aborant(e) Nederland moet wetenschap - uit welbegrepen eigenbelang - alle mogelijke kansen geven Beleid ssenhuis breda 1THRESSE TH. SUTMAN PROFESSOR DR. W. G. RATHENAU: gkundigen Op zoek naar Gerald Ford (1) iiingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen ngen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peiling EILINGEN peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilinge' .AND) B.V. JE CO ersbedrijf Nletsfliasrs Timmerlieden inscliaiers Schilders Electricians Revolvsrdraalers Luftungs monteurs Verwarmlngsmonteurs B-2-lassers (Bfec) R-2-lassers (Rohr) A-lassers E-lassers Bankwefters 7 ter. metselaars timmerlieden pijpfitters ijzervlechters electriciens Uitwaaieren Onderzoek door Bert van Velzen Geen kiezers Jerry over Jerry Oude bekende DOOR CORN VERHOEVEN Zaterdag 31 augustus 197, van ons ziekenhuis ontstaat bin- met 10 mensen wordt samen- (linische als poliklinische patién- komen wij graag in kontakt met szit zijn van het diploma Radiolo- ostiek oeken om inlichtingen kunt u sg personeelszaken. Iangendijk75, tel. (01600)22(33 twerende verven met export over ekt voor spoedige indiensttreding, deling verkoop ais marketing >t team van Managers kan assiste- slijkwaardige opleiding inis van de Engelse en Duitse 1 geschrift. Franse taal strekt tot aanbeveling iring sur ie in de werkzaamheden taak ig Jan naar Rust-Oleum (Nederland) (N.-B.). d vertrouwelijk behandeld. ing en vernieuwing van onze vlooi van ische moderne schepen, met een uitste- raartoe behoren: ■oge lading schepen, Ro/Roschspen, lijn plaatsen: SU of Slll ima C, B, A, of VD >ma AS of BS, AM of BM zijn volgens normale C.A.O. plus 10% ir meevaren echtgenote en kinderen, soe- nke Co. Vries. erdam telefoon-020 - 64 133 it 16, Nijmegen or Duitsland en België en telefonisch 080-7721^1 a en 12.00 en 18.00 uur. Zoncwy !KO vraagt mer spoed voor haar we(Kfln te Geel Antwerpen) n.S-432630 jterdag en zondag van 9-12 uur ui a EINDHOVEN „Neder land is klein. Het is arm aam grondstoffen, met uitzonde ring dan van aardgas. Of on- ie "toekomst veilig gesteld kan worden, zal voor een belangrijk deel afhangen van de groei van onze we tenschappelijke kennis en #ns technisch vermogen. We moeten daarom volop kansen geven aan hen die bereid en in staat zijn door onderzoek het niveau van onze wetenschappelijke ken- „js te verbreden. Dat is maar weinigen gegeven- Steeds meer jonge men sen gaan universitair stude ren. Dat acht ik gelukkig. Mits men voor de kleine groep echte wetenschappers de gelegenheid schept zich na de universitaire basis opleiding te bekwamen voor en in het grensverleg gende onderzoek. Ik denk daarbij, bijvoorbeeld, aan een super-faculteit. Zij die daar afstuderen moeten dan aan de universiteiten kun nen promoveren. De ge meenschap zal daarvoor het geld op tafel moeten leg gen- Het particulier initia tief, het bedrijfsleven, kan dat niet meer. Elitair!? Hier en daar zal men dat wel zeggen van mijn opvatting. Het zij zo. Het hele wetenschappelijk bedrijf zeker in de bètavagken is elitair. Het is een keihard be drijf. Met moet goed beseffen dat ons land het zal moeten hebben van zijn kennisbezit. Nederland is overbevolkt. Het zal het de komende 50 jaar moeilijk genoeg krijgen om zich staande te houden in de wereld- Veel know-how, veel wetenschappelijke kennis, het bezit van veel octrooien, is uitermate belangrijk in de strijd om het bestaan die ons te wachten staat". Professor Rathenau kan uren vertellen rustig, scherp formulerend, met een krijtje schema's tekenend op een schoolbord. Hij poit uit een schier overvolle ervaring en een in een drukbezet leven vergaarde wetenschappelijke gemis en