ist...
n
binatie
SER
GRANDMA
MOSES
BLIJFT
BOEIEND
O
POËZIE
Terug van....
dood-geweest
Nieuwe Vonnegut: bijna te virtuoos
Slordigheid, uw
naam is uitgeverij
f
E
ES
UITGAVE MOOI KIJKBOEK SCHILDERES
f
autocoat
SLUIS
kunst
cultuur
.«Uil- - J
Nog één keer Keetje Tippel
ca 1000 Rallye 1
4cc-60DINpk-f7.795i»
ca 1100 Special
4CC-75 DIN pk-f10.19S.-(lwee-
s)-f10595,- (viefdeuts)
:a 1100 Commercial
uimla 1600 dm3-max, laadvermo-
iOOkg 46.895.-
••a 1301/1501 Toutitt Special
uimle 1550 dm3- ma*, laadver-
an 500 kg: 1301S -f 1Q995,-;
S-f11595;-
ra Simca Bagheero
ilaalsen voorin-84 DIN pk-
195.-
CHRYSLER
MATRA
388
kade 2
Grandma Moses werd creatief 101 jaar.
GRANDMA MOSES is een
naam, die voor velen een be
grip is geworden. Hoewel ze
uit het nieuws is verdwenen
en zelfs de Grandma Moses
Gallery van het Bennington
Museum in Vermont sedert
1972 is gesloten, blijven haar
schilderijen niet alleen di
rect als zeer persoonlijk her
kenbaar, maar geven ook
een beeld van Amerika zoals
dat meestal hier niet gekend
wordt. Een boeiend beeld,
waarover al veel geschreven
is en waarover eerder boe
ken zijn uitgegeven. Maar
minstens even boeiend is het
leven van deze vrouw, die
leefde van 1860 tot 1961, en
vooral de laatste twintig
jaar van haar leven wereld
beroemd werd om haar ar
tistieke produkten. Zij is een
typisch voorbeeld van een
mens, die haar ouder wor
den als het ware opving in
een creatief proces, waar
door zij haar levensdrift en
vitaliteit tot de leeftijd van
101 levensjaren opvoerde;
als een gelukkig mens.
OTTO KALLIR, die meer
dan twintig jaar in nauw con
tact met haar gestaan heeft
stelde een boek samen
GRANDMA MOSES dat als
een „gallerie" van haar leven
en werken voor velen een
welkom geschenk zal zijn. Dit
Abrams Artbook wordt In ons
land door Meulenhoff uitge
bracht en kost f 125. Dat lijkt
vrij duur, maar relatief is dat
niet zo; het boek bevat 253
jrote afbeeldingen, waarvan
135 in kleur en 1203 documen-
tatie-afbeeldingen. Buiten de
informatieve Engelse tekst om
is het fraai uitgegeven boek
vooral een kijkboek> dat ook
degenen, die de Engelse tekst
niet kunnen lezen veel genoe-
een kan schenken; jammer is
echter dat er geen samenvat
tende Nederlandse tekst bijge
daan is.
Het 360 pagina's (34x31 om)
tellende boek bestaat uit vijf
afdelingen: de beginperiode
van Anna Mary Robertson Mo
ses; groeiende erkenning:
roem, een oruieninig van haar
werk en een documentatie-ge-
deelte. Kallar geeft veei histo
rische informatie, die zonder
wierook is, maar je wel con
fronteert met een bijzondere
vrouw. Een vrouw, die ver
trouwd met het boerenle
ven, dat ook zeker toen lang
niet altijd even mals is ge
weest, in haar spaarzame vrije
uren zonder veel pretenties
wat schilderde. Zij deed dat
vanuit haar eigen verbonden
heid met de natuur en haar
naaste omgeving- Zonder enige
scholing copieerde zij prenten
om te ontdekken hoe het in
elkaar zat, maar de oopy werd
iets nieuws omdat zij deze
weergaf vanuit haar eigen vi
sie; een visie, die geen morele
beoordeling, geen boodschap
over het goed en kwaad van
het boerenleven, de historie
ed. inhield, maar eerder sprak
van een bijna kosmische ver
bondenheid met haar omge
ving. Zo kon het gebeuren, dat
bij een plaatselijke feestelijke
tentoonstelling wél haar ham
oekroond werd, maar haar
schilderijtjes niet opgemerkt
werden- Dat gebeurde pas op
haar oude dag toen een gale
riehouder er wel warm voor
liep.
