het aantal suc- „Per slot van rekening neemt niemand de moeite om ook het enorme aantal mis lukkingen te tellen van die jochies die vanaf hun prille jeugd ervan dromen als tore ro beroemd en rijk te wor den, tenslotte op zekere dag in een arena stappen, en on middellijk tot de ontdekking komen dat zij de juiste kwa liteiten missen," zo legde ons een Spaanse deskundige uit. „Wij zullen dus gewoon moe ten afwachten hoe deze vrouwelijke beginnelingen over een jaar of twee vol doen. Het zou belachelijk zijn nu al te willen beslissen of het experiment gunstig is uitgevallen of niet". Twee aspirant-toreras heb ben in ieder geval al de gunst van het publiek ge wonnen: de beeldschone Ali cia Tomas, die van oor sprong fotomodel en filmster is, en de blonde, meer stevig gebouwde, Angela Hernandez die het meest in haar mars heeft als stierenvechter. Angela's promotor is nie mand minder dan 's werelds bekendste stierenvechter, Manuel Benitez el Cordobés, die de droom van „kippen dief tot multi-miljonair" waarmaakte in de zestiger jaren. En wat zeggen Spanje's (weinige) feministen of Wo men's Lib zoals dat nu heet? Zij zijn er natuurlijk tevre den mee dat de gelijke rech ten van de vrouw tenslotte worden erkend. Maar velen hebben toch het gevoel dat dit, in het geval van de toreras, toch weer een vorm van „de vrouw als object" is. omdat zij in de arena's min der bewonderd worden om hun stierenvechterskunde dan wel om hun sekse. Eén vrouwelijke advocaat in Barcelona zei: „De bevrij ding van de vrouw betekent niet dat wij de man moeten -;aan na-apen, maar dat we ons eigen wezen kunnen ont wikkelen. Ik ben helemaal geen voorstander van „tore ras" - afgezien nog van het feit dat het hele stierege vecht wreed is en niet zou moeten bestaan!" THEO STOLS Bob Roozen: „Voor alles moet gevochten worden". ARNHEM „Ik ben een jaar of twee terug in de pauze de schouwburg uitgelopen. Daar is het mee begonnen. Ik liep gewoon weg, maar ver kwam ik niet. Ze vonden me al gauw jankend bij de auto van mijn vader." Zo omschrijft Bob Roozen (19) zijn eerste pogingen om zelfstandig te worden, los te raken van de bescher mende omgeving van ouders opvoeders, therapeuten, art sen, en onderwijzers. Een eerste stap op weg naar zelf standigheid als gehandicap te. Bob kreeg bij zfln geboor te een hersenbeschadiging en werd daardoor lichame lijk nogal) en geestelijk (een beetje) gehandicapt. Rekenen bijvoorbeeld gaat nauwelijks, met andere vak ken zit het beter. In zijn leerpakket op bet Bio Cen trum zitten ook MAVO-vak- ken opgenomen. Waarom liep hij toen weg, die bewuste avond in de Arn hemse schouwburg? „Niet om het stuk zelf, dait was wel mooi, de brave soldaat Sohweik- Nee, ik diaioht ineens, waarom kunnen al die andere mensen gewoon doen wat ze zomaar willen en ilk niet Nou. hij kwam er snel achter. Het viel bar tegen. Eenmaal buiten de schouwburg kon hij zich niet redden. „Ik wist niet eens hoe je in een bus moest betalen", aldus Bob- En hij zegt erover: „Ik stond gewoon voor paal"- Het was een pijnlijke erva ring. Vanaf dat moment is hij dian ook, zo vertelt hij, met nog grotere inspanning gaan werken aan een toekomstige overgang naar de maatschappij buiten. Want. zo merkte hij, je handi cap maakt je in alles afhanke lijk, ook waar het eigenlijk niet hoeft. „Ik ben de laatste tijd erg gespannen. Ik peins me suf pver wat ik straks moet gaan doen als ik hier weg