DouaneschoolUniek instituut BIJ DE FOTO'S: theeglazen. Opleiding Anders doen ZATERDAG 26 OKTOBER 1974 DE HOND: HET BESTE WAPEN VAN DE POLITIE n een gefrankeerde n naar Douwe Egberts |im van Douwe Egberts. t.n.v. Douwe Egberts, tstuurd. Het is een vertrouwd beeld geworden, dat bij voetbal wedstrijden met veel en vaak emotioneel publiek, politie agenten met honden staan opgesteld rond de grasmat. Ook bjj massale straatrellen, zoals die in de grootste steden kunnen voorkomen, is het gewoonte geworden politiehon den in te zetten. Doorgaans alleen in deze bijzondere situ aties gebruikt de politie honden. Een uitzondering hierop maakt het Bredase politiekorps. Op een voor Nederland unieke manier is hier het dier zo geïntegreerd in de dagelijkse politiële dienst, dat het een doeltreffend middel en wapen is geworden in de strijd te gen de misdaad en bij het handhaven van orde en veilig heid. irn Breda af, dlit in tegenstel ling tot de rest van bet land waar sprake is van een sterke toename. Mede ook door de politiehond is in Breda het aantal aanhoudingen op heter daad toegenomen met dertig procent. In ongeveer zestig procent van de aanhoudingen was de hond in meerdere of mindere mate betrokken. Dag en nacht is er minstens éen hond in dienst. Vooral 's nachts en in de weekenden gaat hij mee op surveillance. Daarvoor zijn er twee speciale „hondeauto's (de Blafdaf en de Blaffo) beschikbaar. Op tijden dat zich vechtpar tijen en caféruzies kunnen voordloen patrouilleert de hon denwagen in de buurt van de binnenstad. Zodra zioh ergens moeilijkheden voordoen wordt de hondewagen onmiddellijk naar het strijdtoneel gediri geerd. De Bredase praktijk leert dat allleen bij het zien van de Blaffo of de Balfdaf ruzies worden bijgelegd. Meestal blijft de hond in de wagen, imaair een enkele keer is meer „machtsvertoon" nodig. Zo slaagde er onlangs een aantal agenten er niet in een café waar gevochten werd, te ontruimen. Integendeel, de agressiviteit nam toe. Oofc de mededeling diat de hondiewa- gen voor de deur stond hielp niet, zodat de geleider met zijn Mechelse herder naar bin nen stapte. Vanaf dat moment stroomde het etablissement automatisch leeg. Eén vech tersbaas hield ook toen niet op, en wilde zijn gram halen op baas en hond. Een minuut later ging hij - zeer timide - en zonder broek (die was aan flarden) mee naar het politie bureau. Ook bij recente moeilijkhe den tussen straatbewoners, waarbij tientallen mensen vij andig tegenover elkaar ston den, bleek de komst van twee politiehonden voldoende om de partijen uit elkaar te houden en de gemoederen tot bedaren te brengen. Zouden, in plaats van de honden tien of vijftien agenten zijn ingezet, dan was de situatie waarschijnlijk ont aard in een massale vechtpar tij. Sinds de Bredase politie permanent honden in dienst heeft en ze gericht betrekt bij de surveillance, is het rustiger in de binnenstad tijdens de weekeinden. Voor die tijd daarentegen was er elke zater dag en zondag wel een flinke vechtpartij. Zware mishande lingen zijn er de laatste an derhalf jaar helemaal niet meer voorgekomen. Een belangrijk aspect van de politiehond is ook de in vloed van zijn aanwezigheid op de dienstdoende politie mannen. De gedachte dat, als het gaat spannen in conflictsi tuaties, er een hond wordt in gezet, geeft een gevoel van De politiehond heeft bij het grote publiek de naam vals en onbetrouwbaar te zijn. Ken ners echter wijzen deze beoor deling van de hand. Zij stellen dat de politiehond niet vals is, maar „scherp". Het verschil tussen deze twee begrippen