levenswijsheid. Een leven dat vrijwel geheel is gewijd aan de natuurkundige wetenschap. „Wat ik heb gezien is het uitwaaieren van de weten schap. Het steeds verder in elkaar grijpen van weten schapsgebieden die vroeger gescheiden waren- Het is be gonnen met fysica en chtmie. Op een eenvoudig niveau. Nu zijn we aangeland bij de be studering van vreselijk inge wikkelde organische molecu len. En je komt meteen in de biologie en de medicijnen. Dan vragen hoe die moleculen zich verhouden tot het leven. Op bet gebied van de moleculaire biologie en de medcijnen. Dan ontstaan als vanzelf raakvlak- ben met de gammaweten schappen. Gedragspatronen van mensen en dieren komen dan ook aan de orde. Die zijn weer verankerd in karakter en aanleg, Men kan eigenlijk niet meer spreken van een be perkt, een afgegrendeld we tenschapsgebied. Er zijn ook bepaalde wetenschapsgebieden die beginnen diaht te slibben. professor dr. G. W. Rathenau gaat 1 septémber Philips verlaten, met pensioen. Met hem gaat een vooraan staand wetenschapsbeoefenaar bij het bedrijf weg. Een man die ongetwijfeld voor de ontwikkeling van de natuur kundige wetenschap grote verdiensten heeft. Hij was de laatste jaren bij Philips Onderzoek Coördinator en voorzit ter van de directie van het Natuurkundig Laboratorium. In die veelomvattende functie coördineerde hij het onderzoek in alle Philips' researchlaboratoria in de wereld. In die in stituten werken zo'n 4000 mensen. Professor Rathenau bekleedde in de loop der jaren vele belangrijke functies in de (natuur)wetenschappelijke wereld. Hij was, onder andere, directeur van het natuurkundig laboratorium van de Amsterdamse universiteit en waarne mend-directeur van het Zeeman-laboratorium van die uni versiteit. Hij was, onder meer, vele jaren lid van de Raad van Bestuur van de stichting Fundamenteel Onderzoek der Materie en voorzitter van een werkgemeenschap van dat instituut. Hij was, onder andere, vele jaren bestuurslid en lid van de Raad van Bestuur van de organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek.. Hij zegt de idruk te heb ben dat de westerse wel vaartsmaatschappij vermoeid heidsverschijnselen vertoont. „Er treedt een zekere arbeids- moeheid op. Vroeger moest men werken om niet om te komen- Dat zien de mensen in het westen niet meer zo zitten- Grote groepen verglaren hen die nog wel hard werken voor gek- Dat komt ook door de gecompliceerdheid van onze samenleving en de sociale ze kerheid die men heeft verwor ven. Het besef gaat ontbreken dat met z'n allen - ieder naar eigen aanleg en kunnen - de welvaart en het welzijn samen moeten verdienen- Als die ten dens blijft doorwerken zullen we - of we willen of niet - op een lager niveau van welzijn en welvaart terechtkomen"- Een minimum-bestaansni- veau voor iedereen acht hij onontbeerlijk- Gebrek en een leven in materiële zorgen vindt hij onaanvaardbaar voor mensen. „Maar ik vind het ook zinloos en treurig dat ve- len uit afgunst en gebrek aan inzicht ach en wee schreeu wen als er mensen zijn die het beter hebben dan anderen- Die afgunst proef ik als er kritiek wordt geleverd op het inko men van enkele zeer exetante mensen. Als men de opleiding van die mensen in het verdom hoekje zet. Waarom zo'n jalo- zie over een politiek die beoe fenaren van wetenschap in een schijnbaar wat bevoor rechte positie zou plaatsen? We moeten goed weten dat on ze generatie er voor moet zor gen dat de volgende generatie van top-wetenschappers aan bod kan komen en zich kan ontplooien. Dat is van eminent belang voor ons land. De gennis, scheppings drang en inventiviteit van die kleine groep mensen zullen wij de komende decennia hard en