ben". Hij weet namelijk dat het Bio Centrum bestemd is voor kinderen en jongelui maar niet voor volwassenen. De ervaring met „soldaat Schweik" viel zo'n beetje in dezelfde periode als waarin Bert Haanstra hem uitkoos voor een ro] in zijn Bio propa- gandafilmpje. Honderdduizen den Nederlanders hebben hem in de bioscoop vlak voor de collectebus in de pauze van hand tot hand wordt doorgege ven in het zwembad een baantje zien trekken. En daar na de verrassende zin horen uitspreken, hangend aan de rand van het bad. een zin die z0 merkwaardig optimistisch overkomt tussen al die beel den van gehandicapte kinde ren: „En weet u wat ik nou het leukste vind", zo vroeg hij in close-up aan de anonieme bioscoopgangers, „ik kan zwemmen en mijn vader en moeder kunnen het niet". Deze spontane tekst werd een soort handelsmerk- In een la tere Bio-film kwam hij weer terug. Bob zelf: „Ik zwem graag, kan Lange tijd onder water blijven. Ze zijn me wel eens nagedoken". Argeloos heeft Bob met zijn opmerking aan de mensen duidelijk ge maakt dat gehandicapten niet alleen maar zielig zijn, niet altijd tobben en piekeren, maar gewoon plezier hebben in de dingen die ze wel kun nen in plaats van altijd maar te denken aan de dingen die ze niet kunnen- Het is natuur lijk een groeiproces, eerst be seffen dat je anders bent, ver volgens het er tegen in op stand komen, het langzamer hand gaan aanvaarden en als laatste fase „er gewoon mee gaan werken" „Ik kan me met een stok re delijk voortbewegen, anderen moeten de hele dag in hun rolstoel zitten", zegt Bob. En: „Ik ben vanaf mijn geboorte ermee vertrouwd geweest dat ik gehandicapt ben. Kinderen die op latere leeftijd een on geluk krijgen passen zich veel moeilijker aan". Sinds een tijdje woont Bob ergens intern- Niet in het cen trum zelf en ook niet bij zijn ouders in Zevenaar- Het is alweer een stapje op weg naar zelfstandigheid. „Mijn ouders zijn erg lief', zo zegt Bob, „maar ze weten ook niet altijd wat ze met me aan moe ten. Dat is te begrijpen", zo vindt hij, „want het zal je maar gebeuren dat je een in valide zoon krijgt". weg is, oofk diens nieuwe groep Trace". Die voorkeur stamt uiteraard uit zijn klas sieke achtergrond. Opvallend is wel dat hij beide groepen is blijven waarderen- „Ja, kijk, t»en Rik wegging bleek dat die anderen best alleen kon den musiceren- Dat was nodig omdat Rik altijd de baas speelde. Maar van de andere kant, de muizek die Rik zelf maakt is zo ontzettend goed dat ik ook Trace kan waarde ren". Boo vindt dat de kritiek op Rik van der Linden onterecht is. „Als iemand iets heel goed kan, mag hij zijn eigen opvat tingen best een beetje door drukken". Bob ziet, dat blijkt wel, de dingen nogal genuan ceerd. Hij riet het vóór en tsgen. Dat gaat zelfs pp voor het paardrijden dat hij in het Bio-Centrum regelmatig moet doen. „Ik rij graag paard, maar ik ben er eigenlijk doodsbang voor. Met je handicap ben je banger voor een smak dan wanneer je gewoon op je beide benen kunt rekenen- Maar het moet nu eenmaal gebeuren. Het is goed voor de spieront- wikkeling en het geeft zelf vertrouwen. „De eerste keer zeg je makkelijk ja", aldus tenslotte Bob, met een wat verlegen grijns, „maar als je eenmaal op een paard rit is het beest een stuk hoger dan wanneer je ernaast staat". (Van onze correspon. dent) PARIJS Madame Yo- lande Guirand, 53 jaar oud, heeft pech gehad, 20.30 uur: Madame Gui rand, die een pakje siga retten gekocht heeft in Villeneuve-Loubet aan de Franse Rivièra steekt de weg over, riet niet dat er uit de richting Antibe een auto nadert. De wagen remt uit volte kracht, maar slipt op het natte wegdek. Madame Guirand wordt gegrepen en tegen de grond ge smakt. 