is. dat een valse hond op de meest onverwachte momenten en in het wilde weg om zich heen bijt, terwijl een scherpe hond aleen bijt op commando van z'n baas of onder bepaalde omstandigheden. Door zijn vaak imponerende gestalte, onverschrokken op treden en zijn geoefendheid in bewaken en bijten boezemt de politiehond ontzag in. Dit maakt hem uiterst geschikt voor gebruik bij surveillance, opsporen en aanhouden van misdadigers, en andere politië le taken. Daarbij is het - ui teraard - niet de bedoeling dat de hond zoveel mogelijk zijn getraindheid in bijten in de praktijk brengt. Voornaamste functie is het preventief effect door zijn aanwezigheid Een opgewonden menigte mensen zal vaak alleen maar agressiever worden wanneer meerdere politieagenten al dan niet met gummiknuppels ten tonele verschijnen. De komst echter van een politiehond leidt er doorgaans toe, dat de spanning onder het publiek vanzelf afneemt. De leiding van het Bredase politiekorps onderkende enke le jaren geleden het preventie ve nut van de hond, en ging ertoe over het dier geheel te integreren in de dagelijkse dienst. Het korps beschikt mo menteel over acht honden. Dank zij hiet gebruik van honden neemt de criminaliteit De „boef gaat er vandoor op de fiets, de hond ach tervolgt hem (links bovenaan). Hap, zegt de hond en de vluchteling gaat onderuit, waarna de hond hem onder controle houdt. Verder vluchten heeft geen zin, weet de „hoef" en hij laat zich opbrengen door de hondegeleider. Dan toch nog een wanhoopspoging (foto boven), maar opnieuw grijpt de hond reso luut in. Foto's: Johan van Gurp persoonlijke veiligheid, waar door gespannenheid bij de mainnen tot een minimum be perkt blijft. Dit heeft weer tot gevolg dat zijn optreden, oo» iin moeilijke situaties, beheers ter zal zijn. Ook het inzetten van de hond bij inbraken en dergelij ke gebeurt met succes. Meer dan eens zijn inbrekers die vluchtten of zich verborgen hadden bij de komst van de politie, door de hond opge spoord Het zal duidelijk zijn dat een paar agenten met alleen een zaklantaarn moeilij ker een dader vinden die zich heeft verstopt in struikgewas, tussen gebouwen of in een schuurtje dan een hond, die met neus, oren en ogen veel meer waarneemt. En hoe vaak leest men niet, dat een ge zochte er in slaagde vlak voor de neus van de politie te ont vluchtten. Ook wat dat betreft is het de Bredase politie sinds het permanente gebruik van honden niet meer overkomen, dat een gezochte haar ontglip te. Onlangs gebeurde het dat een hondegeleider, te voet sur veillerend in een park, een man met de handen omhoog uit het struikgewas zag ko men, met de mededeling dat hij zich overgaf, want met die hond erbij had hij toch geen kans. Hij vertelde de - verbaasde - agent, zich even tevoren schul dig te hebben gemaakt aan mishandeling. De politieman nam hem mee naar het burea, maar zat met het probleem dat er geen slachtof fer was om aangifte te doen. Na een oproep in de plaatse lijke pers kon de zaak worden „opgelost''. De onverlaat die meent de politiehond te kunnen onder schatten, zou eens een kijkje moeten nemen bij de weke lijkse training van de honden. Naast de traditionele appeloe feningen die ook elke huis hond krijgt, althans behoort te krijgen, wordt de politiehond getraind Op bijten, bewaken en opsporen. Hij neemt met gemak een twee meter hoge schutting, spoort spelenderwijs verloren voorwerpen op, weigert perti nent voedsel aan te nemen van een vreemde, gromt drei gend als men een voorwerp dat hij bewaakt, wil wegne men, en bijt zich met overga