hiard nodig hebben. Geef ze de kans die te ontwikkelen. Uit wel-begrepien eigenbe- lanfz!" Vrijwel hun hele terrein ij verkend- Er ontstaan echter telkens nieuwe gebieden". Onderzoek is dan ook groepswerk geworden. Maar, pas op! Dat sluit niet uit dat één wetenschapsbeoefenaar met een helder idee de groep op het spoor zet dat naar de waarheid leidt. Zo iemand moet dan ook nog de gave hebben de anderen voor zo'n idee te winnen. In weten schappelijke tijdschriften staan soms 30 of meer namen boven een verslag over een onderzoek. Dat was een halve eeuw geleden ondenkbaar." Met vreugde en dankbaar heid vertelt professor Rathe nau over het „tamelijk volle leven" waarop hij kan terug zien. Over het inteleotuele kli maat wanrin hij, zoon van een Duitse hoge ambtenaar, op groeide. „Ik begon m'n weten schappelijke opleiding aan de Technische Hochschule in Ber lijn. Onder andere bij Gustav Hertz. Die kreeg in 1926, sa men met James Franck, de Nobelprijs vo-or natuurkunde- Massa-colleges? Die van Hertz trokken zo'n 500 studenten. Maar Hertz hield na zijn colle ges open huis. Iedereen kon er komen. Professor Rathenau kijkt even stil voor zieh uit- „Het komt allemaal weer boven" Zijn studietijd aan de ver maarde universiteit van Göttingen, aan de rand van de Harz. Reeksen beroemde ge leerden doceerden daar toen. De jonge Rathenau promoveerde daar in 1933. Hij was toen 22 jaar I „M'n promotor was Franck. Ja, ik heb inderdaad talloze na tuurkundigen van allure ont moet. Göttingen had in mijn tijd de sfeer van de nadagen van de grote mathematicus D. Hilbert. Franck heb ik steeds iin hoge mate bewonderd. Hij was niet alleen een groot ge leerde en voor mij een fan tastische leraar maar hij was ook een man van karakter. En dat is belangrijk. Hij nam ontslag als hoogleraar, toen Hit- Ier an het bewond kwam. De enige hoogleraar die dat deed, voorzover ik weet. Dat heelt op mij een diepe indruk ge- maekt. Franck speelde later een grote rol in het atoompro ject van Chicago. De jonge Duitse doctor in de fysica, Rathenau, werd in 1934 in Groningen assistent van professor D. Coster- „Hij werkte met langgolvige röntgenstralen. Ik heb in die studie een bepaald gebied ont sloten". In 1936 werd hij me dewerker van professor A.D. Fokker. „Een van de grote lichten van de Nederlandse fysica- Hij droeg wezenlijk bij tot het begrijpen van de rela tiviteitstheorie. Stelde ook, met Planck, een beroemde vergelijking op". Hij denkt kennelijk met grote dankbaarheid terug aan die Haarlemse jaren. Hij werkte toen in het historisch zo rijk gestoffeerde gebouw van de Teylers' Stichting. „Fokker was een schoolmees ter, een akelig precieze man. Maar ik had dat toen hard nodig. Ik heb daar in Haarlem geleerd dat men wetenschap pelijke werkers de ruimte moet geven. Die vrijheid is het merg van het natuurkun dig onderzoek. De verrassing in dat onderzoek moet volop aan bod kunnen komen. Een onderzoeker moet plotseling ontwaarde zijwegen kunnen gaan bewandelen zonder jaren op geld ervoor te moeten wachten- Fokker vroeg niet wat ik deed. Ik moest hem af en toe assisteren. Verder was ik volkomen vrij. Vrij onder zoek dus. In 1938 kwam dr. Rathenau bij Philips- Bij het Natuur kundig Laboratorium dat toen geleid werd door professor G. Holst. Hij werkte er, onder andere, aan een onderzoek van het magnetisme. Samen met dr. Snoek. Over zijn, kennelijk afschu welijke ervaringen in de oor logsjaren, zwijgt hij. Hij krijgt het te kwaad als erover wordt gepraat. „We hebben het toen niet gemakkelijk gehad, m'n vrouw en ik". Daarmee doet hij die trieste periode in zijn leven af. „Wat Philips in die jaren voor tallozen heeft gedaan is