De herwaardering voor de
zogenaamde naïeve schilder
kunst zal daar niet vreemd
aan zijn geweest; een waarde
ring, die tevens als tegenhanger
tegen allerlei avant-gardist:
sche stromingen in Amerika
kon fungeren- Die waardering
liep zo hoog op- dat zelfs pre
sidenten als Eisenhower (in
clusief Nixon toen) en Tru
man er wann voor liepen, niet
minder Rockefeller als gou
verneur van de staat New
York, die Grandma-Moses-da-
gen uitriep bij haar 100ste en
101ste verjaardag.
Bij alle onbewuste naïviteit
of primitiviteit kreeg zij
steeds meer een eigen signa
tuur, zodat je onmiddellijk
zegt: Ja, dat is een Grandma
Moses! Taferelen- waarop zij
op haar eigen mander vertel
lend bezig is op een manier, dat
het vaak bijna „strip-verha
len" zijn- Het zijn dan ook
prenten waar je lang maar
kunt kijken, waarop je telkens
iets anders ontdekt en waar
van vooral een bepaalde sfeer
je in de ban kan krijgen.
Daarom is het boek van Kal-lir
iets waar je uren mee bezag
kunt zijn. Het zou b.v. in alle
bejaardentehuizen moeten lig
gen: misschien dat veel be
jaarde mensen, die nu met de
i :"mÊ
„mm
Busy Street (1952)
Turkey in the Straw (1940)
armen over eikaar zitten te
waahten (waarop!) er een
stuk inspiratie mee opdoen
zander nu direct een imitatie
grootmoeder Mo9es te willen
worden. Zij bezat bovendien,
als oudere, het gezonde gevoel
van relativiteit (geen fatalis
me), dat baar de waardering
die over haar werd uitgestort
niet wegwimpelde, maar met
een zelfbewuste nuchterheid
en verwonderinig liet onder
gaan. Haar creativiteit was
vooral en op de eerste plaats
een bron van leven voor haar
zelf; als anderen er ook wat
aan hadden was dat meegeno
men. Zo zitten aan de presen
tatie van dit mooie boekwerk
allerlei facetten, waarvan we
er hier maar enkele ter oriën
tatie genoemd hebben, die de
attentie voor deze uitgave ai
rechtvaardigen.
HENK EGBERS
De roman „Moeder nacht"
van de Amerikaanse auteur
Kart Vonnegut jr. kan door-
Saan voor een lichtvoetige
dubbelganger van de in alle
betekenissen grote roman van
W.F. Hermans- „De donkere
kamer van Damocles". Maar
terwijl Hermans ons met zijn
hoofdfiguur Osewoudt ont-
facrt, slaagt Vonnegut er op
best in ons met zijn „held"
Howard W- Campbell jr. t<
boeien.
hie Campbell is een Duitse
toneelschrijver van Ameri
kaanse afkomst. In de naziitdjd
teent hij zich als een van de
■neost abjecte raddopropagan-
disten voor het schrijven er
«spreken van de afechuwe
njkste antisemitische tek-
«en. Tegelijkertijd echter le
O61! hij hand- en spandiensten
•an de Amerikaanse iniichtin-
Kndienst door tijden® deze ra-
dJOPfnntjes door middel van
«hoodeerde pauzen, zuchten,
kuchjes en dergelijke medede
lingen ten behoeve van de
Amerikaanse spionage over te
brengen.
In bedde rollen functioneert
Campbell volstrekt a-politiek;
hij interesseerd zich in wezen
voor geen enkele partij in het
conflict- Het enige wat hem
belang inboezemt was zijn
„Rijk van twee mensen", het
bestaan m-et zijn vrouw Heliga
Maar Helga overleeft de oor
log niet Ca-mpbell wel. De ge
heimzinnige Amerikaanse
agent die hem inpalmde voor
zijn dubbelrol, redt hem na
de oorlog het leven. Voor veel
nensen blijft hij immers de
nan van cte smerige nazipro-
>aganda om de eenvoudige re
ien dart zijn andere ik ge
leemd is geheim te blijven
Sn dan is er een klein groepje
idioten die hem juist om zijn
radiowerk vereren: dat zijn
Amerikaanse fascisten, van wie
er geen enkele normaal
blijkt.
