Spanje (nog) niet ondersteboven
van vrouwelijke stierenvechters
BOB ROOZEN
OVER ZIJN HANDICAP:
„Ik stond
gewoon
voor paal"
Spanje en Marokko ruziën over Spaanse Sahara
&SS!
INZET: MILJOENEN TONNEN FOSFAAT
binnenland
buitenland
"Hl
(van de
Bio-filmpjes)
Afhankplijk
Handelsmerk
Madame
Guirand
had pech
Driewieler
Intensiever
Bevriend
Relaties
KISSINGER
krttpp
Vooroordeel
Grieken
Sartre
Reis
(Van onze correspondent)
BARCELONA No het
stieregevechtseizoen in
Spanje praktisch achter de
rug is, maken de deskundi
gen de balans op van het
allernieuwste verschijnsel:
vrouwelijke toreros.
Halverwege het seizoen (op
12 augustus) hief de Spaasise
regering eindelijk het verbod
op dat officieel al sinds 1908
had bestaan, en alleen gedu
rende enkele jaren rond 1934
terzijde was geschoven, be
treffende het optreden van
jongedames in de Spaanse
arena's.
In de weken die op dit heug
lijke feit volgenden, maakte
een dozijn Spaanse en Zuida-
merikaanse meisjes hun de
buut in het stieregevecht te
voet. (Er bestaat immers ook
een stieregevecht te paard,
het „rejoneo", dat nooit voor
de vrouw verboden werd.
Eén van de beroemdste stie-
renvechters te paard, Concha
Cintrón, was in vroeger jareei
ook buiten Spanje al met
veel succes te voet opgetre
den. Heden ten dagen zijn er
in Spanje ongeveer acht vrou
welijke „rejoncadores".)
De nieuwigheid trok natuur
lijk steevast veel publiek,
maar was zelden een onver
deeld succes. Niettemin ne
men de Spaanse toreras een
lange traditie weer op: toen
het stieregevecht in zijn
huidige vorm ontstond in de
18e eeuw, waren er talrijke
toreras die hun mannelijke
collega's het nakijken gaven,
en hun successen duurden tot
1908 toen de Spaanse rege
ring hun optreden verbood.
Daarom zijn de deskundigen
er ook van overtuigd dat er
ongetwijfeld goede „toreras"
onder de nieuwe generatie
ontdekt zullen worden. Maar
dit schouwspel vereist van
zijn hoofdrolspelers niet al
leen grote durf, maar ook
heel wat ervaring. Zelfs de
beroemdste hedendaagse to
reros vail Spanje hadden
aanvankelijk heel wat moeite
om het publiek te overtui
gen.
Daarom hechten de deskun
digen niet zoveel belang aan
het feit dat het aantal mis
lukte debuuts van jonge to
reras in de afgelopen weken
groter was dan het aantal suc-
„Per slot van rekening
neemt niemand de moeite om
ook het enorme aantal mis
lukkingen te tellen van die
jochies die vanaf hun prille
jeugd ervan dromen als tore
ro beroemd en rijk te wor
den, tenslotte op zekere dag
in een arena stappen, en on
middellijk tot de ontdekking
komen dat zij de juiste kwa
liteiten missen," zo legde ons
een Spaanse deskundige uit.
„Wij zullen dus gewoon moe
ten afwachten hoe deze
vrouwelijke beginnelingen
over een jaar of twee vol
doen. Het zou belachelijk
zijn nu al te willen beslissen
of het experiment gunstig is
uitgevallen of niet".
Twee aspirant-toreras heb
ben in ieder geval al de
gunst van het publiek ge
wonnen: de beeldschone Ali
cia Tomas, die van oor
sprong fotomodel en filmster
is, en de blonde, meer stevig
gebouwde, Angela Hernandez
die het meest in haar mars
heeft als stierenvechter.
Angela's promotor is nie
mand minder dan 's werelds
bekendste stierenvechter,
Manuel Benitez el Cordobés,
die de droom van „kippen
dief tot multi-miljonair"
waarmaakte in de zestiger
jaren.