met geen pen te beschrijven. Van 1945 tot bijna 1953 werkte dr. Rathenau bij Phi lips, onder andere, aan onder zoek voor de Stirlingmotor en bestudeerde hij metalen en het magnetisme. Eind 1952 werd hij benoemd tot hoogle raar in de experimentele na tuurkunde aan de universiteit van Amsterdam- Hij werkte er weer met metalen en met magnetisme- „Ik liefhebberde er ook wat in de hoge-energie- kernfysica. Heb er echter nooit veel verstand van gekre gen". In 1963 keerde hij voorgoed naar Philips terug. „Ik ben dus een afvallige prof- Daaro ver is destijds nogal wat te doen geweest- Ik heb die stap gezet, omdat ik vreesde dat het mis zou gaan met de we tenschappelijke opleiding aan onze universiteiten. Die zou den, dat begreep ik, nieuwe funkties mioeten gaan vervul len- Ik was daar niet tegen. Maar het is zo schrikbarend on genuanceerd gebeurd. Men stopte die universiteiten een voudig vol met jonge mensen- Men heeft maar wat aangerot- zooid, om met Karei Appel te spreken. Dat bracht de grootst mogelijke ellende- Voor de hoogleraren en de studenten. Ik kan dat niet in overeenstem ming brengen met mijn - een groot woord - wetenschappe lijk geweten- Men heeft er in ons land niet voor gezorgd dat de weinigen die wekelijk de wetenschap verder kunnen brengen aan hun trekken ko men. Dat is een kwalijke zaak. Voor ons land- En voor die weinigen". Op D-Day regende het.... WASHINGTON Mijn interview met Gerald R. Ford, Phsident van de Verenigde Staten, staat voorlopig op ijs. Ik Md voor dat interview een uitvoerige strategie ontwikkeld, «en project waarin list, intrige, stafkaarten en een duik 'n tat privé-leven van zeven Amerikaanse presidenten en n vrouwen een rol speelden. Een totale onderdompeling in de geschiedenis was stellig voornaam en in de marge wam ik het een en ander te weten over Eleanor en Frank- Bess en Harry, Mamie en Ike, Jackie en John, Lady 'id en Lyndon, Pat en Dick en tenslotte Betty en Jerry, •kar dat is voor het moment niet belangrijk. Het interviewplan riep herin neringen bij me wakker aan de vele oorlogsfilms die ik heb gezien, waarin grijzende generaals het beslissende of fensief voorbereiden. In mijn geval was de generale staf een sergeant in een loopgraaf en op de geplande D-Day regende het dat het goot. Het regende verzoeken om interviews met president Ford- Het waren er zegge en schrijve honderd en twee toen Fords president schap een week oud was. Er kwamen dagelijks verzoeken bij. Wat doe je dan in je loopgraaf, terwijl in de vrij wel onverdedigbare flanken de heerscharen oprukken van United Press International, met de felle Helen Thomas aan het hoofd, Associated Press, de Chicago Tribune, de Los Angeles Times, de Detroit News en de New York Times en die van Londen, om over de machtige Asahi Shimbun maar te zwijgen Wat doe je dan? Het antwoord Ford- president ade Verenigde Staten LS een dagelijkse pelgrimage naar de slangenkuil van het Witte Huis. waar Jerry ter- Horst een leger verslaggevers op de hoogte houdt van hel doen en laten van de presi dent, die hij iedere dag ziet. Je probeert Jerry terHorst te belegeren en hem duidelijk te maken dat het de hoogste tijd is dat president Ford een stukje geschiedenis maakt m de Nederlandse dagbladpers. Dit is een open regering, is het niet? De kans op een in terview lijkt op dit u-ur even groot als de kans om twee maal binnen een uur onder een heldere hemel door de bliksem te worden getroffen, maar zelfs dat moet ooit ie mand overkomen zijn. Ik geef het niet op. Gij ziet: ik ben od dit punt een vliegwieltje ge worden in de Grote Ameri kaanse Droommachine. Zonder dromen kom je ner gens. Ik herinner me met een opvallend