20.40 uur: Madame Gui rand wordt in een am- bulamcewagen gelegd, ei deze rijdt onmiddellijk met loeiende sirene ei zwaailicht in de richting Nice. 20.55 uur: Een Mercedes botst achter op de ambu lance op de Promenade des Anglais in Nice. Een verpleger wordt gewond, de bestuurder alarmeert per radio onmiddellijk een andere ambulance, die om 21.02 uur ter plaatse is en de gewonde madame Guirand en de verpleger aan boord neemt. 21.55 uur: De tweede ambulance die met grote snelheid naar het zie kenhuis rijdt, schiet met loeiende sirene door een rood stoplicht, maar botst daarbij tegen eeu andere wagen en komt daarna tegen een ver- keerszuil tot stilstand. De chauffeur en de ver pleger zijn gewond. 22.15 uuri Een derde ambulance neemt mada me Guirand en de ande re drie gewonden aan boord. 22.24 nur: De derde am bulance rijdt de ingang voor spoedgevallen van het ziekenhuis binnen. Als de brancard naar buiten geschoven wordt, constateert men dat ma dame Guirand is overle den. In het ziekenhuis heelt men enige ogenblikken geaarzeld alvorens de gebruikelijke verklaring af te geven, namelijk dat de gewonde op weg naar het ziekenhuis overleden is. Grootste probleem blijkt juist de grote bezorgdheid te rijn, „Ik ging pp mijn fiets een driewieler - een keer alleen naar de boekhandel. De eerste keer van mijn leven. Toen ik bij een stoplicht stilstond zag ik achter me de auto van mijn vader naderbij sluipen. Goed bedoeld natuurlijk, maar niet wat ik nou graag wilde". Bob, tweede kind in een gezin van vier kinderen komt graag thuis voor de gezelligheid, maar voelt instinctief dat hij de weg naar zelfstandigheid elders moet veroveren. Die strijd gaiat natuurlijk gepaard met inzinkingen- „Voor alles trip et gevochten worden", zegt hij, „niets gaat vanzelfspre kend". Het zijn twee gezichtspunten waarmee hij zijn eigen situa tie weet te relativeren. „Ik ben hier goed bevriend ge raakt met Herman", zo voegt hij eraan toe, „een jongen die ongeveer dezelfde handicap heeft als ik". Dat laatste op een topn van iemand die sug gereert dat het zoiets is als „een jonigen die dezelfde post zegelverzameling heeft als ik". Samen lachen ze, zoals dat heet, heel wat af. Herman is zijn vaste oriëntatiepunt in het Bio Centrum. Daarnaast zijn er de gespreksgroepen waarin alle onderwerpen wekelijks vrijelijk worden uitgepraat. De eigen handicap, de houding tegenover de buitenwereld, te genover sex, dood en religie, alles kan daar onbekommerd wprden uitgesproken- „Onderling zijn we goed met elkaar", aldus Bob. Hij herin nert zich een bezoek aan een vormingscentrum waar men hoog opgaf over de daar be reikte intermenselijke relaties. Ze konden, aldus Bob niet zonder spot, meer van ons le ren dan wij van hen. Toch is hij maar zelden ja loers op zijn gezonde mede mensen. „Wat je aan de ene kant mist, krijg je aan de andere kant erbij". En dat is dan bijvoorbeeld het meer in tensieve leven dat je leidt, vergeleken met leeftijdgeno ten- Voor oppervlakkigheid is weinig ruimte- „Je moet je meer dan anderen afvragen waarvoor je leeft, wat de zin is van het leven. Met een pro testhouding schiet je niets op". Zo