ist... n binatie SER GRANDMA MOSES BLIJFT BOEIEND O POËZIE Terug van.... dood-geweest Nieuwe Vonnegut: bijna te virtuoos Slordigheid, uw naam is uitgeverij f E ES UITGAVE MOOI KIJKBOEK SCHILDERES f autocoat SLUIS kunst cultuur .«Uil- - J Nog één keer Keetje Tippel ca 1000 Rallye 1 4cc-60DINpk-f7.795i» ca 1100 Special 4CC-75 DIN pk-f10.19S.-(lwee- s)-f10595,- (viefdeuts) :a 1100 Commercial uimla 1600 dm3-max, laadvermo- iOOkg 46.895.- ••a 1301/1501 Toutitt Special uimle 1550 dm3- ma*, laadver- an 500 kg: 1301S -f 1Q995,-; S-f11595;- ra Simca Bagheero ilaalsen voorin-84 DIN pk- 195.- CHRYSLER MATRA 388 kade 2 Grandma Moses werd creatief 101 jaar. GRANDMA MOSES is een naam, die voor velen een be grip is geworden. Hoewel ze uit het nieuws is verdwenen en zelfs de Grandma Moses Gallery van het Bennington Museum in Vermont sedert 1972 is gesloten, blijven haar schilderijen niet alleen di rect als zeer persoonlijk her kenbaar, maar geven ook een beeld van Amerika zoals dat meestal hier niet gekend wordt. Een boeiend beeld, waarover al veel geschreven is en waarover eerder boe ken zijn uitgegeven. Maar minstens even boeiend is het leven van deze vrouw, die leefde van 1860 tot 1961, en vooral de laatste twintig jaar van haar leven wereld beroemd werd om haar ar tistieke produkten. Zij is een typisch voorbeeld van een mens, die haar ouder wor den als het ware opving in een creatief proces, waar door zij haar levensdrift en vitaliteit tot de leeftijd van 101 levensjaren opvoerde; als een gelukkig mens. OTTO KALLIR, die meer dan twintig jaar in nauw con tact met haar gestaan heeft stelde een boek samen GRANDMA MOSES dat als een „gallerie" van haar leven en werken voor velen een welkom geschenk zal zijn. Dit Abrams Artbook wordt In ons land door Meulenhoff uitge bracht en kost f 125. Dat lijkt vrij duur, maar relatief is dat niet zo; het boek bevat 253 jrote afbeeldingen, waarvan 135 in kleur en 1203 documen- tatie-afbeeldingen. Buiten de informatieve Engelse tekst om is het fraai uitgegeven boek vooral een kijkboek> dat ook degenen, die de Engelse tekst niet kunnen lezen veel genoe- een kan schenken; jammer is echter dat er geen samenvat tende Nederlandse tekst bijge daan is. Het 360 pagina's (34x31 om) tellende boek bestaat uit vijf afdelingen: de beginperiode van Anna Mary Robertson Mo ses; groeiende erkenning: roem, een oruieninig van haar werk en een documentatie-ge- deelte. Kallar geeft veei histo rische informatie, die zonder wierook is, maar je wel con fronteert met een bijzondere vrouw. Een vrouw, die ver trouwd met het boerenle ven, dat ook zeker toen lang niet altijd even mals is ge weest, in haar spaarzame vrije uren zonder veel pretenties wat schilderde. Zij deed dat vanuit haar eigen verbonden heid met de natuur en haar naaste omgeving- Zonder enige scholing copieerde zij prenten om te ontdekken hoe het in elkaar zat, maar de oopy werd iets nieuws omdat zij deze weergaf vanuit haar eigen vi sie; een visie, die geen morele beoordeling, geen boodschap over het goed en kwaad van het boerenleven, de historie ed. inhield, maar eerder sprak van een bijna kosmische ver bondenheid met haar omge ving. Zo kon het gebeuren, dat bij een plaatselijke feestelijke tentoonstelling wél haar ham oekroond werd, maar haar schilderijtjes niet opgemerkt werden- Dat gebeurde pas op haar oude dag toen een gale riehouder er wel warm voor liep. De herwaardering voor de zogenaamde naïeve schilder kunst zal daar niet vreemd aan zijn