En wat zeggen Spanje's
(weinige) feministen of Wo
men's Lib zoals dat nu heet?
Zij zijn er natuurlijk tevre
den mee dat de gelijke rech
ten van de vrouw tenslotte
worden erkend. Maar velen
hebben toch het gevoel
dat dit, in het geval van de
toreras, toch weer een vorm
van „de vrouw als object" is.
omdat zij in de arena's min
der bewonderd worden om
hun stierenvechterskunde
dan wel om hun sekse.
Eén vrouwelijke advocaat in
Barcelona zei: „De bevrij
ding van de vrouw betekent
niet dat wij de man moeten
-;aan na-apen, maar dat we
ons eigen wezen kunnen ont
wikkelen. Ik ben helemaal
geen voorstander van „tore
ras" - afgezien nog van het
feit dat het hele stierege
vecht wreed is en niet zou
moeten bestaan!"
THEO STOLS
Bob Roozen: „Voor alles moet gevochten worden".
ARNHEM „Ik ben een jaar of twee terug in de pauze de schouwburg uitgelopen.
Daar is het mee begonnen. Ik liep gewoon weg, maar ver kwam ik niet. Ze vonden
me al gauw jankend bij de auto van mijn vader."
Zo omschrijft Bob Roozen
(19) zijn eerste pogingen om
zelfstandig te worden, los
te raken van de bescher
mende omgeving van ouders
opvoeders, therapeuten, art
sen, en onderwijzers. Een
eerste stap op weg naar zelf
standigheid als gehandicap
te. Bob kreeg bij zfln geboor
te een hersenbeschadiging
en werd daardoor lichame
lijk nogal) en geestelijk (een
beetje) gehandicapt.
Rekenen bijvoorbeeld gaat
nauwelijks, met andere vak
ken zit het beter. In zijn
leerpakket op bet Bio Cen
trum zitten ook MAVO-vak-
ken opgenomen.
Waarom liep hij toen weg,
die bewuste avond in de Arn
hemse schouwburg? „Niet om
het stuk zelf, dait was wel mooi,
de brave soldaat Sohweik- Nee,
ik diaioht ineens, waarom
kunnen al die andere mensen
gewoon doen wat ze zomaar
willen en ilk niet Nou. hij
kwam er snel achter. Het viel
bar tegen. Eenmaal buiten de
schouwburg kon hij zich niet
redden. „Ik wist niet eens hoe
je in een bus moest betalen",
aldus Bob- En hij zegt erover:
„Ik stond gewoon voor paal"-
Het was een pijnlijke erva
ring. Vanaf dat moment is hij
dian ook, zo vertelt hij, met
nog grotere inspanning gaan
werken aan een toekomstige
overgang naar de maatschappij
buiten.
Want. zo merkte hij, je handi
cap maakt je in alles afhanke
lijk, ook waar het eigenlijk
niet hoeft. „Ik ben de laatste
tijd erg gespannen. Ik peins
me suf pver wat ik straks
moet gaan doen als ik hier
weg ben". Hij weet namelijk
dat het Bio Centrum bestemd
is voor kinderen en jongelui
maar niet voor volwassenen.
De ervaring met „soldaat
Schweik" viel zo'n beetje in
dezelfde periode als waarin
Bert Haanstra hem uitkoos
voor een ro] in zijn Bio propa-
gandafilmpje. Honderdduizen
den Nederlanders hebben hem
in de bioscoop vlak voor de
collectebus in de pauze van
hand tot hand wordt doorgege
ven in het zwembad een
baantje zien trekken. En daar
na de verrassende zin horen
uitspreken, hangend aan de
rand van het bad. een zin die
z0 merkwaardig optimistisch
overkomt tussen al die beel
den van gehandicapte kinde
ren: „En weet u wat ik nou
het leukste vind", zo vroeg hij
in close-up aan de anonieme
bioscoopgangers, „ik kan
zwemmen en mijn vader en
moeder kunnen het niet".