heeft Rob in zijn katholie ke opvoeding nooit problemen gehad met de geest van „haat tegen God die van alles de schuld zou zijn". Dat staat er gewoon buiten, zo vindt hij, „je bent in een bepaalde situa tie gezet, een ander heeft weer andere problemen". Zo riet hij het ook als een pluspunt dat hij van jongs af aan veel met muziek in de weer is geweest. Thuis is hem de klassieke muziek, zoals hij zelf zegt, met de paplepel in gegoten. Favorieten zijn Bach en Beethoven. „De Vijfde hoorde ik als kind zo'n beetje elke dag". Met een cassettere corder neemt hij veel over van radio en televisie- Ook een zij stapje naar de popmu ziek heeft hij gemaakt. „Maar dan alleen Exseption en sinds Rik van der Linden daar (Van onze correspondent) BARCELONA De ontoerei kende wereldproduktie van voedingsmiddelen, met alle politieke en diplomatieke ge volgen van dien, dreigt een internationaal probleem te ma ken van wat tot voor kort niets meer was dan een bu renruzie tussen Spanje en Ma rokko over de Spaanse Sahara. De reden is als volgt. Om gelijke tred te kunnen houden met de bevolkings groei, moet de landbouwpro- duktie van vele landen op zeer korte termijn verbeterd worden, aangezien er anders honderdduizenden personen van honger zullen sterven. En dat zou ook de politieke stabi liteit van heel wat landen in gevaar brengen. De enige manier om een snelle groei van de landbouwproduk- tie te bereiken, is het gebruik op grote schaal van kunstmest. De produktie var kunstmest hangt vooral af van twee grondstoffen: aardolie en fos faat. Na de lange maanden van energie-crisis tengevolge van de Arabische aardolie-politiek is iedereen zich wel bewust geworden van de ernst van dat probleem. Nu is het de beurt van het fosfaat, want er staat minder aardolie ter be schikking voor de kunstmest- produktie. En de belangrijkste fosfaatmijnen van de hele we reld liggen juist in de Spaanse Sahara. Geen wonder dat, volgens wel ingelichte bronnen, Hemy Kissinger, zich persoonlijk voor de Sahara-kwestie begint te interesseren. Anderhalf tot 1,8 miljard ton fosfaat, goed voor minstens 150 jaren var zeer winstgevende ontginning, in een gebied dat door twee staten wordt betwist terwijl twee andere buurstaten klaar staan om in te grijpen, ziedaar een perfect recept voor een explosief probleem. Tot 1963 had eigenlijk nie mand zich ooit om het lot van de Spaanse Sahara bekom merd, met uitzondering van generaal Franco die er in 1950 een bezoek bracht en de straatarme nomaden van de streek meer belangstelling van Kissinger de kant van de Spaanse rege ring beloofde. Ondanks de mooie naam van het gebied, Rio de Oro (Goud rivier), had Madrid zich in de 600 voorgaande jaren evenmin vaak herinnerd aan de kolonie op het Afrikaanse vasteland tegenover de Kana rische Eilanden, vanwaaruit avontuurlijke handelaars in de XlVe eeuw naar Rio de Oro waren verhuisd. En in al die eeuwen had men daar nooit de voorvaderen van de heden daagse Marokkanen gezien. Vanaf 1950 begon de Spaanse regering inderdaad wegen, scholen, hospitalen enzovoorts te bouwen in haar Sahara- zandbak. Marokko toonde pas agressieve belangstelling acht jaren later, toen koning Mo hammed V zijn aanspraken op Ifni kracht bijzette met aan vallen v-an zogenaamd „onge controleerde nomadenstam men" op Ifni, en terloops ook op de Spaanse Sahara. Het Spaanse leger sloeg (niet zonder moeite, en zeker zon der enige Amerikaanse