geweest; een waarde ring, die tevens als tegenhanger tegen allerlei avant-gardist: sche stromingen in Amerika kon fungeren- Die waardering liep zo hoog op- dat zelfs pre sidenten als Eisenhower (in clusief Nixon toen) en Tru man er wann voor liepen, niet minder Rockefeller als gou verneur van de staat New York, die Grandma-Moses-da- gen uitriep bij haar 100ste en 101ste verjaardag. Bij alle onbewuste naïviteit of primitiviteit kreeg zij steeds meer een eigen signa tuur, zodat je onmiddellijk zegt: Ja, dat is een Grandma Moses! Taferelen- waarop zij op haar eigen mander vertel lend bezig is op een manier, dat het vaak bijna „strip-verha len" zijn- Het zijn dan ook prenten waar je lang maar kunt kijken, waarop je telkens iets anders ontdekt en waar van vooral een bepaalde sfeer je in de ban kan krijgen. Daarom is het boek van Kal-lir iets waar je uren mee bezag kunt zijn. Het zou b.v. in alle bejaardentehuizen moeten lig gen: misschien dat veel be jaarde mensen, die nu met de i :"mÊ „mm Busy Street (1952) Turkey in the Straw (1940) armen over eikaar zitten te waahten (waarop!) er een stuk inspiratie mee opdoen zander nu direct een imitatie grootmoeder Mo9es te willen worden. Zij bezat bovendien, als oudere, het gezonde gevoel van relativiteit (geen fatalis me), dat baar de waardering die over haar werd uitgestort niet wegwimpelde, maar met een zelfbewuste nuchterheid en verwonderinig liet onder gaan. Haar creativiteit was vooral en op de eerste plaats een bron van leven voor haar zelf; als anderen er ook wat aan hadden was dat meegeno men. Zo zitten aan de presen tatie van dit mooie boekwerk allerlei facetten, waarvan we er hier maar enkele ter oriën tatie genoemd hebben, die de attentie voor deze uitgave ai rechtvaardigen. HENK EGBERS De roman „Moeder nacht" van de Amerikaanse auteur Kart Vonnegut jr. kan door- Saan voor een lichtvoetige dubbelganger van de in alle betekenissen grote roman van W.F. Hermans- „De donkere kamer van Damocles". Maar terwijl Hermans ons met zijn hoofdfiguur Osewoudt ont- facrt, slaagt Vonnegut er op best in ons met zijn „held" Howard W- Campbell jr. t< boeien. hie Campbell is een Duitse toneelschrijver van Ameri kaanse afkomst. In de naziitdjd teent hij zich als een van de ■neost abjecte raddopropagan- disten voor het schrijven er «spreken van de afechuwe njkste antisemitische tek- «en. Tegelijkertijd echter le O61! hij hand- en spandiensten •an de Amerikaanse iniichtin- Kndienst door tijden® deze ra- dJOPfnntjes door middel van «hoodeerde pauzen, zuchten, kuchjes en dergelijke medede lingen ten behoeve van de Amerikaanse spionage over te brengen. In bedde rollen functioneert Campbell volstrekt a-politiek; hij interesseerd zich in wezen voor geen enkele partij in het conflict- Het enige wat hem belang inboezemt was zijn „Rijk van twee mensen", het bestaan m-et zijn vrouw Heliga Maar Helga overleeft de oor log niet Ca-mpbell wel. De ge heimzinnige Amerikaanse agent die hem inpalmde voor zijn dubbelrol, redt hem na de oorlog het leven. Voor veel nensen blijft hij immers de nan van cte smerige nazipro- >aganda om de eenvoudige re ien dart zijn andere ik ge leemd is geheim te blijven Sn dan is er een klein groepje idioten die hem juist om zijn radiowerk vereren: dat zijn Amerikaanse fascisten, van wie er geen enkele normaal blijkt. Dank zij diezelfde geheim- zuinige spionagerelatie wordt Campbell voor een tweede keer gered als hij op het punt staat door de Russische gehei me dienst te