Deze spontane tekst werd een
soort handelsmerk- In een la
tere Bio-film kwam hij weer
terug. Bob zelf: „Ik zwem
graag, kan Lange tijd onder
water blijven. Ze zijn me wel
eens nagedoken". Argeloos
heeft Bob met zijn opmerking
aan de mensen duidelijk ge
maakt dat gehandicapten niet
alleen maar zielig zijn, niet
altijd tobben en piekeren,
maar gewoon plezier hebben
in de dingen die ze wel kun
nen in plaats van altijd maar
te denken aan de dingen die
ze niet kunnen- Het is natuur
lijk een groeiproces, eerst be
seffen dat je anders bent, ver
volgens het er tegen in op
stand komen, het langzamer
hand gaan aanvaarden en als
laatste fase „er gewoon mee
gaan werken"
„Ik kan me met een stok re
delijk voortbewegen, anderen
moeten de hele dag in hun
rolstoel zitten", zegt Bob. En:
„Ik ben vanaf mijn geboorte
ermee vertrouwd geweest dat
ik gehandicapt ben. Kinderen
die op latere leeftijd een on
geluk krijgen passen zich veel
moeilijker aan".
Sinds een tijdje woont Bob
ergens intern- Niet in het cen
trum zelf en ook niet bij zijn
ouders in Zevenaar- Het is
alweer een stapje op weg
naar zelfstandigheid. „Mijn
ouders zijn erg lief', zo zegt
Bob, „maar ze weten ook niet
altijd wat ze met me aan moe
ten. Dat is te begrijpen", zo
vindt hij, „want het zal je
maar gebeuren dat je een in
valide zoon krijgt".
weg is, oofk diens nieuwe
groep Trace". Die voorkeur
stamt uiteraard uit zijn klas
sieke achtergrond. Opvallend
is wel dat hij beide groepen is
blijven waarderen- „Ja, kijk,
t»en Rik wegging bleek dat
die anderen best alleen kon
den musiceren- Dat was nodig
omdat Rik altijd de baas
speelde. Maar van de andere
kant, de muizek die Rik zelf
maakt is zo ontzettend goed
dat ik ook Trace kan waarde
ren".
Boo vindt dat de kritiek op
Rik van der Linden onterecht
is. „Als iemand iets heel goed
kan, mag hij zijn eigen opvat
tingen best een beetje door
drukken". Bob ziet, dat blijkt
wel, de dingen nogal genuan
ceerd. Hij riet het vóór en
tsgen. Dat gaat zelfs pp voor
het paardrijden dat hij in het
Bio-Centrum regelmatig moet
doen.
„Ik rij graag paard, maar ik
ben er eigenlijk doodsbang
voor. Met je handicap ben je
banger voor een smak dan
wanneer je gewoon op je beide
benen kunt rekenen- Maar het
moet nu eenmaal gebeuren.
Het is goed voor de spieront-
wikkeling en het geeft zelf
vertrouwen. „De eerste keer
zeg je makkelijk ja", aldus
tenslotte Bob, met een wat
verlegen grijns, „maar als je
eenmaal op een paard rit is
het beest een stuk hoger dan
wanneer je ernaast staat".
(Van onze correspon.
dent)
PARIJS Madame Yo-
lande Guirand, 53 jaar
oud, heeft pech gehad,
20.30 uur: Madame Gui
rand, die een pakje siga
retten gekocht heeft in
Villeneuve-Loubet aan
de Franse Rivièra steekt
de weg over, riet niet
dat er uit de richting
Antibe een auto nadert.
De wagen remt uit volte
kracht, maar slipt op het
natte wegdek. Madame
Guirand wordt gegrepen
en tegen de grond ge
smakt.
20.40 uur: Madame Gui
rand wordt in een am-
bulamcewagen gelegd, ei
deze rijdt onmiddellijk
met loeiende sirene ei
zwaailicht in de richting
Nice.
20.55 uur: Een Mercedes
botst achter op de ambu
lance op de Promenade
des Anglais in Nice. Een
verpleger wordt gewond,
de bestuurder alarmeert
per radio onmiddellijk
een andere ambulance,
die om 21.02 uur ter
plaatse is en de gewonde
madame Guirand en de
verpleger aan boord
neemt.