Dank zij diezelfde geheim-
zuinige spionagerelatie wordt
Campbell voor een tweede
keer gered als hij op het punt
staat door de Russische gehei
me dienst te worden ontvoerd
voor een schijnproces dat moet
aantonen dat de Verenigde
Staten oorlogsmisdadigers de
hand boven 't hoofd houden.
Dat is het werk van een jon
ger zusje van zijn omgekomen
vrouw dat verliefd op hem is
geworden dat althans over
tuigend speelt en dat als
agente voor de Russen werkt.
Ook zijn beste vriend uit zijn
na-oorlogs kluizenaarsbestaan
olijkt de hand te hebben ge
had in die intriige.
Campbell walgt tenslotte
van het leven en van zichzelf
en besluit zich vrijwillig aan
te geven voor een berechting
naar het model van Eichmann
door de Israëliërs. Zijn myste
rieuze oontaetman van de
Amerikaanse spionage pooigt
hem dan opnieuw te behoeden
door zich als getuige bloot te
geven. Maar Campbell ziet
daar vrijwillig van af, wat
zijn ondergang onvermijdelijk
maakt.
Ook dit werkje van Vonne
gut is voortreffelijk geschre
ven. Men kan het bijna niet
uit handen leggen, maar dat
toch meer door de knappe
compositie met haar goed ge
doseerde spanning dan door de
min of meer terloopse filoso
fieën omtrent de zin van het
menselijk bestaan. Als het de
auteur er oir- te doen is ge
weest ons de absurditeit daar
van duidelijk te maken, heeft
hij. naar ons gevoel zijn doel
nat voorbij geschoten door een
al te virtuoze schrijfteoh
mek-
JOOP BARTMAN
Kurt Vonnegut jr.; Moeder
nacht, roman. Vertaald door
Frits Lancel. Meulenhoff, Am
sterdam. 118,50).-
B
Sinds de vain afkomst
Vlaamse schrijfster Franpoise
Mallet-Joris op jeugdige leef
tijd ze was toen voor in de
twintig baar toen enig
schandaal verwekkende eerste
romen „Le rempart des bé-
guines" (De begijnen-
ourcht) publiceerde, heeft ze
zich ontpopt als een stabiele
en veelzij-diiige auteur, die heel
wat meer is dan een vervaar-
digster van ..damesromans".
Ook haar jongste boek, „Le
jeu du souterrain"- thans in
het Nederlands verschenen on
der de titel „Onderaards spel",
is de moeite van het lezen
waard- zelfs als men niet erg
overtuigd raakt van het gege
ven. Een schrijver, die meer
succes heeft met journalistiek
dan met litteratuur, wil hèt
baek-van-zijn-levem schrijven
over een man die ergens in
Bretagne twaalf jaar lang zijn
tiij-d verdoet met het graven
naar een schat of een of ander
archeologisch geheim. Beide
ondernemingen, zowel de ro
man als de sohiatgraverij, mis
lukken- In ruil daarvoor her
vindt de schrijver de liefde van
zijn echtgenote. Of die ont
wikkeling nu helemaal klopt
met de psychologische ontle
dingen die mevrouw Mallet
eraan verbindt, is dunkt ons de
vraag- Overigens is ze zeer
bedreven in het typeren van
de karakters, vooral in de bij
figuren, waarvan ze er een
twintigtal neerzet.
Onze bezwaren gaan uit naar
de mander waarop het boek in
Nederland is uitgegeven- Een
tamelijk middelmatige verta
ling, maar weinig dingen zijn
zo moeilijk als het overeen
komstig de oorspronkelijke
kwaliteiten weergeven van
een litterair werk in een ande
re taal. Een dikke stijlfout
lijkt ons echter dat er het hele
boek door over de „Hema"
wordt gesproken de rest
van deze typisch Parijse histo
rie wordt niet vernederlandst
om op de laatste bladzijde
ineens terug te vallen op „Pris-
unic". Naar het einde toe
wordt trouwens het aantal zet
fouten steeds groter en op het
omslag werd de cédille in de
voornaam van de schrijfster
vergeten- Allemaal slordighe
den die kenmerkend zijn voor
de minachting die de grote
Nederlandse uitgeverijen im
toenemende mate voor hun af
nemers koesteren.