ve vast in de „boef die pro beert te vluchten of zijn baas aanvalt. Dat hij bij dit laatste wordt geslagen met een tak of voorwerpen naar z'n kop krijgt gegooid schrikt hem niet af. Centraal in de oefening blijft de eis dat het dier alleen bijt, wanneer z'n baas daartoe opdracht geeft. Hij doet het uit eigen beweging wanneer de „boef" blijft proberen te vluchten. Blijft de mam stil staan, dan laat de hond los, maar blijft attent op nieuwe vluchtpogingen. Zelfs wanneer de „boef op de fiets vlucht wordt hij in een oogwenk door de hond vakkundig van het rijwiel „geplukt" en bewaakt tot de baas ter plekek is. Is de politiehond primair bedoeld om indruk te maken en te helpen bij het opsporen en aanhou den, daarnaast wordt hij ook beschouwd als een wapen ter verdediging van de baas zelf. Daarvan zegt een in het vak vergrijsde geleider: „De hond is voor de politieman het bes te, en voor de verdachte het veiligste wapen". onderwijsredac- - Miljoenen vracht- illoze schepen en brengen jaar in meest uiteenlopen- Produkten naar ons land. v«voeren Nederlandse jjkren naar het buitenland. 1* onafgebroken stroom, elk üentaiien miljoenen gul- Is waard, moet snel en effi- lona Wor('en behandeld. Door ""■^-ambtenaren. Vooral Want als ergens tijd geld vn Wel Wer. Een kostbare «achtautocombinatie met be- nnuig die een dag bij een j;# 0""gang moet wachten, kJ, eigenaar zeker acht- sthft sulden extra. Een Ij p nat hetzelfde overkomt SniiÏÏ haven kost de reder guldens meer dar 2 en 'h merken als rege' niers"^iVeel van aie •>doua' ov.,„, s we ergens een grem lebe„rt",.Zeker niet als dat Pïri,k.; „i11-! een van de grote k Daar vindt ook ka.' janenscontrole door de i) plaats, 't Toezicht Mduenkomende en uit- gaande goederen hebben de ambtenaren van de dienst der invoerrechten en accijnzen. Er zijn zo'n negentig kleine re grensovergangen. Die worden uitsluitend bemand door douane-ambtenaren. Zij verzorgen er de grensbewa king en controleren er zowel het personen- als het goede- renevrvoer. De dienst telt op het ogen blik zo'n vijfduizend mede werkers. Elk jaar moeten er een kleine driehonderd aspi rant-douane-ambtenaren wor len aangetrokken om dat aan tal op peil te houden. Die 'open dan enige weken mee i' le praktijk en gaan vervol gens drie weken naar de dou meschool. Een opleidingsinsti tuut dat sinds enige jaren ge vestigd is in het gebouwen complex van de Doopsgezinde Broederschap in het rustieke Elspeet op de Veluwe. .,De jongelui, vogels van di verse pluimage, moeten een beeld krijgen van het beroep waarvoor ze gekozen hebben. Wij proberen ze hier dat beeld te geven. Door ze wat ver trouwd te maken met de filo sofie van het douanewerk en ze enige aanloopvakkennis bij te brengen. Ook leggen wij bij de opleiding veel nadruk op de geest die onze dienst bezielt". Dat zegt het hoofd van de school, mr. G.M- Visch Het instituut is in 1947 op gericht. De drie weken inten sieve beroepsoriëntatie - met /eel sport - vormen voor de 'spirant douane-ambtenaren >p het ogenblik eigenlijk het begin van een langdurige vak opleiding. Die krijgt hij (zij) via mondelinge cursussen - één dag in de week - en door zich via schriftelijk studiema teriaal met de aspecten van het douanewerk vertrouwd te maken. Dat betekent een ver plichte studie van twee jaren voor elke aspirant. „Als hij die studie niet wil doen, wordt hij niet aangesteld". Na die basisstudie kan de douane-ambtenaar verder Ie ren en zich aan onderzoeken onderwerpen. „In principe staan alle rangen voor onze mensen open. Maar wel is het zo dat de selectie