21.55 uur: De tweede
ambulance die met grote
snelheid naar het zie
kenhuis rijdt, schiet met
loeiende sirene door een
rood stoplicht, maar
botst daarbij tegen eeu
andere wagen en komt
daarna tegen een ver-
keerszuil tot stilstand.
De chauffeur en de ver
pleger zijn gewond.
22.15 uuri Een derde
ambulance neemt mada
me Guirand en de ande
re drie gewonden aan
boord.
22.24 nur: De derde am
bulance rijdt de ingang
voor spoedgevallen van
het ziekenhuis binnen.
Als de brancard naar
buiten geschoven wordt,
constateert men dat ma
dame Guirand is overle
den.
In het ziekenhuis heelt
men enige ogenblikken
geaarzeld alvorens de
gebruikelijke verklaring
af te geven, namelijk
dat de gewonde op weg
naar het ziekenhuis
overleden is.
Grootste probleem blijkt juist
de grote bezorgdheid te rijn,
„Ik ging pp mijn fiets een
driewieler - een keer alleen
naar de boekhandel. De eerste
keer van mijn leven. Toen ik
bij een stoplicht stilstond zag
ik achter me de auto van mijn
vader naderbij sluipen. Goed
bedoeld natuurlijk, maar niet
wat ik nou graag wilde".
Bob, tweede kind in een gezin
van vier kinderen komt graag
thuis voor de gezelligheid,
maar voelt instinctief dat hij
de weg naar zelfstandigheid
elders moet veroveren. Die
strijd gaiat natuurlijk gepaard
met inzinkingen- „Voor alles
trip et gevochten worden", zegt
hij, „niets gaat vanzelfspre
kend".
Het zijn twee gezichtspunten
waarmee hij zijn eigen situa
tie weet te relativeren. „Ik
ben hier goed bevriend ge
raakt met Herman", zo voegt
hij eraan toe, „een jongen die
ongeveer dezelfde handicap
heeft als ik". Dat laatste op
een topn van iemand die sug
gereert dat het zoiets is als
„een jonigen die dezelfde post
zegelverzameling heeft als ik".
Samen lachen ze, zoals dat
heet, heel wat af. Herman is
zijn vaste oriëntatiepunt in het
Bio Centrum. Daarnaast zijn
er de gespreksgroepen waarin
alle onderwerpen wekelijks
vrijelijk worden uitgepraat.
De eigen handicap, de houding
tegenover de buitenwereld, te
genover sex, dood en religie,
alles kan daar onbekommerd
wprden uitgesproken-
„Onderling zijn we goed met
elkaar", aldus Bob. Hij herin
nert zich een bezoek aan een
vormingscentrum waar men
hoog opgaf over de daar be
reikte intermenselijke relaties.
Ze konden, aldus Bob niet
zonder spot, meer van ons le
ren dan wij van hen.
Toch is hij maar zelden ja
loers op zijn gezonde mede
mensen. „Wat je aan de ene
kant mist, krijg je aan de
andere kant erbij". En dat is
dan bijvoorbeeld het meer in
tensieve leven dat je leidt,
vergeleken met leeftijdgeno
ten- Voor oppervlakkigheid is
weinig ruimte- „Je moet je
meer dan anderen afvragen
waarvoor je leeft, wat de zin
is van het leven. Met een pro
testhouding schiet je niets op".
Zo heeft Rob in zijn katholie
ke opvoeding nooit problemen
gehad met de geest van „haat
tegen God die van alles de
schuld zou zijn". Dat staat er
gewoon buiten, zo vindt hij,
„je bent in een bepaalde situa
tie gezet, een ander heeft
weer andere problemen".