JOOP BARTMAN
Fransoise Mallet-Joris: On
deraards spel. Vertaling door
C.P. Heering-MoormanA.W.
Bruna en Zoon, Utrecht-Ant-
werpen f 14,90).
Willy Sneeuw: Shangri-la
(Uitg. Albatros en Vanhyfte-de
Coninck)
In een beknopte biografie
zegt Willy Sneeurw dat hij zel
den poëzie leest. Dat is dan
ook duidelijk te merken aan
zijn gedichten:
rond je verdoofde ogen
je bloedende blozende blik
ken bevend
rook verstart ruimtelijk
stil tot staal-
Met dit soort aliitenatie-di-
arree vult Sneeuw zijn bun
del. Lariekoek.
Bert Kooyman: Rode ge
dichten (Opwenteling, f
4,50)
"slechts goedkeurend ge
knor
verblindt zijn verdobbelde
zinnen
terwijl ontferming in zijn
jagend
bloed mettertijd als vergif
wordt verdonkeremaand".
Ik maak me altijd vrolijk
met dit soort poëten-prullaria.
Hoe krijg je het in hemels
naam verzonnen, vraag je je
af. In de 28 gedichten trof ik
geen enkele regel aan die de
moeite van het citeren waard
is. En dat wil heel wat zeg
gen.
Maria van der Steen:
Kwelwater. (Opwenteling, f
4,50).
Toen ik de regel: „Ik huiver
van eenzaamheid" las, wist ik
al voldoende. Ja hoor, een ge
dicht eindigt zo:
pijn?
nee, zó zou je het niet kun
nen noemen
't is meer
een ongeneeslijke
onveranderlijke
onoplosbare
onvolledigheid.
Ik kon mijn ogen ook niet
geloven, maar echt, het staat
er. Aan mij is het niet be-
JOHAN DIEPSTRATEN
Een boek, dat de rationele
sceptici anidier ons en dat
zijn er heel wat maar moei
lijk zullen accepteren is ge
schreven door J-B. DELA-
COUR: OVER DE DREMPEL
VAN DE DOOD (oorspr. Aus
dem Jenssits zurück - uitg.
Amikh-Hermens - f 19-50).
Simpel gezegd bevat het een
aantal getuigenissen van men
sen, die dood waren en im het
leven terugkeerden en daarna
vertelden wat ze „aan de an
dere kant van het leven" er-
vaarden. Opvallend daarbij is,
dart hun ervaringen allen spre
ken van een terugverlangen
naar die aiituaitie en dat ze
geen begrip meer kunnen op
brengen voor de „normale"
angst voor de dood.
Het grote vraagstuk, dat in
dit boek aan de orde komt ia
eigenlijk: wat is dat: dood?
Het boek zegt duidelijk ook
in de ondertiteling al dat
het om klinische doden gaat;
met andere woorden: om men
sen, die volgens de huidige
medische wetenschappelijke
kennis als dood moeten war*
den beschouwd. En zoals be
kend verschuiven daarbij nog
steeds de grenzen. Het vraag
stuk rond de euthanasie heeft
dit probleem b.v. ook weer
eens actueel gemaakt. In dit
geschrift worden herhaaldelijk
uitspraken aangehaald van
hersenispecialisten, psycholo
gen, psychiaters, artsen en
professoren, die zich met dit
vraagstuk bezighouden. En dat
zijn er heel wat. Er wordt op
dit terrein ook meer geëxperi
menteerd, dan de meeste men
sen wel eens denken- Het
boek bezit voldoende body om
wat kennis te nemen van het
geen er op dit terrein gebeurt.