gebrek aan succes geprobeerd te hebben met Hu- bert Horatio Humphrey (HHH) te spreken toen hij in juni 1972 in Califomië slag le verde met George Stanley McGovern. „Sorry, my friend", zei een Humphrey-stroman. „we hebben geen kiezers in Nederland"- Ook Gerald Ford heeft geen kiezers in Neder land. maar het is best moge lijk dat hij daar binnen af zienbare tijd verschijnt en dan zou hij kunnen overwegen van Den Haag via Soestdijk naar Arnhem en Nijmegen en van daar, via Roermond, Venio en Maastricht, naar Helmond. Eindhoven en Den Bosch te reizen en vervolgens, via Til burg en Breda, naar de Water werken van Zeeland- Enkele dagen rust in de Acht Zalighe den zouden hem goed doen. Ik heb Jerry terHorst laten weten dat een interview zeer op zijn plaats is en zowel nuttig als heilzaam. Om te be ginnen zou Jerry terHorst over Jerry Ford kunnen spre ken, want beide mannen ken nen elkaar tenslotte al ruim een kwarteeuw. Maar Jerry terHorst had het te druk en hij wilde klaarblijkelijk zijn kruit niet versöhieten- Want toen Ford tien dagen president was stond cr in het tijdschrifl „New York" een door terHorst geschreven artikel over de an dere Jerry: „De vorming van de iiesideit, Fords jonge ja ren". En terwijl ik dit schriji verneem ik dat een nog niel geheel voltooide biografie over Ford van de hand van Jerry terHorst, in zeven afleverin gen in de „Washington Star- News" zal verschijnen. Omdat ik het droomoffensief nog lang niet heb opgegeven (werd Goliath niet door David verslagen met een katapult en een platte kei; roeide Sam son niet een leger Filistijner ■lit met een ezelskakebeen? zet ik de voorbereidingen voo' een interview met de pres' dent van de Verenigde State- voort. Ik wentel me in bergei papier, zodat ik hem. wanneei de tijd komt, tegemoet kar treden als een oude bekendp Bovendien, om iets te kunnen vragen moet men wat weten Ik zal u inmiddels vertellen wat ik, op zook naar Gerald Ford, ben tegengekomen. Volgende verhaal: Leslie King werd Jerry Ford-.- Hij zegt het goed te vinden dat vele jongeren, ook weten- schiaps-foeoefenaren, nadenken over wetenschappelijke ont wikkelingen, hun doel en hun nut. En hun gevolgen voor de mensheid. Voor het milieu. „Zii onderkenden de gevaren. Door h-en zijn wij gaan begrij pen dat er grenzen bestaan die men niet moet overtreden. Pressiegroepen hebben te- redht vind ik die gevaren schromelijk overdreven. Dat moesten en moeten ze om ge hoor te krijgen. Het. is de taak van de ondirzoekers die over drijving te corrigeren en met de juiste kritiek voortaan re kening te houden. Dat betekent dat in onze samenleving het wetenschap pelijk onderzoek permanent is geworden. Er is al eens ge sproken van een „education permanente de recherche". Dat geldt zeer zeker voor het uit gebreide terrein van de biolo gie". Hii glimlacht. Er zit. vooral in zijn laatste opmer kingen, nogal wat dat men als politiek kan interpreteren. „Daaraan ontkom je niet als je over dit soort zaken een me ning geeft," zegt hij. Ook na 1 september, als Philips hem heeft gepensio neerd, gaat professor Rathenau beslist niet stilzitten. Hij is lid van het college van 8 dat als „voorlopige wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid" de regering en de minister president adviseert over tallo ze zaken. „Tk ga daaraan ze ker de helft van mijn tijd geven". JACQUES LEVIJ Het gezin van Jerry Ford. Op de eerste rij v.l.n.r. Mi chael (student theologie), Betty Ford, de „First Lady", de huishond „Sugar" (Suiker), en de president. Staande v.l.n.r.: Steve, die in zijn vakantie boswachter is geweest in het Yellowstone National Park, Susan een buitengewoon hartelijke meid van 