Zo riet hij het ook als een
pluspunt dat hij van jongs af
aan veel met muziek in de
weer is geweest. Thuis is hem
de klassieke muziek, zoals hij
zelf zegt, met de paplepel in
gegoten. Favorieten zijn Bach
en Beethoven. „De Vijfde
hoorde ik als kind zo'n beetje
elke dag". Met een cassettere
corder neemt hij veel over
van radio en televisie- Ook
een zij stapje naar de popmu
ziek heeft hij gemaakt.
„Maar dan alleen Exseption en
sinds Rik van der Linden daar
(Van onze correspondent)
BARCELONA De ontoerei
kende wereldproduktie van
voedingsmiddelen, met alle
politieke en diplomatieke ge
volgen van dien, dreigt een
internationaal probleem te ma
ken van wat tot voor kort
niets meer was dan een bu
renruzie tussen Spanje en Ma
rokko over de Spaanse Sahara.
De reden is als volgt.
Om gelijke tred te kunnen
houden met de bevolkings
groei, moet de landbouwpro-
duktie van vele landen op
zeer korte termijn verbeterd
worden, aangezien er anders
honderdduizenden personen
van honger zullen sterven. En
dat zou ook de politieke stabi
liteit van heel wat landen in
gevaar brengen.
De enige manier om een snelle
groei van de landbouwproduk-
tie te bereiken, is het gebruik
op grote schaal van kunstmest.
De produktie var kunstmest
hangt vooral af van twee
grondstoffen: aardolie en fos
faat.
Na de lange maanden van
energie-crisis tengevolge van
de Arabische aardolie-politiek
is iedereen zich wel bewust
geworden van de ernst van
dat probleem. Nu is het de
beurt van het fosfaat, want er
staat minder aardolie ter be
schikking voor de kunstmest-
produktie. En de belangrijkste
fosfaatmijnen van de hele we
reld liggen juist in de Spaanse
Sahara.
Geen wonder dat, volgens wel
ingelichte bronnen, Hemy
Kissinger, zich persoonlijk
voor de Sahara-kwestie begint
te interesseren. Anderhalf tot
1,8 miljard ton fosfaat, goed
voor minstens 150 jaren var
zeer winstgevende ontginning,
in een gebied dat door twee
staten wordt betwist terwijl
twee andere buurstaten klaar
staan om in te grijpen, ziedaar
een perfect recept voor een
explosief probleem.
Tot 1963 had eigenlijk nie
mand zich ooit om het lot van
de Spaanse Sahara bekom
merd, met uitzondering van
generaal Franco die er in 1950
een bezoek bracht en de
straatarme nomaden van de
streek meer belangstelling van
Kissinger
de kant van de Spaanse rege
ring beloofde.
Ondanks de mooie naam van
het gebied, Rio de Oro (Goud
rivier), had Madrid zich in
de 600 voorgaande jaren
evenmin vaak herinnerd aan
de kolonie op het Afrikaanse
vasteland tegenover de Kana
rische Eilanden, vanwaaruit
avontuurlijke handelaars in de
XlVe eeuw naar Rio de Oro
waren verhuisd. En in al die
eeuwen had men daar nooit de
voorvaderen van de heden
daagse Marokkanen gezien.
Vanaf 1950 begon de Spaanse
regering inderdaad wegen,
scholen, hospitalen enzovoorts
te bouwen in haar Sahara-
zandbak. Marokko toonde pas
agressieve belangstelling acht
jaren later, toen koning Mo
hammed V zijn aanspraken op
Ifni kracht bijzette met aan
vallen v-an zogenaamd „onge
controleerde nomadenstam
men" op Ifni, en terloops ook
op de Spaanse Sahara.
Het Spaanse leger sloeg (niet
zonder moeite, en zeker zon
der enige Amerikaanse hulp
ondanks de beruchte defensie
overeenkomst tussen Washing
ton en Madrid) deze aanvallen
af. Jaren later zou Moham
med's zoon, koning Hassan II,
in onderhandelingen met
Franco het gebied van Ifni
zonder enig bloedvergieten
krijgen.