Het is toch helemaal niet zo
gek om jezelf vragen te stel
len over de dood, nu voor
velen begrippen als hemel,
hel- vagevuur overboord zijn
gezet; er gepraat wordt over
„het iets" dat er dan wel moet
king met de prostitutie. In
1942 stierf zij in Brussel als
grande dame. Op latere leef
tijd schreef zij een aantal au
tobiografische boeken, waar
van Wim Zaal nu ongeveer
het derde deel voor heruitgave
in het Nederlands (Neel Doff
schreef in het Frans) in aan
merking liet komen. Het zal
vooral de simpele verteltrant
zijn, die zoveel mensen aan
spreekt. Ook de nostalgie zal
een woordje meespreken, al
zal niemand terug verlangen
naar de omstandigheden waar
over Neel Doff vertelt. De los
se anekdotes die zij verhaalt
hebben ogenschijnlijk niets
met elkaar te maken, maar
wanneer je ze achter elkaar
leest, komt er toch de rode
draad te voorschijn van haar
leven. Het titelverhaal: De
avond, dat Mina mij meenam
(naar een bordeel) is waar-
schijnlijk een commerciële
keuze, want voor mij had het
bijvoorbeeld ook mogen heten
Mijn broer Dirk, omdat de
toch wel wat ontroerende ver
halen, die Neel Doff over hem
vertelt bijvoorbeeld een veel
zwaarder accent hebben. Je
leest in dit boek over jood'
Amsterdam (waar zij dien-
stertje was), over haar jeugd
tijd in Brussel etc.; een aller-
belabberdste tijd, waarover zij
eigenlijk met een zekere ont
roerende mildheid weet te
schrijven, zodat ook dit boek
een klein menselijk historisch
documentje is geworden.
H. E.
zijn; de een zweert bij reïn
carnatie-gedachten en de an
der verwerpt dit etc. Het is
zeer actueel en bovendien
woerdt het in ieder mensenle
ven toch een keer actueel; je
kunt er niet omheen-
Het boek speelt een beertje
in op de sensatie misschien,
omdat er -doodservaringen" in
vertelt wórden van nogal be
kende figuren, zoals een Char
les Aznavour, Curd Jürgens,
de Griekse koning Paul, de
ballerina Janine Charrat e-d-,
maar er komen ook een Viet-
nam-soldaat, de bekende ge
hangene van het Rode Plein
e.d- aan de orde-
Er zijn mensen bij, die na
b.v. 48 graden koorts (garant
voor een klinische dood) weer
in het leven terugkeerden; een
man die in Air rifca drie keer
de stroom door zijn lijf kreeg
op de beruchte elektrische
stoel; kortom mensen waarvan
de wetenschap zegt: hij-zij is
dood; we zijn aan een begra
fenis toe. In de wetenschap
warden allerlei technieken
ontwikkeld, die mensen van
die doodslijn wisten af te ha
len. Waren ze er wel over
heen? Waar ligt de grens?
Waar deze mensen ook ge
weest mogen zijn, allen vertel
len van bijzondere ervaringen,
die je niet in twijfel hoeft te
trekken. De open vraa-g blijft
natuurlijk: waar ligt de bron
van die ervaringen? Is het al
leen maar een biologisch te
verklaren afwijking in de her
sencellen (die het eerste afster
ven) of was (is) er méér? Het
boek biedit uiteraard geen op
lossing, maar deelt alleen een
aantal ervaringen mee, die op
recht overkomen en die je nog
weer eens bewust maken van
het feit, dat de dood niet dood
te zwijgen is en dat er toch
een aantal mysteries blijven,
die meer om een visionair
dan om een logisch weten
schappelijk antwoord vra
gen.
H.E.
Johan van der Woude
Johan van der Woude: de
stenen tafel (uitg. Nijgh en
van Ditmar f 18,90)
De in 1906 te Groningen ge
boren auteur Johan van der
Woude blijft produktief. Ver
schenen de laatste tijd twee
studies van zijn hand over de
schilder Johan Mekkink en de
schrijfster Maria Dermout,
vroeger lag zijn accent meer
op het schrijven van romans
met historische achtergronden.
In dit boek valt hij ten dele
terug op zijn vroegere werk
door een herdruk van zijn no
vellen Een Hollands binnen
huisje (1937), Nowisons meta
morphose (1938) en Het veer
(1934) te verbinden met een
nieuw verhaal (80 pagina's
van de 170 pagina's); De ste
nen tafel. Ogenschijnlijk vier
verhalen die niets met elkaar
van doen hebben. Wat ze
evenwel met elkaar verbindt
is de thematiek. De mensen,
d4e erin voorkomen zijn allen
figuren, die tóbben met de zin
van hun leven, opgeroepen
door vreemde, soms hallicune-
rende situaties, die toch ver
bonden blijven met wat wij
voor realiteit aanzien. Van der
Woude hanteert daarbij een
gedegen, misschien wat ouder
wets, proza, waarvan de afge
wogen zinnen je de sfeer goed
laten ondergaan. Hij loopt
daarbij op de grens tussen
droom en werkelijkheid,
waarbij de droom als realiteit
en de realiteit als droom erva
ren wordt. Best een fijn boek
je om mijmerend in te le
zen.