hulp ondanks de beruchte defensie overeenkomst tussen Washing ton en Madrid) deze aanvallen af. Jaren later zou Moham med's zoon, koning Hassan II, in onderhandelingen met Franco het gebied van Ifni zonder enig bloedvergieten krijgen. Maar toen wisten zowel Fran co als Hassan reeds dat de Goudrivier eindelijk haar veelbelovende naam eer aan had gedaan, en dus veel aan trekkelijker was geworden dan Ifni. Immers, in 1962 ont dekten Spaanse geologen in Bu Cra-a, een honderdtal kilo meters ten zuidoosten van de hoofdstad Aaiun, een grote fosfaatertslaag. Reeds datzelfde jaar richtte de Spaanse staatsmaatschappij INI een dochteronderneming op om het fosfaat te ontgin nen. Na lange internationale onderhandelingen, waarbij de Marokkaanse regering bijvoor beeld tussenbeide kwam om Amerikaanse liefhebbers af te schrikken van deelname in het project, besloot de Spaanse re gering rond 1969 tenslotte om de zaak -geheel alleen te doen. Het INI verzekert zeer weinig buitenlandse financiering (2 miljard pesetas, tegenover Spaans kapitaal van bijna 7 miljard pesetas, en het eigen kapitaal van de onderneming van 5 miljard pesetas) te heb ben aangezocht e ngeen enkele buitenlandse verplichtingen of participatie in de ontginnino te hebben toegestaan. miljard pesetas ofwel 1 mil jard gulden. Het is de moeite dan ook wel waard. De ertslaag is 85 bij 3 kilometer groot, en kan in dagbouw tot een diepte van 7 meter afgegraven worden. De huidige installatie is in staat om 11 miljoen kubieke meter fosfaaterts per jaar af te gra- °Smara ?DE A/ rviib j? aisneros oro af O) |MAÜRETANi|i| ?Y'*iV'',V**'Yva*'A*>''"'***'*1*»^ De Duitse Krupp kreeg een miljoenencontract voor de mijn- installaties, compleet met de langste en grootste lopende band ter wereld (bijna 100 kilometer tot aan de Atlanti sche Oceaan) en een kunstma tig eiland voor de kust waar vrachtschepen tot 100.000 ton bunnen aanleggen. Volgens Spaanse bronnen beloopt de totale investering ongeveer 20 ven, en met dat ritme zou er materiaal voorhanden zijn voor meer dan 150 jaar ont ginning! Niemand ban natuurlijk voor zien hoe de prijzen van het fosfaat in de eerstvolgende 150 jaren zich zullen ontwikkelen, maar het behoeft geen betoog dat miljoenen tonnen fosfaat per jaar in goedkope dagbouw een flinke winst opleveren. Het erts wordt in Bu-Craa zelf fijngemalen en krijgt daar al een eerste behandeling, om niet geheel ruw verscheept te moeten worden naar de we reldmarkten. En daar begint het probleem. Tot nu toe had Marokko na melijk praktisch het rijk al leen op de internationale fos- faatmarkt. De twee andere grote producenten. Rusland en de Verenigde Staten, moeten eerst hun eigen landbouw be- Ieveren en houden dus niet veel over voor uitvoer; een probleem dat Marokko niet kent, en de Spaanse Sahara nog minder. De mijnen van Bu-Craa, die nu al een jaar lang produce ren, betekenen het einde van het Marokkaanse monopolie, en daardoor een bedreigkS voor de Marokaanse econo mie die voor een flink deel op de fosfaat-export steunt. Geen wonder dus dat koning Hassan van Marokko er zo f» op is om een einde te maken aan de Spaanse administrate in de Sahara - d.m.v. onder handelingen, of anders met ge weld. Spanje heeft haar e'g01 problemen van binnenlandse politiek, en in Madrid heen men waarschijnlijk wel de si re les van het koloniale oor log-voeren geleerd met W' voorbeeld van de ondergang van de