Maar toen wisten zowel Fran
co als Hassan reeds dat de
Goudrivier eindelijk haar
veelbelovende naam eer aan
had gedaan, en dus veel aan
trekkelijker was geworden
dan Ifni. Immers, in 1962 ont
dekten Spaanse geologen in
Bu Cra-a, een honderdtal kilo
meters ten zuidoosten van de
hoofdstad Aaiun, een grote
fosfaatertslaag.
Reeds datzelfde jaar richtte de
Spaanse staatsmaatschappij
INI een dochteronderneming
op om het fosfaat te ontgin
nen. Na lange internationale
onderhandelingen, waarbij de
Marokkaanse regering bijvoor
beeld tussenbeide kwam om
Amerikaanse liefhebbers af te
schrikken van deelname in het
project, besloot de Spaanse re
gering rond 1969 tenslotte om
de zaak -geheel alleen te doen.
Het INI verzekert zeer weinig
buitenlandse financiering (2
miljard pesetas, tegenover
Spaans kapitaal van bijna 7
miljard pesetas, en het eigen
kapitaal van de onderneming
van 5 miljard pesetas) te heb
ben aangezocht e ngeen enkele
buitenlandse verplichtingen of
participatie in de ontginnino
te hebben toegestaan.
miljard pesetas ofwel 1 mil
jard gulden.
Het is de moeite dan ook wel
waard. De ertslaag is 85 bij 3
kilometer groot, en kan in
dagbouw tot een diepte van 7
meter afgegraven worden. De
huidige installatie is in staat
om 11 miljoen kubieke meter
fosfaaterts per jaar af te gra-
°Smara
?DE A/
rviib j?
aisneros
oro af
O)
|MAÜRETANi|i|
?Y'*iV'',V**'Yva*'A*>''"'***'*1*»^
De Duitse Krupp kreeg een
miljoenencontract voor de
mijn- installaties, compleet met
de langste en grootste lopende
band ter wereld (bijna 100
kilometer tot aan de Atlanti
sche Oceaan) en een kunstma
tig eiland voor de kust waar
vrachtschepen tot 100.000 ton
bunnen aanleggen. Volgens
Spaanse bronnen beloopt de
totale investering ongeveer 20
ven, en met dat ritme zou er
materiaal voorhanden zijn
voor meer dan 150 jaar ont
ginning!
Niemand ban natuurlijk voor
zien hoe de prijzen van het
fosfaat in de eerstvolgende 150
jaren zich zullen ontwikkelen,
maar het behoeft geen betoog
dat miljoenen tonnen fosfaat
per jaar in goedkope dagbouw
een flinke winst opleveren.
Het erts wordt in Bu-Craa zelf
fijngemalen en krijgt daar al
een eerste behandeling, om
niet geheel ruw verscheept te
moeten worden naar de we
reldmarkten.
En daar begint het probleem.
Tot nu toe had Marokko na
melijk praktisch het rijk al
leen op de internationale fos-
faatmarkt. De twee andere
grote producenten. Rusland en
de Verenigde Staten, moeten
eerst hun eigen landbouw be-
Ieveren en houden dus niet
veel over voor uitvoer; een
probleem dat Marokko niet
kent, en de Spaanse Sahara
nog minder.
De mijnen van Bu-Craa, die
nu al een jaar lang produce
ren, betekenen het einde van
het Marokkaanse monopolie,
en daardoor een bedreigkS
voor de Marokaanse econo
mie die voor een flink deel op
de fosfaat-export steunt.
Geen wonder dus dat koning
Hassan van Marokko er zo f»
op is om een einde te maken
aan de Spaanse administrate
in de Sahara - d.m.v. onder
handelingen, of anders met ge
weld. Spanje heeft haar e'g01
problemen van binnenlandse
politiek, en in Madrid heen
men waarschijnlijk wel de si
re les van het koloniale oor
log-voeren geleerd met W'
voorbeeld van de ondergang
van de Portugese dictatuur.
Een lange guerrilla-oorlog om
de Spaanse Sahara zou voor
Madrid een nachtmerrie zijn;
maar dat wil niet zeggen dat
de Spaanse troepen in het go-
bied niet klaar staan en al-
doende voorbereid, zijn om een
Marokkaanse „bliksemaanval
af te slaan. In dat opzie»
geeft men Koning Hassan wei
nig kansen.