steeds stren ger wordt en de studie steeds zwaarder naarmate men ver der in rang opklimt bij onze dienst". Volgend jaar september gaat men de basisopleiding van de dienst anders aanpakken. Onze douaneschool wordt dan Dou ane Opleidings-Instituut. De jongelui komen hier dan vier maanden intern. Wij kunnen daarvoor, veel meer dan nn, de vakopleiding én de vor ming gaan combineren. Boven dien kunnen wij daardoor hier gaan doen wat nu nog door mondelinge cursussen en schriftelijke aanvullingen wordt gedaan", aldus mr. Visoh. Vijf pijlers gaan die oplei ding dragen. Er wordt veel aandacht besteed aan de vor ming van de persoonlijkheid, het bijbrengen van vakkennis, de bedrijfsoriëntatie, de licha melijke vorming en het uiter lijk optreden. „Ambtenaren van onze dienst zijn burgers. Ik leg daarop de nadruk, om dat zulks het publiek niet al tijd duidelijk voor ogen staat- Onze mensen dragen unifor men, omdat ze grensbewa kingsdiensten moeten verrich ten en omdat ze In de uitoefe ning van hun beroep herken baar moeten zijn. Ze vervullen een taak in dienst van de overheid, van de gemeenschap. Ze zijn er om het publiek te helpen. Niet om mensen dwars te zitten. Van die gedachten proberen we onze studenten te doordringen. Men kan zeggen dat het begrip welwillendheid heenloopt door de opleiding die we ze hier geven". Douane-ambtenaren hebben toezicht op de goederenstro men die ons land inkomen of uitgaan. Hier en daar ook op het grensoverschrijdend per sonenverkeer. Dat is een toe zichthoudende en controle rende functie. Het eerste doel ervan is uiteraard ervoor te zorgen dat er geen goederen de grens overgaan, waarvoor geen rechten zijn betaald. „Maar het is heel duidelijk", aldus mr. Visch, „dat er in de loop der jaren in het werk van onze mensen een aceent- verschuiving heeft plaatsge vonden. Ze hebben veel meer een algemene grenstaak ge kregen. De internationalisering is daarbij sterk op de voor grond getreden. Douane-amb- tenare» moeten op de hoogte zijn van talloze EEG-maatre- gelen, van kwaliteitseisen, van de verschillende landbouw- heffingen. Vult u zelf maar aan. In onze diensi krijgt de administratieve beoordeling van de goederenstroom steeds meer nadruk. Dat geldt trou wens ook voor de verwerking van die stroom. Daarbij geldt voor ons dat de belangen van de handel primair zijn- We werken daarom binnen de EEG met één document voor een zending goederen uit een EEG-land. Dat voorkomt ver traging aan de grenzen. Er zijn ook gemengde grensover gangen met Belgische of Duit se douanen. „De opleiding die wij hier onze aspiranten geven speelt op dat alles in. Waarbij dan vooral veel nadruk wordt ge legd op de zelfwerkzaamheid van de mensen. Want die leidt, zo vinden wij, naar een zelfstandigheid die nodig is om het douaneberoep goed te kunnen uitoefenen. Wij werken in onze school in groepen en subgroepen. Elke subgroep heeft een eigen taak. De dis cussies worden door aspiran ten zelf gevoerd. In elke groep is een hunner gespreksleider. Onze docenten begeleiden dat alles en ronden de discussies af. Ook verlangen we dat er door enkele leden van de groep lesverslagen worden ge maakt. Onze douaneschool, en straks zeker ons Douane Op leidings-Instituut, streeft er naar voor de aspirant-douanen een soort laboratorium te zijn. Ze Ieren er de beginselen van hun vak. krijgen er een flink stuk algemene vorming. Te vens proberen we deze jonge mensen iets bij te brengen van de geest die onze dienst bezielt". ""WES LEVIJ

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1974 | | pagina 19