worden ontvoerd voor een schijnproces dat moet aantonen dat de Verenigde Staten oorlogsmisdadigers de hand boven 't hoofd houden. Dat is het werk van een jon ger zusje van zijn omgekomen vrouw dat verliefd op hem is geworden dat althans over tuigend speelt en dat als agente voor de Russen werkt. Ook zijn beste vriend uit zijn na-oorlogs kluizenaarsbestaan olijkt de hand te hebben ge had in die intriige. Campbell walgt tenslotte van het leven en van zichzelf en besluit zich vrijwillig aan te geven voor een berechting naar het model van Eichmann door de Israëliërs. Zijn myste rieuze oontaetman van de Amerikaanse spionage pooigt hem dan opnieuw te behoeden door zich als getuige bloot te geven. Maar Campbell ziet daar vrijwillig van af, wat zijn ondergang onvermijdelijk maakt. Ook dit werkje van Vonne gut is voortreffelijk geschre ven. Men kan het bijna niet uit handen leggen, maar dat toch meer door de knappe compositie met haar goed ge doseerde spanning dan door de min of meer terloopse filoso fieën omtrent de zin van het menselijk bestaan. Als het de auteur er oir- te doen is ge weest ons de absurditeit daar van duidelijk te maken, heeft hij. naar ons gevoel zijn doel nat voorbij geschoten door een al te virtuoze schrijfteoh mek- JOOP BARTMAN Kurt Vonnegut jr.; Moeder nacht, roman. Vertaald door Frits Lancel. Meulenhoff, Am sterdam. 118,50).- B Sinds de vain afkomst Vlaamse schrijfster Franpoise Mallet-Joris op jeugdige leef tijd ze was toen voor in de twintig baar toen enig schandaal verwekkende eerste romen „Le rempart des bé- guines" (De begijnen- ourcht) publiceerde, heeft ze zich ontpopt als een stabiele en veelzij-diiige auteur, die heel wat meer is dan een vervaar- digster van ..damesromans". Ook haar jongste boek, „Le jeu du souterrain"- thans in het Nederlands verschenen on der de titel „Onderaards spel", is de moeite van het lezen waard- zelfs als men niet erg overtuigd raakt van het gege ven. Een schrijver, die meer succes heeft met journalistiek dan met litteratuur, wil hèt baek-van-zijn-levem schrijven over een man die ergens in Bretagne twaalf jaar lang zijn tiij-d verdoet met het graven naar een schat of een of ander archeologisch geheim. Beide ondernemingen, zowel de ro man als de sohiatgraverij, mis lukken- In ruil daarvoor her vindt de schrijver de liefde van zijn echtgenote. Of die ont wikkeling nu helemaal klopt met de psychologische ontle dingen die mevrouw Mallet eraan verbindt, is dunkt ons de vraag- Overigens is ze zeer bedreven in het typeren van de karakters, vooral in de bij figuren, waarvan ze er een twintigtal neerzet. Onze bezwaren gaan uit naar de mander waarop het boek in Nederland is uitgegeven- Een tamelijk middelmatige verta ling, maar weinig dingen zijn zo moeilijk als het overeen komstig de oorspronkelijke kwaliteiten weergeven van een litterair werk in een ande re taal. Een dikke stijlfout lijkt ons echter dat er het hele boek door over de „Hema" wordt gesproken de rest van deze typisch Parijse histo rie wordt niet vernederlandst om op de laatste bladzijde ineens terug te vallen op „Pris- unic". Naar het einde toe wordt trouwens het aantal zet fouten steeds groter en op het omslag werd de cédille in de voornaam van de schrijfster vergeten- Allemaal slordighe den die kenmerkend zijn voor de minachting die de grote Nederlandse uitgeverijen im toenemende mate voor hun af nemers koesteren. JOOP BARTMAN Fransoise Mallet-Joris: On deraards spel. Vertaling door C.P. Heering-MoormanA.W. Bruna