En hij zal ook rekening ®oe-
ten houden met de wraakv®
de buurstaten Mauretanië
Algerije, met wie hij eerst ee
gemeenschappelijke actie te
gen de Spaanse Sahara W
afgesproken, maar die W K
buiten het probleem probe»1
te houden.
Het Algerijnse leger is
katje om zonder handschoen
aan te pakken, zoals VssV
met schade en schande "Op
moeten lerenen Maurentan
stelt zelf militair niet
voor, maar kan voor honcte
procent rekenen op de exP
sieve kolonel Gaddhaf:
Lybië. die de volle steun y
zijn kr. igsmacht heeft heloot"
Als regeringen die uit
volutie zijn ontstaan, heb
geen van drie enige =vmpa't
verloren aan konine Wessan
zijn dictatoriaal regime,
troon in Rabat staat wankel-
Buitengewoon actueel i:
steeds) het ai weer enige tl
leden uitgegeven boekje o\
minderheden in onze sarr
Zuidmolukkers, St
mórt en buitenlandse we
(„Gastarbei
Lastarbeiders?"), van de
van free-lance journaliste
M?chon. In zakelijke be
rt ngen brengt ze ons-naa;
leiding van een reeks
programma's - snel van
genwaan af dat Nederia
!en zeldzaam tolerant
vormen. Door ook de histoi
achtergronden te belu
heeft Michon van dit boek]
helder overzicht gemaakl
mensen in een vreemd lail
hoe ze zich hier (vall
staande houden
Mary Michon: Oordeel,
oordeel, veroordeel. (An
boeken, uitg.: In den T
Baarn).
De jongste Griekse omw
ling heeft, zo menen (vreze
len nog geen al te vaste bas
gehate kolonels en hun (t
(knechten zijn afgezet, so
gen zijn verbannen, wordei
licht vervolgd, maar zijn
verdwenen. In dat licht b
kan het alleen maar nutti|
om een tweetal boeken ov<
Griekse verzet (van nu en
ger) te lezen, al was het sl
om te kunnen herinneren v
zich nog onlangs in Gneke.
heeft afgespeeld.
Amalia Fleming, beken,
strijdster van de kolonels,
een recht-uit-het-hart, on
rend soort dagboek gewijc
haar verzet. Het is een gei
loze ontmaskering van
Griekse dictators en hun h
likkers
Bij Van Gennep kwam
Gedichten van het Griekse
zet. Een beklemmende verz
ling gedichten die duic
maakt onder welke drul
Griekse bevolking heeft gel,
Amalia Fleming: Thuis in
loren Griekenland. Uig.:
Gottmer, Haarlem (f 16,50
Morgen is het jouw beurt
dichten van het Griekse vt
Uitg.: Van Gennep, Amstei
(f 8,90).
Aan de elfde druk is al toi
Teerling is geworpen van
Paul Sartre in de Meulen
Bibho-sene (waarin o.m
ken van Ethel Portnoy, P
Roth en ook Arthur van St
del) Een nu wat toneelr
aandoend werk, op de bek
Sartre-manier. maar wel v
durend intrigerend.
j. r. Sartre, De teerling i
worpen. Uitg: Meulenhnff,
sterdam (f 12,50).
De oceanen raken de l£
jaren haast overbevolkt v;
mensen die de grote watert
nodig op hun eentje m,
oversteken. Chay Blith, eei
gelsman, trad in het spoo
enkele beroemde landger
Met dit verschil dat hij voo
zeilreis rond de wereld een
koos, waarbij hij nage
voortdurend tegenwind ha
westwaartse route. Tien m
den duurde de (gesponsi
tocht in de „British Steel"
was de sponsor?). Een vo(
melijk in dagboekstijl bijge
den werkje van een stoere
gelsman.
Chay BI,)..,. De onmogi
reis. Uitg.: Westfriesland.
THEO SlOli