Willem Brakman; Het zwart
uit de mond van Madame Bo-
vary (uitg. Querido f 15,90).
Willem Brakman, die als
arts in Enschede in 1961 debu
teerde met een Winterreis
heeft nu zijn vijfde roman ge
schreven- Werd zijn eerste ro
man ad bekroond met de Van
der Hoogtprij3, zijn laatste is
zeker niet minder al zullen de
prijzen hem nu niet om de oren
vliegen. Het lijkt er wel op
dat Brakman nu zelf vleugel
tjes gekregen heeft, want zijn
schrijftrant is, ondanks de
sterke melancholie die toch in
hat verhaal steekt, zo lichtvoe
tig geworden, dat er in de
loop der jaren een andere
Brakman als auteur ge
groeid is. Nu zal lang niet
iedereen, die dit boek ter
hand neemt, Flauberts boek
over Madame Bovary kennen
en zullen daardoor een aantal
toespelingen je ontgaan; Brak
man ent nl. zijn hoofdpersoon
in deze roman op het thema
van dit boek uit de wereldlite
ratuur- Die hoofdpersoon is
een Leraar, die niet van kinde
ren houdt, maar wel voortdu
rend op zoek is naar de Grote
Liefde; een man vol schijnba
re contradicties. Zijn confron
taties met een aantal vrouwen
doen meer denken aan Don
Quiohotte dan aan Don Juan;
zijn hunkering naar de Totale
Mens blijft een Verlangen. Hij
probeert te leven met iets, dat
noodt gebeurt De frustaties
van het Idealismel De gebeur
tenissen, die zich grotendeels
afspelen in Noord-Frankrijk
Bouvary-pelgr imageen op
een waddeneiland zijn met
een grote luciditeit soms
barstend van de adjectieven
beschreven; erg fijn om te le
zen.
Neel Doff
NEEL DOFF: DE AVONI
DAT MINA MU MEENAM
(uitg. Meulenhoff - f 14,50).
Terwijl in deze dagen ge
werkt wordt aan de film
Keetje Tippel, gebaseerd op
eerder uitgegeven boeken var
Neel Doff, verscheen het laat-
ste deeltje, dat aan deze her
ontdekte schrijfster besteed
wordt. Ook voor dit boekje
was het Wim Zaal, die de
vertalingen verzorgde van eer
aantal losse schetsen en verha
len, waarin Neel Doff autobio
grafisch vertelt over haai
jeugd. Zoals bekend groeide
Neel Doff op in Amsterdam
en kwam onder zeer armoedi
ge omstandigheden in aanra-
Aldous Huxley: Nonnen aan
de lunch (uitg. Contant-f.
15,50).
Een zestal verhalen, in een
vertaling van M. Mok, in de
serie Huxley-publikaties van
Contact. Verhalen over harken
en intellectuele snobs om de
kwalificatie te gebruiken, die
Huxley zelf geeft aan de Janet
in zijn eerste verhaal: De
glimlach van de Mona Lisa.
Deze bundel is een keuze uit
The selected short stories,
stammend uit 1957. Thema-
tisah hebben deze korte verha
len weinig om het lijf, maar
het is vooral de ongemeen
knappe wijze waarop Huxley
situaties en personen tekent,
die het lezen tot een proeven
maken Huxley keuvelt een
beetje in deze verhalen, maar
doet dat op een zeer erudiete
manier (en dat wil hij ook
wel weten), zodat de onbedud-
denste gebeurtenissen er een
dimensie bijkrijgen. Het titel
verhaal gaat bv over een En
gelse journaliste (juffrouw
Fenny), die Huxley haar erva
ringen in een Duits ziekemhis
vertelt, waar een haar verple
gende non met een man de
hort opgaat uit een soort van
christeijk naastenliefde-motief.
Zo'n verhaal zit geraffineerd
in elkaar en doet het als titeJ-
vernaal natuurlijk ook w«l
goed. Het portret, de jonge
Archimedes. De rustkuur en
ie familie Claxton zijn de an.
dene titels, die een andere zij
de tonen van deze Brave New
World auteur.