en Zoon, Utrecht-Ant- werpen f 14,90). Willy Sneeuw: Shangri-la (Uitg. Albatros en Vanhyfte-de Coninck) In een beknopte biografie zegt Willy Sneeurw dat hij zel den poëzie leest. Dat is dan ook duidelijk te merken aan zijn gedichten: rond je verdoofde ogen je bloedende blozende blik ken bevend rook verstart ruimtelijk stil tot staal- Met dit soort aliitenatie-di- arree vult Sneeuw zijn bun del. Lariekoek. Bert Kooyman: Rode ge dichten (Opwenteling, f 4,50) "slechts goedkeurend ge knor verblindt zijn verdobbelde zinnen terwijl ontferming in zijn jagend bloed mettertijd als vergif wordt verdonkeremaand". Ik maak me altijd vrolijk met dit soort poëten-prullaria. Hoe krijg je het in hemels naam verzonnen, vraag je je af. In de 28 gedichten trof ik geen enkele regel aan die de moeite van het citeren waard is. En dat wil heel wat zeg gen. Maria van der Steen: Kwelwater. (Opwenteling, f 4,50). Toen ik de regel: „Ik huiver van eenzaamheid" las, wist ik al voldoende. Ja hoor, een ge dicht eindigt zo: pijn? nee, zó zou je het niet kun nen noemen 't is meer een ongeneeslijke onveranderlijke onoplosbare onvolledigheid. Ik kon mijn ogen ook niet geloven, maar echt, het staat er. Aan mij is het niet be- JOHAN DIEPSTRATEN Een boek, dat de rationele sceptici anidier ons en dat zijn er heel wat maar moei lijk zullen accepteren is ge schreven door J-B. DELA- COUR: OVER DE DREMPEL VAN DE DOOD (oorspr. Aus dem Jenssits zurück - uitg. Amikh-Hermens - f 19-50). Simpel gezegd bevat het een aantal getuigenissen van men sen, die dood waren en im het leven terugkeerden en daarna vertelden wat ze „aan de an dere kant van het leven" er- vaarden. Opvallend daarbij is, dart hun ervaringen allen spre ken van een terugverlangen naar die aiituaitie en dat ze geen begrip meer kunnen op brengen voor de „normale" angst voor de dood. Het grote vraagstuk, dat in dit boek aan de orde komt ia eigenlijk: wat is dat: dood? Het boek zegt duidelijk ook in de ondertiteling al dat het om klinische doden gaat; met andere woorden: om men sen, die volgens de huidige medische wetenschappelijke kennis als dood moeten war* den beschouwd. En zoals be kend verschuiven daarbij nog steeds de grenzen. Het vraag stuk rond de euthanasie heeft dit probleem b.v. ook weer eens actueel gemaakt. In dit geschrift worden herhaaldelijk uitspraken aangehaald van hersenispecialisten, psycholo gen, psychiaters, artsen en professoren, die zich met dit vraagstuk bezighouden. En dat zijn er heel wat. Er wordt op dit terrein ook meer geëxperi menteerd, dan de meeste men sen wel eens denken- Het boek bezit voldoende body om wat kennis te nemen van het geen er op dit terrein gebeurt. Het is toch helemaal niet zo gek om jezelf vragen te stel len over de dood, nu voor velen begrippen als hemel, hel- vagevuur overboord zijn gezet; er gepraat wordt over „het iets" dat er dan wel moet king met de prostitutie. In 1942 stierf zij in Brussel als grande dame. Op latere leef tijd schreef zij een aantal au tobiografische boeken, waar van Wim Zaal nu ongeveer het derde deel voor heruitgave in het Nederlands (Neel Doff schreef in het Frans) in aan merking liet komen. Het zal vooral de simpele verteltrant zijn, die zoveel mensen aan spreekt. Ook de nostalgie zal een woordje meespreken, al zal niemand terug verlangen naar de omstandigheden waar over Neel Doff vertelt. De los se anekdotes die zij verhaalt hebben ogenschijnlijk niets met elkaar te maken, maar wanneer je ze achter elkaar