Portugese dictatuur. Een lange guerrilla-oorlog om de Spaanse Sahara zou voor Madrid een nachtmerrie zijn; maar dat wil niet zeggen dat de Spaanse troepen in het go- bied niet klaar staan en al- doende voorbereid, zijn om een Marokkaanse „bliksemaanval af te slaan. In dat opzie» geeft men Koning Hassan wei nig kansen. En hij zal ook rekening ®oe- ten houden met de wraakv® de buurstaten Mauretanië Algerije, met wie hij eerst ee gemeenschappelijke actie te gen de Spaanse Sahara W afgesproken, maar die W K buiten het probleem probe»1 te houden. Het Algerijnse leger is katje om zonder handschoen aan te pakken, zoals VssV met schade en schande "Op moeten lerenen Maurentan stelt zelf militair niet voor, maar kan voor honcte procent rekenen op de exP sieve kolonel Gaddhaf: Lybië. die de volle steun y zijn kr. igsmacht heeft heloot" Als regeringen die uit volutie zijn ontstaan, heb geen van drie enige =vmpa't verloren aan konine Wessan zijn dictatoriaal regime, troon in Rabat staat wankel- Buitengewoon actueel i: steeds) het ai weer enige tl leden uitgegeven boekje o\ minderheden in onze sarr Zuidmolukkers, St mórt en buitenlandse we („Gastarbei Lastarbeiders?"), van de van free-lance journaliste M?chon. In zakelijke be rt ngen brengt ze ons-naa; leiding van een reeks programma's - snel van genwaan af dat Nederia !en zeldzaam tolerant vormen. Door ook de histoi achtergronden te belu heeft Michon van dit boek] helder overzicht gemaakl mensen in een vreemd lail hoe ze zich hier (vall staande houden Mary Michon: Oordeel, oordeel, veroordeel. (An boeken, uitg.: In den T Baarn). De jongste Griekse omw ling heeft, zo menen (vreze len nog geen al te vaste bas gehate kolonels en hun (t (knechten zijn afgezet, so gen zijn verbannen, wordei licht vervolgd, maar zijn verdwenen. In dat licht b kan het alleen maar nutti| om een tweetal boeken ov< Griekse verzet (van nu en ger) te lezen, al was het sl om te kunnen herinneren v zich nog onlangs in Gneke. heeft afgespeeld. Amalia Fleming, beken, strijdster van de kolonels, een recht-uit-het-hart, on rend soort dagboek gewijc haar verzet. Het is een gei loze ontmaskering van Griekse dictators en hun h likkers Bij Van Gennep kwam Gedichten van het Griekse zet. Een beklemmende verz ling gedichten die duic maakt onder welke drul Griekse bevolking heeft gel, Amalia Fleming: Thuis in loren Griekenland. Uig.: Gottmer, Haarlem (f 16,50 Morgen is het jouw beurt dichten van het Griekse vt Uitg.: Van Gennep, Amstei (f 8,90). Aan de elfde druk is al toi Teerling is geworpen van Paul Sartre in de Meulen Bibho-sene (waarin o.m ken van Ethel Portnoy, P Roth en ook Arthur van St del) Een nu wat toneelr aandoend werk, op de bek Sartre-manier. maar wel v durend intrigerend. j. r. Sartre, De teerling i worpen. Uitg: Meulenhnff, sterdam (f 12,50). De oceanen raken de l£ jaren haast overbevolkt v; mensen die de grote watert nodig op hun eentje m, oversteken. Chay Blith, eei gelsman, trad in het spoo enkele beroemde landger Met dit verschil dat hij voo zeilreis rond de wereld een koos, waarbij hij nage voortdurend tegenwind ha westwaartse route. Tien m den duurde de (gesponsi tocht in de „British Steel" was de sponsor?). Een vo( melijk in dagboekstijl bijge den werkje van een stoere gelsman. Chay BI,)..,. De onmogi reis. Uitg.: Westfriesland. THEO SlOli

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1974 | | pagina 16