17 en Jack, die dit jaar cowboy is in Utah en daarna gaat studeren aan Duke University. Er is alles bijeen niet zo geweldig veel reden om te jui chen over de resultaten van het beleid, dat deze regering zegt te voeren en waarmee zij zich zo scherp zou onderschei den van vorige kabinetten. Het gaat de boeren slecht, de werldoosheid blijft aanzien lijk, de prijzen stijgen alsof ze aan hun lot werden overgela ten, het onderwijs wordt er ook niet beter op en evenmin kun je zeggen, dat de mensen nu bepaald veel gelukkiger uit hun ogen kijken, blij dat we nu eindelijk eens anders gere geerd wrden. Toch lees ik in mijn kranten opvallend weinig woorden van kritiek op de regering en het gevoerde beleid. Kritiek op links schijnt na jwrenlamge linkse oppositie als iets onbe hoorlijks beschouwd te wor den. Je moet die mensen eerst een faire kans geven enzo voorts- Het feit op zich, dat deze regering anders is en wil zijn schijnt hour al te verzekeren van de onvoor waardelijke sympathie, waarin de fouten als tegenslagen geïnterpreteerd worden en tof gedoe als iets echt menselijks of zo. Als Vorrmk ballonnetjes oplaat tussen kinderen, Den Uyl danst met een pet op of Lubbers zich door Bibeb laat tutoyeren, worden wij uitge nodigd dit als bevrijdend spontaan uit te leggen en ons erover te verheugen, dait we eindelijk geregeerd worden door echte medemensenEn als staatssecretaris Klein stu denten laat loten voor be schikbare plaatsen aan een universiteit, moeten we dat gebaar van volstrekte machte loosheid een toppunt van eer lijkheid vinden. Maar het verband tussen ballonnetjes oplaten, een pet opzetten, aan het rad van avontuur draaien of welk ritu eel dan ook, en beleid ontgaat mij. Ik kan niet ontkennen, dat deze regering weer een bijdrage heeft geleverd aan de ontmythisering van het gezag door de ivoren toren verder af te breken, maar deze overi gens uiterst bescheiden bijdra ge heeft niets met beleid te maken en moet vooral niet met een regeringsdaad ver ward en met gezagstrouw be loond worden. Als het gezag ontmythiseerd moet worden, moet trouwens niet het gezag dat doen, maar het publiek. Het uitvoeren van toffe ritue len is geen beleid en als het daarvoor in de plaats komt of van de laatste gelegenheid ge bruik maakt om nog gauw even van enige resten van mythisch gezag te genieten, is het zelfs doodgewoon verlak kerij. Als het onderwijsbeleidbe- staat in loten, kunnen we evengoed een gokautomaat tot minister benoemen. We hoe ven dan ook niet vertederd te zijn als hij zich laat tutoyeren. We zouden daar wat bandjes in kunnen bouwen, waarop een sonore stem bv. van Pier Tania op bewogen toon enkele geruststellende clichés uit spreekt: dat de situatie inder daad om verbetering vraagt, dat daar ook aan gewerkt wordt, dat het onderwerp in studie is enz. Het maakt niet veel uit, wie het zegt en wat er gezegd wordt, als er maar sonoor geronkt wordt- Verder gaat alles gewoon door en ie dereen is volkomen machte loos, want beslissingen blijken altijd elders genomen te wor den of al genomen te zijn. Beleid is een kwestie van toon en vooral van groot geloof daarin- Het heeft dus ook weinig zin om kritiek te hebben op een regering en hoar beleid. Want de enige kritiek zou hierin kunnen bestaan haar te verwijten, dot ze haar rituelen beleid noemt. Dat is oneerlijk, want voor beleid moet je nacht hebben. Misschien zou het maar het beste zijn niet meer te doen alsof men een beleid voert, niet meer te zwelgen in een populariteit die aan de schijn van macht ontleend is, de gokautomaat op de troon te zetten en naar huis 'e gaan.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1974 | | pagina 19