leest, komt er toch de rode draad te voorschijn van haar leven. Het titelverhaal: De avond, dat Mina mij meenam (naar een bordeel) is waar- schijnlijk een commerciële keuze, want voor mij had het bijvoorbeeld ook mogen heten Mijn broer Dirk, omdat de toch wel wat ontroerende ver halen, die Neel Doff over hem vertelt bijvoorbeeld een veel zwaarder accent hebben. Je leest in dit boek over jood' Amsterdam (waar zij dien- stertje was), over haar jeugd tijd in Brussel etc.; een aller- belabberdste tijd, waarover zij eigenlijk met een zekere ont roerende mildheid weet te schrijven, zodat ook dit boek een klein menselijk historisch documentje is geworden. H. E. zijn; de een zweert bij reïn carnatie-gedachten en de an der verwerpt dit etc. Het is zeer actueel en bovendien woerdt het in ieder mensenle ven toch een keer actueel; je kunt er niet omheen- Het boek speelt een beertje in op de sensatie misschien, omdat er -doodservaringen" in vertelt wórden van nogal be kende figuren, zoals een Char les Aznavour, Curd Jürgens, de Griekse koning Paul, de ballerina Janine Charrat e-d-, maar er komen ook een Viet- nam-soldaat, de bekende ge hangene van het Rode Plein e.d- aan de orde- Er zijn mensen bij, die na b.v. 48 graden koorts (garant voor een klinische dood) weer in het leven terugkeerden; een man die in Air rifca drie keer de stroom door zijn lijf kreeg op de beruchte elektrische stoel; kortom mensen waarvan de wetenschap zegt: hij-zij is dood; we zijn aan een begra fenis toe. In de wetenschap warden allerlei technieken ontwikkeld, die mensen van die doodslijn wisten af te ha len. Waren ze er wel over heen? Waar ligt de grens? Waar deze mensen ook ge weest mogen zijn, allen vertel len van bijzondere ervaringen, die je niet in twijfel hoeft te trekken. De open vraa-g blijft natuurlijk: waar ligt de bron van die ervaringen? Is het al leen maar een biologisch te verklaren afwijking in de her sencellen (die het eerste afster ven) of was (is) er méér? Het boek biedit uiteraard geen op lossing, maar deelt alleen een aantal ervaringen mee, die op recht overkomen en die je nog weer eens bewust maken van het feit, dat de dood niet dood te zwijgen is en dat er toch een aantal mysteries blijven, die meer om een visionair dan om een logisch weten schappelijk antwoord vra gen. H.E. Johan van der Woude Johan van der Woude: de stenen tafel (uitg. Nijgh en van Ditmar f 18,90) De in 1906 te Groningen ge boren auteur Johan van der Woude blijft produktief. Ver schenen de laatste tijd twee studies van zijn hand over de schilder Johan Mekkink en de schrijfster Maria Dermout, vroeger lag zijn accent meer op het schrijven van romans met historische achtergronden. In dit boek valt hij ten dele terug op zijn vroegere werk door een herdruk van zijn no vellen Een Hollands binnen huisje (1937), Nowisons meta morphose (1938) en Het veer (1934) te verbinden met een nieuw verhaal (80 pagina's van de 170 pagina's); De ste nen tafel. Ogenschijnlijk vier verhalen die niets met elkaar van doen hebben. Wat ze evenwel met elkaar verbindt is de thematiek. De mensen, d4e erin voorkomen zijn allen figuren, die tóbben met de zin van hun leven, opgeroepen door vreemde, soms hallicune- rende situaties, die toch ver bonden blijven met wat wij voor realiteit aanzien. Van der Woude hanteert daarbij een gedegen, misschien wat ouder wets, proza, waarvan de afge wogen zinnen je de sfeer goed laten ondergaan. Hij loopt daarbij op de grens tussen droom en werkelijkheid, waarbij de droom als realiteit en de realiteit als droom erva ren wordt. Best een fijn boek je om mijmerend in te le zen. Willem Brakman; Het zwart uit de mond van Madame Bo- vary (uitg. Querido f 15,90). Willem Brakman, die als arts in Enschede in 1961 debu teerde met een Winterreis heeft nu zijn vijfde roman ge schreven- Werd zijn eerste ro man ad bekroond met de Van der Hoogtprij3, zijn laatste is zeker niet minder al zullen de prijzen hem nu niet om de oren vliegen. Het lijkt er wel op dat Brakman nu zelf vleugel tjes gekregen heeft, want zijn schrijftrant is, ondanks de sterke melancholie die toch in hat verhaal steekt, zo lichtvoe tig geworden, dat er in de loop der jaren een andere Brakman als auteur ge groeid is. Nu zal lang niet iedereen, die dit boek ter hand neemt, Flauberts boek over Madame Bovary kennen en zullen daardoor een aantal toespelingen je ontgaan; Brak man ent nl. zijn hoofdpersoon in deze roman op het thema van dit boek uit de wereldlite ratuur- Die hoofdpersoon is een Leraar, die niet van kinde ren houdt, maar wel voortdu rend op zoek is naar de Grote Liefde; een man vol schijnba re contradicties. Zijn confron taties met een aantal vrouwen doen meer denken aan Don Quiohotte dan aan Don Juan; zijn hunkering naar de Totale Mens blijft een Verlangen. Hij probeert te leven met iets, dat noodt gebeurt De frustaties van het Idealismel De gebeur tenissen, die zich grotendeels afspelen in Noord-Frankrijk Bouvary-pelgr imageen op een waddeneiland zijn met een grote luciditeit soms barstend van de adjectieven beschreven; erg fijn om te le zen. Neel Doff NEEL DOFF: DE AVONI DAT MINA MU MEENAM (uitg. Meulenhoff - f 14,50). Terwijl in deze dagen ge werkt wordt aan de film Keetje Tippel, gebaseerd op eerder uitgegeven boeken var Neel Doff, verscheen het laat- ste deeltje, dat aan deze her ontdekte schrijfster besteed wordt. Ook voor dit boekje was het Wim Zaal, die de vertalingen verzorgde van eer aantal losse schetsen en verha len, waarin Neel Doff autobio grafisch vertelt over haai jeugd. Zoals bekend groeide Neel Doff op in Amsterdam en kwam onder zeer armoedi ge omstandigheden in aanra- Aldous Huxley: Nonnen aan de lunch (uitg. Contant-f. 15,50). Een zestal verhalen, in een vertaling van M. Mok, in de serie Huxley-publikaties van Contact. Verhalen over harken en intellectuele snobs om de kwalificatie te gebruiken, die Huxley zelf geeft aan de Janet in zijn eerste verhaal: De glimlach van de Mona Lisa. Deze bundel is een keuze uit The selected short stories, stammend uit 1957. Thema- tisah hebben deze korte verha len weinig om het lijf, maar het is vooral de ongemeen knappe wijze waarop Huxley situaties en personen tekent, die het lezen tot een proeven maken Huxley keuvelt een beetje in deze verhalen, maar doet dat op een zeer erudiete manier (en dat wil hij ook wel weten), zodat de onbedud- denste gebeurtenissen er een dimensie bijkrijgen. Het titel verhaal gaat bv over een En gelse journaliste (juffrouw Fenny), die Huxley haar erva ringen in een Duits ziekemhis vertelt, waar een haar verple gende non met een man de hort opgaat uit een soort van christeijk naastenliefde-motief. Zo'n verhaal zit geraffineerd in elkaar en doet het als titeJ- vernaal natuurlijk ook w«l goed. Het portret, de jonge Archimedes. De rustkuur en ie familie Claxton zijn de an. dene titels, die een andere zij de tonen van deze Brave New World auteur.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1974 | | pagina 21